Inhoud
1.
Mogen we even twee minuutjes? 3Over de rode draad door het groene GRAS
2. Je hoort hier nooit niets! 4
Over de verhouding tussen overheid en burger
Over wonen en onze woonomgeving
Over peuters, kleuters, pubers en ander jong spul
5. Komt de oude dag nooit alleen?
17Over ouderen
6. Gemakkelijk is anders
19Over personen met een handicap
7. Is er een poetsvrouw in de zaal?
21Over welzijn van mens en dier
8. ’t is maar een zjat met water
23Over milieu en andere groene zaken
9. We hebben het weer overleefd!
30Over de auto en de fiets
10. Waar is de champetter gebleven?
35Over veiligheid en openbare orde
11. Doet iedereen mee?
38Over samenleven op gelijke voet
12. We zijn allemaal een beetje Breughel
40Over kunst en cultuur
13. Sjotten maar!
43Over sportieve kwesties
14. De wereld voorbij Klapscheut
45Over verder kijken dan onze neus lang is
15. En … wat mag dat kosten?
47Over de gemeentefinanciën
16. Wat nu?
49Over wat ons verder te doen staat
Wij, inwoners van Ternat, hebben idealen.
Deze wortelen in een zekere trots op onze gemeente. Een dorp aan de rand van de grote stad. Dat een dorp blijft. Een gemeente, die de zorg heeft voor een omgeving met bossen, beken en weilanden. Die haar ruim 14.000 inwoners een leefruimte biedt met een betrekkelijk grote welvaart en veiligheid.
Het is ons ideaal om die welvaart en veiligheid te vergroten. Maar met respect voor onze natuurlijke omgeving. Wij willen behouden wat ons aan waardevolle zaken is overgeleverd. Wij vinden dat de generaties ná ons ook mogen genieten van alles wat natuur en cultuur ons hier aan schoonheid bieden.
Ons hart ligt bij degenen, die door afkomst of omstandigheden geen gelijkwaardige kans in het leven kregen. Wij dragen ideeën aan voor groepen en individuen die buiten hun schuld het hoofd moeilijk boven water kunnen houden. En bij elk gemeentelijk voorstel vragen wij óf en, zo ja, hóe er rekening werd gehouden met de smalle portemonnee. Zo nee, waarom niet? En welke compensatie staat daar dan tegenover?
Steeds staat voorop, dat de inwoners betrokken worden bij de plannen van de gemeente en de uitvoering ervan. De afstand tussen Gemeentebestuur* en inwoner moet korter. Want politiek en Gemeentebestuur zijn dienstverlenend.
Dat alles kost moeite, tijd en geld. Het vraagt het maken van vaak moeilijke keuzes.
Dit programma is een wensenlijst. Wij geven aan, in welke richting wij willen. Toegegeven, dat is niet altijd langs de meest gemakkelijke weg. Het is ook een weg zonder gouden bergen aan het einde. En wij maken niemand blij met dode mussen. Maar zijn wél eerlijk en draaien niet om de pot.
In de komende Gemeenteraadsperiode willen we onze idealen dichterbij brengen. Wij willen een toekomst geven aan Ternat. Natuurlijk sociaal is onze keuze. En die van GRAS.
Op 8 oktober is de keuze aan u.
Elke De Backer Huguette Vergison
Geert Sans Erik Joris
Guido Van Cauwelaert Jacqueline De Vroey
Veerle De Wijngaerd Guy Roelandt
Dierk Bruno Dirk Van den Broeck
Patrick Van Achte Luc Van de Sype
Caroline Logie Freddy Raymackers
Nancy Raspoet Piet Vanderhaegen
Sandra Deckers Jean Marie Ribourdouille
Koen Van de Gucht Jean Pierre Mattens
Marleen De Coninck Jean Trembloy
Bob Rakké
* Gemeentebestuur = Gemeenteraad + College van Burgemeester en Schepenen
Vrouwelijk en Mannelijk
Het is ons streven om de verhouding tussen vrouwen en mannen ook in het Gemeentebestuur van Ternat een afspiegeling te laten zijn van de bevolkingssamenstelling. In de tekst van dit programma nemen wij alvast een voorproefje hierop. We deden ons best om "hij" en "zij" te voorkomen. Maar, leest u een keertje "hij", dan mag u er wat ons betreft gerust "zij" van maken. Andersom mag natuurlijk ook. Het woord menskracht is van onze noorderburen afkomstig. Want alleen mankracht, daar komen we er niet mee!
2. Je hoort hier nooit niets!
2.1. Inleiding
Vaak ervaren inwoners dat het Gemeente-bestuur van Ternat moeilijk toegankelijk is. Nu heeft "ervaren" veel van doen met iemand’s kijk op de samenleving. Want opleiding, beroep, het al dan niet hebben van invloedrijke relaties en maatschappelijke status zijn bij een ieder verschillend en be-palen voor een deel de mogelijkheden om je belangen te behartigen.
Die ontoegankelijkheid heeft echter een gevolg. De indruk ontstaat namelijk dat het Gemeentebestuur een benadering gebruikt die er op neerkomt dat zij wel weet wat goed is voor haar burger. Die voelt zich dan ook vaak niet serieus genomen bij het stellen van vragen en in beroeps- en inspraakproce-dures. Reacties op bezwaarschriften, voor-stellen en vragen blijven "ergens" op het gemeentehuis steken. Deze handelwijze is wettelijk wellicht in orde, maar werkt demoti-verend. Het kweekt een bevolking die zich niet gehoord voelt. Ze is niet meer geïnteres-seerd, trekt haar eigen "plan" en leeft haar creativiteit alleen maar uit binnen de grenzen van het eigen stukje grond.
En dat is eeuwig zonde in een tijd vol grote veranderingen. Een tijd ook, waarin de samenleving constant om creatieve oplos-singen vraagt.
2.2. Een open(bare) gemeente
Het Gemeentebestuur staat van alle besturen van de overheid het dichtst bij de inwoner. Daarom moeten haar besluiten met open deuren worden genomen. Een nieuwe wet, die van de Openbaarheid van Bestuur, regelt het recht op informatie voor de burger.
Iedere zes jaar wordt de Gemeenteraad verkozen. Maar daarnaast moet de inwoner betrokken worden bij het dagelijks beleid van de gemeente. Dit kan op een aantal manieren.
Wanneer inwoners iets willen onder-nemen om hun leefsituatie of omge-ving te verbeteren, dan ondersteunt en begeleidt het Gemeentebestuur dit initiatief op administratief en logistiek (ruimte, menskracht, materiaal) vlak.
Spreekrecht (kwartiertje) geven aan inwoners voordat de Gemeenteraad "officieel" aanvangt. Bestaat al in een groot aantal Vlaamse gemeenten. Het voordeel is, dat de inwoner recht-streeks zijn mening te kennen kan geven voordat de beslissing wordt genomen. Hiernaast wil GRAS, dat de vergaderingen van de commissies van de Gemeenteraad ook openbaar zijn.
De bewoners hebben de meeste voeling met wat er in hun straat of wijk gebeurt. Ze kennen de geschiedenis en zien de noden en oplossingen waar anderen niet aan denken. Daarom is het belangrijk, dat iedere inwoner het recht krijgt om voorstellen te doen. Dit moet op een dusdanige manier gebeuren dat zaken als bevoordeling en vriendjespolitiek worden uitgesloten. Een middel hiertoe is de voorstelbon. Die is voor iedereen beschikbaar. Regelmatig wordt aan het College en de Gemeenteraad een lijst van ingedien-de voorstellen toegezonden. De voorstellen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten ze - bijvoorbeeld - binnen de gemeen-telijke bevoegdheid vallen en mogen niet discriminerend zijn. En, er moet altijd een reactie volgen! Want wie zich de moeite getroost om iets op papier te zetten, moet over wat er met het voorstel gebeurt worden geïnfor-meerd.
Het Gemeentebestuur neemt be-slissingen met respect voor en kennis van de mening van een ieder. Een beslissing kan een zware ingreep betekenen in het dagelijks leven van wijk, straat of deelgemeente. Denk aan uitbreiding industriezones, vesti-ging van een groot winkelpand met daarbijbehorend verkeer. Een grote mate van gelijkheid van opvatting bij de betrokken inwoners is een absolute voorwaarde om een goed besluit te nemen. Er worden dan ook hoor-zittingen georganiseerd. Dat kan echter niet zomaar gebeuren. Zo kan de voorbereiding niet in handen liggen van de betrokken bestuurders.
Omdat een hoorzitting vooral als doel heeft om een grote mate van gelijk-heid van opvatting te bereiken, is het nodig dat deze goed voorbereid en geleid wordt. Dat moet een onafhan-kelijk, deskundig en niet bij de zaak betrokken persoon doen.
Altijd reageren!
GRAS vindt dat het College ALTIJD schriftelijk moet reageren op bezwaar-schriften, reacties en vragen die haar be-reiken. En dat binnen dertig dagen. Is het een voorlopig antwoord, dan schrijft het College ook, binnen welke termijn een definitief antwoord wordt gegeven.
2.3. Informatie, informatie, informatie
GRAS wil de inwoner een grotere rol toe-kennen in het gemeentelijk beleid. Daarom is het voor hem of haar nodig om degelijk, voortdurend en actueel geïnformeerd te zijn over genomen en te nemen stappen in het beleid. Mogelijkheden hiertoe zijn:
In alle gevallen is er sprake van het gebruik van duidelijk Nederlands en worden vak-termen en moeilijke woorden zoveel als mogelijk gemeden.
Maar dit is niet voldoende. Om misverstan-den te voorkomen kan het nodig zijn om mondeling aanvullende informatie te ver-strekken. Dit kan gebeuren door de betrokken gemeentelijke diensten. Zo zijn er hoor-zittingen, vergaderingen of persoonlijke toelichtingen.
Wat is toegankelijkheid?
Toegankelijkheid van gemeentelijke diensten slaat niet alleen op de openingsuren of op een speciale oprit voor gehandicapten. Het gaat ook om dienstverlening. Dat laatste moet binnen de bevoegdheid van de betrok-ken dienst onmiddellijk en adequaat gebeu-ren door de ambtenaar. Daar moet een schepen niet tussen komen!
Administratieve procedures en formulieren moeten eenvoudiger zijn. Ook moet de ambtenaar de wijk in, naar de inwoner toe, in plaats van andersom. En de communicatie met de inwoner moet tweerichtingverkeer zijn. Wat leeft er onder jongeren? Wat zijn de (vaak stille) wensen van ouderen?
Een Gemeentebestuur moet op de hoogte zijn van wat er leeft bij de bevolking.
Welkom in Ternat!
Voor wie al lang in de gemeente woont, lijkt alles normaal te zijn. Je weet waar het gemeentehuis staat en de verschillende diensten liggen. Ook heb je er enig idee van wie zich met wat bezig houdt. Maar een nieuwkomer kent van dit alles niets! Daarom stelt GRAS een actuele onthaalbrochure voor. Deze wordt aan de nieuwe inwoner van onze gemeente overhandigd. Het vervolg op deze brochure is de gemeentelijke gids, die alle inwoners jaarlijks ontvangen.
En dan is iedereen op de hoogte van wat er leeft bij het Gemeentebestuur.
Infoborden
De informatieverstrekking beperkt zich overigens niet tot de inwoners. Aan de grote invalswegen moet het Gemeentebestuur informatieborden plaatsen met daarop een goede plattegrond van de gemeente. Daarbij heeft de informatie de overhand, en niet de reclame. Het bord wordt regelmatig onder-houden. Erbij komt een kleine parkeergelegenheid, zodat automobilisten het bord kunnen raadplegen. Er moeten enkele fietsklemmen zijn.
2.4. Een andere verhouding
Het gaat GRAS om een overheid die ervoor kiest onderdeel te zijn van de samenleving. Wij willen een andere verhouding tussen inwoner en overheid. Geen Gemeentebestuur met een betuttelende mentaliteit, die bemoei-zuchtig is en wel even zal bepalen wat goed is voor de bevolking.
Want de inwoner vormt in de omgang met anderen zijn of haar voorkeuren en wensen. Hij of zij is een burger die beseft dat zijn lot met dat van anderen is verbonden. Een burger, die keuzes maakt en op basis van gelijkwaardigheid zelfstandig vorm geeft aan het leven. Die deel uitmaakt van verbanden, die met elkaar de samenleving vormen en een rol spelen in het openbare leven.
Het Gemeentebestuur gaat met die persoon het gesprek aan over de kwaliteit van het bestaan. En leert van eerdere ervaringen. Zo kan er – letterlijk – invulling worden gegeven aan het begrip medezeggenschap.
3. Van Affligem- tot Zierbeekstraat
3.1. Inleiding
Hoe je de grond ("ruimte") binnen een gemeente gebruikt ("ordent") heet in ambte-lijke taal ruimtelijke ordening. En het is toch eigenaardig, dat ruimtelijke ordening vrijwel altijd benaderd wordt vanuit de vraag, welke maatschappelijke functie de beschikbare ruimte moet krijgen. En dan gaat het meestal over kwesties als de ligging van een indus-triezone, de aanleg van een hogesnelheids-lijn, de uitbreiding van de stad en van het wegennet. Zelden of nooit wordt over de mens gesproken. De mens, die in deze ruimte leeft. Die zijn ruimte steeds voller ziet worden. Die geen rustige plek meer vindt. De mens, die leven moet met stank en gevaar-lijke rommel.
Zouden we ruimtelijke ordening niet eens anders benaderen? Vanuit de vraag: ruimte, voor wie?
3.2. Dringen om de openbare ruimte
In de inrichting van de openbare ruimte (waar dus geen woningen, kantoren en andere gebouwen staan) van een gemeente kunnen grote fouten gemaakt worden. Vaak zie je, dat de wensen en behoeften van de bewo-ners onvoldoende meetellen. Maar ook wanneer die wensen wél tellen, kunnen er andere bewonersbelangen worden ge-schonden. Dan sneuvelen er bomen of verdwijnen rustieke plekken.
Op het gebied van milieu en openbare ruimte komen verschillende prioriteiten vaak duide-lijk met elkaar in conflict. Ook in Ternat. Het gaat niet alleen om grote en tegenstrijdige prioriteiten, zoals infrastructuur of woningen versus natuur of speelgelegenheid. Maar ook om kleine of lokale conflicten. Waar auto’s rijden kunnen nu eenmaal de kinderen niet veilig spelen. Waar kinderen spelen kunnen we de hond niet uitlaten. Waar fietspaden liggen kunnen geen bomen groeien.
Het gebrek aan ruimte en groen is zó groot dat conflicten over het gebruik en de indeling ervan onvermijdelijk zijn.
Buurman Brussel
Door de nabijheid van Brussel kampt Ternat steeds meer met de problemen van een verstedelijkt gebied. Door de vlucht uit de stad en deze tijd van grote bedrijvigheid en voorspoed in het bedrijfsleven wordt onze gemeente in toenemende mate geconfron-teerd met steeds schaarser wordende open-bare ruimte. De stijgende vraag naar nieuwe kavels en industrieterreinen houdt in, dat het landelijk gebied onder druk komt te staan. Dat komt ook door steeds verdergaande lintbebouwing en nieuwe verkaveling met open bebouwing. Deze zaken nemen kostbare ruimte in en versnipperen die. Voor de gemeente komen daarbij nog de hoge kosten voor nutsvoorzieningen als riolering, verlichting, elektriciteit, telefoon, gas en kabel. Ook bemoeilijkt het de organisatie van goed openbaar vervoer.
Ternat kan het verspreid wonen dan ook niet langer dragen.
Openbaar = voor iedereen!
Bij die indeling heeft het écht "open" zijn van de openbare ruimte volgens GRAS de hoog-ste prioriteit. Dat lijkt op het intrappen van een open deur. Maar dat is het niet wanneer je "open" in ruimere zin verstaat. Dan zegt GRAS: iedereen moet er gebruik van kunnen maken. Iedereen! Dus ook wie niet per auto reist, ook wie slecht ter been is of wie te klein is om de over de neuzen van geparkeerde auto’s te kijken. In de praktijk betekent dit, dat GRAS kiest voor de zwakkere partij in ver-keer en straatbeeld.
Openbaar = kwaliteit
Ook wil GRAS de kwaliteit van het verblijf in de openbare ruimte daadwerkelijk verbete-ren. Daartoe moeten we minder belastende vormen van gebruik van ruimte bevorderen en voetgangers en fietsers meer "bevoor-delen" dan auto’s.
Andere maatregelen zijn de aanplanting en bescherming van groen in Ternat. Daarmee schep en behoud je de zo noodzakelijke rustpunten in de bebouwing en infrastructuur. Denk aan een speelplein met bankjes of aan een pad langs het groen en het water.
Maar ook het gebruik van mooie materialen en het onderhouden en schoonhouden van straten en gevels verhogen de verblijfs-kwaliteit van de openbare ruimte.
Om kort te gaan: openbaarheid en verblijfs-kwaliteit hebben volgens GRAS voorrang wanneer het om de openbare ruimte gaat.
3.3. Er is een GRS
Er moeten maatregelen komen om de open-bare ruimte te beschermen. De Vlaamse overheid nam het voortouw en een aantal initiatieven. Iedere gemeente is verplicht om een Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) op te stellen. Met dit plan krijgen we de kans om te bepalen hoe Ternat er in de toekomst gaat uitzien. En het legt een aantal keuzes vast. Die gaan over de grote ontwikkelingen in de openbare ruimte van de gemeente.
Beperkte bevoegdheid
Veel hiervan werd vastgelegd in een tweetal andere structuurplannen, Vlaamse en provinciale. Omdat deze bindend zijn is de gemeentelijke bevoegdheid beperkt. Maar het is toch belangrijk, dat Ternat deze bevoegdheid ter harte en ter hand neemt!
Aangezien het GRS een fundamentele hefboom is naar een nieuw gebruik van onze ruimte schenkt GRAS binnen dit nieuwe kader bijzondere aandacht aan wonen, mobiliteit, natuurontwikkeling, industrie, grond- en pandenbeleid.
Inspraakprocedure voor wakkere burgers
Het komt er op aan een goed technisch plan te ontwikkelen. Het plan moet gedragen worden door de inwoners. Er moet een professioneel geleide inspraakprocedure worden gestart. Er kan, bijvoorbeeld, gekozen worden voor hulp van vzw De Wakkere Burger. Dat is een organisatie op het gebied van begeleiding bij inspraak. Het voordeel hiervan is dat haar vertegen-woordiger ervaring heeft met inspraak en onafhankelijk staat tegenover de gemeentepolitiek.
In een eerste fase kunnen een aantal plaatselijk goed bekende personen worden gehoord, waarna per wijk of gehucht een eerste algemene bevraging plaatsvindt. Bij elk belangrijk moment in de procedure moet in iedere woonkern een informatie- en discussiebijeenkomst worden gehouden.
Stuurgroep
Om de voortgang van de inspraak te verze-keren kan een stuurgroep opgericht worden. Die bestaat uit belangstellende burgers. Die krijgen inzage in het gehele verloop van de procedure. Uiteraard hoopt GRAS dat het inspraakproces een positieve invloed heeft op de relatie tussen Gemeentebestuur en inwoners. Op die manier wordt de kloof tussen politiek en burger kleiner.
Recht van voorkoop
In haar GRS bepaalt de gemeente welke bestemming de openbare ruimte krijgt en op welke manier dit gebeurt. Grond- en panden-beleid is een manier om de ruimtelijke orde-ning van de gemeente te verwezenlijken.
Via verordeningen wordt het bouwen aan regels gebonden en wordt grondspeculatie tegengegaan. Er komen specifieke bouw-voorschriften over zaken als bouwvolume, bouwhoogte en grootte van kavels.
Met verkavelingsverordeningen maakt de gemeente voorschriften om grond te bewaren voor groen, openbare nutsvoorzieningen en verkeersveiligheid. Met de situatie van reeds bestaande en wettelijk gebouwde woningen moet onder bepaalde voorwaarden rekening worden gehouden.
Het Gemeentebestuur of het OCMW kan gebruik maken van het recht van voorkoop. Dit wil zeggen dat zij in een aantal gevallen voorrang krijgen om woningen (leegstand) of gronden in bijzondere gebieden te kopen.
Inbreiden = niet meer uitbreiden
GRAS
vindt het belangrijk, dat het wonen binnen de dorpen en woonkernen wordt aangemoedigd. Een moeilijk woord hiervoor is inbreiding. Dát wordt noodzakelijk. In Ternat moet een nieuwe, meer compacte vorm van wonen ontstaan.GRAS realiseert zich terdege, dat dit een (radicaal) andere manier van denken betekent. Dat het "even slikken" zal worden. Vandaar, dat we op dit punt wat uitgebreider ingaan.
Vakantie op Nova Zembla?
Laten we realistisch zijn. Open ruimte wordt schaars, in Ternat, in Vlaanderen. Als we op dezelfde manier doorgaan als het afgelopen tiental jaren wordt Vlaanderen één stad. En, waar gaat u dan verpozen? In Schotland, op Nova Zembla wellicht? Welke recreatieve mogelijkheden zijn er dan nog? Wat blijft er over van flora en fauna, nog afgezien van hun natuurlijke rol in ons bestaan?
We willen natuurgebied in onze gemeente behouden. Dat betekent niet méér bouw-grond. Minder bouwgrond betekent hogere grondprijzen. Hogere grondprijzen betekent minder mogelijkheden voor onze, ook jonge, bewoners. Of we moeten ....
Opvullen
Voor GRAS is één ding duidelijk. Wij willen voorkomen dat de bebouwing zich verder invreet in de groene ruimte. Elke uitbreiding is een aantasting van ons milieu. Immers, elk huis dat wordt gebouwd, kost een stukje groen. Bovendien is het zo dat, hoe verder woningen van het centrum komen te staan, hoe meer het autoverkeer zal toenemen. Dat is dus het dilemma. Wij willen bouwen, maar niet meer uitbreiden. Dus zullen de kale plekken tussen de bestaande woningen voor een deel moeten worden opgevuld. Die nieuwe bebouwing moet betaalbaar zijn, maar ook afwisselend en mooi. En er moet veel aandacht zijn voor het groen.
Afnemende bevolkingsgroei
Er is meer. Volgens veel deskundigen zal over niet al te lange tijd de bevolkingsgroei afnemen. En er dreigt dan zelfs leegstand. Bovendien bewonen we onze huizen met steeds minder mensen. De toenemende vergrijzing is daarvan een oorzaak. Veel ouderen willen graag tot op hoge leeftijd in hun eigen buurt blijven wonen. Ook als hun woning eigenlijk niet meer voldoet aan hun lichamelijke mogelijkheden.
Er zíjn oplossingen!
Wanneer we de bestaande woningvoorraad dan ook niet in een negatieve spiraal van leegstand, eenzijdige bevolkingsopbouw en achterstallig onderhoud willen laten terecht-komen, dan zullen we die woningen moeten ombouwen. Met de ouderen als gidsgroep. Dat zou kunnen via aanbouw, uitbouwen en splitsen van woningen en het aanbieden van allerlei woon- en zorgdiensten. Zulke initiatie-ven, door Gemeentebestuur, woningstich-tingen, ontwikkelaars en bewoners kunnen heel wat woningen opleveren. Ternat blijft dan bewoonbaar en de groene ruimte wordt gespaard.
Ook denkt GRAS aan het bevorderen van een betere doorstroming naar een passende woning, bijvoorbeeld door het verstrekken van stimuleringspremies aan mensen, die een kleinere woning betrekken.
Bouwen in fases
Om het landelijk karakter van de gemeente niet verder aan te tasten kiest GRAS voor een beleid waarbij inwijking (stadsvlucht) uit het omliggend stedelijk gebied zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is gewenst om bouwmogelijkheden in fases vrij te geven. Het realiseren van kleine projecten gebeurt slechts op basis van de natuurlijke aangroei en het kleiner worden van het gezin.
Het woonbeleid wordt gericht op het verster-ken van de bestaande woonkernen. De stationsomgeving en het centrum van Ternat, de zone tussen het centrum van Sint-Katharina-Lombeek en de Assesteenweg en het centrum van Wambeek komen voor inbreiding in aanmerking.
3.4. Wie de woning past, trekt er in
De veranderingen in onze maatschappij ver-talen zich ook naar verschillende types van woning.
De algemene tendens naar kleinere gezin-nen, alleenstaanden, éénoudergezinnen en vergrijzing van de bevolking laat zich ook in Ternat voelen. Naar het woningaanbod toe betekent dit, dat er een groter aanbod aan kleinere woningen, op kleinere kavels (nieuwbouw, renovatie) moet zijn. En er moet op maat van de doelgroepen worden ge-bouwd. De gemeente heeft, via haar aanwe-zigheid in de sociale huisvestingsmaatschap-pijen een belangrijke stem om dit bouwbeleid in de gewenste richting te sturen.
Gemengde wijk
GRAS vindt verschillende soorten woningen in één gebied belangrijk. Dit om een sociale mengeling te krijgen waar verschillende bevolkingsgroepen binnen eenzelfde wijk wonen. In plaats van grote sociale woon-wijken worden dan kleinschalige sociale huis-vestingsprojecten binnen bestaande woon-kernen uitgevoerd. Zodoende worden wijken vermeden, waar slechts een bepaalde cate-gorie mensen woont.
Inbreiding = sociaal beleid
Het Gemeentebestuur kan grond of huisves-ting aanbieden aan de bevolking door gron-den en panden aan te kopen, door sociale huisvestingsprojecten (woningen voor speci-fieke doelgroepen als alleenstaanden, één-oudergezinnen, ouderen, kleine gezinnen) te realiseren of de gronden en woningen aan te bieden aan sociaal aanvaardbare prijzen. Een doordacht grondbeleid komt ook het milieu ten goede. Door een beleid van inbreiding te voeren beschermt men de open ruimte, maakt men optimaal gebruik van de infrastructuur en beperkt men de mobiliteits-problemen die het gevolg zijn van een ver-snipperde bebouwing.
3.5. Een fijne woonomgeving
Kiezen voor een beleid van inbreiding is ook het aantrekkelijk maken van de woonkernen. Dit betekent, onder andere, het voorzien in onmoetingsplaatsen. Mensen zijn per definitie sociale wezens en hebben behoefte aan sociaal contact.
Bomen, struiken en bloemen geven een woonomgeving een erg aantrekkelijk een fris uitzicht. GRAS pleit voor een meerjarig Groenplan en breekt tevens een lans voor uitbreiding en scholing van het personeel van de Groendienst. Deze mensen gaan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbe-teren van de kwaliteit van onze woonom-geving.
Sport en recreatie zijn een goede aanleiding tot ontmoeting. Toen indertijd het gemeente-lijk sportcentrum werd gebouwd, waren de plannen groots. Nu is het daar een kale, ongezellige boel. Dus een kans "voor open doel", om in sporttermen te blijven. Om van een stukje Ternat een fijne woonomgeving te maken. In hoofdstuk 13 gaan we hier nader op in.
Geen poep op de stoep!
In woonkernen met dichte bebouwing is het erg belangrijk dat er open delen zijn.
Parkjes zijn aangename plaatsen om te verpozen. Men kan er met de kinderen wandelen en mensen ontmoeten.
Het hoeft geen betoog dat goed onderhouden straten en pleinen een heilzaam effect hebben op het buurtleven. Ze dragen er ook toe bij om vandalisme in de kiem te smoren. Een verloederde straat biedt geen mooie aanblik. Dit kan worden opgevangen door slingerend vuil regelmatig door de gemeente-lijke diensten te laten opruimen, hondentoilet-ten aan te brengen en een goed samenspel tussen bevolking en (wijk)agent(e).
Het is duidelijk dat het Politiereglement, dat deze materies regelt, moet worden gerespec-teerd en dat overtredingen consequent wor-den gesanctioneerd.
Even oversteken
Een andere belangrijke factor om woon-kernen aantrekkelijk te maken, is het bevor-deren van de veiligheid. Wie zich buiten onveilig voelt zal minder geneigd zijn om zich op straat te begeven. Ouderen blijven thuis omdat ze het snelle verkeer niet meer durven trotseren. Kinderen kunnen of mogen niet buiten spelen omwille van de verkeersdrukte.
Het snelle en zware verkeer moet dan ook uit de woonwijken worden geweerd. Zodat de straten weer veilig worden. Verkeersremmende initiatieven zijn drempels, verschuivingen van de weg-as, zones 30 en woonerven. Deze maatregelen hebben echter pas effect wanneer er een voort-durende opvolging gebeurt door de politie. Ook drukkere wegen moeten veilig zijn voor fietsers en voetgangers. Er moet aandacht zijn voor goed afgebakende en onderhouden fiets- en voetpaden. De verkeerslichten van oversteekplaatsen moeten zó functioneren dat ook tragere voetgangers, zoals ouderen, kleine kinderen en gehandicapten, heelhuids de overkant halen.
Wees zichtbaar
Een veiligheidsaspect is een degelijke straatverlichting. Donkere of halfduistere straten wekken gevoelens van onveiligheid op. Een efficiënte verlichting zorgt ervoor dat er een goed overzicht is van het straatbeeld en dat men ook zelf beter gezien wordt. Bepaalde plaatsen kunnen met de verlichting duidelijker worden aangegeven. Bijvoorbeeld een sterker verlichten van oversteekplaatsen.
3.6. Landelijk gebied
Door een beleid van inbreiding te voeren kan het landelijk gebied worden gevrijwaard en het specifieke karakter ervan behouden en versterkt worden.
Het landelijk gebied dient voorbehouden te worden voor haar essentiële functies, waarbij
land- , tuin- en bosbouw en de beroeps- en recreatieve gebruiker de belangrijkste per-sonen zijn. Verdere versnippering door "harde" functies, nieuwe bebouwing en wegenaanleg moet worden tegengegaan. De aanwezige openbare ruimte moet behouden blijven en versterkt worden.
Het dichtslibben van het gebied tussen Wambeek en Ternat moet vermeden worden.
De weekendhuisjes
De wetgeving op het gebied van de ruimte-lijke ordening moet ook in het landelijk gebied correct worden uitgevoerd. Dat betekent
- onder andere - dat ervoor gewaakt moet worden dat bestaande woningen (hoevetjes) niet worden vervangen door - bijvoorbeeld - riante villa’s. En ook dat illegaal gebouwde weekendhuisjes in het Liedekerkebos moeten verdwijnen. Het bos moet versterkt worden.
In het kader van het GRS wordt bepaald wat de beste ligging is voor sportterreinen en andere recreatieve voorzieningen.
De anatomie van valleigebieden
Voor de valleigebieden streeft GRAS naar kwaliteit, beveiliging en herstel. De valleien hebben meestal een gesloten karakter door een netwerk van hagen en de vele kleine landschappen. Ook binnen de bebouwde structuren betekent de uitbouw van groene verbindingsroutes het behoud en herstel van de open ruimte. Waar de open ruimte of valleigebied in een bebouwd gebied
voorkomt, moet dit op een zodanige wijze worden ingericht, dat de aangetaste vallei geherwaardeerd wordt en een meerwaarde levert aan de leefbaarheid van de bebouwde ruimte. De vallei van de Bellebeek-Steenvoordebeek kan als "ruggengraat" beschouwd worden van de natuurlijke structuur. De vallei van de Kasteelbeek in aansluiting tot de Klapscheutbeek, Terlindenbeek, Nieuwermolenbeek, Molenbeek en de Hollebeek vormt de "ribbenkast".
3.6. Industrieterreinen
Het samengaan van economie en ecologie vergt een evenwichtsoefening tussen tewerk-stelling enerzijds en mens en milieu ander-zijds. Wonen en werken zijn met elkaar ver-weven. In het laatste tiental jaren is in Ternat deze relatie duidelijk verstoord.
Om deze scheefgegroeide situatie te stoppen is GRAS tegen iedere uitbreiding van het Ternatse industriegebied. Ze verzette zich reeds tegen de geplande gewestplan-wijziging, waarbij het landbouwgebied "Twee Beken" aan de Nattestraat zou worden omge-vormd tot een nieuwe industriezone. Het gebied is een ecologisch waardevol over-stromingsgebied. Er is sprake van het ver-groten van bedrijvenzone "Overnelle". Ook hier zal GRAS al haar energie aanwenden om uitbreiding te verhinderen.
De verkeersstromen van goederen en personen die door deze activiteiten wordt veroorzaakt, hebben de toelaatbare druk op mens en milieu ruimschoots overschreden.
Ook hier is inbreiden de boodschap
Bestaande bedrijfsterreinen kunnen zo opti-maal mogelijk gebruikt worden zonder de huidige oppervlakte uit te breiden. Denk aan een centrale parkeerplaats voor meerdere ondernemingen of een parking op het dak of onder de grond. Dit levert veel ruimte op binnen de bestaande terreinen.
Leegstaande bedrijfsruimten oefenen een negatieve invloed uit op de omgeving. De gemeente moet er voor zorgen dat nieuwe bedrijven zich bij voorrang vestigen in deze verlaten ruimten. Bovendien zijn er nog heel wat leegstaande industrieterreinen in de buurgemeenten, zoals in Groot-Bijgaarden, Asse en Sint-Agatha-Berchem.
GRAS moedigt de vestiging van winkels in het centrum van een aantal woonkernen aan. Het Gemeentebestuur moet er wel op toezien dat deze winkels te zijner tijd niet uitwijken naar de rand omwille van parkeerproblemen in het centrum. Daartoe werkt zij een efficiënt parkeerbeleid uit. Dat moet de wildgroei van winkels langs de invalswegen tegengaan.
3.7. Gevaarlijke bedrijven
Ook in Ternat zijn ondernemingen gevestigd die gebruik maken van chemicaliën, ontvlam-bare en ontplofbare produkten alsmede gif-tige stoffen. Tot voor kort dachten - met ons - velen, dat de kans op een ramp klein is en dat risico’s nu eenmaal bij het moderne leven horen. We aanvaardden de risico’s. In Enschede, Nederland, gebeurde op 13 mei 2000 het ondenkbare.
Uiteraard maken ook inwoners van Ternat zich zorgen om hun veiligheid. En wat moeten ze doen bij een ramp: rennen of onder de trap schuilen?
Het is niet alleen vuurwerk
Bij gevaarlijke bedrijven denkt GRAS heus niet alleen aan vuurwerk. Maar ook aan bedrijven met grote koelinstallaties die met ammoniak zijn gevuld. Aan opslagloodsen van bestrijdingsmiddelen, LPG-tanks of -tankwagens. En ... hoe veilig is het benzine-station om de hoek?
Risico’s zijn er, risiconormen ook. De meeste Ternatse bedrijven beschikken heus wel over één of meer vergunningen. Allemaal prima, maar het bedrijf in Enschede had óók een vergunning. Vergunningen zijn vaak bewuste of onbewuste keuzes om bepaalde risico’s te aanvaarden.
Belangenconflict
Die keuzes worden inderdaad soms onbe-wust gemaakt. Omdat een gemeente niet genoeg kennis van zaken heeft. Rond dit laatste stelt GRAS de oprichting van een Bedrijvencommissie voor, in Ternat of in regionaal verband. De commissie bestaat uit specialisten, uit - ondermeer - de medische en chemische wereld, maar ook de milieu-organisaties. Ze adviseert het Gemeente-bestuur in deze moeilijke materie.
Maar de politieke wil om goed voor de veiligheid te zorgen kan ook ontbreken. Vooral als gekozen moet worden voor sluiting van een bedrijf, geen nieuwbouw of het slopen van woningen treden belangen-conflicten op. Van zo’n conflict mag de veiligheid nooit afhankelijk zijn!
Waar zit het risico?
GRAS wil niet doemdenken, maar wél weten wat er kan gebeuren in een woonwijk als het ergst denkbare scenario bij een bedrijf werkelijkheid wordt. Wat is het maximale effect? Dat de kans nog altijd klein is, achten wij minder belangrijk. Aanvaarden we het risico? Aanvaarden we dat eventueel groepen mensen het slachtoffer kunnen worden. Moeten de inwoners dat niet weten? Veel inwoners weten bij lange na niet wat een bedrijf doet en hoe gevaarlijk het is. Mensen kunnen de gevaren dan ook niet goed inschatten.
GRAS vindt dat het College ervoor moet zorgen dat er een compleet beeld komt van de woonwijken waar, bijvoorbeeld, mensen door een ongeluk bij een bedrijf of in het vervoer dodelijk kunnen worden getroffen. Die informatie moet openbaar zijn en gemak-kelijk toegankelijk. Zodat de inwoners zelf kunnen kiezen of ze dat risico nemen. De gemeentelijke website is een goede informatieplek, maar de overzichten moet een inwoner ook op het gemeentehuis en in de openbare bibliotheek kunnen inzien. En regelmatig terugvinden in het gemeentelijk informatieblad
U kunt er ook wat aan doen!
Gevaarlijke bedrijven horen niet in of dicht bij woonwijken. Maar de ruimte is ook in Ternat schaars en aan verplaatsing zitten stevige haken en ogen. Als Ternat veiliger moet worden, kunnen we niet alles hebben. Daarom is het ook aan de bevolking om bepaalde produkten, die direct gerelateerd zijn aan gevaar, zoals vuurwerk, chloor of giftige bestrijdingsmiddelen, minder te gebrui-ken. Dan wordt het ook minder geprodu-ceerd.
4. Jong zijn in Ternat
4.1. Vergeet ons niet!
Het fenomeen vergrijzing is algemeen bekend. Dat er tegenover die steeds groter wordende groep ouderen een groep jonge mensen bestaat, wordt misschien te vaak vergeten.
Jongeren vormen ook in Ternat een belang-rijke groep. Iedereen tot 25 jaar, van peuter tot jong volwassene, lagere school en pubers. En jongeren in jeugdbewegingen, jongeren op pleintjes, jongeren in de sport of muziek-vereniging. Elk met haar of zijn eigen wensen en behoeften, met zijn of haar problemen.
4.2. de Jeugdraad
Voor we samen de verschillende punten overlopen, merkt GRAS op dat jongeren al veel inspraak hebben bij de gemeentelijke beslissingen rond de jeugd. De Jeugdraad is een adviesorgaan van de Gemeenteraad. Deze is samengesteld uit verantwoordelijken van de verschillende jongerenbewegingen en enkele onafhankelijke leden. Hoewel dit een fantastisch orgaan is, zouden hun inspraak en taak nog verbreed kunnen worden. Zo zou het advies niet alleen op papier moeten komen, maar zouden de jongeren ook de kans moeten krijgen om hun ideeën zelf voor te stellen op de Gemeenteraad.
Ook het promoten van de Jeugdraad bij de jeugd zou een taak voor het Gemeente-bestuur moeten zijn. Want waar kunnen jongeren terecht? Bij de leider van hun jeugdbeweging. Maar als ze geen lid zijn van een beweging, of geen leider hebben?
Een JIP zou fijn zijn
Een jeugdinformatiepunt (JIP) en een vol-tijdse jeugdconsulent zijn twee fantastische ideeën, die door de Jeugdraad werden voorgesteld. En GRAS steunt dit initiatief volledig. Zeker omdat deze twee gevestigd zouden zijn in een nieuw jeugdcentrum, met fuifzaal en jeugdhuis. De nood aan een plek, waar alles voor jongeren wordt samen-gebracht, werd te groot. Het jeugdcentrum staat er nog niet, maar we moeten ervoor zorgen dat de beloften van onze Burge-meester, die tevens schepen van jeugdzaken is, niet weer eens slechts verkiezingsbeloften zijn.
4.3. Een levensloop in Ternat
Laten we beginnen met de allerkleinsten onder ons. Zij die net naar school gaan, of - vooral - zij die ‘s avonds en in de vakantie niet naar school hoeven. Wat moeten ze dan? Nu de speelpleinwerking niet meer bestaat, zijn ouders aangewezen op een naschoolse kinderopvang. Is dat voor ieder-een financieel haalbaar? Of zijn er nog steeds ouders die wanhopig op zoek moeten naar een babysit, om overdag op de kinderen te letten?
En wanneer de kinderen op hun vrije dag even naar de speeltuin willen, dan moeten ze daar een schone, veilige speeltuin vinden. Door ouders en buurtbewoners te betrekken bij het onderhoud kunnen speeltuinen nóg aantrekkelijker worden.
Wonen en spelen
Eens de jongeren zes of zeven jaar worden, kunnen zij naar de jeugdbeweging. Ternat is héél rijk aan jongerenverenigingen (jeugdbe-wegingen, muziek-, dans- en alle andere verenigingen met jeugdwerking). Huisvesting en speelgelegenheid staan op de eerste plaats. Want zonder deze twee ingrediënten is een verantwoorde werking bijna onmoge-lijk. En alleen maar zorgen dat ze er zijn is niet genoeg. Ze moeten blijven bestaan. Nu we de kans krijgen om in Ternat het Gemeen-telijk Ruimtelijk Structuurplan in te kleuren, moeten we van de kans gebruik maken om de jeugdbewegingen hun bossen, lokalen en speelpleinen een definitief karak-ter te geven.
Maar ook aan openbare speelpleinen of gras-velden is in Ternat een tekort. Waar kan je nog zomaar eens "een balletje trappen"?
Rondhangen mág!
Minstens evenveel jongeren zijn niet bij een jeugdbeweging aangesloten. Wanneer je twaalf bent geworden, is het optrekken met vrienden voor veel van hen interessanter. Ben je zestien, dan mag je met de bromfiets rijden. Het eerste vriendje of vriendinnetje staat al te popelen om achterop te springen!
Op straat rondhangen, daar is niets mis mee. Integendeel, er zouden aangepaste, veilige, schone en comfortabele plekjes moeten komen, waar die jongeren gezellig kunnen samenkomen. Vooral reeds bestaande plekken kunnen, na enkele kleine verande-ringen, een heus jongeren"honk" worden.
Het is vooral deze groep die op de hoogte moeten worden gebracht van het bestaan van een Jeugdraad. Een raad die hen verte-genwoordigt. En nog belangrijker: als zij problemen hebben kunnen ze daar terecht. Veel jongeren weten dat niet.
Over Bob en Bert
En dan mag je uitgaan. Het is zo veel leuker om te kunnen uitgaan in de eigen gemeente. Nu zijn de jongeren verplicht in de wagen te stappen en het vertier ver weg te zoeken. De Bob (die rijdt en drinkt niet of drinkt en rijdt niet) is wel een leuke chauffeur, maar moet al te vaak plaats ruimen voor Bert (Bezopen en rijdt toch). De vele ongevallen met jongeren tijdens de weekends zijn zeer tragisch en vragen niet alleen van de naaste verwanten een hoge tol. Ook bij de medewerkers van de hulpdiensten, die dat alles moeten zien en ook psychisch verwerken!
Fuiven = geld in het laadje
Ook voor jongerenbewegingen is het geven van een fuif in een geschikte zaal veel gemakkelijker dan te moeten improviseren en - vooral - investeren in geschikt duur mate-riaal om buiten een fuif te geven. Daarbij moet men dan nog rekening houden met de buren. Bij slecht weer is het helemaal ge-daan. Vergeet niet dat voor vele verenigingen het geven van een fuif voor hun werking een belangrijke bron van inkomsten is.
4.4. Blijven wonen in Ternat
Uiteindelijk is de school achter de rug. Je bent achttien en gaat werken of verder studeren. En dan komt er het moment dat je uit het ouderlijk huis trekt. Voor jonge vol-wassenen is het heel moeilijk geworden om nog in Ternat te kunnen wonen. Zowel de prijs voor bouwgrond als de huurprijzen "swingen de pan uit". De hoge grondprijzen beletten de plaatselijke jongeren vaak om een stukje grond in onze gemeente te kopen. Dus om ook de eigen bevolking een betaal-bare kans te bieden om in Ternat te blijven wonen moet de gemeente een efficiënt grondbeleid voeren. GRAS stelt voor, dat het Gemeentebestuur Ternatse jongeren tege-moet komt door grond aan te kopen en deze, onder een aantal voorwaarden, aan sociale prijzen aan hen te verkopen.
De verkaveling van de gronden van het OCMW en de Kerkfabriek, tussen Kouterweg en Van Cauwelaertstraat, is opnieuw een gemiste kans. GRAS stelde voor om hier een sociale verkaveling te realiseren. De verkoop-prijs van de gronden wordt door de Ontvan-ger der Registratie geschat op 5.000 frank per m² !
5.1. Inleiding
Het begrip "ouderdom" roept nog al te vaak alleen maar negatieve vergelijkingen op. Hoe zeggen we het ook weer: de oude dag komt nooit alleen? Dan denken we aan aftakeling, ziekte en afhankelijkheid. En vergeten de rijkdom aan capaciteiten, kennis, levenser-varing en wijsheid waarover oudere personen beschikken. Heel belangrijk is, hoe de oudere en de samenleving tegen ouderdom aan-kijken. GRAS heeft als uitgangspunt, dat alle leeftijdcategorieën gelijkwaardig zijn. Geen enkele leeftijdsgroep mag door de samen-leving worden gediscrimineerd of begunstigd.
En ouderen nemen een volwaardige plaats in onze maatschappij in.
5.2. Actief beleid gevraagd
De vergrijzing zet ook in Ternat snel door. Hierdoor neemt de druk van deze groep op het bestaande voorzieningenniveau toe. Daarnaast is er het streven om in de thuis-situatie "zorg op maat" te leveren. Dit stelt nieuwe eisen aan de voorzieningen. Deze ontwikkelingen vragen ook in Ternat om een actief en alert beleid.
Regie over het eigen leven
GRAS respecteert de autonomie van oude-ren om zelf vorm en inhoud te geven aan hun leven. Dat geldt ook voor de wens om zo lang mogelijk te blijven wonen in de eigen ver-trouwde omgeving. Er zijn ouderen, die uit-stekend voor zichzelf kunnen zorgen en eventueel ook een deel van de zorg voor anderen op zich kunnen nemen. Maar oude-ren moeten ook kunnen rekenen op zorg en hulp wanneer het met hen wat minder gaat in de eigen woon- en leefsituatie. Ouderen behouden zo veel en zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven. Waar vormen van betutteling voorkomen, worden deze tegen-gegaan.
Om dit doel te bereiken is het volgens GRAS nodig, dat in Ternat de komende jaren veel wordt geïnvesteerd in de samenwerking van zorginstellingen, de afstemming tussen het (zorg) aanbod en de wensen van de ouderen, de versterking van de positie van ouderen in de samenleving en als klant op de (zorg)-markt. Een en ander zal ook in regionaal verband moeten worden gerealiseerd.
5.3. Wat kunnen we zoal doen?
Een aantal zaken die voor ouderen van belang zijn, kwamen reeds of komen in andere hoofdstukken van dit programma aan de orde. Van de vele mogelijkheden die er zijn, noemen we er enkele.
Telefooncirkel, rookmelders
GRAS stelt het Gemeentebestuur voor om logistieke en financiële steun te verlenen aan projecten als een telefooncirkel, waarbij ouderen elkaar dagelijks op een bepaald tijdstip telefoneren. Verder kan zij de plaat-sing van rookmelders bij ouderen thuis financieel ondersteunen.
Vorming
In samenwerking met de politie zou een "opfris"-vorming.van het verkeersreglement voor ouderen kunnen worden georganiseerd. Heel wat 55-plussers hebben nooit een prak-tisch of theoretisch rijexamen afgelegd. Dit examen werd immers eerst in het midden van de jaren zestig ingevoerd. Maar het verkeer is de laatste jaren steeds drukker geworden. Heel wat ouderen worden hierdoor onzeker-der in het verkeer, temeer daar ze geen dagelijkse ervaring meer hebben. Dit angstig of onzeker verkeersgedrag brengt met zich mee dat hij of zij minder snel de auto zal nemen. Op zich staat GRAS daar niet af-wijzend tegenover. Maar de andere kant van de medaille is wél dat de oudere zich steeds meer isoleert. GRAS pleit ook hier voor een selectief autogebruik. Een dergelijke opfris-cyclus zou de vicieuze cirkel druk verkeer - geen dagelijkse ervaring - onzekerheid - isolement doorbreken.
Weer op de fiets
Er is een andere vorm van doorbreken van het isolement en het wegnemen van de onzekerheid. Namelijk het bewustmaken van ouderen en hun keuze voor de fiets stimu-leren. De fiets is ook in Ternat een ideaal vervoermiddel voor het afleggen van korte afstanden zoals vriendenbezoekjes, kleine boodschappen of gewoon recreatief rondtoeren. Deze uitstapjes zijn voor de oudere heel belangrijk. Hij of zij blijft actief, heeft gezonde lichaamsbeweging en legt sociale contacten. In deze opfrisvorming staat het verkeersreglement centraal, maar ook schenkt het aandacht aan het onderhoud van de fiets, diefstalpreventie, fietstechnieken en "hoe zit je" op de tweewieler. Bewegingsoefeningen en een fietstocht behoren ook tot de mogelijkheden.
Busje komt zo!
Wie niet meer kan autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer kan gebruik maken van een in te richten ouderenbus. Dit vervoermiddel is ook voor gehandicapten bestemd. De bus kan tevens gebruikt worden door instellingen of organisaties die aan bejaarden- of gehandicaptenzorg doen binnen Ternat. Zo’n minibus zou plaats kunnen bieden aan zestien niet-rolstoel-gebruikers of vijf rolstoelgebruikers. De ver-plaatsingen worden in de regel beperkt tot een straal van 15 kilometer buiten de grenzen van Ternat. De aanvraag gebeurt via een centraal punt.
Een alternatief zou kunnen zijn het verstrek-ken van taxicheques.
5.4. Ouderenbeleid
De zorg voor het welzijn van de inwoners is een essentiële taak van de overheid. De steeds grotere groep ouder wordende bur-gers verdient hierbij specifieke aandacht. Het staat immers vast dat ouderen steeds meer het beeld van de samenleving bepalen. De Gemeenteraad stelt vast, welk beleid voor welke groepen gevoerd wordt. Zo bepaalt zij of er voor sommige groepen aparte voor-zieningen komen en, zo ja, welke dat zijn.
Ternat heeft volgens GRAS een degelijk ouderenbeleid nodig.
Ouderenraad
De meest rechtstreekse vorm van erkenning die de ouderen krijgen is het betrekken van ouderen bij het dagelijks beleid. Hiertoe moet in Ternat een Ouderenraad worden opgericht. Doel van deze raad is het beraadslagen over alle kwesties op het gemeentelijk vlak die ouderen (on)rechtstreeks aanbelangen. De Ouderenraad stuurt de resultaten van zijn werkzaamheden aan de Gemeenteraad. Het doel hiervan is, dat deze daarna initiatieven neemt.
De Ouderenraad houdt zich - onder andere - bezig met informatie- en voorlichtings-campagnes, sport, ontspanning en uitstap-pen, gemeentelijke subsidies, adviezen en informatiebrochures.
Ouderenplan
Om een ouderenbeleid te kunnen voeren, zal eerst een ouderenplan moeten worden uitge-werkt. Dit plan geeft antwoord op vragen als:
Een stuurgroep zorgt voor de realisatie van het ouderenplan. De stuurgroep bestaat uit medewerkers van OCMW en gemeentelijke diensten, alsmede uit vertegenwoordigers van de Ouderenraad.
6. Gemakkelijk is anders
6.1. Inleiding
Wat is dat, een handicap? Is dat als je in een rolstoel zit, blind bent, of doof? Ja. Maar wij zien het liever ruimer. Want GRAS beseft maar al te goed dat er vele vormen van han-dicap zijn, en ook veel "stille" gehandicapten. Mensen, die er niet of zeer moeilijk voor uitkomen dat zij "iets" missen dat de "normale" mens - wie dat dan ook is - wél heeft. Wij steken alle gehandicapten een hart onder de riem, geven hen een steun in de rug. Wat wij kúnnen, doen wij. Jullie horen er immers bij!
Een beetje zielig
Want mensen met een handicap worden gediscrimineerd. Bij sollicitaties, maar ook op andere terreinen. Dat is niet alleen de dage-lijkse ervaring van veel gehandicapten, het is inmiddels ook vast komen te staan uit onaf-hankelijk onderzoek. Die achterstelling en discriminatie moet stoppen. Nog steeds worden mensen met een handicap in de media vaak neergezet als afhankelijk, hulp-behoevend, ergens toch een beetje zielig. Dat is niet terecht. Het is niet alleen jammer, het is ook schadelijk. Voordat je het weet ga je zelf geloven dat je niet zoveel kunt.
Je mag er zijn!
Kortom, het wordt tijd voor een ander beeld van mensen met een handicap. Een beeld van trots en eigenwaarde. Sommige mensen met een handicap leggen gemakkelijk con-tact. Anderen vinden vriendschappen en liefdesrelaties juist het moeilijkste van het leven. Waar komt die onzekerheid vandaan? Is er iets anders in het spel dan enkel die handicap? Van groot belang is of je jezelf goed voelt over wie je bent. Of je het gevoel hebt dat je er mag zijn, met al je mogelijk-heden en beperkingen.
Je mag er zijn in Ternat!
6.2. Wat kan er mis gaan?
Vaak zijn een aantal aanpassingen aan de woning nodig bij wie mindervalide, ouder of slecht ter been is. Loszittende voorwerpen veroorzaken valpartijen, badkamers zijn dikwijls niet slipvrij en optrekstangen in badkamer of slaapkamer ontbreken.
Maar, hoe weet de bewoner wat er allemaal mogelijk is? En, hoe wordt dat allemaal betaald?
GRAS pleit voor een veiligheidsproject bij gehandicapten en ouderen thuis. De woning moet wel zinvol aan te passen zijn. De aan-dacht gaat in de eerste plaats uit naar de financieel zwakkere personen.
Ternat introduceerde reeds een personen-alarmsysteem. Een mindervalide of senior kan dan snel hulp inroepen. Een dergelijk systeem geeft veiligheid en - vooral - een groter gevoel van veiligheid.
Als je toevallig geen auto hebt
Naast het probleem van te veel verkeer voor velen heb je ook te weinig verkeer voor sommigen. We weten, dat het in onze samenleving belangrijk is om je te kunnen verplaatsen. Tientallen jaren geleden waren er in elke buurt wel een winkeltje en een café. Hierdoor namen mensen die geen auto be-zaten, toch deel aan het sociaal leven. Dit is nu totaal anders.
Wie niet over een auto beschikt en om een of andere reden ook niet kan fietsen staat aan de kant. Dit is een sociale onderdrukking, die in schrille tegenstelling staat tot de super-mobiliteit van anderen. De samenleving moet iets aan dit probleem doen.
Want ook wie zich minder goed kan verplaat-sen heeft het recht om erbij te zijn.
Voetpaden met hobbels
Voor rolstoelgebruikers zijn dagelijkse dingen als winkelen, een brief posten of naar de bibliotheek gaan, vaak moeilijk. Vele wegen, voetpaden en ingangen zijn niet aangepast. De voetpaden moeten goed worden aange-legd en onderhouden! Ze zijn breed genoeg en oneffenheden, zoals losliggende stenen, worden zo snel mogelijk hersteld. Om een snel en continue herstel van voetpaden toe te laten moet de gemeente haar inwoners vragen om problemen te melden. Ze geeft hierna snel een gevolg aan de klachten. Dan ervaren de inwoners dat er inderdaad aan de veiligheid van de voetpaden wordt gewerkt.
Andere maatregelen zijn het wegwerken van niveauverschillen met hellingen, het verlen-gen van oversteektijden bij verkeerslichten en voldoende verspreide parkeerplaatsen voor gehandicapten.
En dan is daar die ver…. deur!
Gebouwen moeten toegankelijk zijn. Vooral voor wie in een rolstoel zit of moeilijk te been is Toegankelijkheid heeft echter ook met afstand te maken. Zeker voor oudere mensen is dat belangrijk. Daarom moeten de gemeen-telijke diensten zoveel mogelijk in wijken en de deelgemeenten aanwezig zijn. Een ambtenaar van de gemeente kan daar een zitdag hebben.
Toegankelijkheid van gebouwen is een permanent aandachtspunt. Daartoe is het nodig een inventarisatie te maken van de knelpunten. Het is vanzelfsprekend dat dit samen met de zwakke weggebruikers gebeurt. Vooral zij kunnen beoordelen in welke mate er problemen zijn en of de voorgestelde oplossingen voldoende zijn. Een systematisch rondgaan in alle straten levert de meest volledige inventaris op.
Het Gemeentebestuur moet een bouwveror-dening opstellen om de toegankelijkheid te verbeteren. Alle openbare gebouwen (Gemeentehuis!) en andere voor het publiek bestemde gebouwen moeten voor alle categorieën gehandicapten toegankelijk zijn. Op een gemakkelijke manier, zonder hulp van derden.
7.1. Inleiding
Ons land heeft één van de beste stelsels van sociale zekerheid ter wereld. Dat zorgt ervoor dat wie ziek, oud, gehandicapt of werkloos wordt een inkomen behoudt.
Toch kan het mis gaan. Mensen komen on-danks die voorzieningen in een uitzichtloze situatie terecht. Het is de taak van het OCMW om dan hulp te bieden en het tij te keren.
Maar gemeente en OCMW kunnen daarnaast op sociaal vlak veel doen. Een zorgzame gemeente bouwt een aanbod van welzijns-voorzieningen uit. Dit maakt het leven van haar inwoners aangenamer.
Het gaat hierbij niet alleen om het welzijn van de minstbedeelden. Deze groep verdient inderdaad onze bijzondere aandacht. Maar het welzijn van iedere inwoner moet met zorg omringd zijn.
7.2. Wat is dat, welzijn?
Het welzijn wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de directe woonomgeving. Dat is de wijk of buurt waarin men woont. Kwaliteit betekent goed onder-houden en veilig.
Het Gemeentebestuur moet dus oog en oor hebben voor de wensen van de bewoners. Zoals op het gebied van speelterreinen, ontmoetingsplaatsen en verlichting. De inwoners moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij de realisatie en het onderhoud daarvan. Om van alle noodzakelijke voorzieningen gebruik te maken is een goede bereikbaarheid daarvan absolute voorwaarde. De auto blijft daarin een rol vervullen. Maar wij zouden onze vierwieler best ook eens thuis laten. Wandelen en fietsen over veilige en mooie paden is een gezond alternatief.
Het OCMW
Wanneer iemand niet (volledig) deelneemt aan de samenleving, is gebrek aan geld daarvan meestal de oorzaak. Want de kosten van wonen, gezondheidszorg, onderwijs en vervoer zijn toegenomen. Mensen maken schulden en bestaande schulden worden hoger.
Er ontstaat een zogenaamde negatieve spiraalwerking. Ziekte, ouder worden, werkloosheid, handicap, scheiden. Het zijn elementen die ons inkomen en dus ons welzijn beïnvloeden.
Het OCMW moet de samenwerking met de sociale administratieve dienst van de gemeente voortzetten. Dit om de dienst-verlening naar de bevolking verder uit te bouwen. Het OCMW beschikt reeds over een dergelijke dienstverlening, Er bestaat een regionaal samenwerkingsverband met de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van andere gemeenten. Er is samen-werking met andere welzijnsorganisaties, dokters en verpleegkundigen.
Dienstencentrum
Er wordt dus al veel gedaan op dit vlak! En GRAS wenst dit uit te bouwen. Daarom moet er goed geluisterd worden: naar wat er bij de inwoners aan vragen leven over hun eigen leefsituatie en wat hun wensen en behoeften zijn.
Maar de drempel is vaak nog hoog. Daarom moeten we een dienstencentrum bouwen. Niet alleen voor administratieve zaken, maar ook als ontmoetingsplaats. Men kan er elkaar dagelijks ontmoeten. Dit breekt het sociaal isolement. Het dienstencentrum mag echter geen afbouw betekenen van de diensten aan huis. Want niet iedereen is even mobiel.
Tewerkstelling en inkomen
Het recht op arbeid is een fundamenteel en onvervreemdbaar recht voor iedereen. De gemeente is een belangrijk werkgeefster. Ze moet deze taak ernstig nemen en niet alleen streven naar een hoge tewerkstelling. Ze moet ook de kwaliteit van het werk verzeke-ren. Hiermee bedoelen wij, dat de werk-nemers worden gerespecteerd en dat zij in de beste omstandigheden hun werk kunnen uitvoeren.
Dit houdt in, dat de werknemers gebruik maken van de sociale voordelen waarop zij recht hebben. Dat zij goed geïnformeerd worden, de gelegenheid krijgen zich bij te scholen en dat voorzien wordt in aanvullende diensten, zoals kinderopvang.
Sociale economie
Het Gemeentebestuur moet ook een rol spelen in de uitbouw van de sociale economie. Denk hierbij aan een strijkwinkel, hondenuitlaatdienst, fietshersteller. Dit moet gebeuren in samenspraak met andere organisaties, zoals de VDAB, RVA, het plaatselijk bedrijfsleven en interimbureau's.
De sociale economie vervangt het huidig Plaatselijk Werkgelegenheids Agentschap. Het heeft duidelijke voordelen. Enerzijds beantwoordt zij aan behoeften die niet altijd door de privé-sector worden vervuld, omdat deze niet rendabel zijn. Anderzijds is zij geschikt om laaggeschoolden en langdurig werklozen aan werk te helpen. Een goed voorbeeld hiervan is de hulp die aan ouderen geboden kan worden.
Nieuwe vormen van werk
Mensen met een handicap hebben vaak moeite met verre verplaatsingen. Voor hen is werk binnen de gemeente dé oplossing.
Ook alleenstaande vrouwen en mannen die in de bijstand belanden, hebben het moeilijk. Wanneer er dan ook kinderen zijn is hun situatie extra zwaar. Hier is gemeentelijke steun nodig, met hulp om weer aan de slag te kunnen.
Het opstellen van een tewerkstellingsplan is een noodzaak. Maar ook het zoeken naar nieuwe vormen van tewerkstelling. Zo gaan natuurontwikkeling en tewerkstelling hand in hand. Alleen al in bos- en natuurbeheer en het gezond en netjes houden van onze woon-omgeving liggen verschillende mogelijk-heden van nieuwe banen.
7.3. De dieren horen óók bij Ternat!
Ook dieren behoren tot de samenleving van Ternat. GRAS vindt het de taak van iedere inwoner om hun welzijn te waarborgen. De overheid moet hierbij een actieve rol vervullen op het gebied van preventie, handelend optreden en voorlichting.
GRAS is van mening dat we het welzijn van ieder dier moeten respecteren. Dat welzijn mag alleen maar worden aangetast wanneer er voor deze inbreuk zwaarwegende argu-menten zijn. En dat er absoluut geen alterna-tieven bestaan om de doelen op een andere
manier te bereiken. Dat betekent steeds weer een zorgvuldige afweging, waarbij het belang van de mens wordt afgezet tegen het belang van het dier.
Dieren zijn niet vogelvrij, maar behoren vrij te zijn van door de mens opgelegde pijn, stress en angst.
1 + 1 = 6 x 2
GRAS wil dat het Gemeentebestuur plaatse-lijke en regionale activiteiten steunt en stimu-leert op het gebied van bescherming van dieren, in het bijzonder de opvang van zwerf-dieren. Want met name zwerfkatten vormen een groot probleem. Dat wordt veroorzaakt door mensen die hun katten niet laten steriliseren en de natuur maar hun gang laten gaan. Bij katten is één plus één echter vier of zes en dit tweemaal per jaar! Resultaat: veel ongewenste katten op straat en aan hun lot overgelaten. De inwoners moeten ervan bewust gemaakt worden hun kat te sterili-seren. Hiertoe zou een subsidieregeling kunnen worden gemaakt. De zwerfkatten worden in speciale bakken gevangen en door een dierenarts gesteriliseerd. Daarna worden de dieren weer vrijgelaten. Vrijwilligers zorgen er dan voor, dat de dieren niet om-komen van honger en dorst.
Het dier in het Politiereglement
GRAS wil een aantal dierbeschermende maatregelen opnemen in het Politieregle-ment. Zo moet de plezierjacht in Ternat worden verboden. Daarmee bedoelen wij de jacht om de "kick" van het jagen. Verder moet de verkoop van gezelschapsdieren op markten en het bezit van wilde, exotische dieren niet worden toegestaan. Het Politie-reglement moet ook het plaatsen van illegale vogelvangstnetten verbieden.
Voor wat betreft rituele thuisslachtingen vindt GRAS dat deze in Ternat moeten worden verboden. Rond het Offerfeest moeten in Ternat op dit punt intensieve politiecontroles plaatsvinden, met name in het landelijk gebied.
Rond de inhoud van de Dierenwelzijnswet moeten ambtenaren, politie en Rijkswacht geïnstrueerd worden en de naleving van deze wet moet strikt worden toegepast.
8. ’t is maar een zjat met water
8.1. Inleiding
Het te voeren milieubeleid heeft concrete gevolgen voor ons dagelijks leven. Elke dag sorteren we ons afval en steeds meer is milieuvriendelijk leven een belangrijk element in de reclame. Dat is niet verwonderlijk. De kwaliteit van het leefmilieu heeft immers rechtstreekse gevolgen voor onszelf en onze woonomgeving.
De lucht die we inademen, het water en het voedsel. Allemaal hebben ze effect op onze gezondheid. Maar het gaat niet alleen om onze directe omgeving. Ons gedrag heeft ook gevolgen elders in de wereld en later in de tijd. Denk aan het verspillen van energie, het kappen van wouden en de ozonproblematiek.
Lucht en water zijn van iedereen. Betekent dit dat je kunt zeggen: water is dus ook van mij en dus kan ik er zonder meer mijn afval in gooien, ongeacht de gevolgen voor mijn mede-eigenaren? Of wil dit zeggen dat er door het gezamenlijk eigendom ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid bestaat? GRAS denkt het laatste.
Voor GRAS zijn milieu en duurzame ont-wikkeling (zie hoofdstuk 14) sociale thema’s. Een gezond leefmilieu is een recht voor iedereen. En niet alleen voor degenen, die zich een gezonde omgeving kunnen veroor-loven. Natuurlijk, Ternat kan niet alle proble-men alleen oplossen. Maar ze kan wél een belangrijke bijdrage leveren. Het College staat in voor de eerstelijns milieuzorg. Dat wil zeggen, dat het er steeds moet zijn om uitleg en informatie te geven, klachten op te vangen, erop toe te zien dat de regels worden nageleefd en - heel belangrijk! - om zelf het goede voorbeeld te geven. Naar de mening van GRAS moet de Gemeenteraad consequent voor het milieu kiezen. Dit bete-kent, dat economische activiteiten getoetst worden op de invloed op het milieu. Voorop staat dat milieuvervuiling voorkomen wordt. We willen latere generaties niet met onze rommel opschepen.
Ruimtelijke ordening
We komen terug op die ruimtelijke ordening, die we in hoofdstuk 3 al uitgebreid beschre-ven. GRAS kan het niet genoeg benadruk-ken: we moeten veel beter met de beschik-bare ruimte omgaan! Want een goede ruimte-lijke ordening vormt de basis voor het beschermen van natuur en landschap en bij het voorkomen van vele vormen van milieu-hinder.
Ander beleid
De geloofwaardigheid van het beleid rond de indeling van de gemeentelijke ruimte moet dringend hersteld worden. Het huidige beleid moet, zowel naar aanpak (politiek dienst-betoon, vergunningen en achterpoortbeslis-singen) als naar inhoud (de versnippering van de openbare ruimte) worden omgebogen. Door een strikt vergunningenbeleid kunnen voor het milieu schadelijke inrichtingen en ingrepen worden geweerd. Bijkomende voor-waarden (bouwvergunningen) zorgen ervoor dat agrarische gebouwen beter in het land-schap worden ingepast.
We zijn met ons allen sorteerkampioenen geworden. We goochelen het afval weg in blauwe, groene of grijze zakken. We voelen ons prima als we weten wáár wat precies thuishoort. Alleen, met al dat gegoochel is het afval niet verdwenen. Het gaat op weg, naar een verbrandingsoven of een stort. Of in het beste geval naar een recyclagebedrijf. Maar als we zien welk deel van het afval werkelijk gerecycleerd wordt, dan is dat ontstellend klein.
Weg met die berg!
Nee, sorteren alléén helpt niet. Afval is en blijft een probleem. De beste oplossing is, dat er geen afval ontstaat. We zijn "op weg", maar actie blijft nodig om de afvalberg te voorkomen. Dit slaat zowel op ongesorteerd als gesorteerd afval. De verwerking van groenten-, fruit- en tuinafval (GFT) in com-posteringstallaties is ook niet vrij van nade-len. Denk maar aan de geurhinder voor de omwonenden, het transport en de hoge kosten voor de gemeente. Daarom moet het Gemeentebestuur preventiecampagnes voeren voor elk soort van afval. En bij afvalvoorkoming is het heel belangrijk om consequent en volhardend te blijven.
Composteren
GRAS wil het thuis composteren bevorderen. Dit kan door een (hogere) bijdrage te vragen voor het ophalen van GFT, door het opleiden van nog meer composteermeesters en het verkopen van composteervaten tegen een lage prijs.
Voor appartementsgebouwen kan door de composteermeesters een groepsproject worden opgezet met een zogenaamd composteerpaviljoen. Daarin wordt het gezamenlijk keukenafval samen met wat tuinafval, verwerkt. Verder schenken zij aandacht aan hergebruik van tuinafval. In een evenwichtig aangelegde tuin kan afval als grasmaaisel en takken vaak opnieuw worden gebruikt.
Composteermeesters moeten ook financieel worden aangemoedigd voor hun inzet.
Papier, papier, papier
Andere voorbeelden zijn papier en karton, het verpakkingsmateriaal en het klein gevaarlijk afval. Het spreekt voor zich dat het scheiden van dergelijk afval beter is dan alles maar in die grijze zak te stoppen. Nóg beter is echter, er voor te zorgen dat dergelijk afval niet of nauwelijks ontstaat. Dan hoeft het ook niet te worden verwerkt.
Het Gemeentebestuur moet het initiatief van de Vlaamse overheid ondersteunen om de vloedgolf aan papier te beperken. Ze deelt gratis stickers uit (via het informatieblad) uit aan de inwoners met de vermelding "Geen reclamedrukwerk a.u.b.". Ook is mogelijk "Geen reclamedrukwerk, wel gemeentelijke informatie", waardoor de inwoners toch de informatie van sociaal-culturele verenigingen in Ternat ontvangen.
Minder verpakkingen
Verpakkingen moeten worden beperkt. Dat kan door het verder aanmoedigen van duurzame winkeltassen, het gebruik van flessen met statiegeld, een inventarisatie en bekend maken van winkels met milieuvrien-delijke verpakkingen, het aanmoedigen van duurzame drankverpakkingen in scholen en verenigingen. Zo gebruiken scholen en het Jeugdhuis statiegeldflessen met fruitsap. Het Gemeentebestuur moet zich kritisch opstellen ten opzichte van Fost Plus. Dat is immers een onderneming die de verpakkingsindustrie vertegenwoordigt!
Het hergebruik van goederen voorkomt ook een steeds groter wordende afvalberg. Deelname aan kringloopactiviteiten en het regelmatig organiseren van een rommelmarkt zijn voorbeelden waardoor hergebruik wordt bevorderd.
Zwerfvuil: weg ermee!
Zwerfvuil tast niet alleen het milieu aan, het maakt ook onze omgeving veel minder aan-genaam. Daarom moet het worden vermeden en - als het zich tóch voordoet - zo snel mogelijk worden verwijderd. Weg ermee!
Voor het opruimen van zwerfvuil kan een beroep worden gedaan op de (jeugd)vereni-gingen, die hiervoor een projectsubsidie kan worden toegekend. Deze compenseert de misgelopen inkomsten van de jeugd door het afschaffen van de "papierslag"-acties. In de vakantie worden werkstudenten aangetrok-ken.
Wat dacht u van een blikvanger in de straat?
De gemeente moet op belangrijke plaatsen voor vuilbakken zorgen. Die moeten wél regelmatig worden geleegd. Het College zou volgens GRAS positief moeten reageren op de vraag van enkele inwoners om hen gratis enige zakken ter beschikking te stellen om de afvalbakken in hun woonomgeving zelf te legen.
Om de overlast van zwerfblikjes enigszins te beperken stelt GRAS het plaatsen van "blikvangers" voor. Dit is een werpring die zodanig is opgesteld dat het voor iedereen aantrekkelijk is om er blikjes in te gooien. Echt preventief zal het niet werken, maar zo’n vanger zorgt er in elk geval voor dat het afval geconcentreerd blijft en dus gemakkelijker is te verwijderen.
8.4. Water, het goud van de toekomst
De kwaliteit van het water in onze beken gaat er niet op vooruit. Op alle Ternatse beleids-niveaus moet dan ook blijvend werk gemaakt worden van de zorg om water. Meer dan ooit het geval is geweest. De gemeente heeft een duidelijke bevoegdheid inzake het bewaken van de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Kleinschalige waterzuivering
Door de lintbebouwing en de veelheid aan woonkernen is het vaak veel te duur om alle rioleringen te laten uitkomen in grote water-zuiveringsstations. Daarom pleit GRAS voor een gevarieerde aanpak. Het afvalwater van grote woonkernen kan via grote installaties worden gezuiverd en het afvalwater van kleine woonkernen gaat naar kleinschalige zuiveringen. Kosten en opbrengsten moeten steeds tegen elkaar worden afgewogen.
De kleinschalige zuivering kan het water van een hele wijk, een straat of zelfs van kleinere wooneenheden zuiveren. Een bijkomend voordeel van kleinschalige waterzuivering is dat de inwoners de resultaten zien in hun directe woonomgeving. Beken worden weer beken in plaats van open riolen. Het Gemeentebestuur moet het initiatief nemen om kleinschalige waterzuivering te stimuleren.
Wateroverlast
Het gemeentelijk rioleringsstelsel moet dringend worden herzien. Afvalwater en regenwater moeten gescheiden worden verzameld. Het regenwater moet zo snel mogelijk in de bodem infiltreren. Dit gaat uitdroging tegen en voorkomt tegelijkertijd overstroming.
Bij nieuwbouw en verbouwingen moet de verplichting worden opgenomen om regen-water te hergebruiken. Dit geldt ook voor percelen van minder dan 300 m² of een gevelbreedte van minder dan zes meter. De overloop van de regenwaterputten moet bij voorkeur worden aangesloten op infiltratie-voorzieningen in de tuinen. Bewoners van bestaande bebouwingen moeten met een voldoende hoge subsidie gemotiveerd worden om regenwaterputten aan te leggen. Bestrating bij (her)aanleg van wegen en parkeerterreinen dient zoveel mogelijk met doordringbare materialen uitgevoerd te worden. Als de onderliggende bodem het niet toelaat om regenwater te infiltreren, dan moet dit afgeleid worden naar een nabijgelegen infiltratievoorziening.
Water moet stromen
Niet alleen de riolering is belangrijk, ook natuurlijke overstromingsgebieden, beken en sloten spelen een sleutelrol wanneer het om het voorkomen van overstroming in de woonkernen gaat.
Die beken en sloten moeten dan wél open zijn en het water vlot laten doorstromen. GRAS vindt, dat er regelmatig schouwingen van alle waterlopen moeten zijn. Dit moet regionaal gebeuren, omdat het Ternatse water vaak afvloeit naar andere gemeenten en wij uiteraard ook water "van elders" te slikken krijgen. Wanneer het water niet of onvoldoende doorstroomt moet de eigenaar ervoor zorgen, dat de "blokkade" zo spoedig mogelijk wordt opgeheven.
De gemeente is trouwens verantwoordelijk voor de gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken van haar waterlopen.
GRAS stelt voor, om een studie te laten verrichten naar de mogelijkheid om in Ternat een open grachtenstelsel aan te leggen en de verwaarloosde en verloren gegane beken en beekjes in ere te herstellen.
De vervuiler opsporen
De kwaliteit van het water wordt negatief beïnvloed door het doorsijpelen van veront-reiniging in de bodem. Er moet hoge prioriteit worden gegeven aan het opsporen van potentiële verontreinigingbronnen en sluik-lozingen. Hierna moet de oorzaak worden weggenomen en de eventuele dader(s) streng bestraft worden.
Uiteraard moet verdere verontreiniging voorkomen worden. Dit kan sanering van verontreinigde bodem betekenen.
Het Gemeentebestuur moet ook actie ondernemen tegen allesbranders, sluik-storten, afvalverbranding in tuinen en bij bedrijven. Verder reglementeert zij de geluidsbelasting. Via vergunningen legt het maatregelen op aan bedrijven en uitbaters.
Het Politiereglement moet beter en steeds weer worden bekendgemaakt en de toe-passing ervan worden afgedwongen.
Overigens pleit GRAS voor een algemene bewustmakingscampagne rond alle soorten vervuiling. Dit voorkomt veel problemen.
We gaan niet bepaald zuinig met onze energie om. En de gevolgen daarvan begin-nen langzaam maar zeker tot ons door te dringen. Zure regen en het broeikaseffect zijn geen onbekende begrippen meer. Het bekende gezegde "verbeter de wereld, begin bij jezelf" kunnen we gerust ietsje ruimer zien. Laten we er samen in Ternat aan beginnen! Het Gemeentebestuur heeft hierbij een voor-beeldfunctie. Zij is immers medeverantwoor-delijk voor de verkoop van gas en elektriciteit.
Bedrijven en particulieren die in energie-besparing willen investeren, moeten gesteund worden. De gemeente kan ook voorbeeldprojecten uitwerken, bijvoorbeeld rond zonne-energie en warmte-kracht-koppeling. Zij kan het gebruik van deze alternatieve energiebronnen stimuleren door subsidies te verlenen, bijvoorbeeld voor het plaatsen van zonnepanelen.
Het goede voorbeeld, dus
De gemeente moet een energiebesparend beleid voeren. Vooral rond de openbare verlichting is een nieuwe aanpak nodig. Ternat moet meer energie-zuinige verlichtingsarmaturen en lampen plaatsen. Ook wordt nagegaan welk verlichtingsniveau noodzakelijk is om voldoende veiligheid te garanderen. In veel gevallen kan de open-bare verlichting tussen middernacht en zes uur ‘s ochtends (gedeeltelijk) worden gedoofd. Hiermee pakt Ternat ook meteen het probleem van lichtvervuiling aan.
In gemeentelijke gebouwen kan onderzocht worden op welke manier bespaard wordt op energieverbruik. Zonder op het comfort te moeten inleveren.
8.6. Een ecologisch netwerk
De natuur zit in de verdrukking. Wij dringen haar steeds meer terug in reservaten en vergeten uithoeken. Nergens gaat het zo goed met de natuur als op plekken waar niemand durft te komen. Denk aan gifgron-den, voormalige bouwputten of stortplaatsen. We hebben ook in Ternat haast geen onge-repte gebieden meer.
We moeten de natuur in onze cultuur, in onze directe omgeving en in ons dorp toelaten. En haar de ruimte geven. Wanneer we willen bouwen en wegen aanleggen, moeten we rekening houden met verbindingsroutes van het groen. Het groen moet als het ware door ons dorp en onze infrastructuur worden "gevlochten". GRAS wil ook in Ternat dit groene vlechtwerk vervaardigen.
Ook moet er aandacht zijn voor streekeigen groen en de Ternatse grondsoort. Ecologisch of "natuurlijk" beheer leidt ertoe, dat het groen zich zoveel mogelijk zal versterken. GRAS is voorstander van ecologisch groenbeheer.
Het resultaat van ecologisch beheer is een grotere verscheidenheid aan planten en dieren, oftewel een rijker en mooier groen.
Allerlei voorstellen
De meest duurzame manier om grotere steunpunten voor de vlechtwerk te hebben en dus natuurwaarden te beschermen is de aankoop en het beheer van kwetsbare of bedreigde natuurgebieden. Het Gemeente-bestuur kan hierna deze terreinen in beheer geven aan erkende natuurverenigingen met ervaring in terreinbeheer.
Verder stellen wij voor om subsidie te verlenen voor het aanleggen van kleine landschapselementen. Maar GRAS denkt ook aan een haagplantactie of het verlenen van subsidies voor het aanleggen en onderhouden van knotbomen, hagen en houtkanten of poelen.
GRAS is voorstander van toetreding van de gemeente Ternat tot het Regionaal Land-schap Zenne, Zuun en Zoniën. Ook wil zij de uitvoering van Gewestelijk Natuur Ontwikke-lings Plan.
Heraanplanting
Het kappen van bomen moet aan strenge voorwaarden worden gekoppeld. In de vergunning wordt heraanplanting als voor-waarde gesteld en ook na een (niet al te lange) tijd gecontroleerd. Bij de heraanleg van de Nattestraat moet het Gemeente-bestuur de bestaande beukenhaag respecteren. Deze haag moet als buffer tussen straat en voet-/fietspad blijven bestaan. Er moet een strikt toezicht zijn op naleving van het vegetatiebesluit.
8.7. Wat spuiten we toch allemaal?
Velen gaan in hun tuin zorgvuldig en met respect om met de natuur en oogsten daarmee zowel groenten, bloemen als schoonheid. Diezelfde mensen kijken vaak fronsend naar het enthousiaste spuitgedrag van gemeentelijke diensten, waar ook in Vlaanderen. Het goede voorbeeld is dan vaak ver te zoeken!
Uiteraard is er het milieuconvenant, een overeenkomst tussen de gemeente en de Vlaamse overheid. Het Gemeentebestuur verbindt zich daarin te zorgen voor een beter milieubeleid. Behalve aandacht voor water, afval, grondstoffen en energie is ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen hierin een kernpunt.
Verminderen is de boodschap
Het convenant zet de gemeentebesturen ertoe aan om een kwantitatief en kwalitatief verminderingsprogramma voor bestrijdings-middelen uit te werken. Met andere woorden: niet alleen minder middelen gebruiken, ook minder agressieve. In een door het Gemeentebestuur op te stellen reductieplan moet - onder andere - worden aangegeven welke maatregelen de gemeente neemt en welke alternatieven zij inzet.
Nu blijken vele alternatieven in de praktijk zowel arbeidsintensiever als duurder. Toch moeten we voorkomen, dat al die giftige troep ons grondwater blijft vervuilen!
Leve het (on)kruid!
Dus is het de hoogste tijd voor andere uit-gangspunten. Geen onkruidbestrijding, maar onkruidbeheersing, bijvoorbeeld. Of, nog beter, het begeleiden van kruiden, onder meer door een andere manier van maaien.
Wanneer een terrein niet meer gemaaid wordt, wordt het snel ruig en uiteindelijk zal alles dichtgroeien met houtgewassen. Een ideale plek voor zwerfvuil, ook.
Op voedselrijke gronden, zoals in Ternat, moet de zeis er twee- tot driemaal in.
Het maaitijdstip hangt af van hetgeen men wil dat er groeit en bloeit. Er kan ervoor gekozen worden om bepaalde kruidensoorten te onderdrukken. Dan maaien we midden in de bloeiperiode, zodat er geen zaad gevormd wordt. Ook kunnen bepaalde plekken vroeger gemaaid worden dan andere. Daardoor ont-staat een grotere verscheidenheid aan planten.
Vaste maaitijden
Het is van groot belang om dezelfde plekken of het gehele terrein ieder jaar op hetzelfde tijdstip te maaien. Alleen op die manier ont-staat een min of meer stabiele plantengroei. Het maaisel blijft enkele dagen liggen om te drogen en wordt dan afgevoerd. De dieren eten het graag op en we houden de natuur-lijke kringloop in stand.
Behalve maaien en hooien vraagt deze manier van werken geen bijkomend onderhoud. In de eerste jaren moeten minder fraaie en overwoekerende kruiden als de distel of de brandnetel het beste met de hand ver-wijderd of uitgedund worden.
Maar onkruidverdelgende besproeiingen zijn volstrekt uit den boze!
Natuurlijk moet men er steeds voor zorgen dat op kruispunten voldoende zicht is !
Andere kijk
Even belangrijk is een andere visie op de openbare ruimte. Juist bij het inrichten daarvan moeten we kiezen voor duurzame en fundamentele oplossingen. Want als je de nood aan bestrijdingsmiddelen wilt terug-dringen moet je rekening houden met de oppervlakte aan verharding, met de mate-riaalkeuze, beplanting, nauwkeurige uitvoe-ring en beheer. Een vluchtheuvel met weg-wijzer die nooit betreden wordt, hoeft hele-maal geen klinkers te krijgen. Daar mag best wat groen komen.
8.8. Omscholing naar ander groenbeheer
Creatiever omgaan met de natuur is de bood-schap. En het vervaardigen van een groen vlechtwerk heeft nauwelijks waarde wanneer het groen op de ouderwetse manier wordt onderhouden.
Heel belangrijk is dus het aantrekken en bij-scholen van goed personeel, alsmede de omscholing van de huidige medewerkers van de Groendienst. Die zijn ingesteld op tradi-tioneel groenbeheer. GRAS vindt daarom dat er opleidingen en vorming over alle ecolo-gische aspecten van het groen voor ambte-naren en vrijwilligers beschikbaar moeten zijn.
Het opleiden en motiveren van deze mensen is minstens even dringend als andere bestrij-dingsmiddelen of het minder kappen van bomen.
Het Gemeentebestuur heeft trouwens als opdracht om ook de bevolking te informeren en bewust te maken over aangelegenheden rond natuur en milieu. Dit kan gebeuren via het gemeentelijk informatieblad, campagnes naar scholen en sociaal-culturele vereni-gingen. Natuur- en milieueducatie verdienen een vaste plaats in lesroosters en vormings-programma’s.
8.9. Wat is een degelijk natuur- en milieubeleid?
Voor een degelijk natuur- en milieubeleid moeten een aantal voorwaarden worden vervuld.
Dit alles hoort niet thuis in een Ternat dat het mileubeleid ernstig wil nemen.
9.
We hebben het weer overleefd!9.1. Inleiding
In de afgelopen twintig jaar heeft in het verkeersbeleid een merkwaardige ontwikke-ling plaatsgehad. Stapsgewijs kwam er steeds een nieuw thema bij, zonder dat het vorige aan belang inboette. Dat verklaart, waarom "verkeer" steeds uitgebreider en belangrijker werd.
Zo’n twintig jaar geleden was het belangrijk-ste thema de verkeersveiligheid. Enige tijd later kreeg ook verkeersleefbaarheid een plaats in het beleid. Momenteel groeit de aandacht voor verkeersarmoede, vervoers-ongelijkheid en verkeersagressie. GRAS wil in Ternat een belangrijke rol spelen in deze bewustwording.
9.2. Hoe van A naar B?
Ook het kader waarin het Gemeentebestuur haar verkeers- en mobiliteitsbeleid moet voeren, is grondig veranderd. Nu is er het instrument van het vervoersconvenant. De belangrijkste gevolgen hiervan zijn, dat de gemeente meer gestructureerd te werk moet gaan. Ook worden verkeer en mobiliteit meer dan ooit direct gekoppeld aan andere beleidsdomeinen, zoals ruimtelijke ordening.
Ternat staat voor een moeilijke, maar boeien-de opdracht. GRAS is er klaar voor. Uitgangspunt is, dat iedereen recht heeft op vervoer. In hoofdstuk 6 beschreven we het al: wie zich niet kan verplaatsen valt vaak uit de boot bij maatschappelijke activiteiten. Aan de andere kant moet het te veel aan mobiliteit worden afgebouwd en mag het autoverkeer geen al te dominante plaats innemen.
Leve de auto! Maar ...
Autorijden is geweldig gemakkelijk. Het past bij een individueel georiënteerde samen-leving. Maar er zitten ook veel nadelen aan vast. Op het gebied van de volksgezondheid, door ongelukken, luchtverontreiniging. En van kostbare ruimte, die we vaak nergens anders voor kunnen gebruiken. Nee, GRAS wil de auto niet wèg (we hebben er zelf vaak één), maar willen ook geen beleid constant uitbreiden van wegen, zodat het steeds moeilijker wordt voor andere vormen van vervoer om te concurreren. GRAS kiest in de praktijk voor de zwakkere weggebruiker.
Op weg door Ternat
Er moeten dus alternatieven worden gestimu-leerd. Voor korte verplaatsingen kan te voet gaan (uiteraard over een goed voetpad!) of fietsen (uiteraard over een goed en aantrek-kelijk fietspad) een waardig alternatief zijn voor de autorit.
Een eerste vereiste hiertoe is natuurlijk dat er veilige fiets- en voetpaden zijn. Dat zijn meer dan zomaar aanhangsels aan de weg. Ze moeten goed onderhouden en veilig genoeg zijn, ook voor kinderen. Dit wil zeggen: niet te smal of te dicht tegen de autorijstroken aan. Vaak zijn voet- en fietspaden slechts visueel gescheiden van een weg die ook voor auto-verkeer is bestemd. De stroken voor het autoverkeer zijn vaak zó smal, dat elkaar passerende auto’s toch gebruik moeten maken van voetpad/fietsstrook. Fietsers en wandelaars wanen zich hierdoor ten onrechte veilig.
Gescheiden fietspaden
GRAS vindt, dat voet- en fietspaden geschei-den van het overige verkeer moeten worden aangelegd. Indien dit niet mogelijk is, moet een alternatieve route worden voorzien. Fietsers, voetgangers en auto’s kunnen pas hetzelfde baanvak delen als de toegelaten snelheid maximaal 30 km/uur is en een inhaalverbod geldt.
Bij belangrijke kruispunten zijn er duidelijk aangegeven voorsorteerstroken voor fietsers.
Ook voetgangers zijn volwaardige weggebrui-kers. Dat betekent niet alleen dat het Gemeentebestuur extra aandacht aan de voetpaden moet besteden. Er moet veel méér van de open ruimte worden teruggegeven aan de voetganger. Die moet begeleid worden om de kortste en meest aantrekke-lijke route te volgen. Dit kan door het plaatsen van speciale wegwijzers voor voetgangers. Die zijn verschillend van de borden die voor auto’s bestemd zijn. Het kan ook betekenen dat er speciale voetgangersdoorgangen komen. Voor fietsers vraagt GRAS hetzelfde beleid. Speciale wegwijzers duiden veilige fietsroutes aan. Zowel bij de aanleg van nieuwe verkavelingen als bij bestaande situaties moet worden uitgezocht waar kortere fietsdoorgangen kunnen komen.
De Atlas der Buurtwegen
GRAS hamert al (zeer) lange tijd op het openbaar zijn en onderhouden van de voetwegen in de gemeente. Regelmatig zijn er klachten dat deze wegen worden afgesloten of omgeploegd en onbegaanbaar gemaakt worden. Het Gemeentebestuur moet systematische controles uitoefenen op het respecteren van deze openbare wegen, die staan opgetekend in de Atlas der Buurtwegen (Wet 10 april 1841). In sommige gevallen moet een wijziging van het tracé plaatsvinden. Dan dient de hiervoor noodzakelijke procedure te worden ingezet. GRAS pleit voor de publikatie van een plattegrond van Ternat, waar ook al deze voetwegen duidelijk staan vermeld.
9.4. Fietsen is gezond
De ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel. Dus is een veilig fietspad dat eindigt op een gevaarlijk kruispunt, dat ook niet fietsvriendelijk is, een gevaarlijk fietspad. Ook moet het fietspad in de gemeente er steeds hetzelfde "uitzien". De situatie op de Assesteenweg is bijvoorbeeld uitermate verwarrend. Voor de fietsers hebben we daar een rood gekleurd fietspad met witte randen, een stuk trottoir en een deel waar je wél mag fietsen, maar dat niet als fietspad is afgeba-kend. Het Gemeentebestuur moet de provincie Vlaams-Brabant op deze situatie wijzen en om een meer eenvormige aanleg vragen.
Ternat op de fiets
GRAS wil het gebruik van de fiets in Ternat bevorderen. De gemeente is uitstekend geschikt om te fietsen. Want er zijn niet al te grote hoogteverschillen. Dus pleiten wij voor een netwerk van verkeersveilige, duidelijk gemarkeerde en goed verlichte fietspaden. Ook zijn er voldoende, zo mogelijk bewaakte, stallingsmogelijkheden bij bushaltes, gemeentelijke diensten, wijkcentra en winkels. Bij grote fietsstallingen kunnen enige voorzieningen worden geplaatst, zoals een telefooncel, brievenbus, bewaarplaats voor pakketten.
Het Gemeentebestuur zou aan bedrijven en particulieren fietsklemmen of -rekken kunnen aanbieden tegen een aantrekkelijke prijs. Al deze kleine dingen vergemakkelijken de overstap van auto naar fiets.
Op de fiets naar school
Er was een tijd, nog niet eens zolang geleden, dat bijna alle kinderen met de fiets naar school gingen. Nu vinden vele ouders dit te gevaarlijk en brengen ze de kinderen zelf met de auto naar school. Het Gemeente-bestuur moet alles in het werk stellen om het fietsen weer veilig en aangenaam te maken voor de schoolgaande jeugd. Liefst met medewerking van de ouders! Ten eerste moet de schoolomgeving veilig zijn. Het weren van de auto in de nabijheid van de schoolpoort is hiervan een belangrijk aspect. Ten tweede zijn de belangrijkste fietsassen veilig. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar gevaarlijke kruispunten en smalle straten. Op de drukste momenten is er toezicht op de wegen om het verkeer te begeleiden.
Gezamenlijk fietsen
Het Gemeentebestuur moet meewerken aan een systeem waardoor kinderen en jongeren in groep en onder begeleiding naar school fietsen. De zogenaamde fietspoolen zijn kleine, herkenbare groepjes kinderen met een begeleider. De kinderen uit dezelfde wijk spreken af op een bepaald punt of langs een traject en volgen een afgesproken route naar school. Een ideale manier om de ouders een gerust gevoel te geven en de kinderen een leuke en sportieve start van de dag. De gemeente kan, samen met de buur-gemeenten waarvan kinderen in Ternat naar school gaan, een belangrijke stimulans geven voor het starten van dergelijke projecten.
9.5. Verkeersgedrag
Daarnaast moet er aandacht zijn voor verkeersopvoeding. Zowel op de lagere school als in het humaniora moet er blijvend aandacht zijn voor preventie en bewust-making. Een derde belangrijke doelgroep is de ouders die hun kinderen met de wagen naar school brengen. Zij moeten inzien dat ook zij het verkeer onveilig maken voor de kinderen. Via een aantal acties kunnen Gemeentebestuur en scholen de ouders hiervan bewust maken. Denk aan verkeers-lessen voor ouders, een fietscontrole, een autoloze schooldag.
Jongeren proces-verbaal
De politie zou de jeugd bewust kunnen maken door bij iedere verkeersovertreding een "Jongeren-proces-verbaal" op te maken. Daarin zit een uitnodiging voor een verkeers-vormingsklas. Hierin gaat de politie met de jongeren een gesprek aan op basis van de overtredingen die ze hebben begaan. Iedere jongere kan zijn of haar verhaal doen en de anderen pikken er op in. Het komt er vooral op aan tips en aanbevelingen te geven en samen te zoeken hoe men zich in bepaalde situaties moet gedragen.
Snelheidsbeperkingen
Woonwijken en -kernen zijn er niet om door te racen. Daarom moeten in deze gebieden, waar ook veel voetgangers en fietsers zijn, de straten worden aangepast. Die moeten zó
zijn aangelegd, dat de gemiddelde snelheid niet hoog is en dat er voldoende ruimte is voor fietsers en voetgangers.
We weten dat de kans op ernstige ongevallen snel stijgt bij toenemende snelheid. Er is volgens GRAS dan ook maar één conclusie mogelijk: de snelheid moet omlaag! Dat is zeker het geval ter hoogte van kruispunten en oversteekplaatsen. Daar gebeuren dikwijls ongevallen met fietsers en voetgangers. Waar nodig moet de maximum snelheid worden verlaagd en moet de weg worden aangepast, zodat voertuigen vaart móeten minderen.
GRAS pleit voor duidelijkheid: een standaard van 30 kilometer per uur in de wijken van Ternat, 50 kilometer per uur op de doorgaan-de wegen en maximaal 70 kilometer per uur op de Assesteenweg buiten het bebouwde gebied. Er moeten regelmatige snelheids-controles en waarschuwingssignalen komen. Overtredingen worden streng bestraft.
9.6. Openbaar vervoer
Het komt er op aan, dat het Gemeentebe-stuur goed op de hoogte is wat de nood is van inwoners van Ternat of bezoekers. Want er is niet één formule, die aangeeft welke vorm van openbaar vervoer voor Ternat goed is. Je zou hier, naast vaste lijnen in oost-westelijke en noord-zuidelijke richting, ook een Belbus kunnen introduceren. Verder kan er wellicht vraag zijn naar speciale verbindin-gen in de piekuren, naar evenementen, of seizoensgebonden dienstregelingen.
Mobiliteitsconvenant
Hierna kan het Gemeentebestuur via het mobiliteitsconvenant en in samenwerking met De Lijn kijken welke systemen mogelijk zijn. In ieder geval mogen in Ternat de 65-plussers vanaf 1 oktober 2000 gratis met de bus. GRAS wil ook het vervoer van school-kinderen gratis en het schoolvervoer inpas-sen in het aanbod van De Lijn, zodat ieder-een ervan kan genieten.
Niet alleen de bus, de dienstregeling en het tarief zijn belangrijk. Ook aan de halteplaat-sen moet de nodige aandacht worden besteed. De bushokjes worden netjes onderhouden en zijn voorzien van de nodige informatie. Aan de belangrijkste haltes bevinden zich fietsenstallingen.
De bus van Sint-Katherina-Lombeek naar Asse komt er!
In de Gemeenteraad van februari 2000 stelden GRAS-Gemeenteraadsleden Guido Van Cauwelaert en Geert Sans voor, om contact op te nemen met de openbare vervoersmaatschappij De Lijn. Dit met het oog op het verbeteren van het openbaar vervoer in Ternat. Er zou een bus moeten komen tussen Sint-Katherina-Lombeek en Asse. Hiervoor moest een overeenkomst met De Lijn en de Vlaamse Overheid worden afgesloten, het zogenaamde Mobiliteits-convenant.
De Lijn werkte een plan uit om de mobiliteit in onze streek te verhogen. De maatschappij zou een extra buslijn organiseren op de lijn Aalst - Brussel. Tussen Aalst en Ternat zou een nieuwe reisweg gevolgd worden. Tussen Ternat en Asse zou gereden worden volgens de reisweg van lijn 355 Brussel – Liedekerke.
Er zou dus een betere (meer bussen) verbin-ding komen met Asse en ook Lombeek wordt bediend met het openbaar vervoer!
GRAS stelde reeds in een vorige Gemeente-raad dat hierdoor een deel van het privé-schoolvervoer overbodig zou worden.
De Vlaamse overheid en De Lijn waren
echter slechts bereid te investeren indien ook het Gemeentebestuur zich zou verbinden met betrekking tot de voorrang hebbende rol van het openbaar vervoer op haar grondgebied. En er moest een mobiliteitsconvenant worden afgesloten.
De GRAS-raadsleden stelden voor, dat het Gemeentebestuur zo vlug mogelijk contact zou opnemen met De Lijn en het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Zodat een convenant kon worden afgesloten waarin dit nieuwe openbaar vervoersaanbod zou worden bevestigd.
In de Gemeenteraad van april drongen Van Cauwelaert en Sans nogmaals aan op het afsluiten van het convenant. Ondertussen was immers ook duidelijk geworden dat door de trage reactie van het Gemeentebestuur op het gebied van mobiliteit en het niet afsluiten van een mobiliteitsconvenant de Ternatse 65-plussers pas op 1 oktober 2000 hun gratis abonnement van De Lijn zouden ontvangen.
De meerderheid stemde uiteindelijk in met het voorstel van GRAS. Hiermee wordt het plan van De Lijn voor het instellen van een betere verbinding met Asse, waarbij ook Sint-Katherina-Lombeek bediend wordt met openbaar vervoer, binnenkort uitgevoerd.
9.7. Zware jongens en sluipgasten
Het Gemeentebestuur moet een eerlijk parkeerbeleid voeren. Het is beter het par-keren te beperken in tijd, in ruimte en voor bepaalde doelgroepen. Dit is eerlijker dan een groot aanbod van dure parkings.
Zwaar verkeer
Ook moeten maatregelen worden genomen om het rijden door en langdurig parkeren van vrachtwagens in de woonwijken te vermin-deren. Een vrachtwagen die een heel week-end in een woonwijk staat is niet bevorderlijk voor het aangenaam uitzicht van de wijk. Bovendien is het gevaarlijk als het overzicht vanuit zijstraten wordt belemmerd. De zware wagens belasten het wegdek, de daaronder liggende buizen, stoepranden en ronde punten. In woonstraten moet dan ook een parkeerverbod voor vrachtwagens komen. Het Gemeentebestuur moet dan wél een omheind terrein voorzien waar de eigenaars van de vrachtwagens staanplaatsen voor hun wagens kunnen huren. Dit terrein ligt buiten de woonkernen.
Sluipend door Ternat
Nog te vaak doorkruist doorgaand verkeer de gemeente. De dagelijkse files op de E40 veroorzaken ook in Ternat een voor de inwoners en de gemeente onaanvaardbare belasting. De sluiproute is voor veel auto-mobilisten het alternatief voor de file. Dit steeds groter wordende probleem zal in Ternat bij de wortel moeten worden aan-gepakt. Uit een Nederlandse studie blijkt, dat het risico van ongevallen op sluiproutes acht- tot tienmaal groter is dan op snelwegen. En Ternat zit dan met een deel van de brokken, het werk en de kosten.
Trapezium blockers
Het Gemeentebestuur moet een studie laten uitvoeren naar de haalbaarheid om geduren-de een aantal uren per dag enige straten in een bepaalde richting af te sluiten. Dit voor automobilisten, die geen duidelijk bezoek-adres in Ternat kunnen aantonen. Of naar de zogenaamde trapezium blockers. Deze worden in het wegdek geplaatst en komen tijdens de piekuren in een zodanig tempo daaruit omhoog, dat auto’s er slechts één voor één langs kunnen rijden. De bedoeling is, dat "binnendoor" rijden zó onaantrekkelijk wordt, dat de automobilist maar liever op de E40 in de file blijft staan. In een Nederlandse gemeente daalde het aantal "sluipers" sedert de invoering van de blockers met 60 procent!
9.8. Groot en klein onderhoud
Nu we iedereen in Ternat op weg hebben gezien, is het tijd om te kijken naar de toe-stand van al die wegen, pleinen en paden. Die moeten opnieuw worden ingericht. En dat is hard nodig ook. Niet alleen vanwege onze ideeën over hoe we ons door Ternat gaan verplaatsen, maar vooral omdat ze "op" zijn.
Dat opknappen moet gespreid worden over meerdere jaren. Het is erg veel werk en kost veel geld. We zullen ook alles dat onder het wegdek ligt tegelijkertijd goed moeten bekijken en eventueel aanpassen.
Onderhoud plannen
Het moet volkomen duidelijk zijn wanneer welke straten aan de beurt zijn. Daartoe moet het Gemeentebestuur een meerjarig voort-schrijdend plan opstellen. Anders gezegd, als voorbeeld: we weten nu welke straten in welke volgorde tot 2003 aan de beurt zijn. Als de straten uit 2000 gedaan worden, stel je vast welke in 2004 gedaan worden. En zo ieder jaar weer. Dan weet iedereen waar hij of zij aan toe is. En weet de Gemeenteraad op tijd hoeveel geld ze moet reserveren voor de komende jaren.
Dit alles neemt niet weg dat zo’n plan regel-matig een aan- en opvulling krijgt. Straten die nog niet aan de beurt zijn voor groot onder-houd kunnen we niet zo laten liggen. Door klein onderhoud moeten straten en paden vlak en veilig blijven. Dus is klein onderhoud net zo belangrijk als groot onderhoud.
Bij het opstellen van het plan moet intensief worden samengewerkt met de nutsbedrijven, zodat het opnieuw openbreken van een fraai ogend voetpad voorkomen wordt.
Een graafmachine voor mijn deur!
Het huidig College blijkt geen kampioen in het op een tijdige en duidelijke wijze informeren van de inwoners. Zeker niet wanneer straten worden opengebroken. Het gebeurt vaak onverwacht en een antwoord op de vraag hoe lang alles gaat duren, blijft vaag of zelfs onbeantwoord. In hoofdstuk 2 gaven we rond dit punt al een voorzet. Onderdeel van zo’n meerjarig onderhoudsplan is dan ook een zeer regelmatige infor-matiecampagne naar de bevolking toe. Ruim op voorhand wordt iedereen ingelicht over wat er gaat gebeuren, in welke periode en welke aanvullende maatregelen genomen zijn. De omleidingsroutes zijn ook voor niet-inwoners die Ternat passeren voor honderd procent duidelijk. Ze moeten dagelijks meermaals door de politie worden gecontro-leerd.
10. Waar is de champetter gebleven?
10.1. Inleiding
Het gemoedelijke karakter van Ternat moet behouden blijven. Echter, ook in onze samen-leving stellen we een toename van gevoelens van onveiligheid vast, met name bij ouderen. Om dit probleem aan te pakken acht GRAS samenwerking van alle belanghebbende partijen - inwoners, overheid en bedrijfsleven - noodzakelijk. Het is nodig een samenhan-gend veiligheidsbeleid te hebben. Dat in de samenleving is verankerd. Dat beleid hangt samen met andere beleidsterreinen, zoals alcoholmatiging en ruimtelijke ordening.
Strak en helder beleid
Samenwerking met politie en Rijkswacht rond veilig wonen verdient extra aandacht. GRAS vindt het belangrijk, dat alle partijen hier hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Waar dat nodig is, moet de overheid betrokkenen daarop aanspreken. Structurele, voorkomen-de maatregelen om (gevoelens van) veilig-heid te bevorderen genieten de voorkeur boven symptoombestrijdende, onder-drukkende maatregelen. De overheid schept de juiste voorwaarden om deze veiligheids-zorg gestalte te geven. Dit kan, onder andere, door een strak en helder vergunningenbeleid. Daarnaast mag de "handhaving" niet uit het oog worden verloren.
10.2. Veiligheid, openbare orde en preventie
Veiligheid is een begrip dat vele ladingen dekt. Er zijn verkeersveiligheid, brandveilig-heid, veiligheid in verband met criminaliteit en milieuveiligheid. Veiligheid en onveiligheid zijn termen die dikwijls te pas en te onpas gebruikt worden. Ze worden vaak misbruikt om een sfeer van onbehagen en ongenoegen te creëren. Geweldpleging, inbraken en aan-slagen worden breed uitgesmeerd in de media. Misdaden buiten proportie uitvergroot. We lijken dagelijks enkele malen het slacht-offer van misdaden te zijn. Dit draagt bij tot een groot gevoel van onveiligheid.
Of deze gevoelens terecht of onterecht zijn, is niet eens zo belangrijk. De oorzaak moet worden weggenomen. Die oorzaak kan persoonlijk liggen. Of een meer algemene achtergrond hebben.
Meer blauw op straat?
Gevoelens van onveiligheid hebben te maken met criminaliteit, maar daarmee niet alleen. Ook de manier waarop wij de omgeving beleven en aanvoelen speelt een belangrijke rol. Vervallen gebouwen, slecht onderhouden stoepen, zwerfvuil, verkeersdrukte, rondhan-gende jongeren, graffiti en zelfs hondenpoep zadelen mensen op met een gevoel van on-veiligheid. Met andere woorden: problemen in de wijk en de leefomgeving verdienen even-veel aandacht als criminaliteit. Een veilig-heidsbeleid is méér dan alleen maar zorgen voor "meer blauw op straat". Veiligheid is ook een zaak van verkeer, ruimtelijke ordening, huisvesting, milieu, jeugd en cultuur.
Daarom wil GRAS veel aandacht besteden aan wijkwerking, aan zinvolle activiteiten voor jongeren, propere straten, goede verlichting en veilige wegen naar school.
Zich bedreigd voelen of gewoon bang zijn. Het is een gevoel dat velen kennen. Dat gevoel kan mensen thuis houden. En dat wil GRAS niet.
Preventie
Veiligheid is niet alleen een zaak van de politie. Om alle aspecten die met veiligheid te maken hebben te behandelen moet het Gemeentebestuur de medewerking van specialisten vragen. Uit verschillende domei-nen, zoals ruimtelijke ordening, welzijn, jeugd en onderwijs. Deze mensen vormen dan de Preventieraad. Om het preventiebeleid van de gemeente te coördineren moet een preventieambtenaar worden aangesteld. Deze zal in eerste instantie de bevolking bij-staan bij het voorkomen van misdrijven. Hij of zij speelt ook een belangrijke rol in de informatiedoorstroming naar en de bewust-making van de bevolking.
Politietaken
De politie heeft een klantvriendelijke dienst-verlening. Ze houdt zich uitsluitend met politietaken bezig en is binnen de IPZ (Interregionale Politie Zone) 24 uur per dag bereikbaar. Elke aangifte wordt ernstig genomen. Slachtoffers van gewelddaden moeten met de nodige zorg opgevangen worden en, indien nodig, naar de juiste personen en diensten doorverwezen.
Informatiecampagnes met folders en brochures om autodiefstallen of woning-inbraken te voorkomen maken de bevolking bewust. Met meldingskaarten kunnen in-woners onveilige situaties, gevoelens van onveiligheid of problemen rechtstreeks melden. De politie kan dan snel ingrijpen. De preventieambtenaar inventariseert de problemen per wijk.
De wijkagent(e) moet terug!
Ternat moet wijkagenten inzetten. Deze verplaatsen zich te voet, met de fiets of de motorfiets. Ze zijn de vertrouwenspersoon tussen bevolking en gemeente. De wijk-agent(e) staat dicht bij de mensen, weet wat er leeft in de buurt, kent de problemen. Hij of zij is de aangewezen persoon om klachten over te brengen, te bemiddelen bij buren-ruzies en te zorgen voor de eerste opvang van slachtoffers.
Vrouwen bij de politie
Het personeel van de politie is een afspiege-ling van de maatschappij. Daarom moet er aandacht zijn voor vrouwen bij het Ternatse korps. Tot op heden bestaat het kader vol-ledig uit mannen. De politie speelt een sleutelrol in de opvang van slachtoffers. Zij is de eerste die met deze groep geconfronteerd wordt. Agenten moeten de mogelijkheid krijgen om een opleiding te volgen in slacht-offeropvang. Binnen het politiekantoor wordt een lokaal ingericht waar de slachtoffers op een waar-dige manier en met respect voor hun privacy worden opgevangen.
Buurt-informatie-netwerken
Onder zeer strikte voorwaarden en na een proefperiode kunnen de inwoners betrokken worden bij de strijd tegen de criminaliteit. Dit gebeurt in buurt-informatie-netwerken.
Wanneer er vanuit de bevolking duidelijke signalen komen kan er via een telefoon-netwerk informatie-uitwisseling met de politie plaatsvinden. Hierbij mogen de inwoners het recht niet in eigen handen nemen!
10.3. Sociale veiligheid
Wat is sociale veiligheid? Hieronder verstaan we dat mensen de straat op kunnen zonder zich bedreigd te voelen of met criminaliteit geconfronteerd te worden. Een sociaal veilige omgeving is een omgeving, waar mensen zich veilig voelen en waar weinig of geen criminaliteit plaatsvindt. Bouwen aan een sociaal veilige omgeving is bouwen aan een veilige wijk, is werken aan een goede ruimte-lijke ordening en verkeersveiligheid. Ook veronderstelt het een goede wijkwerking met een vleugje cultuur en een snuifje jongeren-beleid. Het is werk maken van propere stra-ten, een goede verlichting, veilige speel-pleinen en parkjes. En nog zoveel meer.
Sociale veiligheid is bovendien een met andere zaken samengaand beleid. Denk hierbij aan verkeersveiligheid, leefbaarheid, veilige woonomgeving, dorpsvernieuwing en speelpleintjes.
Vele kleine zaken maken één grote
Veel ergernis komt ook voort uit kleine, vaak banale feiten. Het zijn ergernissen die verme-den kunnen worden. Als men dit laat begaan, kan het leiden tot wrevel, afgunst, buren-ruzies en zelfs geweld. Waar mensen samen-leven moeten regels worden nageleefd. In gevallen van overlast heeft het weinig zin dat het gerecht optreedt. Het is in de eerste plaats de gemeente die soepel moet handelen.
Contract tegen overlast
Er moeten administratieve sancties in het Politiereglement worden opgenomen. Zodat de politie vlugger en slagvaardiger kan op-treden tegen allerlei vormen van kleine criminaliteit en overlast. Een idee hierbij is, dat iedere inwoner een kaart krijgt. Daarop staat wat niet kan, hoe zal worden opgetre-den en hoe de sanctie er uit ziet. De inhoud van de kaart wordt rechtlijnig en snel toege-past. Zo ontstaat een gemeentelijk contract tegen overlast. Natuurlijk is er nog altijd de wijkagent(e) om te bemiddelen en, binnen de mate van het mogelijke, kleine ergernissen te voorkomen.
Verslavingsproblematiek
Verslaving, in welke vorm dan ook, maakt mensen afhankelijk en belemmert hen in hun ontplooiing. Niet alleen is verslaafd zijn een probleem voor het betreffende individu, maar de samenleving heeft veel last van de rand-verschijnselen (onder andere diefstal) die verslaving met zich meebrengen. Dit gaat helaas ook op voor Ternat. Voorkomende en hulpverleningsactiviteiten die het verslavings-probleem helpen terugdringen krijgen daarom blijvende steun van GRAS. Er moet een ontmoedigingsbeleid worden gevoerd inzake het plaatsen van gokapparaten. Op de winsten hieruit wordt bij de eigenaar een hoge gemeentelijke belasting geheven.
10.4. De jeugd van tegenwoordig
Jongeren worden dikwijls met de vinger gewezen bij onveiligheid, overlast, lawaai-hinder of straatcriminaliteit. Deze problemen kunnen niet alleen door een repressief optre-den voorkomen worden. Ook moeten de oorzaken aangepakt worden. Jongeren dienen op een zinvolle manier hun vrije tijd in te kunnen vullen. Zij moeten terecht kunnen in - onder meer - jeugdhuizen, op aangepaste speelterreinen, sportaccommodaties en in adequate fuifzalen.
Dit café is ok!
De problematiek van jongerencriminaliteit en jongerengeweld heeft ook te maken met zaken als drug- en alcoholgebruik en school-moeheid. Ook hier is voor het Gemeente-bestuur een belangrijke taak weggelegd. Samen met de scholen, de jeugddienst, het OCMW, de welzijnsorganisaties, de horeca en andere betrokkenen kunnen zinvolle acties worden opgezet.
Preventie begint op jeugdige leeftijd! Het is uitermate belangrijk om hierin de scholen mee te krijgen. Ook binnen de horeca dient drug- en alcoholpreventie gevoerd te worden. Haar medewerking is absoluut nodig, zoals via een "Dit café is oké"- label. De aanpak van de drugproblematiek vraagt ruimere aandacht voor andere problemen, die aan de horeca gerelateerd zijn, zoals lawaaioverlast en alcoholgebruik.
11. Doet iedereen mee?
11.1. Inleiding
Onderwijs is in Ternat een groot goed. We moeten het koesteren. Er mag niet op bezuinigd worden. Onderwijs bevordert gelijke kansen. Die zijn er voor iedereen, ongeacht geslacht, handicap, seksuele geaardheid, etnische afkomst of nationaliteit. Dat er in de wereld om ons heen nog veel onverdraagzaamheid en ongelijkheid heerst wordt dagelijks pijnlijk aangetoond.
11.2. De school
Je bent niet alleen op de wereld. Al heel vroeg in jouw ontwikkeling word je daarvan bewust. Het is de taak van - ondermeer - het onderwijs om kinderen interesses, inzichten en vaardigheden bij te brengen. Hierdoor kunnen zij later beter deelnemen aan de samenleving. Onze scholen spelen daarbij een richtinggevende rol. De gemeente moet de mogelijkheden die zij heeft om iedereen gelijke kansen te bieden op kwalitatief hoogstaand onderwijs maximaal benutten. Alle kinderen moeten hun persoonlijke kwaliteiten kunnen ontplooien.
Samenwerking
Het onderwijs in onze gemeente weerspiegelt de verscheidenheid van de samenleving.
Samenwerking van verschillende beginselen en/of overtuigingen en respect voor ieder’s eigenheid staan hierbij centraal. De verant-woordelijkheid van de gemeente overstijgt de verschillende netten: overleg en samenwer-king tussen de scholen in onze gemeente komt het onderwijs alleen maar ten goede.
Een verdere ontwikkeling van de buiten-schoolse opvang, bijvoorbeeld via "Het Maantje", en het organiseren van verdere ondersteuning van kinderen met leermoeilijk-heden kaderen hierin.
Zone 30
Alle kinderen moeten van dezelfde faciliteiten kunnen genieten, over alle onderwijsnetten heen. Het Gemeentebestuur zorgt ervoor, dat het schoolvervoer gratis is en blijft. Jongeren zouden gratis van openbaar vervoer gebruik moeten maken. Het onderwijs en de onderwijsinstellingen in onze gemeente zijn vlot en veilig bereikbaar voor iedereen. Wij willen dat het Gemeentebestuur initiatieven neemt om zowel schoolomgeving als de belangrijkste routes naar de scholen veiliger te maken. Kinderen die te voet of per fiets naar school gaan moeten extra worden beschermd. Zo denken wij aan het invoeren van een zone 30 in woonkernen en het aanleggen van gescheiden fietspaden naar en van de scholen.
Integratie, het opnemen van iemand in de samenleving, wordt niet alleen op school aangeleerd. Het maakt deel uit van onze dagelijkse omgang met elkaar. Het is mogelijk dat nieuwe inwoners van onze gemeente onze taal niet machtig zijn. Integratie en samenleven gaan samen met de mogelijkheid te hebben om elkaar te begrijpen. En om elkaar te begrijpen moet men met elkaar spreken. Daarom geeft de gemeente voorrang aan de organisatie en ondersteuning van taallessen Nederlands voor anderstaligen. Het Gemeentebestuur kan bijvoorbeeld subsidies uittrekken voor Centra voor Basiseducatie die deze taallessen verzorgen.
Meer dan taal
Maar taallessen zijn niet voldoende. Om volledig aan het maatschappelijke en sociale leven mee te kunnen doen zijn ook andere capaciteiten dan het beheersen van de taal nodig. Sollicitatie- en computercursussen, eenvoudige beroepsopleidingen en opleidin-gen voor startende ondernemers dragen er toe bij dat mensen een plaats op de arbeids-markt kunnen bemachtigen. En deze cursus-sen richten zich tot alle inwoners.
Het ontmoetingscentrum De Ploter en de Bibliotheek spelen hier een belangrijke rol. Zij fungeren dan als integratiecentrum. Een integratieambtenaar kan deze sociale functie coördineren en is eerste aanspreekpunt te zijn voor de bevolking bij integratieproblemen.
11.4. Alsnog een kans
In onze samenleving stellen wij helaas nog altijd vast, dat een aantal mensen in hun jeugd niet de kansen kreeg die ze had moeten krijgen. Al te dikwijls blijven allerlei deuren voor deze groep gesloten. Het isoleert ze in onze samenleving.
GRAS zal opnieuw de nodige impulsen geven om het bestaande centrum voor basiseducatie verder uit te bouwen. In samenwerking met huisartsen, wijkver-pleegkundigen en sociale dienst worden de mensen benaderd die in aanmerking komen voor het project-basiseducatie. De nadruk wordt hierin gelegd op het bijbrengen van sociale vaardigheden, zoals naar de post gaan, het nieuws begrijpen en de weg zoeken in allerhande informatie. Ook Nederlandse taal staat op het programma.
GRAS vindt dit een goede weg naar sociale integratie van kansarmen.
Wij geven het woord emancipatie, het streven naar gelijke rechten voor man en vrouw, een ruime en brede betekenis. In de eerste plaats heeft het betrekking op gelijke rechten voor vrouwen. De gemeente is, als werkgeefster, verantwoordelijk voor haar personeels-formatie. Een gelijke kansenbeleid in de eigen diensten is voor GRAS dan ook een eerste, logische stap naar het wegwerken van discriminatie in de samenleving. Zo kan de verdere uitbouw van kinderopvang voorzien dat de combinatie van arbeid en gezin voor werkende ouders wordt vergemak-kelijkt.
Permanente stuurgroep
Ook kan het Gemeentebestuur, alleen of in samenwerking met anderen, initiatieven ontwikkelen voor de jeugd. Aan de jeugd moet duidelijk gemaakt worden tot welke verschrikkingen haat en discriminatie bij ons en elders hebben geleid.
Om het emancipatiebeleid op een permanen-te wijze te kunnen voeren, evalueren en bijsturen, pleit GRAS voor een gemeentelijke Stuurgroep emancipatie. Die stuurgroep is een permanent overlegorgaan, waarin politici en ambtenaren te vinden zijn. Maar ook vertegenwoordigers van verenigingen die zich met beleid voor gelijke kansen bezig-houden.
Voorbeelden van thema's die worden bespro-ken zijn kinderopvang, sociale veiligheid, huisvesting en verkiezingen.
12. We zijn allemaal een beetje Breughel
12.1. Inleiding
Cultuur is de smeerolie van de samenleving. Het brengt mensen samen en bepaalt de sfeer van het leven. Het is meer dan alleen maar "Schone Kunsten". Het zit verweven in ons hele doen en laten. De leefomgeving, de zorg voor monumenten, landschappen, de kwaliteit van de openbare ruimte, de infor-matievoorziening, feestelijkheden en ont-spanning. Het zijn allemaal uitingen van cul-tuur. Cultuur moet uit de bevolking komen. En alle mensen moeten de kans krijgen om aan culturele gebeurtenissen deel te nemen, van kunst te genieten en zelf creatief bezig te zijn. Om deze cultuurbeleving tot ontplooiing te brengen is een zetje nodig van - in de eerste plaats - de gemeentelijke overheid. De gemeente coördineert, ondersteunt en subsidieert.
Meer Ploters
De eigen straat, buurt of wijk is de eerste plek waar jong en oud elkaar tegenkomen. Waar mensen elkaar opzoeken en samen dingen doen. Het is hier dat de aanzet gegeven wordt om activiteiten op te zetten, zodat mensen zich gaan verenigen. Er moet hierna ook voldoende ruimte zijn tot ontmoeting. Dan gaat het in Ternat niet alleen om OC De Ploter, maar ook om kleinere centra. Die voor iedereen toegankelijk zijn en een ontmoetingsruimte bieden waar cultuur gemaakt en gesmaakt wordt. Waar het gemeenschapsleven wordt versterkt, in een samenwerking van OC De Ploter, sociale organisaties en kunstenaars.
Cultuur speelt zich niet alleen binnen af. Straten en pleinen zijn ontmoetingsplaatsen waar cultuur voor het oprapen ligt. Ook dorpsvernieuwing is een culturele activiteit, die nieuwe impulsen geeft aan de leefbaar-heid en veiligheid van Ternat. Pleinen zijn immers meer dan parkeerplaatsen! Het zijn rustpunten, waar mensen elkaar aanspreken. De straat is een cocktail waar architectuur, beeldende kunst, ontwerptechnieken en natuur tot één geheel versmelten. Daarom wordt meer aandacht besteed aan de aanleg van straten en pleinen. Lantaarns, zitbanken, fonteintjes en bushokjes bepalen het gezicht van de straat. Belangrijke gebeurtenissen of historische figuren uit onze (plaatselijke) geschiedenis worden vereeuwigd in beelden of fonteintjes, die pleinen versieren. Alles wordt in een modern kleedje gestoken. De aangename en mooie omgeving lokt mensen naar buiten.
Voor een mooier straatbeeld
Architectuurwedstrijden voor openbare gebouwen of bouwkundige projecten verhogen de esthetische waarde van de architectuur en de ruimtelijke omgeving. Reclamepanelen, publiciteitsborden en opschriften zijn vormen van visuele vervuiling en moeten worden beperkt. Oude gebouwen zeggen iets over de geschiedenis van Ternat. Het is belangrijk, dat wij ze in goede staat bewaren voor ons nageslacht. Goed verzorgde monumenten dragen óók bij tot een mooier en proper straatbeeld. Bescherming en restauratie moeten leiden tot een spontane herwaardering van de buurt.
Gemeente: zorg voor je (onroerend) goed
Het Gemeentebestuur moet meer initiatieven nemen om waardevolle gebouwen of ruimere gehelen te laten beschermen. Ze neemt het voortouw door de eigen (historische) gebou-wen goed te onderhouden en de leegstand tot het minimum te beperken.
GRAS stelde in hoofdstuk 7.2. de uitbouw van de sociale economie voor. Het onder-houd van haar gebouwen zou het Gemeente-bestuur bijvoorbeeld kunnen overlaten aan een op te richten Jobdienst, waar kansarmen, oudere werklozen en mannen en vrouwen die omgeschoold willen worden, een nieuw vak kunnen leren. Dit initiatief zou eventueel regionaal kunnen zijn.
Podium op straat
Cultuur moet af en toe uit de muren van theater of museum breken. Straten en pleinen zijn gedroomde podiums, waar men een ruim publiek bereikt. Met festivals, straattoneel, wijkfeesten en andere activiteiten brengen we muziek, dans en toneel naar de mensen.
Om Ternat met kunst te laten kennismaken, moeten we dat naar de mensen brengen. Daarom kan de gemeente kunstwerken aankopen en deze in openbare gebouwen ophangen.
12.3. Jong geleerd is ¼
Van kunst leren genieten is niet vanzelfspre-kend. We begrijpen niet altijd wat de kunste-naar bedoelt. Daarom moeten kinderen al in het lager onderwijs kennismaken met kunst. Het gemeentelijk onderwijs moet, samen met de Culturele Raad, de academie en de plaat-selijke verenigingen, culturele activiteiten organiseren. Via het gemeentelijk kunst-onderwijs krijgt iedereen de gelegenheid om zelf creatief bezig te zijn. In samenwerking met de naschoolse kinderopvang krijgen de kinderen in de academie initiatielessen in ondermeer voordracht, schilder- en beeld-houwkunst en notenleer.
Projectsubsidie
Het verenigingsleven is de bron van creativiteit. Door lokalen en materiaal ter beschikking te stellen ondersteunt de gemeente de werking van de verenigingen. Alle verenigingen kunnen rekenen op een basissubsidie. Daarnaast stelt GRAS een projectsubsidie voor. Het gaat hierbij om kwaliteitsvolle culturele initiatieven voor een breed publiek.
Over taal
Taal hoort ook bij cultuur. GRAS stelt voor om inwoners, die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen te helpen.
Gedurende het eerste jaar van hun verblijf in
Vlaanderen moeten anderstaligen intensief worden begeleid op het gebied van beheersing van de Nederlandse taal. Dat betekent actief doorverwijzen naar taalcursussen Nederlands. Maar GRAS pleit ook voor een speciaal hiertoe opgeleide ambtenaar op het gemeentehuis. Die helpt (ook Belgische) inwoners, die niet goed kun-nen lezen, moeite hebben met de ambtelijke taal of het Nederlands nog onvoldoende be-heersen.
Overigens vindt GRAS dat ieder formulier, iedere beslissing of brief in duidelijk, verzorgd en helder Nederlands moet worden opge-steld. Hiertoe stelt het Gemeentebestuur de ambtenaren in de gelegenheid, een cursus te volgen.
12.4. Leve de bieb!
In de openbare bibliotheek gaan cultuur, ontspanning, informatie en educatie samen. Ze draagt bij tot meer cultuur en meer kennis voor alle inwoners.
Publicaties en elektronische informatie zijn niet voor iedereen betaalbaar. De bibliotheek moet deze media kunnen aankopen en ze gratis of tegen een kleine vergoeding ter beschikking stellen van een breed publiek. Hierdoor wordt de vrije toegang en omgang met informatie voorzien voor wie niet kapi-taalkrachtig is.
Leeshoek
Naast de verdere uitbouw van de boeken-collectie en de verzameling cd’s en video’s groeit de bibliotheek uit tot een informatie-centrum, waar jong en oud de kans krijgen om te leren omgaan met de moderne infor-matietechnologie, zoals internet en cd-rom.
In samenwerking met de verenigingen worden lessen georganiseerd. Allerhande informatie over de gemeente is aanwezig, in gedrukte vorm of op de eigen website. Er is een "stille" leeshoek of -zaal. Bij de aanstaan-de nieuwbouw van onze bibliotheek moet met deze elementen rekening worden gehouden.
Het gemeentelijk cultureel centrum levert goed werk. De toneelgezelschappen en muzikale groepen die er optreden trekken volk uit een grote regio rond Ternat. Maar, zo'n centrum draaiende houden kost geld. Gelukkig kan Ternat daarvoor rekenen op steun van de Vlaamse en provinciale over-heid. In de toekomst zullen die subsidies evenwel verminderen. Minister Anciaux wil, dat er meer samenwerking komt tussen de kleinere gemeenten (- 15.000 inwoners) op het gebied van cultuurbeleid en tussen culturele centra, bibliotheken andere culturele instellingen.
Uiteindelijk past het Gemeentebestuur nu ook al jaarlijks een behoorlijk stuk zelf bij. Voor de optredens van gezelschappen 1,5 miljoen frank, 10,5 van de 18,5 miljoen frank aan personeelskosten, 5,5 miljoen frank voor werkingskosten en 5,5 miljoen frank afbeta-ling van investeringen. Die investeringen werden in het verleden spijtig genoeg niet erg oordeelkundig gedaan. En dus betalen "we" nu af voor investeringen die niet renderen. Zo werd er veel geld gepompt in het verbouwen van de cafetaria, die nog altijd zwaar verlies-latend is. Ze is niet erg praktisch bij grote manifestaties en heeft bijvoorbeeld geen zonneterras.
GRAS pleit ervoor dat het geld van de belastingbetaler goed beheerd wordt. We pleitten daarom indertijd voor het behoud van de oorspronkelijke cafetaria, die op week-dagen voldoende groot was. En voor het bijbouwen van een tweede zaal, die verhuurd kon worden voor feestelijkheden en sportief-recreatieve aktiviteiten als tafeltennis en aërobics, waardoor het zijn investering zelf terugbetaalde. De zaal kon dan bij grote optredens gebruikt worden als aanvulling van de cafetaria. Daarbij werd ook een zonneterras voorzien, waardoor De Ploter in de zomerperiode extra klanten kon aantrekken.
Wij vroegen ook herhaaldelijk om een overdekte fietsenstalling, zowel voor De Ploter als voor andere openbare gebouwen.
12.6. De Culturele Raad
Er is in Ternat een Culturele Raad. Dat is een onafhankelijk adviesorgaan van het Gemeentebestuur. De raad bestaat uit vertegenwoordigers van verenigingen en uit de bevolking, kunstenaars en deskundigen. Een belangrijke taak van de Culturele Raad is het maken en bijhouden van een kunst- en cultuuragenda. Punt van zorg bij het samenstellen van zo’n agenda is het voorkomen van overlappingen van (ook regionale) evenementen met dezelfde doelgroep.
13. Sjotten maar!
13.1. Inleiding
Sport is een aangename en gezonde vorm van ontspanning. Het geeft de mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten. Sport heeft ook een belangrijke opvoedkundige taak. Van jongsaf moeten sportieve waarden en sportief spelgedrag worden bijgebracht.
Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen aan sport doen. Daarbij moet iedereen de keuze hebben om zich al dan niet bij een club aan te sluiten. Ook degenen, die zich niet aansluiten moeten over voldoende mogelijkheden kunnen beschikken om te sporten.
13.2. Iedereen aan de start!
Om de inwoners aan te sporen om blijvend aan sport te doen, moet de gemeente de sport onder de aandacht van de bevolking bevolking brengen. In samenwerking met scholen, sportclubs, sportfederaties, Bloso
en andere betrokkenen ontwikkelt de Gemeentelijke Sportdienst eigen program-ma's. Hierbij speelt de Sportdienst bij voorkeur in op takken van sport, die bij de plaatselijke clubs niet of weinig aan bod komen.
Daarbij wordt ook aandacht besteed aan doelgroepen als jongeren, vrouwen, werk->lozen, kansarmen, ouderen en gehandi-capten. Iedereen krijgt de gelegenheid om van zoveel mogelijk sporten te proeven.
De Sportraad
De Sportdienst moet mensen tot sporten aanzetten. Hij treedt op als organisator of coördinator van gemeentelijke of inter-gemeentelijke initiatieven. De dienst wordt bijgestaan door een orgaan, dat wij Sportraad noemen. Deze heeft een adviserende rol bij alle zaken die met sport in onze gemeente te maken hebben.
De Sportraad moet bestaan uit vertegenwoor-digers van in de gemeente actieve clubs. Maar ook uit geïnteresseerde, niet in club-verband georganiseerde sportbeoefenaars en mensen, die aan recreatieve sporten doen.
Ons sportcentrum herwaarderen
Ternat bouwde indertijd een sportcomplex, met zwembad, sportzaal en voetbalvelden. Het oorspronkelijke idee was heel voor-uitstrevend, maar er kan veel worden ver-beterd en aangepast. Wanneer we ervoor kiezen om meer woningen bij elkaar te plaatsen en ook privé met minder ruimte genoegen te nemen, zal dit goedgemaakt moeten worden. Door meer openbare ruimte te benutten waar iedereen gebruik van kan maken.
In dit programma geven we de fiets een kans, de voetganger ook. Dus vragen we overal in Ternat mooie, veilige fiets- en wandelpaden. Maar ook, bijvoorbeeld, een veilig parcours voor degenen, die willen hardlopen. Een pétanquebaan voor hen, die ontspannen het jeu de boules-spel willen beoefenen. Een kleine golfbaan, wellicht.
Waar moet Aikido naartoe?
Het gemeentelijk sportcentrum zou binnen dit alles een centrale rol kunnen spelen.
Vol actie voor degenen, die hun energie eens lekker kwijt willen. Voor kinderen die daar kunnen ravotten, voor volwassenen die zich eens willen uitleven.
Vol rust voor fietsers en wandelaars. Met een, ook overdag geopende, cafetaria, waar je wat kunt drinken of eten, waar je even kunt uitblazen. Met een voor verschillend gebruik bestemde zaal. Daarin worden minder bekende sporten en activiteiten als Aikido, Tai Chi en aerobics beoefend.
De jeugd niet vergeten!
Jongeren zetten niet allemaal even gemakkelijk de stap naar club of jeugdvereniging, Degenen die dit wel doen willen zich ook wel eens ontspannen met hun vrienden uit hun buurt.
Ook voor hen moeten in de verschillende wijken, naast de speelpleintjes voor de allerkleinsten, bijvoorbeeld eenvoudig opgebouwde basket- of volleybalvelden voorzien of opnieuw worden ingericht.
Alle pleinen, velden en terreinen moeten regelmatig worden onderhouden. Er zijn schuilhuisjes.
Verfraaiing en subsidie
De Ternatse sportaccomodatie in het algemeen moet aantrekkelijk worden. Hiertoe moet de oude infrastructuur worden verfraaid en aangepast aan de huidige normen op het gebied van veiligheid, hygiëne, toegankelijk-heid en comfort.
Veilige fietsenstallingen, een goede verlich-ting, opbergkastjes en toezicht, zowel binnen als buiten, geven de bezoekers een veilig gevoel.
De sportaccomodatie hoeft daarom niet altijd duur te zijn. Maar ze moet wél op zoveel mogelijk plaatsen ter beschikking gesteld worden aan de inwoners. Daarom is GRAS voorstander van de aanleg van fiets-, wandel- en joggingroutes en de aanleg van voetbal-weides en sportterreintjes voor jongeren. Gemeentelijke speelpleintjes of parkjes lenen er zich ook toe om regelmatig acties te organiseren.
De gemeentelijke sportinfrastructuur kan, na overleg met de clubs, in de "stille" perioden opengesteld worden voor groepen als ouderen en werklozen. Met de scholen kunnen overeenkomsten worden afgesloten om hun infrastructuur te gebruiken buiten de schooluren.
Een steuntje in de rug
Volgens GRAS kunnen alleen subsidies worden toegekend als daarvoor eerst een duidelijk reglement is aangenomen. Wij pleiten daarbij voor het toekennen van een basissubsidie aan de club en het subsidiëren van belangrijke manifestaties die project-gericht werken. Voor, bijvoorbeeld, jongeren, vrouwen, ouderen, gehandicapten en werk-lozen.
Naast de zuiver financiële subsidiëring hechten wij nog meer belang aan materiële ondersteuning, zoals het ter beschikking stellen van menskracht, een zaal of materiaal.
De gemeente stimuleert opleiding en bijscholing. Kadervorming is één van de hefbomen om te komen tot kwaliteitsvolle sportbeoefening.
14. De wereld achter Klapscheut
14.1. Inleiding
Dagelijks passeren via de E40 tientallen vluchtelingen Ternat. Oeps...! Nu komt die Ver van ’n Bed-show, die in Guinee, Kosovo of "ergens" in Azië plaatsheeft, wel ákelig dicht bij onze voordeur!
Burgeroorlog, overstroming, hongersnood, politieke vervolging. Wanneer de druk in een land te groot wordt, gaan de inwoners op zoek naar een betere toekomst, elders. Dat verschijnsel bestaat al eeuwen. Maar we merkten er nooit veel van. Want er waren geen televisietoestellen, vliegtuigen, con-tainerschepen en vrachtwagens. En de vluchtelingenstromen binnen de ramp-gebieden zijn (nog altijd !) véél groter dan de vlucht naar "ons" Noorden.
Landen die het al moeilijk hebben, worden met zo’n stroom geconfronteerd. En zakken nog dieper de put in. Er ontstaat onvrede, een staatsgreep is zó gepleegd. De vluchte-ling trekt verder. Om te overleven kapt hij bomen en gewassen. Maar ineens vált er niets meer te kappen en te eten. Weer verder, dus. Er ontstaan ziektes, want de vluchteling is zwak en medicijnen zijn er niet. Om hygiëne bekommert hij zich niet. Eten en drinken, dáár gaat het om! Insecten hebben vrij spel, want de bomen zijn gekapt. De vogels, hun natuurlijke vijanden, zijn dus ook weg. Binnen de vluchtelingenkampen ont-staan spanningen. En zo gaat de oneindige kringloop verder. Meestal is de gewone burger het slachtoffer.
14.2. Made in Oezbekistan
Dagelijks zien we het. Wat wij op ons bord krijgen, de kleren die wij aantrekken, de elektrische apparaten die wij gebruiken, het materiaal waarmee wij onze huizen bouwen en inrichten, aardolie in al zijn vormen. Het komt haast allemaal uit de derde wereld. En dan zijn er migranten, illigalen en asiel-zoekers. Er is mensenhandel. Nee, afrit 20 is geen onneembare barrière !
De Vlaming gééft voor de derde wereld. Via acties en overheidssteun is er geld om te helpen. En even doet dat het ook. Tot ...
Verbeter de wereld, begin in Ternat !
Wij zullen echter moeten beseffen, dat de échte oplossing voor dit groeiende probleem bestaat uit een drastische verandering van ónze levenswijze. Uit een herstel van het evenwicht. Wij zullen onze economische groei moeten vervangen door een leven dat is gebaseerd op duurzame ontwikkeling. En dat is niet alleen een milieuvriendelijk leven ! Het is een leven, waarin iedereen een goed bestaan leidt. Wij en de mensen in het Zuiden. Want het rijke Noorden slokt te veel van de energiebronnen van de wereld op. Het produceert vaak nutteloze dingen, maakt gebruik van goedkope - vaak illegale! – arbeidskrachten uit het Zuiden, vervoert ons afval naar ginds en brengt onze vervuilende industrie over. Zou ú niet vluchten ...?
Duurzaam leven
Ons koopgedrag moet veranderen. En onze verspillende en vervuilende productie, de verontreiniging van het milieu, moet stoppen. Onze consumptie stemmen we dan af op de behoeften van de gehele wereldbevolking. Dat wordt dus anders handelen en denken. Om te beginnen in onze huiskamer. En de gemeente heeft hierbij een stimulerende taak.
Een op de gedachten van GRAS gericht beleid betekent dan ook méér dan een "rond-je regularisering". Duurzaam leven moet in onze gemeente blijvend zichtbaar zijn.
Om in Ternat duurzaam leven te bevorderen is een coördinerende ambtenaar nodig. Deze "duurzaamheidsambtenaar" overlegt met de gemeentelijke collega’s hoe men binnen de gemeentelijke diensten (voorbeeldfunctie!) het duurzaam leven uitwerkt. Ook overlegt hij of zij met de verenigingen en staat in voor de bewustmaking van de bevolking.
Een meer bewuste bevolking
Educatie en bewustmaking moeten centraal staan in het gemeentelijk beleid rond de verhoudingen tussen Noord en Zuid. De bevolking moet zich meer bewust worden welke gevolgen haar koop- en productie-gedrag heeft voor het Zuiden. Alle middelen waarover de gemeente beschikt moeten ingezet worden om de bevolking bewust te maken van deze problematiek. Hierbij kan het Gemeentebestuur een beroep doen op de kennis en medewerking van de plaatselijke verenigingen.
Het spreekt vanzelf dat als de gemeente een duurzaam beleid wil invoeren binnen de eigen diensten, de ambtenaren dan hierover de nodige vorming krijgen. Per slot van reke-ning zullen zij het gedachtengoed aan de bevolking moeten uitdragen.
Het gemeentelijk onderwijs moet meer aan-dacht besteden aan mondiale vorming. Door materialen aan te kopen, leerkrachten te informeren, spelkoffers te verdelen, door het opzetten van animatie-activiteiten en het uitwerken van lespakketten worden de scholen vanuit het Gemeentebestuur ondersteund.
Wat dacht u van een project?
Inwoners van Ternat voelen zich meer betrokken bij ontwikkelingsprojecten van de gemeente of van Ternatse organisaties en initiatieven. Ook in de toekomst moet het Gemeentebestuur dergelijke projecten en initiatieven, zoals 11.11.11, blijven ondersteunen. Maar er moet ook strenger op worden toegezien dat de projecten geba-seerd zijn op gelijkwaardigheid en daad-werkelijk bijdragen tot structurele veran-deringen. De projecten moeten de deelname van de armste bevolkingsgroepen aan het beleid versterken. De bevolking ginds moet de kans krijgen zichzelf te organiseren, zodat zij haar stem kan laten horen en haar zeg heeft in de uitwerking van het project en rond de ontwikkeling van de regio.
15. En … wat mag dat kosten?
15.1. Inleiding
GRAS
streeft naar een financieel gezonde en dynamische gemeente. GRAS staat voor een gezond, stabiel financieel beleid. Basis daar-voor is een goede en sluitende meerjaren-begroting.Als de voortekenen ons niet bedriegen start de nieuwe gemeentelijke legislatuur niet in een schitterend financieel klimaat. De komen-de jaren wordt het steeds moeilijker om de financiële eindjes aan elkaar te knopen. De nieuwe gemeentebesturen worden vanaf 1 januari 2001 waarschijnlijk geconfronteerd met sterk dalende inkomsten en sterk ver-hoogde uitgaven, dit vanwege beslissingen van de centrale overheden. Wat de inhoud van dit alles precies zal zijn, is nog koffiedik kijken. Maar, omdat een gewaarschuwd mens ook in Ternat voor twee telt, gaat GRAS dit punt niet uit de weg.
15.2. Nieuw beleid
Om in een situatie van beperkte middelen beleid te voeren kan het nodig zijn om bestaand beleid in te ruilen voor nieuw. Dit kenmerkt zich in de ogen van GRAS door een aantal vaste punten.
14.000 = 14.000
De komende jaren moet het Gemeente-bestuur extra aandacht besteden aan het in evenwicht brengen van haar inkomsten en uitgaven. Daarbij gaat zij er van uit dat het inwoneraantal van Ternat min of meer stabiel blijft. Een vergroting van de doelmatigheid van het gemeentelijk apparaat is ook in de komende periode een belangrijk aandachts-punt. Het "kwaliteitsdenken" moet worden ontwikkeld. Daarvoor is het opstellen van kwaliteitscriteria nodig. Door het stellen van meetbare doelen zullen ook prestaties beter meetbaar zijn.
… privatisering
Door sommigen wordt privatisering gezien als hét wondermiddel tegen te hoge uitgaven. Er wordt veronderstelt dat hogere kosten bij uit-voering door gemeenten het gevolg zijn van betere arbeidsvoorwaarden van ambtenaren, hogere algemene werkingskosten en het minder kostenbewust werken.
Als dit inderdaad zo is, kan aan de laatste twee oorzaken door verzakelijking al veel worden verbeterd. Verder lopen de CAO’s van ambtenaren vaak achter bij die van overige werknemers.
GRAS is tegen privatisering. De voordelen ervan wegen vaak niet op tegen de nadelen. Verlies van arbeidsplaatsen, slechtere rechtspositie voor personeel bij particuliere bedrijven, minder zeggenschap en geen greep op tariefontwikkelingen zijn redenen om niet akkoord te gaan.
Bij privatisering valt vooral een verlies aan democratische controle op. Verder wil niemand verliesgevende taken van de gemeente overnemen, zodat vaak alleen maar de meest aantrekkelijke onderdelen bij het bedrijfsleven terechtkomen.
Een onderneming wil winst maken en dit werkt kostenbesparing tegen. De winst wordt namelijk in de prijs van het product doorbere-kend. Verder beperkt dat hun maatschappij-visie.
De overheid handelt vanuit democratisch vastgestelde uitgangspunten. Privatisering gaat op termijn ten koste van de democra-tische controle. De tarieven kunnen na afloop van een overeengekomen overgangsperiode niet meer of nog slechts moeilijk door de overheid beïnvloed worden.
GRAS vindt gemeenschappelijke regelingen met andere gemeenten een goed alternatief voor privatisering als bezuinigingsmogelijk-heid. Het is daarbij van belang dat de gemeente zelfstandige rechten houdt bij de vaststelling van de begroting en van een regeling. Het werken met een meerjaren-begroting is ook hier van belang om beter inzicht te krijgen in en greep te houden op de ontwikkelingen.
Er moet een kerntakendiscussie komen. Die gaat over de vraag, welke taken het Gemeentebestuur in de samenleving moet vervullen en hoe dit het beste mogelijk is. Een dergelijke discussie houdt het evenwicht tussen een streven naar een gezonde finan-ciële huishouding, het behoud van goede voorzieningen en een verantwoord perso-neelsbeleid.
… subsidies
Efficiënt omgaan met subsidies is óók een mogelijkheid van bezuiniging. Een goed subsidiereglement is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Hierin worden rechten en plichten vermeld die aan beide partijen verdere zeker-heid bieden. Dit voorkomt willekeur. Om nog meer sturing te geven aan subsidies en meer zekerheid te krijgen over de omvang ervan kan men overgaan tot budgettering binnen de eigen organisatie. Net als de gesubsidieerde vereniging krijgen afdelingen van de
Gemeentelijke diensten ook een budget. Daarmee moeten ze het doen. Aan het budget is de voorwaarde gekoppeld wat er voor dat geld geleverd moet worden.
… de gemeentebegroting
Voor GRAS zijn financiën niet meer, maar ook niet minder, dan belangrijke hulpmidde-len om in te zetten om doelen te realiseren. Een begroting hoeft niet persé ieder jaar sluitend te zijn. Als er maar een sluitend meerjarenperspectief is! Bezuinigingen hebben zeker niet tot gevolg dat het voor-zieningenniveau vermindert.
… de ambtenaar
Er moet een evenwicht zijn tussen de gemeente als goed werkgeefster en de gemeente als bewaakster van de overheids-financiën. Bezuinigingen op het personeel hebben vaak negatieve gevolgen. Bijvoorbeeld doordat deze onnodige onzekerheid bij werknemers veroorzaken. Ontslag betekent andere sociale uitkerings-verplichtingen. Daarnaast levert een vaca-turestop of vermindering van arbeidsplaatsen minder werkgelegenheid op voor vrouwen, schoolverlaters en migranten. Plus een verzwaring van de werkdruk voor de achter-blijvers. GRAS blijft echter hameren op een zo efficiënt mogelijke werkwijze. Het stroom-lijnen van arbeid en het krijgen van heldere procedures moeten bevorderd worden. Onnodige bureaucratie, doublures en verspilling van materiaal en tijd moeten worden tegengegaan. Het invoeren van kengetallen is hierbij een hulpmiddel. Dan is vergelijking met andere gemeenten mogelijk. Verder kun je de personeelsformatie bij veranderende werkzaamheden snel aanpassen, zonder dat er - bijvoorbeeld - dure organisatiedeskundigen moeten komen.
Van belang bij bezuinigingen op secundaire arbeidsvoorwaarden is dat de lagere inkomens hiervan niet de dupe worden.
… ogenschijnlijk leuke dingen voor de mensen
Er staan ambitieuze federale plannen op stapel om onze belastingen te hervormen. Eenmaal op koers zou het gaan om vermin-dering van de personenbelasting van onge-veer 130 miljard frank of 10,7% per jaar.
Prachtig allemaal, maar dit alles heeft ook haar invloed op de aanvullende personen-belasting, die de Gemeentebesturen nu heffen. In Ternat is dat 6%. Door de vermin-dering zien de gemeenten hun inkomsten dalen.
Maar, nog geen paniek. Wanneer het Gemeentebestuur een hoger tarief zou hanteren, bijvoorbeeld 7%, levert dit waarschijnlijk evenveel op. Ook zorgt de aan-houdende economische groei voor bijkomende ontvangsten, of een kleinere daling.
In ieder geval is een actieve en duidelijke communicatie nodig tussen Gemeente-bestuur en inwoners. En GRAS zal haar uitgangspunten in de komende discussie steeds bij de hand hebben!
16. Wat nu?
Zo, dat was ‘m, onze wensenlijst. Of het allemaal gaat lukken? In de eerste plaats is het woord, de stem liever, aan u. Daarna nemen wij graag het voortouw. Maar wij hebben geen glazen bol, waar Madame Future van GRAS het wel "even" in zal zien! In Ternat liggen honderden nuttige projecten te wachten. Vernieuwen van dit, starten van dat, verkeersveiligheid, rioleringen, milieu, de jeugd, cultuur en sport, huisvesting. Enzovoort, enzovoort.
In de komende zittingsperiode zal niet alles uit onze wensenlijst worden gerealiseerd. We rekenen in ieder geval op een Gemeente-bestuur dat zichzelf en de bevolking serieus neemt. Dat niet alléén maar "leuke" dingen doet en populaire maatregelen neemt.
Dat betekent - bijvoorbeeld - ook het kweken van een "appeltje voor de dorst", financiële reserves inbouwen voor de onzekerheden, die ook op Ternat afkomen. En geld dat in een spaarvarken wordt gestopt, kun je niet uitgeven….
Zoiets is inderdaad niet gemakkelijk te ver-kopen als uw kelder of winkel onder water staat. Nadat de riolering het regenwater (ja, wéér eens!) niet kon slikken.
Maar leuk en niet leuk horen bij elkaar. Als dag en nacht, warm en koud, vrolijk en triest, meerderheid en oppositie.
Wanneer we dat aanvaarden en van mens tot mens eerlijk en open over "ons" Ternat praten, denken en schrijven lopen we op de goede weg.
Bedankt, dat u ons reisprogramma wilde lezen. Tot 8 oktober!