Groen rond balletje: Van kerk tot geloof      pagina 1

Beelden van de mens (I, II, III, IV) Beelden van God (V, VI, VII, VIII) Interactieve beelden (IX, X, XI, XII)

Hoeksteenkrant

IV. De zondige natuur der mens

Hoewel de mens is geschapen naar het beeld van God {Gen.1:26-27}, was de mens niet perfect en had de mens een vrije wil. Die vrije wil leidde tot opzettelijke ongehoorzaamheid jegens God. Na die ongehoorzaamheid maakte God de mens tot een sterfelijk mens. De sterfelijke mens werd verbannen naar een leven leiden op aarde, buiten het hof {Gen.3:1-24}. De nakomelingen van de mens waren naar het beeld van de mens {Gen.5:1-3} en dus imperfect, met een vrije wil en geneigd om niet uit liefde God te gehoorzamen {o.a. Gen.4:1-11}. Alle gelovigen weten dat de mens niet meer de perfecte mens is die oorspronkelijk geschapen is. {Spr.20:9}:"Er is geen mens die kan zeggen: ‘Ik heb een zuiver geweten! Ik hoef nergens spijt van te hebben!’" {Pred.7:20}:"Er is geen mens in de hele wereld die zo rechtvaardig en goed is, dat hij nooit verkeerd handelt." In het hele O.T. wordt God bedankt voor het redden van zijn volk Israël en bidden de mensen naar God voor zaligmaking[#3]. Dat de natuur der mens zondig is blijkt ook uit {Jer.17:5}:"Dit zegt de Heer: ‘Vervloekt is wie op mensen vertrouwt, zijn heil zoekt bij wie sterven moeten en mij de rug toekeert." Dit staat in scherp contrast met {Jer.17:7}:"Maar wie op God vertrouwt, zijn heil zoekt bij God, hem gaat het goed." Als David vertelt dat {Ps.51:7}:"Ja, zondig ben ik geboren, schuldig ben ik vanaf de moederschoot.", slaat dat op de zondige natuur van de mens; de neiging van de mens om kwaad te doen. Sommige lezingen van de Almachtige gaan uit van predestinatie, alles is van te voren bepaald. Het moge duidelijk zijn dat als de mens door een goede God geschapen is, maar toch kan zondigen, dat de mens een vrije wil moet hebben. Ook statistiek toont aan dat de mens invloed heeft op de gebeurtenissen. Wie grote risico's neemt, heeft een grotere kans op sterven. De Alwetende kent onze motieven en kan vanuit zijn voorzienigheid handelen. Maar de mens bepaalt zijn eigen handelen uit vrije wil. Daarom ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen handelen en vooral de redenen voor je eigen handelen. Je wordt dan ook daarop veroordeeld door God, getuige {Pred.12: 14}:"Want God zal oordelen over alles wat je doet, zelfs over wat verborgen blijft, of het nu goed is of slecht.".