80% van de leerkrachten in basis- en voortgezet onderwijs denkt dat ICT een positief effect heeft op de motivatie van leerlingen (in 6.). Veel studies wijzen uit dat zij daar wel eens gelijk in zouden kunnen hebben.

Er is vrij veel onderzoek gedaan naar de effecten van ICT op leren. International Educational Systems Design (in 2.) analyseerde bijvoorbeeld 176 studies en Kulik (in 5.) 22. Uit eigenlijk vrijwel alle studies blijkt dat ICT een positieve invloed heeft op leerlingen: zij leren meer (in 1. en 8.), sneller (in 1. en 9.) halen betere leerresulaten (in 2.) en leren met meer plezier (in 1. en 8.). Deze resultaten (en dan vooral het laatste resultaat) hebben als reden dat werken met ICT een positief effect heeft op de motivatie (in 1., 2., 8., 9. en 12.), het zelfvertrouwen (in 1. en 9.) en de houding ten opzichte van leren van studenten (in 1. en 2.). Leerlingen voelen zich succesvoller (in 3.) en beter thuis in de klas wanneer zij werken aan de computer (in 1. en 5.). Hun houding ten opzichte van instructie wordt bovendien beter wanneer deze instructie met behulp van een computer gebeurt (in 5.). Verder ontwikkelen kinderen meer motivatie wanneer zij werken met het internet (in 7.). Leerlingen zijn in het algemeen meer taakgericht en laten meer positieve gevoelens horen wanneer zij computers gebruiken dan bij andere taken (in 9.)

Bullock (in 12.) heeft een onderzoek gedaan naar de invloed van ICT op motivatie in Engels. Zij vond een significante toename van de motivatie van de meerderheid van de leerlingen door het gebruik van ICT. De studenten waren enthousiaster om hun taken te beginnen en dit enthousiasme hield stand tijdens de hele duur van het project. 88% van de studenten zei dat de verscheidenheid van ICT hun Engelse lessen meer of veel meer interessant maakte en leuker dan ze hadden verwacht. Ook zei 86% dat ICT hen hielp om goed werk te leveren, ideeën te onderzoeken of creatief te werken. Dit waren allemaal redenen voor toegenomen motivatie.

Deze resultaten op motivatiegebied worden overigens op allerlei gebieden bereikt: in taal (in 3.), lezen (in 9.) en schrijven (in 3.), rekenen / wiskunde (in 3., 4. en 9.), wetenschappen (in 3.), Engels (in 9. en 12.), aardrijkskunde (in 9.), bij het werken met telecommunicatietechnologie zoals het internet (in 3.) en bij het werken met videotechnologie (in 3.). Ook op leerlingen met speciale educatieve behoeften heeft de computer significante positieve effecten (in 1., 3., 9. en 10.). Zij halen, wanneer zij ICT gebruiken betere leerresultaten.

Leerkrachten die technologie in lessen aanmoedigen zeggen dat studenten meer gemotiveerd zijn om computers te gebruiken op andere tijden van de schooldag en buiten school (in 9. en 10.) Leerlingen die bijvoorbeeld werkten in Challenge 2000, een internetomgeving, vonden het leuk te werken in hun eigen tijd, voor en na school en hadden geen problemen hun motivatie en enthousiasme te behouden (in 10.)