Op vakantie deel 2

Eindelijk zijn we dan op de plaats van bestemming. Stadtkyll heet het plaatsje waar we deze midweek gaan vertoeven. Voorzichtig  stuur ik de auto behoedzaam tussen alle obstakels door op zoek naar de receptie. Het staat zelfs in het Nederlands aangegeven! Oh, god, en een camping is er ook nog bij. Dan zal het hier wel krioelen van de Sjonnies en Anita`s. Niet dat dat bezwaarlijk is, maar eigenlijk komen we hier een beetje voor de rust.
Bij de receptie stoot ik Alex aan.
“Wakker worden, we zijn er”.
Slaperig kijkt ze me aan, doch slechts een tel later staat haar gezicht weer op “druk, druk, druk.”
Ook achter in de auto hoor ik geluid, jawel, ook de kroost is ontwaakt uit de middagdut. Alex gaat inmiddels naar de receptie om alle benodigde paperassen af te handelen.
“Zijn we nou in Duitsland, papa?”
“Ja jongen, nu zijn we er, kijk maar eens goed rond naar al die hoge bergen.”
Reggie kijkt zijn ogen uit, en ziet van alles wat hem aanstaat. De ohh`s en aah`s zijn talrijk als hij alles opnoemt wat er te zien valt. Een speeltuin, een zwembad, een visvijver met bootjes, nog een speeltuin, je kunt er skelters huren, een winkeltje met allerlei snuisterijen, en ohh, dat is het allerleukste, een midgetgolfbaan.
“Kijk , papa, je kunt hier hockeyen!”
Reggie vergeet steeds het verschil tussen hockeyen en golfen. Ach het is allebei met een stok slaan, dus ik doe geen moeite om hem uit te leggen wat het verschil is.
Alex is terug met de sleutel van ons huisje, en turend op de kaart merkt ze op dat we helemaal boven op de berg moeten zijn.
“Leuk”, mompel ik ingetogen, wetend dat de zorg voor de dagelijks verse broodjes, een vadertaak is. Dat wordt dus elke ochtend een fikse wandeling, bergop en bergaf. Zelfs de auto heeft hoorbaar moeite om de berg op te komen, maar uiteindelijk lukt het.

Het huisje is geweldig. Meteen begint Alex alles uit te pakken en in te richten. Ik weet niet zo goed wat ik er mee aanmoet, en ze raakt daardoor zichtbaar geïrriteerd.
“Wanneer gaan we nou hockeyen, papa?” Ik kan Reggie wel kussen. Hij heeft feilloos door, dat er tussen zijn ouders een spanningsveld opbouwt, en probeert de situatie te redden door zijn vader te vragen iets met hem te gaan doen.
Ik kijk Alex vragend aan.
“Ga maar”, zucht ze, en ik weet niet hoe gauw ik mijn jas aan moet doen om weg te komen.

Eindelijk, eindelijk zijn we beneden aan de berg. Halverwege was Reggie het al moe, en de rest van de berg heb ik hem op mijn nek gehad. Ik ben doodop, doch bij Reggie komt de energie inmiddels weer een beetje terug. Het “hockeyveld” ligt er perfect bij. Ik ga 2 slaghouten halen met dito ballen. Ze hebben zelfs speciale stokken voor kinderen!
Enige uitleg van het spel is nog wel op zijn plaats. Ik probeer Reggie te vertellen wat de bedoeling is. De bal moet in het gaatje geslagen worden, in zo min mogelijk slagen. Hij knikt. Begrepen. Het spel kan beginnen.
Ik doe hem de eerste baan nog voor, en ik red het in 4 slagen, toch een aantal waar menig prof jaloers op zou zijn. Dan is het Reggie`s beurt. Hij legt het balletje op zijn plaats. Ik help hem nog even met de manier waarop hij zijn stok vast moet houden.
Reggie zet aan, slingert met zijn stok en…..maait finaal over de bal, recht in mijn kruis!
Ik grijp tussen mijn benen, mijn adem stokt… oehhhhhh, oehhh, godeverde godver…
Reggie staat er bedremmeld bij. De zin is in een keer over. 5 Minuten heb ik nodig gehad om bij te komen. De juffrouw aan de balie kijkt verbaasd als ik de hele handel zo snel terugbreng.

Ook Alex klinkt verbaasd. Opgeruimd glimlachend vraagt ze, “en, was het leuk?”
Reggie zegt niks.
Als een boer die kiespijn heeft, licht ik haar in. “Ja, hoor, Reggie is best goed, hij heeft gewonnen!”.
(O)pvoeden is (g)een Kunst