hansje klein
- Hansje
klein
-
- Hansje
klein, heel alleen,
- loopt
de wijde wereld in
- stok
en hoed, staan hem goed,
- hij
is volle moed.
- Maar
zijn moeke weent nu zeer
- want
ze heeft geen Hansje meer,
- Hansje
zucht, loopt heel vlug,
- Naar
zijn moeke tīrug
-
- (volkslied
naar H.A. Kamp, 1818.)