GELE RIETVINK |
||
|
||
|
©
Josef Camu |
|
Photo taken by David Walter, EnviroWild
|
VOORKOMEN IN DE NATUUR De gele rietvink behoort in de natuur tot één van de bedreigde vogelsoorten. Hij leeft er in het noordelijke gedeelte van Australië. Ook in onze volières behoren deze tropische vogels tot één van de zeldzamere soorten. Het zijn zeer levendige vogels die het goed kunnen vinden met soortgenoten en/of andere prachtvinken. |
De geslachten zijn omzeggens gelijk en het is niet gemakkelijk om ze te
onderkennen. |
|
|
Hun aanwezigheid in onze volières is zeer
beperkt. Ernstige pogingen dienen derhalve ondernomen om deze vogels in ons beschermd milieu te behouden. Ook in de natuur komen vruchtbare bastaarden met de bruinborstrietvink voor doch mits samenwerking moet het mogelijk zijn om een zuiver bestand uit te bouwen. In de eerste plaats wordt daarbij gedacht aan ruil. Heb je dergelijke vogels in je bezit of heb je interesse, laat het ons weten. |
ARTIKELS |
[Lonchura
flaviprymna] |
Enkele
jaren terug zag ik in één of ander vogelboek, hetwelk juist weet ik nu niet
meer, een afbeelding van een gele rietvink. Het was een vogel die me
onmiddellijk bekoorde door zijn fiere voorkomen, zijn lichtbruine mokkakleurige
lichaam en met daar bovenop een paar donkerbruine vleugels. Mijn zoektocht naar
deze vogels was op dat ogenblik begonnen maar ik was me er niet van bewust dat
het nog jaren zou duren alvorens ik er eentje in het echt zou kunnen
aanschouwen. |
|
Thuisgekomen werden de beide koppels ondergebracht in de klaarstaande kooi en
was het wachten op het komende kweekseizoen. De vier aangeschafte vogels waren
in prima gezondheid en stelden het opperbest in hun nieuwe verblijf. Naderhand
bleek ik inderdaad twee mannen en twee poppen te hebben aangeschaft want van het
laatste bijgekomen koppel was het geslacht van de pop nog onzeker.
Het bleef afwachten tot het kweekseizoen begon en daar de vogels voldoende oud waren was het geen probleem om ze per koppel in hun broedkooi te plaatsen. Koppel één ging onmiddellijk in hun kweekkooi van 80x40x40 tot nestbouw over. De eitjes volgden enkele dagen later maar van broeden kwam niets in huis. Ze werden dan maar onderlegd bij de meeuwen en nog eens 14 dagen later werden de eerste gele rietvinkjes geboren. Het opkweken door de meeuwen stelde geen enkel probleem. Meeuwen en gele rietvinken behoren immers beide tot de lonchura familie. Met koppel twee had ik minder geluk; daar stierf het popje door legnood en bleef het mannetje alleen achter. Maanden werden ze in deze TT-kooien gehouden en ze stelden het er opperbest in. Dat gaf me daarenboven de mogelijkheid om op de kooien kentekens aan te brengen wanneer ik een bepaalde vogel zag zingen. Ik stelde de kooien zo op dat aan de ene kant al de zingende mannen stonden en aan de overkant alle niet zingende. Uiteindelijk bleken deze laatste inderdaad allemaal popjes te zijn. Later dat jaar werden alle jongen en ook de nieuwe jongen ondergebracht in twee binnenvolières. En eigenaardig genoeg heb ik nooit nog afgepikte teentjes vastgesteld. Duidelijk konden de jongen wanneer ze werden aangepikt gemakkelijker wegkomen of konden ze de bedoelingen van de agressor inschatten waardoor dit niet meer gebeurde. Wel moest ik dringend op zoek naar vers bloed gezien de enige mij nog resterende man een broer bleek van de moeder van al mijn jonge gele rietvinken. Mijn zoektocht naar onverwante vogels liep evenwel niet van een leien dakje en het daaropvolgende kweekjaar kon ik hun geen onverwante partners geven. In de beide binnenvolières vormden zich zonder mijn tussenkomst spontaan enkele broer x zus koppels. Sommige gingen zelfs tot nestbouw en eileg over en verschillende jongen werden geboren uit deze natuurbroeden. Wel viel het mij op dat deze jongen ietsje kleiner waren dan de andere die uit mijn eerste koppel kwamen, maar gezond en levendig waren ze wel. |
|
Ook in de
buitenvolière werden een aantal gele rietvinken geplaatst en ook zij brachten
via natuurbroed hun jongen groot. Ze overwinterden zelfs in deze buitenvolière,
weliswaar voorzien van een nachthok doch zonder enige verwarming. Ondertussen was ik in contact gekomen met een Engelse liefhebber die zich in dezelfde situatie als ikzelf bevond en die maar al te graag enkele vogels wilde ruilen. Voor mij was dat dé oplossing om ook het volgende jaar verder te kunnen. Gezien ik op dat ogenblik een niet te overzien aantal gele rietvinken had en de ruil zich zou beperken tot enkele vogels kon ik nu gemakkelijk de mij overtollige vogels van de hand doen. Via internet kwam ik in contact met liefhebbers van Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Spanje, kortom van over gans Europa en alle wilden ze gele rietvinken om in te kweken in hun bestand. Veel van deze liefhebbers hadden er zelfs geen meer maar wilden ze terug, andere hadden nog slechts één vogel doch alle hadden ze er een reis voor over. |
De
les die ik dan geleerd heb is om in het vervolg eerder aan mijzelf te denken en
de eerste vogels enkel te laten vertrekken indien er kon geruild worden. Eens ik
een voldoende aantal vers bloed had konden dan ook de andere weg. |
DE
GELE RIETVINK... EEN
VERGETEN VOGEL
|
Zonder
enige twijfel is de gele rietvink één van de meest interessante, maar
tezelfdertijd ook één van de minst gekende van alle Australische
grasvinken. John Gould schreef “Eén enkel exemplaar, en de enige die ik
ooit heb gezien van deze aangename vogels, werd mij aangebracht door de
ondertussen overleden Mr. Bynoe, die het langs de boorden van de Victoria
rivier had bemachtigd en dat tijdens de zoektocht van H.M.S. Beagle. De
vogel is nauw verwant met de Donacola castaneothorax, maar onderscheidt er
zich ook speciaal van als van elke vogel binnen deze omvangrijke stam. Ik
betreur te moeten vermelden dat er mij niets bekend is over zijn gedrag of
zijn levenswijze.” |
KLEINE GRATIS ADVERTENTIES |
4.11.2006
|
Komt hier Uw advertentie te
staan?
|
LINKS |
http://www.birdworld.com.au/records/finches/yrman.html
http://www.deh.gov.au/biodiversity/threatened/action/birds2000/pubs/yrmannikin.pdf
http://www.birdkeepinginaustralia.com/articles/article29.html
http://www.wittwer-wolfer.ch/ww/roland/voegel/Gilbnonne/index.htm
http://homepage.ntlworld.com/lonchura/page50.html