De elektrische legpuzzel
Bij het opvegen van de laatste sparrenaalden moest ik weer denken aan de avond dat Van de Bunt, die zes huizen van mij vandaan was komen wonen, een batterijtje kwam lenen en mij uitlegde waarom hij de stad was ontvlucht. Hij woont hier inmiddels alweer vijf jaar, maar nog steeds pleegt hij zich te verontschuldigen voor het feit dat hij in de stad niet voldeed aan de verwachtingen van zijn buren.
Hier voldoet hij uitstekend. Toen ik hem, een week na zijn aankomst, voor het eerst zag, was hij, op klompen, bezig met een te kleine zeis zijn grasland te bewerken. `Een Amsterdammer met een zain!' riepen zijn buren elkaar vrolijk toe. Zain of zein is Westfries voor zeis.
Het was niet de behoefte aan schapen of een knollentuin die hem hierheen gelokt had, het waren zijn onderburen die hem uit de stad verjaagd hadden. Hij had daar gewoond boven het confectieatelier van het echtpaar Vredestein dat zich ergerde aan zijn leefwijze. Hij ontving `damesbezoek' tot ongenoegen van de heer Vredestein, die zelf alleen bezoek ontving van heren in blauwe blazers, zowel overdag als `s nachts. Mevrouw Vredestein had een allerliefst vriendinnetje dat doorging voor hulp in de huishouding.
Wat Vredestein het meest mishaagde was het zakelijke risico. Er was eenmaal bij Van de Bunt een kleine overstroming geweest, die verband hield met zijn voornaamste bezigheid, het fotograferen van de mooie meiden die hem bezochten. Bij het spoelen van de afdrukken was de keukenafvoer verstopt geraakt. Van de Bunt zat in de kamer, tegenover de stereo.
Ook Vredestein legde verband tussen de lekkage en het damesbezoek. Van de Bunt, die vrijwel zijn hete leven op de cassetteband vastlegt, heeft mij het telefoongesprek laten horen dat volgde op de kleine ramp.
`Als zakenman houd ik mijn hart vast', verklaarde Vredestein. `Er liggen kapitale goederen opgeslagen in dit kapitale pand, en als u dames over de vloer heeft...'
`Wat heeft dat nou met lekkage te maken?' vroeg Van de Bunt.
`U weet best wat ik bedoel. Als u daar dames ontvangt, laat u de zaak lopen. Er ligt hier voor een kapitaal aan mantels opgeslagen, en kostuums.'
`Pantalons en colberts', vulde Van de Bunt aan, om te laten merken dat ook hij de taal van de branche beheerste.
`Ja, en als u de zaak laat lopen...'
Weer onderbrak Van de Bunt hem. `Wat bedoelt U? Dat ik als een kater...'
`Dan plast u in de wasbak, en dan komt er verstopping, en overstroming. Met juffrouw Bout heb ik trouwens ook vreselijke ruzie gehad. Vreeeeselijke ruzie heb ik met haar gehad. Vieze kerels heeft die in huis gehad, met baarden.'
`Wat zegt u daar? Baarden?'
`Ja, vieze, vieze kerels, met baarden. Eén keer zelfs een neger.'
Van de Bunt lichtte het incident met juffrouw Bout toe. Vredestein was, toen ze een vriend op bezoek had, spiernaakt de trap afgekomen om met een butagas fles haar deur te forceren. Een andere keer was hij een medebewoner, die van de tussendeur in de gang een kastdeur wilde maken (als de tussendeur openstond was de kastdeur dicht, en andersom) te lijf gegaan met een grote kleermakersschaar. Ik zag hem voor me als de boze kleermaker die in Piet de Smeerpoets kleine jongetjes de vingers afknipt. De medebewoner bleek over een bijl te beschikken, zodat de strijd onbeslist eindigde.
Van de Bunt, die toch wel de schrik te pakken had, rekende uit dat de schade bij een echte overstroming rond de tienduizend gulden zou liggen. Hij overwoog het afsluiten van een passende verzekering, maar vond voordat hij daartoe stappen ondernam, voor tien gulden een Japanse elektronische bouwdoos voor beginners, een soort lego waarvan elk bouwsteentje een weerstand, condensator, diode of transistor, of gewoon een draadje herbergde. De doos was voorzien van een vriendelijk boekje waarin werd uitgelegd hoe men met behulp van deze bouwstenen een radio, een zendmicrofoon, een lichtmeter en een afluistersysteem kon maken, of eventueel ook een a-stabiele multivibrator, die alarm zou slaan als de bijgeleverde elektrode nat zou worden. Dat laatste deed hem tot aankoop besluiten. Hij installeerde het speelgoed naast zijn spoelbak en wist dat een luid gepiep hem zou waarschuwen wanneer er waterschade dreigde.
Van hem had Vredestein dus niets meer te duchten, en het zou dan ook niet aan hem, maar aan een van de baardige typen van juffrouw Bout te wijten zijn dat de voorraad mantels en kostuums toch verloren zou gaan.
Maar zover zijn we nog niet. Eerst zou Van de Bunt alle mogelijkheden van zijn bouwdoos benutten. Hij construeerde diverse radio's, maar die werkten minder goed dan het toestel dat hij al bezat. De grammofoonversterker die hij daarna samenstelde, bleek over een te gering vermogen te beschikken voor zijn luidsprekers.
Dat leidde tot aankoop van een dure bouwdoos voor een zeer grote versterker, die, eenmaal gereed, noodde tot het maken van zeer omvangrijke basreflexkasten, tot nader ongenoegen van Vredestein, die van zijn buren alleen televisiegeluid accepteerde, en dan alleen nog als ze op hetzelfde net hadden afgestemd als hijzelf.
Daarna legde hij van zijn elektronische domino een afluistersysteem aan, waarmee hij de strategie van het echtpaar Vredestein vóór kon zijn en tegelijk op de hoogte raakte van hun geheime leven.
De catastrofe volgde in de donkere dagen na kerstmis. Juffrouw Bout had een student over de vloer die min of meer bij haar was ingetrokken, compleet met zijn studenten-hifi.
Op zo'n avond in de eerste helft van januari ergerde Vredestein zich zo aan diens gereflecteerde bassen dat hij halverwege de trap met een hamer tegen de wand van hun kamer begon te bonken. Daarop kwam de student naar buiten. Er ontstond een twistgesprek waarbij ook Van de Bunt aanwezig was met zijn cassetterecorder.
`Die vieze, vieze meid!' riep Vredestein, en hij sloeg met zijn hamerde bril van de student stuk. Van de Bunt, de student en juffrouw Bout hadden hem daarna vastgegrepen en in de plastic jeep gehesen van de man met de bijl, die het gezelschap eerst naar de GGD en daarna naar het politiebureau vervoerde. Toen ze in twee politiebusjes terugkeerden, stond het huis in lichterlaaie. De kaarsjes van juffrouw Bouts verdroogde kerstboom hadden om zich heen gegrepen.
Van de Bunt was dakloos, trok in bij Moniek, een van zijn modellen, bouwde daar een installatie van over de 100 pk, kreeg ruzie met haar hospita en vertrok met Moniek naar het huisje aan de dijk waar ze eerst een zomer lang genoten van de stilte en de vrijheid door stampend door het huis te lopen, `s nachts de bassen open te draaien en luidkeels ruzie te maken. Daarna werd het kil. De elektrische kachels moesten meehelpen en met kerstmis begaf de hoofdzekering het. Moniek zong Stille Nacht en hij stak voorzichtig de kaarsjes aan in de brandvrije boom. Daarna pakten ze de geschenken uit die eronder lagen. Voor hem was er een nieuwe bouwdoos waarvan hij nog dezelfde avond een transistorradio puzzelde. Er zat alleen geen batterijtje bij.