Vervoer
Vervoermiddelen
Het meest gebruikte vervoermiddel voor paarden is de paardentrailer. Men heeft de keuze uit de eenpaards-, de anderhalfpaards-, en de tweepaardstrailer. Ook als je maar één paard hebt is een tweepaardstrailer aan te bevelen, omdat deze een stabielere wegligging heeft. Zorg wel dat de trailer met paard het maximale trekgewicht van de personenauto niet overschrijdt. Als tussen oplossing kun je voor een anderhalfpaardstrailer kiezen. Daarnaast zijn er kleine gemotoriseerde veewagens en grote vrachtwagens, al dan niet voorzien van slaapgelegenheid. Enkele gemiddelde gewichten van paarden en pony's zijn:

Rijpaard/tuigpaard
Stokmaat 1.62-1.65 meter                               550-650 kg

Licht warmbloed paard
Stokmaat 1.60 meter                                       450-550 kg

Fjordenpaard                                                  400-450 kg

Rijpony (Forest, Welsch enz..)                        300-400 kg

Shetlander                                                      200-225 kg

Voorbereiding van het paard op het vervoer
Een paard dat vervoer wordt moet een goed passend aan hebben. Aan dit halster moet een paniekhaak zitten, waarmee het paard in geval van nood met één beweging los gemaakt kan worden. De benen kunnen beschermd worden door bandages, pijpenkouzen en gewatteerde of schuimrubbere stukken. De hoef en met name de kroonrand kun je beschermen met springschoenen. Om de staart te beschermen kun je deze bandageren. Als het paard vanwege de kou of het bezweet zijn een deken op moet is het belangrijk dat deze voor dat doel geschikt is. Wanneer een paard gewerkt heeft, moet het droog gestapt of droog gewreven worden, voordat het de trailer ingaat. Voorkom dat het paard in de trailer door de deken gaat nazweten.

Inladen.
Bij een gewillig paard loopt de begeleider naast het paard. Hij leidt het dier recht voor de laadklep en loopt vastberaden met het dier de trailer of wagen in. Terwijl een helper de dwarsstang vastmaakt, zet de begeleider het paard vervolgens vast aan het halstertouw. Probleemgevallen moeten met geduld en tact worden opgelost. Trekken aan het touw helpt nooit, omdat een paard als het op trekken aan komt veel sterker is. In veel gevallen kan een longe achter de achterhand een uitkomst bieden. Als dit niet lukt, zijn er nog allerlei andere methoden. Zoals achterwaardst laden of geblinddoekt. Maar deze kun je alleen maar samen met ervaren mensen uitproberen. In alle gevallen moet je voorkomen dat je paard angstig wordt.

Uitladen

Het uitladen moet bedachtzaam gebeuren. Wanneer het paard achteruit via de laadklep de wagen moet verlaten, moet je er op toezien dat het paard niet schuin achterwaarts loopt en naast de laadklep beland. Het paard moet dus achterwaarts, recht van de laadklep af worden geleid. Zeker de eerste keren kunnen helpers aan de zijkanten staan om te voorkomen dat het paard zijn hoofd niet tegen het dak van de veewagen stoot. Bij grote veewagens waarin het paard dwars op de rijrichting staat, hoeft het niet achterwaarst uitgeladen te worden, zodat de beschreven problemen zich niet voordoen.

Onderweg
Een trailer moet goed geventileerd zijn en stevig. Voor langere ritten bedek je de bodem met een laag stro die urine kan opzuigen. Om de verveling tegen te gaan kun je een hooinet ophangen, zodat het paard wat te knabbelen heeft. Zorg dat je om de paar uur een pauze inlast.