Esperanto
Alweer ruim een eeuw geleden ontwierp de Poolse oogarts dr L.L. Zamenhof de
internationale taal Esperanto. In 1887 verscheen de eerste publicatie over
Esperanto, geschreven in het Russich, Pools, Duits en Frans door dr. Esperanto.
Deze schuilnaam van Zamenhof werd hierna al snel ook de naam van de taal die hij
ontwierp. Letterlijk betekend esperanto "hij die hoopt".
Zamenhof hoopte, dat door middel van een internationale taal mensen van
verschillende volkeren elkaar beter zouden kunnen verstaan en verdragen. Hij had
ervaren in zijn multi-etnische geboortestad Bjalystok (ten noord-oosten van
Warschau), dat menige twist (zelfs bloedige botsingen en vervolgingen) tussen de
bevolkingsgroepen (Duitsers, Polen, Joden, Russen en Witrussen) het gevolg was
van het elkaar niet begrijpen. De toen daar heersende Russische tsaar wakkerde
chauvinisme, rassenhaat, politieke en godsdienstige onverdraagzaamheid aan
volgens een verdeel- en heerspolitiek. Zamenhof concludeerde dat een voor ieder
aanvaardbare, dus neutrale tussentaal een van de belangrijkste middelen zou zijn
om tot wederzijds begrip te komen. Na zo'n vijftien jaar bedenken en uitproberen
publiceerde hij in 1887 de basisgrammatica en basiswoordenlijst van het
Esperanto.
Kortom, het doel van Esperanto is om internationaal, neutraal en eenvoudig te
zijn. Op deze manier kunnen misverstanden door miscomminucatie, omdat men de
taal van de ander onvoldoende beheerst, worden voorkomen. Esperanto als wereld
taal, een taal die iedereen beheerst, naast natuurlijk zijn/haar moerstaal. Een
vaak gehoord argument is dat Engels al reeds voldoet als wereldtaal. Maar Engels
is behoorlijk ingewikkeld wil je het spreken zoals het bedoelt is (en niet het
beroemde steenkolen-engels), en wat nog belangrijker is, het is geen neutrale
taal. Het vertegenwoodigd een bepaalde cultuur van een bepaalde bevolkingsgroep.
Hierdoor willen sommige andere bevolkingsgroepen deze taal eigenlijk juist niet
spreken en voor weer anderen sluit het zo weinig aan bij hun eigen
belevingswereld dat het wel heel moeilijk wordt het onder de knie te krijgen.
Esperanto is daarom veel geschikter, omdat het simpelweg een stuk eenvoudiger
is, de hele taal is te leren in dezelfde tijd dat iemand erover doet om alleen
de Engelse uitspraak onder de knie te krijgen.
Dat het Esperanto niet meer leeft is een vooroordeel. Niets is minder waar. De
taal leeft nog steeds! De taal bestaat al meer dan een eeuw en heeft twee
wereldoorlogen (waar Esperantisten zelfs vervolgd werden) en een sovjetregime
overleeft. Tegenwoordig wordt de taal door zo'n drie miljoen mensen wereldwijd
gesproken wordt, dit aantal is echter maar een hele ruwe schatting, het totale
aantal kan men niet weten, de vraag "hoeveel mensen spreken
Esperanto?" is net zo vaag als de vraag "hoeveel mensen spelen
schaak?".
Duidelijk is wel dat het handig zou zijn als nog meer mensen het Esperanto
kunnen spreken. En echt, je leert het zo. Mensen zeggen wel eens tegen mij:
"waarom zou ik Esperanto leren, er is niemand die het spreekt?". Wel,
dat is al rede genoeg, als iedereen zo redeneert en kennelijk achter de
argumenten staat om het wel te leren, waarom doe je het dan niet? Het antwoord
op de gestelde vraag is dan ook: "omdat je het zelf niet leert!"
Kortom: aan de slag!
Voor meer informatie verwijs ik graag naar de pagina's van de Nederlandse Esperanto-Jongeren (NEJ). Ik heb hun tekst ook een beetje misbruikt voor bovenstaande. Verder zijn er nog meer nuttige links:
Op de homepage van Michiel
Meeuwissen.
Een webapplicatie waar je online met
andere esprantisten kunt praten.
Een verhaal over Gerda, speciaal
bedoelt om het Esperanto te leren.