"In het begin miste ik Zemun, mijn geboortestad. Ik vond het hier zo rustig. Met de spelers van Partizan gingen we elke dag naar een restaurant of een discotheek: 'Young people never stay at home - . In Holland is er alleen op donderdag, vrijdag en zaterdag iets te doen. Ik ga nu niet meer zo vaak de stad in. Als profvoetballer kan dat ook niet." "Hier kijken de mensen niet zo tegen je op als in Belgrado. Je kan daar niet rustig over straat, als speler van Partizan ben je een held. De mensen raken je aan en zo. Hier laten ze je met rust. Ze zeggen alleen hallo of he dat is Dejan. Hier is iedereen vrij, het systeem is goed. Ik hoef alleen maar aan voetbal te denken. Als je eten wil, haal je iets te eten. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam, dat bevalt me." "Ik was laatst met Bosco Bursac (voormalig spits van Vitesse,red.) en Petrovic van PSV naar de wedstrijd Feyenoord-Espanyol. We hadden kaartjes voor bovenin maar dat was dicht omdat er zo weinig mensen waren. Kwamen we in een vak met Feyenoord-supporters terecht. Dat vonden we niet zo leuk, zeker niet toen Feyenoord met 1-0 achterkwam. Je weet maar nooit wat er gebeurt als ze Petrovic van PSV en Curovic van Vitesse zien. Hebben we gevraagd of we misschien ergens anders mochten zitten. No problem, we werden gelijk geholpen." "Ik heb eigenlijk nooit problemen gehad in Nederland. Ik eet Nederlands maar wel op zijn Joegoslavisch klaargemaakt. Soms is het weer een beetje gek. Ik weet nog dat we een keer onder Neumann zoals altijd twee rondjes moesten warmlopen. Eerst scheen de zon, toen regende het en daarna ging het sneeuwen. Ongelooflijk he, allemaal in zes minuten tijd. Daarom heb ik altijd twee jassen in de auto." "Wat ik wel leuk vind is Koninginnedag met al die mensen op straat. En ik ben laatst naar de Keukenhof geweest, bij die bloemenvelden. Ik wil zoveel mogelijk van het land zien, andere steden, het Rembrandt-museum, overal ben ik geweest. Toen mijn ouders hier kwamen kon ik ze dat tenminste laten zien." "Ik hoop ook dat ik hier nog een paar jaar kan blijven voetballen, bij Vitesse of ergens anders in Nederland. Misschien wil ik daarna ook wel blijven. Voor het voetbal hoef ik niet terug. Met Partizan heb ik in 1994 het hoogste bereikt. Het kampioenschap en de beker, twee prijzen in een jaar. Dat was na de oorlog niet meer voorgekomen." "Nieuwjaar vier ik in Joegoslavie. Dat is fantastisch. Met mijn vrienden huur ik dan een restaurant en feesten we door tot acht uur in de ochtend. En weet je wat het mooie is. Omdat je maar op een plaats tegelijk kan zijn, geeft iedereen een dag later weer een feest. Dan kan je dat feest ook meemaken. Oh ja, en weet je wat ik echt mis: de Joegoslavische muziek. Omschrijven kan ik het niet maar het is denk ik net zoiets als jullie met je eigen muziek hebben."