Paddentrek

 

Aan het begin van elk voorjaar trekken de padden in drommen naar het water om zich voort te planten. Soms komen ze daarvoor van kilometers ver. Steeds zoeken ze hetzelfde water op. En steeds volgen ze dezelfde weg er naar toe. Snel gaat het niet. Padden zijn trage dieren. Per etmaal — dat is24 uur— leggen ze ongeveer één kilometer af. Zo‘n traagheid is levensgevaarlijk. Voor het oversteken van een weg van 7 meter breed is tien minuten nodig!

Veel padden worden tijdens die oversteek dan ook overreden. De kleine mannetjes zijn meestal het eerst bij het water. Maar ook zie je ze vaak tegelijk aankomen. Het mannetje op de rug van het grotere vrouwtje. Met de voorpoten klemt hij zich krampachtig vast. Ook kikkers en salamanders trekken in het voorjaar naar sloten en plassen. Deze dieren verplaatsen zich veel sneller. Daardoor vallen er bij hen minder slachtoffers door het verkeer.