Aan alle mensen
De aarde kreunt onder jullie onrecht en egoisme.
In jullie dolgedraaide wereld heerst de wet van de sterkste en is kennis macht. Jullie denken dat jullie je ongestraft over de ruggen van anderen kunnen verrijken.
Jullie straffen jezelf en weten niet hoe.
Jullie maken jezelf en anderen kapot en weten niet waarom.
In gevangenschap geboren weten jullie niet wat vrijheid is.
Alleen in jullie kinderen is nog een glimp van onbevangen mensen te zien.

Jullie zijn de bouwers van jullie eigen gevangenis.
Jullie hebben een onbegrensde aarde gekregen om op te leven.
Jullie hebben de aarde verdeeld.
Rassen, volkeren en naties zijn jullie eigen hersenspinsels.
Er zijn alleen maar mensen die denken dat ze wat anders zijn dan mensen.

Jullie hebben vele maskers.
Opgesloten leven jullie binnen jullie grenzen, binnen jullie eigen regels en wetten en in jullie overtuigingen en meningen.
Jullie wetten en normen hebben niets met het leven te maken maar zijn jullie eigen bedenksels.

Jullie spreken geen recht maar houden onrecht in stand.
Jullie gaan gebukt onder de last van jullie beschaving.
Wat een gruwel heeft de cultuur met jullie lijven aangericht.
Met jullie kleren verhullen jullie je mismakingen.
Krampachtig houden jullie met kunst en vliegwerk de schone schijn op.

Jullie lijven verraden jullie onwaarachtigheid.
In jullie keurslijf voelen jullie je vrij en gelukkig.
Jullie weten noch wat vrijheid noch wat geluk is.
Jullie leven niet.
Jullie lijden aan het leven, overleven en doden de tijd.
In het zweet van jullie aanschijn werken jullie.
Ik zeg jullie dat werken voor de dwazen is.

Jullie hebben een wereld gemaakt waarin jullie slechts elkaar bezig houden.
Jullie zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Jullie hebben dat zelf gebouwd.
Zonder zin of doel drijft het voort.
Jullie houden elkaar zoet met brood en spelen. Met jullie kunsten kalefateren jullie het schuitje op.
Het is jullie gevangenis waarin jullie om vrijheid vechten.

Wanhopig houden jullie elkaar voor hoe goed jullie het hebben.
Jullie zijn slaven van het werk van jullie handen en hoofden.
Jullie leren elkaar wat mooi en leuk is.
Samen bepalen jullie wat normaal is.
Alles went.
Altijd zijn jullie bezig om rijker, beter en geslaagder dan de ander te zijn.

Jullie gedragen je als kuddedieren.
Jullie vechten om grenzen en verleggen die.
Nooit zijn jullie klaar.
Jullie vergaren meningen en bezit.
Nooit zijn jullie tevreden.
Altijd gespannen en verkrampt moeten jullie je ontspannen.
Nooit zeggen jullie wat jullie denken.
Beschaafd noemen jullie dat.

Oorlog noemen jullie vrede.
Ruzies in het klein, oorlogen in het groot.
Jullie hebben allemaal vuile handen. Jullie ontwikkelen je kinderen en andere onderontwikkelden
Zij houden jullie een spiegel voor.
Jullie zien alleen jezelf.
Jullie hebben jullie zelf en jullie wanen als een pest over de wereld verspreid.
Iedereen is ermee besmet.

Overal zie ik hoe de een macht uitoefent over de ander.
Ouders over kinderen, mannen over vrouwen, vrouwen over mannen, bazen over knechten, machthebbers over het volk.
Jullie weten niet beter.
De ene mens is van de ander afhankelijk.
Jullie noemen dat vrijheid.
Jullie zwoegen en presteren.
Jullie zijn slavendrijvers van jullie zelf en van elkaar.

Jullie hebben geen tijd om te leven.
Jullie leven is een lijdensweg, jullie wereld een tranendal.
Jullie overkomen rampen en ongelukken en jullie begrijpen het niet.
Niets leren jullie ervan.
Jullie hoofden zitten vol tegenstrijdigheden.
Jullie volle hoofden laten jullie nooit met rust.
Zelfs in jullie slaap malen ze door.
Geschonden door jullie verleden maken jullie plannen voor de toekomst.

De geschiedenis herhaalt zich keer op keer.
Nooit leren jullie van jullie verleden.
Jullie vertrouwen op kennis.
Jullie zijn niet wijs.
Jullie meningen zijn vooroordelen.
Jullie zijn er trots op.
Met jullie meningen hebben jullie een oordeel over anderen.
Jullie vechten met elkaar om jullie gelijk.
Niemand heeft gelijk.
Jullie leven is een grote beschamende vergissing.

Er zijn geen mensen meer.
Er zijn slechts toneelspelers in een door henzelf geschreven en geregisseerd toneelspel.
Het is een grote maskerade.
Jullie noemen dat leven.

Jullie hebben de aarde gekregen als schouwtoneel.
Jullie breken dat toneel af en spelen jullie eigen door mensen bedacht spel.
Jullie vechten voor de vrijheid van meningsuiting.
Onbeschaamd komen jullie voor jullie vooroordelen uit.

Jullie hebben jullie talen uitgevonden om macht over elkaar en de dingen uit te oefenen.
Het is het onbeholpen gereedschap waarmee jullie het spel spelen.
Jullie praten je hele leven en het louter geleuter.
Het gaat alleen maar over jullie avonturen in jullie gevangenis, over jullie verleden en jullie plannen en dromen en jullie schrijven het ook nog op.
Jullie zijn pratende maskers.

Mensen die het met zichzelf eens zijn denken niet.
Mensen die het met elkaar eens zijn praten niet.
Gelukkige mensen schrijven niet.
Nooit zeggen jullie wat jullie denken.
Jullie lijven verraden jullie.
Jullie praten met dubbele tong.
Als iedereen zou zeggen wat hij dacht zou jullie spel snel afgelopen zijn.
Jullie doen dat niet.

Jullie zijn beschaafd.
Beschavingen komen beschavingen gaan.
Nog nooit is de mensheid zover afgedwaald.
Jullie zieke gezinnen zijn de bouwstenen van een zieke maatschappij.
Jullie leven in oorlog met jezelf en met elkaar.
Jullie ziekenhuizen liggen vol met slachtoffers van die gevechten.
Allen dragen jullie littekens van de strijd om het bestaan.

Jullie denken dat dat bij het leven hoort.
Het hoort bij jullie manier van leven.
Jullie leven is een grote klucht.
Jullie zijn bang voor de dood omdat jullie nooit geleefd hebben.

Jullie hebben de verantwoordelijkheid voor jullie eigen leven weggegeven.
Jullie vertrouwen op jullie leiders en andere betweters.
Willoze volgelingen zijn jullie in hun handen.
Wie niet gelooft in hun praatjes over vooruitgang is een pessimist.
Zij geloven niet in zichzelf maar in hun meningen.

Zij dichten het ene gat met het andere.
Hoe kunnen jullie jullie kinderen wegwijs maken in jullie absurde maatschappij?
Hoe kunnen jullie bij jullie kinderen verantwoording afleggen over wat jullie met de aarde hebben aangericht?

Jullie hebben een aarde gekregen om te bewonen.
Jullie verwoesten de schepping.
Jullie plegen roofbouw op de aarde.
Gedreven door jullie hebzucht en egoisme roven jullie de aarde leeg.
Jullie vergaren bezit en hechten daaraan.

De rijken verrijken zich terwijl de armen verpauperen.
Jullie feesten terwijl elders jullie medemensen creperen.
Jullie vervuilen het aardoppervlak met het werk van jullie godvergeten handen.

Jullie hebben een overvloed aan voedsel gekregen.
De vruchten en gewassen waren jullie tot voedsel.
Het was jullie niet genoeg.
Jullie moorden de dieren uit.

Overal vloeit bloed.
Zij horen bij het schouwspel dat jullie gekregen hebben.
Overal hebben jullie het evenwicht in de natuur verstoord.
Rampen roepen jullie daarmee over jullie af en jullie begrijpen het niet.
Jullie wereld is jullie eigen schepping.

Jullie hebben de wereld op zijn kop gezet.
In de oorspronkelijke wereld was alles anders.
Wat toen dwaas was is knap voor jullie.
Wat arm  was is rijk voor jullie.
Jullie denken dat jullie wat zijn omdat jullie karakter, overtuigingen en bezit hebben.
Als kind waren jullie niets.

Jullie moesten iets worden.
Jullie hebben je opgezadeld met nutteloze bagage.
Het is jullie angst om zonder bagage weer niets te zijn.
Degenen die dat willen noemen jullie nihilisten, anarchisten, cultuurbarbaren en onpraktische dwazen..
Alles is al zo vaak gezegd.
Jullie hebben nooit geluisterd.
Jullie zijn horende doof en ziende blind.

Jullie zijn gedoemd om gelukkig te zijn.
Met hand en tand verzetten jullie je daar tegen.
Keer op jullie heilloze weg.
Geef al jullie meningen, overtuigingen, vooroordelen en eigenwijsheid op.
Ontdoe je van alle bezit en verworvenheden en van al het werk van jullie hoofden en handen.

Zet jullie maskers af.
Reinig de aarde van de sporen van jullie beschamende werken.
Doorzie je verleden en je geschiedenis als een keten van vergissingen.
Wordt weer als de kinderen en ga eindelijk leven.
Het is alles of niets.
En als jullie daar niet toe bereid zijn, zeur dan niet meer als je ziek wordt of pijn en verdriet hebt.
Weet dan dat je daar zelf verantwoordelijk voor bent.

Zeg nooit dat jullie het niet geweten hebben.
Jullie hebben het altijd geweten.