Noordwal |
|||
In 1714 kocht het gemeentebestuur een
groot stuk tuingrond aan de Noordsingel, de latere Noordwal, om dit te gebruiken als begraafplaats. Van oudsher lagen de kerkhoven in en rondom de kerken. Eenvoudige lieden werden op het kerkhof begraven, de meer gegoede hadden een graf in de kerk. Het oude Sieck of pesthuis aan het Slijkeinde, het leprooshuis
aan het Zieken en Ook de grond in de onmiddellijke omgeving van de kerken was langzamerhand zwaar besmet geworden en vormde een direct gevaar voor de omwonenden. In 1681 werd de laatste dode op het kerkhof van de Jacobskerk begraven; in de kerk gebeurde dit nog tot 1829. Plaatsgebrek was de voornaamste reden voor de sluiting van het kerkhof. In het begin van de 18e eeuw gingen er steeds meer stemmen op om het begraven in en rondom de kerken te verbieden. Het Nieuwe Kerkhof aan de Noordsingel heeft als zodanig dienst gedaan van 1716 tot 1830 en werd het Noorderkerkhof genoemd. De overheid wenste het begraven in de kerk tegen te gaan. Toch was men met het nieuwe kerkhof niet bijster ingenomen, men
achtte het De Noordwal was in 1832 nog met schelpen geplaveid. "De hoofdingang" van het kerkhof lag aan een landweg die in het verlengde van de Snoekstraat liep. Het lag voor de hand te verwachten dat dit stuk voorshands onbebouwd
zou Nadat het kerkhof was gesloten stichtte men er een school. In 1897 heeft men de huisjes afgebroken, en kwamen er behoorlijke woningen voor de werkman, hetgeen voor de lieden van minder allooi het teken was, dat zij moesten vertrekken. Naarmate de Haagse bevolking toenam en er nieuwe wijken verrezen, ontstond een drukke straathandel van venters die met hun handkar of paard- en wagen langs de deuren gingen. De stijgende vraag naar producten had ook tot gevolg dat er een nieuw soort handelaar ontstond, de grossier of groothandelaar die als schakel tussen de producent en detaillist fungeerde. Zeker in de groente en fruit ging de grossier een belangrijke rol spelen. Voordien hadden de groentekwekers uit het Westland hun producten zelf aan de man gebracht op de markten, of ze aan handelaren verkocht. En dat was een moeizaam bestaan. In de vroege ochtend uren ging men al met volgeladen schuit naar de
Haagse Hier aan kwam een eind in 1899 toen door 62 tuinders in Loosduinen een groenteveiling werd opgericht Hierdoor verloren vele handelaren hun machtspositie en boden aanvankelijk heftige tegenstand. Men kon echter niet voorkomen dat de Loosduinse groenteveiling zich snel ontwikkelde. In eerste instantie werden de Westlandse producten aangevoerd via de Hoefkade (daar was immers water), via het Zieken naar het Spui. In 1881 passeerden er niet minder dan 30.842 schepen het
havenkantoor. Het werd een onhoudbare toestand, vandaar dat in 1856 werd besloten, bij
gemeente In 1902 werd ook de groente- kool en fruitmarkt hier gestationeerd. In 1881 opende de westfaalse politieke vluchteling, Louis Kirchmann
aan deze De wagens met Belgische paarden ervoor, waren een vertrouwde Haagse In 1974 werd de brouwerij afgebroken om plaats te maken voor
woningbouw. De functie van de stadsgrachten als los -en laadplaats voor schepen werd met
het graven van de Laakhaven in 1901 overbodig. Meteen daarna konden die stadsgrachten
worden gedempt. Anno 2000 gaan er stemmen op om de grachten weer te heropenen. Nu voor de
sier en gezelligheid. |