Om&Bij

Het feit dat de Haagse singels omtrent de eeuwwisseling nog naar de windrichting werden aangeduid, heeft in de loop der jaren heel wat
verwarring gesticht.

De oorzaak ervan dient gezocht bij een vroeger gemeenteraadsbesluit, dat in de zestiger jaren van deze eeuw werd herroepen. Van die verwarrende naamgeving zijn vele mensen, die natuurlijk geen kompas bij zich hadden de dupe geworden.

Met 't hopeloos gescharrel van namen als Noord West Binnen- en Buitensingel, Zuid Binnen- (ook wel Zuid Oost Binnen-) en Buitensingel, schenen er maar weinigen overweg te hebben gekund; laat staan dat ze de weg konden vinden.

Een van de meest mysterieuze singelnamen uit vroeger dagen was die van de "Om & Bij singel".

Het huizencomplex, nu in het hartje van de oude stad gelegen, was de allereerste stadsbebouwing die buiten de (in de17de eeuw aangelegde) singels werd gebouwd.

De gebouwen stonden midden in het groene weiland. Bij een landhuis dat men "Om en Bij" noemde. Het was een buitenhuis met koepel, een schuur, bloemen- en moestuinen met boomgaarden, gelegen nabij de singelgracht.

Voor het eerst sinds lange tijd werd weer voorarbeidersgezinnen gebouwd. Het waren kleine naar één zijde georiënteerde huisjes, die gebouwd werden in de vorm van een hofje achter de randbebouwing op een binnen terrein.

Ook werden ze wel gebouwd in strook bebouwing, maar dan aan de rand van de stad. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen hofjes die door nalatenschappen of door stichtingen met een liefdadig doel tot stand kwamen en hofjes die gebouwd werden door exploitanten van huizen, die op hun achtererven wat woninkjes bouwden. De eerste groep hofjes, die in de 17de eeuw veelal werden gebouwd zijn de bekendste. De bouw in 1840 van 120 armenwoningen aan deze singel in opdracht van de diaconie der Hervormde gemeente was daarbij een mijlpaal. Complexmatige nieuwbouw voor arbeiders, wat in die tijd vrijwel synoniem was voor armen, was toen en zeker op die schaal geheel nieuw. Dat de woningen met een huur van fl.0.70 per week, en als vorm van onderstand om niet aan armen ter beschikking werden gesteld, zei vooral iets over de geringe inkomsten der bewoners.

De voorwaarde was wel dat de bewoners twee jaar of langer werden bedeeld en daarenboven goed van gedrag waren. Onder het "goed gedrag" was ook begrepen dat geen bedeelden zouden worden toegelaten, van wie de vrouw of kinderen rooms-katholiek waren. In geen geval mocht inwoning worden toegestaan aan een kroeghouder!  De woningen waren van goede kwaliteit, al waren ze vochtig tengevolge van de lage ligging. Wat elders in de stad door Jan met de Pet gebouwd werd, was doorgaans van mindere kwaliteit. Het beklagenswaardige lot van velen, die op half open zolders of in vochtige kelders, of verwaarloosde vertrekken hun leven tot schade van hun gezondheid slijten moeten. Er heerste in deze stad een woningellende, bijna met geen pen te beschrijven. Arbeidersgezinnen prefereerden een nieuwbouwhuisje boven een kamer in een overbevolkt huis aan de straat.

Met het bouwen van arbeiderswoningen veranderde het karakter van de woningbouw. Over het algemeen beschouwde men het als een voorrecht om er te wonen. Wel waren de huisjes klein en eenvoudig (portaaltje, kamer met bedstede en zolder), doch er waren hèèl wat liefhebbers voor. Ofschoon feitelijk bedoeld voor kleine gezinnen, woonden er omtrent de helft van de 19de  eeuw gemiddeld vijf personen per woning. Aanvankelijk waren het vijf dubbele rijen van 24 boven en benedenhuisjes. In 1882 werd daar nog een rij van twaalf huisjes aan toegevoegd. De selectie, het gedrag van de ouders en kinderen en andere moeilijkheden zullen de diakenen die met het toezicht waren belast wel eens zorgen hebben gebaard. Inmiddels is in de loop van de jaren aan het Om en Bij heel wat veranderd. Zo werden de privaten die voor gemeenschappelijk gebruik eerst buiten stonden naar de zolders verplaatst zodoende kreeg ieder bewoner zijn eigen "zitje". Voor oudere bewoners leverde de steile zoldertrap wel enig bezwaar op maar men moest er iets voor over hebben. Ook werden later van de bedsteden keukentjes gemaakt.

Al die verbeteringen en verbouwingen gingen allengs de huurprijzen drukken. Van vrij wonen, zoals in het allereerste begin, was geen sprake meer ondanks alle veranderingen is het complex aan het Om en Bij een typisch geheel gebleven. Het mist de beslotenheid en het isolement van een "hofje" maar het bezit er wel de rust en gezelligheid van. In de volksmond werden deze huisjes "de Blokken" genoemd. Sinds 1996 is de woningcorporatie VZOS de nieuwe eigenaar. Intussen had de stadssanering ook haar vangarmen naar het Om en Bij uitgestoken.

Bij de diaconie blijkt men op alles voorbereid. De huisjes worden nu grotendeels slechts door oudere vrouwen bewoond, die er hopelijk hun laatste levensjaren nog in alle rust trachten te slijten. Eerst wanneer de bewoners eens en voor altijd zijn heengegaan zullen ze niet meer door de diaconie worden verhuurd. Reeds zijn er enkele van de huisjes dichtgespijkerd. In de toekomst moesten er flatgebouwen en misschien wel wolkenkrabbers komen. Dat waren de plannen in het eind van de zestiger jaren. Alles moest vernieuwd weg met de oude troep. Inmiddels is men tot bezinning gekomen en heeft men de huisjes grondig gerenoveerd. DE huisjes zijn nu erg in trek en de meeste huurders zijn 50 jaar of ouder en op enkele echtparen na, allemaal alleenstaand. Richting Hobbemastraat is in 1854 het Oude Mannen en Vrouwenhuis van de Hervormde Gemeente verrezen en in gebruik genomen. In 1855 werd daar de diaconale bakkerij gebouwd. Tenslotte is daar op 23 Februari 1877 het gesticht voor gehuwde oude lieden, onder de naam van Doeveren stichting ingewijd. In de tweede wereldoorlog is het geheel ontruimd om plaats te maken voor het Rode Kruisziekenhuis, wat door de bouw van de "Atlantic Wall" moest verhuizen. Het ziekenhuis aan de Segbroeklaan werd op last van de bezetter afgebroken. Het is begrijpelijk dat de inrichting aan het Om en Bij een minder prettige indruk heeft achtergelaten. Gelukkig niet wat de medische verzorging betreft. Een oudelieden huis moest binnen een bepaalde tijd worden omgebouwd tot ziekenhuis. Toen na de oorlog het nieuwe pand aan de Sportlaan gereed was kon het ziekenhuis weer verhuizen. De Diakonalen bakkerij heeft tot 1961 leveringen gedaan aan 31

Haagse instellingen die van gemeentelijk sociaal belang zijn, ook aan ziekenhuizen als Bronovo enz.

Tekst overgenomen uit dagblad het Binnenhof 1969