|
||||
Het heeft vannacht heerlijk geregend. Ik heb uren naar buiten zitten kijken naar die druppels op de ramen. Jetje heeft vandaag wespenvallen gemaakt.
|
||||
Daar gaat de bel en de melkboer staat aan de deur. Jetje neemt 2 liter melk en 1 liter yoghurt. Met de melk gaat ze zelf pudding koken. Jetje heeft nog van die aardbeienjam in de koelkast die veel te dun is om op brood te smeren. Deze wordt nu als saus gebruikt. De overbuurvrouw wenkt. Jetje zet de yoghurt en de melk even in de gang en gaat weg. De yoghurt zit in twee bekers. Ik krijg hier elke avond een schaaltje mee. Toen ik pas bij Jetje en Rob kwam wonen, had ik nog wel eens last van mijn darmen, maar sinds ik yoghurt eet komt dit zo goed als niet meer voor. Het ruikt wel lekker dat witte spul. Als ik er tegen stoot, zou het dan open gaan? Ik probeer het gewoon. Oeps er is een gaatje in. Ik lik er aan en wat smaakt dit heerlijk. De pot is omgevallen en nu loopt het er een beetje uit. Dit vergemakkelijkt het oplikken wel. Kyara lust ook yoghurt en komt mij helpen. De yoghurt uit de beker smaakt het lekkerst, maar we kunnen er het moeilijkst bij. De beker rolt over de hele vloer in de gang. Ik moet mijn poten aflikken, want die zitten langzamerhand ook onder. Blaan komt ook eens kijken wat wij aan het doen zijn en loopt met haar grote poten door mijn yoghurt. Ik mopper naar haar, maar daar trekt ze zich niets van aan. Blaan ruikt er aan, maar dit heeft ze nog nooit gegeten. Blaan rent de trap op en neer en zo raakt ze de yoghurt ook kwijt, zonder dat ze haar poten aflikt. Kyara en ik proberen de vloer schoon te likken, maar als ik met mijn tong er wat van op lik vliegen er weer druppels naar voren, daar waar nog geen yoghurt gelegen heeft. Wegwezen, want Jetje komt er aan. Zij maakt de deur open en glijdt uit over de yoghurt. Jetje wordt heel kwaad en roept meteen naar mij. Hoe weet zij toch altijd wie het gedaan heeft? Ik vraag mij wel eens af, of zij ogen in haar rug heeft en cameraatjes door heel het huis? Jetje krabbelt nu overeind en ze vindt zich meteen vies. Jetje pakt een emmer en dweil en maakt de gang weer netjes. Ik zal wel geen yoghurt krijgen deze week. Jetje heeft ook andere kleren aangetrokken.
Jetje is nog chagrijnig na die schuiver in de gang. Ze heeft nu wat last van haar rug. Jetje foetert tegen ons alle drie. De trap moet ook nog schoon gemaakt worden. Ik zal het niet meer doen, echt waar niet, mijn poot erop. Jetje heeft ons uit de kamer verbannen. De tafel aan de kant gezet en stof op de grond uitgerold. Hier wordt nu wit papier opgelegd. Wat zou ze nu gaan doen? Jetje gaat naaien denk ik, want dat deed ze ook voor karnaval. Nu word het weer lekker spannend voor ons. Al die restjes stof die op de grond komen te liggen. Ook kan ik weer lekker aan het stof trekken wat onder de tafel uitkomt. Ik moet wel opletten op dat blauwe ding, dat ik niet helemaal nat word. Jetje is een jurk aan het maken voor Brenda. Dit is een heel mooi ding. Brenda zelf vind ik niet zo lief. Zij kan zo stom lachen. Ik heb ze pas een keer gezien. Brenda heeft een huis tuin en keuken kat. Een grijs gestreepte met witte vlekjes. Floderke heet die kat. Hij kan niets meer, dat heeft de dierenarts gedaan, zegt Brenda. Brenda krijgt een baby'tje. Jetje gaat dus een stomme tent voor haar maken. Brenda is veel dikker dan Christa. Jetje heeft zich al afgevraagd, waar zij een baby'tje wil laten als die zwanger durft te worden. Christa heeft maatje 34 en Brenda 46. Jetje heeft nu toch wel een mooi stofje. Hele mooie bloempjes. Jetje zit het nu in elkaar aan het zetten. Morgen komt Brenda hem passen. Ik ben benieuwd. Jetje is helemaal vergeten om een mooie pudding te koken, de kamer is een troep en Rob komt thuis. Rob vind het helemaal niet erg en begint mee op te ruimen. Als Rob de stofzuiger pakt begint Jetje de aardappels te schillen en het vlees op te zetten. Rob krijgt bloemkool en Jetje snijbonen. Jetje maakt er ook nog vlug een soep bij en als toetje eten ze maar yoghurt, en ik krijg niets. Ik krijg die Jetje nog wel hoor. |