de kleppermarsch


1. hoor je wel mijn kleppers gaan?'k heb het toch geleerd.
'k kreeg 't bijna niet gedaan,al maar geprobeerd:
klepperde klep enz.
'k ben zoo blij, dat ik ,
'k ben zoo blij, dat ik ,
'k ben zoo blij, dat ik ze heb---------.
klepperde klep enz.
'k ben zoo blij , dat ik,'k ben zoo blij, dat ik,'k ben zoo blij,dat ik ze heb.

2. moeder vindt het toch zoo'n kruis, 'maakt zoveel kabaal;
al dat leven hier in huis 't is heusch een schandaal.
klepperde klep enz.

3. daarom ga ik maar op straat, met mijn vrindje piet,
heerlijk klepp'ren op de maat,geen heeft dan verdriet.
klepperde klep enz.