Jordanie – 12 februari (vanuit Dahab – Egypte)
De “Desert Castle Loop” brengt ons in de Jordaanse woestijn. Na een bezoek aan de “kastelen” (eigenlijk meer buitenverblijven waar rijke sjeiks vroeger hun orgietjes hielden) en de Azraq Oase (waar Jeroen in een bevlieging een bezoek brengt aan een lokale kapper) besluiten we te kamperen midden in de woestijn. Enkele geweerschoten verjagen ons echter van onze eerste lokatie. Een vriendelijke kerel nodigt ons uit om Daffy naast zijn bedoeide tent te parkeren en daar de nacht door te brengen. Mohammed blijkt een Irakees te zijn (we bevinden ons opnieuw dicht bij de Irakese grens) die vocht in de Golfoorlog en zich overgaf aan de Amerikanen. Daardoor kan hij Irak niet meer binnen. Een “gesprek” over de huidige situatie wordt snel afgebroken wanneer hij zijn mening duidelijk maakt door de woorden; Bush no good, Saddam good, … Osama good! Toch wordt het een toffe avond met veel waterpijpen, sigaren (die ik voor deze gelegenheden had meegebracht), verse geitemelk, veel thee en spaghetti bolognese (die wij voor onze gastheer hadden gekookt al was het niet echt duidelijk of hij het ook echt lustte).
De volgende dag trekken we verder. De Kings Highway slingert van Amman naar het Zuiden langs historische sites en adembenemende uitzichten. We bezoeken Madaba met zijn befaamde Mozaiken en zigzaggen van Mount Nebo naar de Dode Zee en naar Kerak, onderweg regelmatig opgehouden door militaire checkpoints (we bevinden ons net aan de Israelische grens). Tenslotte bezoeken we ook nog het Dana Reserve (een natuurpark); een aangename verrassing gevolgd door een deugddoende wandeling. De manier dat het park uitgebaat wordt getuigd ook van de goede manier dat de Jordaanse regering het toerisme promoot – toch wel een groot verschil met Syrie.
Petra voldoet aan alle verwachtingen! In de herberg bekijken we de film Indiana Jones waarvan sommige stukken in Petra werden opgenomen en de volgende dag – na een stormachtige en natte eerste nacht in onze daktent - zien we dit wereldwonder met onze eigen ogen… jammer genoeg met koude en natte voeten. De volgende dag lacht het zonnetje ons toe en kunnen we nu echt de prachtige kleurschakeringen van de roze stad bewonderen. Die avond praten we met een amerikaans oorlogsjournalist (net terug uit Irak en enkele dagen op “vakantie” in Jordanie) over zijn ervaringen. Voor de zoveelste keer worden we geconfronteerd met de harde realiteit die zich hier zo dichtbij afspeelt. Gelukkig lijkt de Belgische regering voorlopig de Amerikanen niet blindelings te volgen. Het maakt de discussies met de lokale bevolking ook wat makkelijker en maakt ons wel wat trots – want zoals ze hier zeggen ‘we are all human beings’.
6 Februari 2003 staat voor eeuwig in ons geheugen gegrift! Tegen de middag komen we aan in Wadi Rum (natuurreservaat in Zuid Jordanie). We piknikken in het dorpje Rum als een SMSje onze rust verstoord; Lucas is geboren!!! Met dit blije nieuws trekken vanaf nu tante Freija en nonkel Jeroen de prachtige woestijn in om… na 500 meter vast te rijden in het zand. S’nachts genieten we vanop het dak van Daffy van de mooiste sterrenhemel ooit – we doen het tentzeil niet naar beneden want het is gewoon te zalig. De volgende dag crossen we rond in deze prachtige zandbak tot Daffy met een verbrandde geur een lichte rookvorming waarschuwt dat we het toch een beetje rustiger aan moeten doen. De volgende dag verversen we onze trouwe reisgezel, want intussen hebben we er rond de km 10,000 opzitten. Puur op GPS rijden we dan dwars door de woestijn richting Aqaba.
Aqaba is een 4 landen punt (Saudi Arabie, Israel, Jordanie, Egypte), het Jordaanse vakantieoord aan de rode zee, een drukke haven en… tot onze grote verbazing een echt aangenaam stadje waar alcohol tax free te koop is. In het zuiden van het stadje liggen enkele “camps” waar we de avond doorbrengen voor een houtvuurtje, sippend van een glaasje gin tonic en op de achtergrond de luit gespeeld door de eigenaar. De volgende dag maken we snorkellend kennis met de onderwaterwereld in de rode zee.
Egypte binnenrijden met een auto is niet echt een aangename gebeurtenis. Het moment dat je de Ferry boot afrijdt wordt je overvallen door een immense geldklopperij; je moet betalen voor kopietjes, dieseltax, Arabische nummerplaten , nog een klets voor een verzekering en dan nog de toeristenpolite omkopen om te vermijden dat ze de hele auto uit elkaar halen (dat laatste wel voor een habbekrats van 1 Euro). Veruit de duurste dag van de reis
Via Nuweiba zitten we nu in Dahab, een soort backpackers paradijs aan de Rode Zee. We genieten van wat rust en een heerlijk weertje. We nemen zeker onze tijd hier, onder andere om een paar keer te gaan duiken aangezien we toch van plan zijn een maand in Egypte te blijven. |