Parijsstraat




Zo nodig de stad
als een onderwereld op de wip
om mijn eenzaamheid in te zetten.


Soms is de stad tegen eenzaamheid
niet inzetbaar. Ze is dan geen amigo
op wie gratuit mijn uitstraling inslaat.


Niet de ochtend of de luie namiddag,
maar de slaap van een slotzuster afhoudende avond
maakt een zomerdag gedenkwaardig. (Over namiddagen
werd in de jaren ’60 aanstekelijk gezongen, in de naglans van
engelen die geen bed durfden opschudden.)


Ik verwaarloosde de overgang
van licht naar donker. Muziek kon niet weg
tussen de historische muren van kerk en stadhuis,
na het afscheid van een volprezen zangeres die ik terzijde
had genomen : "Kom na een volgend optreden in een andere stad
rustig even groeten."


Zij liet niets ophouden : aangaan, afdwalen
in muziek waarmee ik alleen werd achtergelaten,
in zo’n nacht die een kleine rode haan oproept.


Nachten waarin de zangeressen
op een song of op een dominant akkoord
broedend mij uit alle havens en stations wegdenken.


Ik zag ogen die uitdaagden
om een attentie binnen te halen,
vond dat ik mijn ogen zo moest inrichten.


Bandeloze amigos doen geen eenzaamheid gelijken,
wel de stad, ja, als het slapste koord voor een danser.
Maar ik sleepte nooit zwaarder van de eigen ogen
mijn voeten over straat.




terug naar hoofdpagina





© Copyright Richard Steegmans 2001


This page hosted by GeoCities Get your own Free Home Page