1.
heeft een zomerse hitte - en
daarmee is het bed opgemaakt -
zich naar de zolder gesleept en lopen
alle nachtklokken stuk in van opwinding
opengespreid geluk
het denken is nog ingekleed
en in licht zal het uitmonden waar
het donkerste vlees zich laat afronden
2.
tijd stelt een diepe beleving voor - ik
voel de zaadbinding drukken als een boom
zijn ringen van groei rondom de klop in het hart
in zijn doorsnede neergelegd,
van het opschuivend vocht onder de
gladde schors naar een bijl van betekenis
maak ik haar schoot tot
zalig vermoeden, verschoon haar
ongeduldigheid, ontspan de blinddoek
- tot zachte bedeinden de bijslaap toedienen
kent ze in het zuiden
van al mijn bestookte nachten
die mokervrije, briesdunne morgen
3.
nu de warmte zich eens omkeert
het aanvullend geslacht stoffig rondkomt
het honingslopende in de liefdesdaad afgeknepen klinkt
© Copyright Richard Steegmans 2002