Wanneer mag ik eens thuisblijven. Ik word moe van al dat gesjouw.

Jetje heeft zich heel netjes aangekleed. Ze komt op de televisie, zegt ze.

Jetje loopt met mij naar het Patronaat. Ik heb mijn mooiste riempje om. Ik heb er maar een maar dat zeg ik tegen niemand. Mijn kussen wordt in de hoek van het lokaal neergelegd en ik mag  me nergens mee bemoeien. Ik doe mijn best.

De burgemeester geeft Jetje een hand en daarna bijna alle mensen die aanwezig zijn.

Er zijn mensen die mogen praten in een stok en daar worden opnames van gemaakt, legt Jetje mij uit.

Opa mag een heleboel foto's maken. Dit moet wel, anders staat Jetje nergens op. Ze wil pronken met haar kleren die ze zelf gemaakt heeft.

De burgemeester gaat naast Jetje staan. Hier worden opnames gemaakt. 

Ik ga eens kijken hoe dat nu in elkaar steekt.

Ik ren langs Jetje en wil naar de burgemeester kijken. Ik loop er twee keer omheen. De burgemeester wil een stap naar voren zetten en valt languit voor de kamera op zijn neus.

Ik ren verschrikt naar de hoek van het lokaal maar blijf met mijn riem achter de poot van de tafel hangen. Deze krijgt een ruk en daar vliegen de kopjes met koffie in het rond.

Ik blijf rennen, want nu zitten er ik weet niet hoeveel mensen achter mijn aan.

Ik ren de deur uit, terug naar huis. Ik woon gelukkig niet ver van het Patronaat.

De Buurvrouw die de sleutel heeft, laat mij binnen. Verschrikt en op van de zenuwen ga ik naar mijn kamer en leg mij ter rusten.

Nu heeft Jetje de televisie aangezet en zie ik haar. Netjes naast de burgemeester, alsof er niets is gebeurd.

Jetje is er wat trots op dat de burgemeester haar had uitgekozen, om langs haar te gaan staan.

Nu is Jetje er weer een puinhoop van aan het maken. Jetje heeft een doos gepakt, waar allemaal luchtkussentjes in zitten. Jetje pakt een van haar mooiste serviezen en doet die in de doos.

Jammer dit is wel een fijne speelplaats.

Rob komt zich ook bemoeien. Hij wil dat Jetje het heel stevig inpakt. Het pakket moet naar de andere kant van Nederland. Bijna naar waar ik geboren ben.

Jetje heeft dit servies gekocht hier in Sittard en heeft het verkocht aan iemand in Noord-Holland voor vier keer zo veel. Jetje heeft er eerst foto's van gemaakt. Die zet Jetje dan weer op haar computer,(meestal Rob hoor. Jetje weet niet hoe alles werkt).

Jammer toch dat die kasten van de serviezen altijd dicht zijn.

Ik weet wel een kast die niet altijd dicht is. Er zit geen slot op, dus makkelijk open te maken.

Ik ga maar eens kijken. Ja, hoor. Rob heeft de slaapkamerdeur van Jetje open laten staan. Ik kan lekker gaan slapen in de kast. Hier liggen lekkere truien van Jetje in en daar kan je zo lekker een holletje in maken.

Ik klim van plank naar plank en zoek het lekkerste plekje uit.

Uitgerust ga ik maar weer naar beneden, want Jetje rammelt met de trommel waar mijn eten in zit. In twee tellen zit ik langs haar. Rob verschoont de bakken en samen gaan ze naar bed.

Jetje wil iets uit de kast pakken en daar lazert heel de inhoud van de kast naar buiten.

Jetje geeft Kasten Kobus de schuld. Dit is een kaboutertje wat altijd paraat is om kasten leeg te duwen. Ik zie alles, want ik sta te kijken wat er gebeurd. Ik sta altijd voorop en ben er ook meestal sneller dan mijn huisgenoten.

Toch kijkt Jetje met een scheel oog naar mij. Ik draai me om en doe net alsof ik nergens van weet.