TITEL:
Het GeheimHet boek bestaat uit 3 delen. Het boek telt 30 genummerde hoofdstukken.
Tussen de 'scenes' staan sterretjes.
Anna Enquist werd geboren in 1945. Ze debuteerde bij de Arbeidspers als dichter. In 1991 verscheen haar eerste dichtenbundel Soldatenliederen die bekroond werd met de C. Buddingh'-prijs. Soladatenliederen werd gevolgd door Jachtscenes in 1993. Deze gedichtenbundel werd bekroond met de Lucy-prijs en de C.W. Van der Hoogt-prijs. Een jaar daarna verscheen haar derde bundel Een nieuw afscheid. In 1994 schreef ze haar eerste roman, Het Meesterstuk, wat bekroond werd met de Debuutprijs. In 1996 keerde ze terug met de gedichtenbundel Klaarlichte dag. In 1996 verscheen Een avond in mei, wat de tekst is van de officiele herdenkins-toespraak in de Nieuwe Kerk van Amsterdam, geschreven en op 4 mei 1996 uitgesproken op verzoek van het Nationaal Comite 4 en 5 mei. In 1997 verscheen haar tweede roman Het geheim. Dit boek belooft ook een goed succes te worden, want in een maand is het wel drie keer herdrukt.
Anna Enquist combineert haar schrijverschap met werkzaamheden als psychoanalytica.
Het geheim; het geheim is dat Wanda de dochter is van Max de Leon, en niet van Egbert Wiericke
Het geheim speelt zich af in het plaatsje Monster, in de Pyereneeen en in Londen.
Deel 1 speelt zich af in: 1997
1935-1945
Deel 2 speelt zich af in: 1997
1950-1960
Deel 3 speelt zich af in: 1997
1960-1970
De vleugel hing als een aangebrande karbonade tegen de witte bergen in de lucht. De gele hijskraan kwam boven het huis uit. De verhuizers waren met z'n drieen. Heel langzaam werd de vleugel richting balkon getild. De balkondeuren gingen open en een van de verhuizers liep richting vleugel. Toen de vleugel op het balkon stond reden de verhuizers de vleugel naar binnen. Buiten stonden kinderen te juichen.
Ondersteboven hangt het kind in de lucht, boven de gespreide benen van de moeder. Dan begint het te huilen. De verpleegster pakt het kind en wast het en doet het in een flanellen lap. Ze legt het in de armen van de moeder, die Emma Wiericke heet. De zuster haalt Egbert Wiericke, die buiten op de gang heeft lopen ijsberen. Als Egbert binnenkomt zegt Emma tegen hem dat ze het kind Wanda moeten noemen, maar Egbert zegt niks: hij is sprakeloos. Langzaam loopt hij naar zijn vrouw, kust haar en vraagt hoe het gaat.
Egbert veegt zijn bril schoon als zijn dochter drinkt en gaat de kamer uit.
Bouw Kraggenburg was doodop. Hij had alleen maar vergadert. Hij wilde zo snel mogelijk naar huis. Naar Voorschoten.
Hij opende de voordeur, liep door de kokende kamer en opende de terrasdeur. Hij schonk een glas whiskey in en pakte de krant.
Twee weken alleen thuis. Vroeger zou dat makkelijk gegaan zijn. Hij kon zijn dagen makkelijk vol maken. Nu hij over de 60 was ging dat niet zo makkelijk meer. En zijn Johanna werkte alsof haar leven ervan af hing. Ze vertegenwoordigde een groot psychofarmaceutisch bedrijf. Ze was voor twee weken naar Stockholm en Kopenhagen.
Er was geen wind. Hij pakte de krant en begon te lezen. Binnenland. Buitenland. Kunst. Uitgaanstips. Sport. Muziektips. Hij begon te lezen. Het stuk heette 'Hoogtepunt van de Nederlandse Pianistiek op CD vastgelegd'. Het ging over een aantal pianisten waaronder Wanda Wiericke.
Zijn Wanda? Bouw was even de kluts kwijt. Nee, zei hij tegen zichzelf, ik moet me niet met het leven van m'n ex bemoeien. Hij dacht dat ze in Amerika zat. Morgen zal ik haar impressario bellen, zei hij tegen zichzelf.
Stina dweilt de hal. Wanda ligt naast haar op de grond. Als Stina klaar is mag Wanda bij haar op de rug zitten. Daarna drinken ze voordat Mama weggaat nog gezellig met z'n drieen een kopje thee.
Als haar moeder weg is hoort ze dat Stina de deur opendoet. Ze zegt tegen iemand dat ze alleen met de kleine is. Een man met een pet op en een ding in zijn handen komt binnen. Stina zegt dat hij Koos heet en dat hij een mondharmonica heet.
Voordat papa thuiskomt eet Wanda met Stina in de keuken. Ze zegt dat ze papa en mama niets over Koos moet vertellen. Het is hun geheimpje.
's Avonds hebben papa en mama ruzie. Papa vindt dat mama op haar concert, ze is operette-ster, geen Duitse liedjes mag zingen.
Het is zomer. Wanda en mama zijn naar een huis gebracht in Monster. Soms komt papa. Die avond, pappa komt pas over drie dagen, doet haar moeder make-up op. Ze stopt Wanda in bed, en Wanda slaapt meteen.
's Nachts wordt Wanda wakker. Ze roep haar moeder: geen antwoord. Ze gaat haar bed uit en doorzoekt het huis. Nergens. Dan loopt ze het terras op richting de boulevard. Nergens. Dan gaat ze maar op de stoeprand zitten. Opeens komt mama naast haar zitten. Ze huilt. Dan kan Wanda haar plas niet meer inhouden en er stroomt een klein beekje tussen haar benen. Mama pakt Wanda op en ze lopen richting huis.
De verhuizers hadden de poten onder de vleugel gezet en vroegen Wanda waar ze de vleugel in de kamer wilde hebben. Ze wees naar het kleed voor de balkondeuren en liep naar beneden om koffie te maken. Toen de verhuizers de koffie op hadden gaf ze ze een hand en ze was weer alleen.
Ze snapte nog steeds niet dat ze een vleugel had aangeschaft. Zoveel geld. En dan volgende week een pianostemmer. Alsof ze zou kunnen spelen met haar kromme handen en scheve rug. Ze keek naar de piano. Haar polsen en duimen deden pijn. Ze liep langs de vleugel en opende de balkondeuren.
Ze zitten op het balkon. De eerste rij. Egbert en Wanda gaan zitten. Niks naar beneden laten vallen, zegt papa tegen haar. Op het podium ziet ze meneer de Leon. Hij komt twee keer naar hun huis om met haar moeder te oefenen. Het licht gaat uit en het gordijn gaat open. Het stuk gaat over een kapper in Spanje. Mama is een meisje dat door een oude man wordt bewaakt. Er is iemand verliefd op haar, maar zij is verliefd op een ander. Het interesseert Wanda niets, ze zit onbeweeglijk op haar pluchen stoeltje. Als het doek dichtgaat en het weer lichter wordt staan ze op. Het is bedtijd, zegt papa. Wanda protesteert nog dat het pas pauze is, maar ze moet mee.
Wanda vraagt of ze van tafel mag. Ze wil oefenen. Het mag en ze kruipt van tafel en dwarrelt naar de vleugel. Ze doet eerst wat vingeroefeningen en begint dan te spelen. Haar vader en moeder zitten fluisterend te praten.
Als Wanda stopt zeggen haar ouders tegen haar dat ze naar school moet en dan na school pianoles moet gaan volgen. Maar niet meer met haar moeder als lerares, want volgend jaar heeft zij wat anders te doen: ze is in verwachting. Wanda weet al van wie: meneer De Leon.
Emma en Wanda lopen richting het huis van meneer De Leon. Ze oefenen wat walsen en Wanda krijgt huiswerk op. Ze spreken af om twee keer in de week les te krijgen.
Bouw heeft het impresariaat gebeld. Keizer & Quint heet het. De telefoniste weet niets over Wanda. Keizer is al dood en Quint werkt niet meer. De nieuwe directeur Fred Schelling, een oude kennis van Bouw, is momenteel met vakantie. Bouw bedankt en hangt op.
Bouw komt erachter waar Fred met vakantie is en belt hem op. Deze weet dat Wanda, na de dood van haar moeder, haar tournee door Italie had afgezegd. Volgens hem had ze nu een huis ergens in de Pyreneeen. Fred zou de platenmaatschappij wel even bellen die die CD hadden gemaakt die pas uit was gekomen.
Bouw cancelde zijn vlucht naar San Sebastiaan, hij pakte zijn spullen en belde Johanna, die in een Zweeds ziekenhuis was. Hij zou alvast naar San Sebastiaan gaan. Hij zou wat aan de kust rondkijken. Hij vertelde er niet bij dat hij door de Pyreneeen naar Wanda zou gaan zoeken.
Hij reed in een stuk naar Parijs, nam daar een hotelletje en viel als een blok in slaap.
Wanda was inmiddels zes geworden, kon lezen en schrijven, fietsen en bijna zwemmen. Als de grachten dichtgevroren zijn, gaat Wanda leren schaatsen. Met Stina gaat ze naar de Singel. Ik ga nooit vallen, zegt Wanda tegen zichzelf, en inderdaad: ze is geen enkele keer gevallen.
Dokter Tromp is gekomen. Hij schudt haar vader de hand. Samen gaan ze naar de slaapkamer. Daar ligt mama. De dokter komt na enkele minuten al naar beneden. Hij belt de ambulance. Het is een dwarsligger.
De ziekenauto komt snel. Ik kom gauw, zegt mama tegen Wanda, met de baby. 's Avonds blijft Stina slapen, papa is nog in het ziekenhuis.
In bed vraagt Wanda Stina wat een keizersnee is. Stina legt het uit.
De baby heet Frank. Mama ligt de hele tijd in bed, want mama kan nog helemaal niets. De baby groeit niet, omdat hij niet drinkt. Hij weet niet hoe dat moet. Hij kan niet zuigen. Egbert vind het allemaal wel meevallen, maar Emma is ongerust.
Dokter Tromp komt weer. Hij zegt dat ze over zijn lippen moeten wrijven. Hij zegt nog veel meer. Hij zit met Emma en Egbert in de studeerkamer en praten wel een uur. Als Wanda in bed ligt komt Emma haar instoppen. Ze vertelt dat Frank een mongool is. Op een dag in mei, als Wanda net zeven is, wordt het oorlog. De Duitser komen overal en Rotterdam saat in brand. Papa komt 's avonds laat thuis. We hebben ons overgegeven, nu gelden de wetten van de Duitsers, zegt hij. Tijdens het avondeten zegt papa dat ze Frank niet naar een ziekenhuis of inrichting brengen.
Tijdens de muziekles vindt Wanda het moeilijk om Bach en Schumann te spelen: dat waren Duitsers. Meneer De Leon vindt het onzin. Hij vertelt ook waarom papa Frank thuis wil houden: Hitler wil ze doden.
's Avonds gaat mama weg. Frank ligt te huilen op de bank. Egbert krijgt hem niet stil. Als Wanda piano gaat spelen wordt hij stil.
Wanda spreekt af te gaan beginnen met piano spelen. Iedere dag een dik halfuur techniek. Ook als het niet gaat.
Stina gaat weg. Ze heeft ouders die haar kunnen voeden op het platteland. Hier is te weinig eten, zegt papa. Daar in Ommen is genoeg.
's Avonds aan het eten zegt papa dat Wanda nooit iemand mee naar huis mag nemen en dat ze nooit mag zeggen hoe het met haar broertje is.
Een paar dagen later komt dokter Tromp weer. Frank is ziek. Hij heeft longontsteking.
Een paar dagen later komt Egbert vertellen dat een paar collega's van hem zijn opgepakt. Hij wil ontslag nemen.
Frank wordt ouder, maar kan nog niet lopen. Wat hij wel graag doet is 'bonzen'. Hij schuift naar de muur en knalt met zijn hoofd tegen de muur. Bij het huis van meneer De Leon is het naambordje eraf gehaald. Ze krijgt van hem twee boeken: een van Mozart en een van Haydn.
Een aantal dagen later loopt Wanda weer naar meneer De Leon en dan merkt ze dat alle deuren dicht zijn. Opeens hoort ze op de binnenplaats laarzen. Laarzen van soldaten. Ze rent zo snel mogelijk naar huis.
De volgende dag gaat Emma op de fiets naar Ida.
Als mama terug is bedenken Emma en Egbert een vluchtplan voor meneer De Leon die nu zelfs geen gele ster meer durft te dragen. Ze hebben bij Ida plaats kunnen vinden.
Als Wanda de volgende dag naar pianoles gaat heeft ze in haar boek de brief zitten. De brief die haar leraar moet redden. Als ze bij zijn huis aankomt ziet ze dat het er druk is. De weg is afgesloten voor gewoon verkeer. Dan ziet ze meneer De Leon. Hij wordt vastgehouden door Duitse soldaten. Hij draagt geen ster. Hij ziet Wanda ook, maar kijkt over haar heen, hij kijkt door haar heen alsof ze niet weet wie ze is.
Voorbij Fontainebleua besloot Bouw de snelweg te verlaten. Hij reed over de provinciale weg naar Abi. Daar nam hij een hotel in de buurt van de kathedraal Sainte-Cecile.
Ze is bij Stina. Ze gaan vandaag zwemmen. Ze hebben geen badpak, maar niemand kan ze zien. Stina is wat dikker geworden. Het is nog vroeg als de vader van Stina haar op het station van Ommen afzet.
Emma doet open. Ze is blij dat ze er weer is. 's Avonds begint het al: ze moet beginnen met schooltaken. Ze doet sommen en spellingsoefeningen, want volgend jaar zal ze naar het gymnasium gaan en daarvoor moet ze een toelatingsexamen doen. Frank moet ook een soort examen doen, maar dan voor een groot landhuis speciaal voor mongolen. Wanda zwaait ze na. Alleen. Rust. Ze gaat achter haar piano zitten. De hele middag speelt ze.
Er komt nieuw behang en het bed van Frank, dat in de kamer stond, wordt afgebroken. Frank is toegelaten. Wanda kan nu weer vriendinnen meenemen dus komt Gonnie vaak bij hen eten. In bed zegt Emma tegen Wanda dat ze maar weer eens wat les moest gaan nemen. Emma zocht wel naar een leraar.
Wanda is toegelaten tot het gymnasium. Na de zomervakantie mag ze er heen. Egbert vindt dat ze nu ze zo groot wordt een horloge mag uitzoeken, maar dat wil Wanda niet.
De volgende dag komt Egbert met een groot pak. Er zitten muziekboeken in. Wanda straalt. Ze is er erg blij mee.
Ze vindt het fijn op het gymnasium. Ieder uur een andere leraar; ze verveeld zich nooit. Geschiedenis vindt ze het leukst. Een dag voor de bevrijding zegt haar geschiedenisleraar dat ze hun boeken dicht kunnen houden en dat hij wat over de oorlog gaat vertellen.
's Middags rent ze als een bezetene naar huis. Gonnie kan haar niet bijhouden. Thuisgekomen gaat ze op de bank zitten en ze huilt. Emma komt naast haar zitten en vraagt wat er is. Wanda vertelt dat ze weet wat er met de joden (en dus meneer De Leon) gebeurd is. Ze kan het niet geloven. Op transport naar Auschwitz.
Na de les blijft ze wat in het geschiedenislokaal hangen. Ze vraagt aan haar leraar of het echt waar is. Ja, zei hij. Wanda vraagt hem of ontsnappen mogelijk was als je op de trein gezet was. Nee, zei hij.
Die dag daarna komt de buurvrouw van meneer De Leon, mevrouw Kooi langs en zegt tegen Wanda dat ze dozen en koffers vol heeft met muziekboeken. Dit moest zij haar geven als hij niet zou terugkeren.
Wanda gaat met de broer van Gonnie, Peter, naar het schoolfeest. Gonnie heeft ook een vriend die Sjoerd heet.
Emma heeft een lerares gevonden. Ze komt net uit Amerika en heet mevrouw Bella Heidelberg.Wanda moet voorspelen. Ze speelt netjes wat er in het boek staat. Heidelberg vindt dat ze 'like shit' speelt. Ze moet spelen wat er in haar hoofd omgaat. Dat vindt Heidelberg wel mooi. Wanda kan gaan.
Emma en Egbert gaan iedere zaterdag naar Frank, maar Wanda wil niet meer mee. Ze verzint iedere keer een andere smoes. Piano-zus, piano-zo. Haar vader en moeder zijn boos: alleen maar spelen. Joyce studeert viool bij meneer Heidelberg. Zij is derdejaars. Lucas speelt cello en is al geslaagd. Toen de pianist van het trio ermee ophield had mevrouw Heidelberg Wanda naar voren geschoven.
Joyce heeft een aanmeldingsformulier meegenomen. Ze moet alleen een handtekening van haar vader hebben. Hij wil hem niet geven, dus moet ze hem namaken. Ze gaat met de trein, terwijl ze eigenlijk op school moet zitten naar Den Haag. Op de Beestenmarkt staat het Conservatorium voor muziek. In de kantine ziet ze Lucas.
Wanda was blij dat ze een goede auto had. Ze deed boodschappen in de kleine supermarkt en reed door de nauwe straatjes en steegjes van het dorp. Ze reed naar het badhuis en ging naar binnen.
's Avonds ligt ze samen met Lucas Lansingh in bed. Ze waren samen gisteren het laatste punt van de voorspeelavond. Ze staat zachtjes op; wil hem niet wakker maken. Ze gaat onder de douche staan. Als ze terugkomt is hij weg. Ze vertrekt naar haar ouders. 's Avonds eten ze met z'n drieen. Emma vertelt haar dat Egbert ziek is. Hij heeft iets met z'n keel. Volgende week gaan ze naar een specialist.
In het ziekenhuis ondergaat hij een behandeling en hij eet weer en ook zijn stem heeft wat meer toon gekregen.
Na zijn examen richt Lucas zich op de directieopleiding. Hij oefent voor de spiegel. Lucas en Wanda worden steeds intiemer. In het Mozartjaar gaat hij het feestprogramma dirigeren. Wanda is de solist. Op de dag van de voorstelling is Wanda zenuwachtig. Vooral vlak voor haar optreden. Na de pauze gaat het orkest spelen. Emma en Egbert komen binnen. Er wordt gestemd. Tijdens het stuk was het doodstil in de zaal. Na het slotakkoord blijft Wanda even verdoofd zitten. Tijdens het applaus had ze gezien dat Egbert een hoestbui had gehad. Emma gaf hem een zakdoek en ze schuifelden weer naar buiten.
Biermans, een goede vriend en leraar van Wanda complimenteert haar. Na de voor-stelling staan Wanda en Lucas hand in hand en ze weet: vannacht blijft hij bij mij.
Hij had kanker. Zijn keel wordt dichtgedrukt door een groeiend gezwel. Egbert heeft koorts. Wanda weet niet goed wat ze moet doen. Ze roept de zuster erbij. Deze geeft Egbert een stuk papier waar hij op moet schrijven wat hij wil. Hij schrijft de letter W op. De W van Wanda! Walging, Weerzien, Woedend, Waardeloos. Als haar moeder binnenkomt weet deze waar de W op slaat. Op meneer De Winter. Egbert en deze man hadden een afspraak. De Winter zou zorgen voor medicijnen zodat Egbert zou inslapen. Wanda moet voor de radio spelen.
Egbert is dood.
Ze heeft ruzie met de dirigent, Gilles. Ze vindt dat hij de contekst van het stuk niet serieus neemt. Tsjak en Lucas staan achter hem.
Ze gaat haar moeder bezoeken. Zij is weer begonnen met zingen. Ze bloost als ze het over haar tegenspeler heeft. Na het ontbijt gaat ze door de polder wandelen. Als Wanda terug is en even gaat spelen, hoort ze haar moeder vanuit de keuken meezingen. Dan gaat de bel. Ene Guido de Bock staat voor de deur. Hij is de tegenspeler en hij is Belg. Samen met Emma gaat Guido oefenen. Wanda vertrekt en gaat naar het station.
Als ze de volgende morgen wakker wordt heeft ze koorts. Ze belt Joyce en die komt boodschappen voor haar doen. Als Joyce haar huisarts laat komen concludeert deze dat ze longontsteking heeft en schrijft haar een penicillinekuur voor.
Ze praat met Joyce over Biermans. Hij behandelt haar als een kind.
Joyce is zwanger en komt steeds minder bij Wanda langs. Ook begint ze weer langzaam met opbouwen. Iedere daag een half uurtje. Haar rug is nog erg zwak.
Ze gaat naar Frank. Ze neemt de bus. Voor het witte paleis 'De Reehof' stopt de bus en ze stapt uit. Ze loopt naar binnen en ziet een piano staan. Ze gaat zitten en speelt. Frank komt binnenlopen met zijn dokter naast hem. Hij gaat zitten en brabbelt vreemde geluiden.
Bouw reed van Albi richting Foix.
De dokter vertelde Wanda dat Frank een driedubbel pechkind was. Hij had het Downs syndroom, maar ook een hersenbeschadiging door een moeizame geboorte een een daaropvolgende jarenlange ondervoeding. Geen 'zonnetje-in-huis' maar een stuurse jongen. Die zich niet liet verzorgen. Bouw werkte hier vroeger ook. Hij had De Reehof verandert in wat het nu was. Dat iedereen een eigen leerprogramma had, dat was er al, maar Bouw had de kleuren van de muren veranderd. Van zachte aangename kleuren naar wit. Geen radio meer. Geen vrolijke tekeningen op de muur. Het had iedereen geholpen; behalve Frank.
Bouw reed bij Pamiers. Het land was groen geworden en het was al wat heuvelachtig. Hij naderde de Pyreneeen. In Foix stopte hij om wat te eten. Bij Ax-les-Thermes lag er al sneeuw op de bergen.
Wanda vroeg giechelend hoe Bouw aan zijn naam was gekomen. Hij vertelde dat zijn moeder iets had met het Belgische koningshuis. Na het bezoek aan Frank was Bouw met haar meegelopen. In het restaurant hadden ze samen gegeten. Ze kwam steeds vaker bij Bouw over de vloer. De tweede keer had hij zelfs een vleugel gehuurd. Ze had gebloosd. Hij had haar ook een sleutel gegeven. Dan kon zij bij hem thuis ook studeren.
Toen ze haar solistendiploma met onderscheiding had gehaald, ging ze studeren om een beurs te krijgen voor studie in het buitenland. Op een zaterdagmorgen had ze hem. Ze moest zich alleen nog aan een jury presenteren. Na de presentatie is het huis verandert. Er staan glazen en flessen, borden. Er komen gasten. Gonnie en haar broer Peter, die verlegen zijn vrouw aan Wanda presenteert, Emma en Guido, Biermans, Lucas, Tsjak, Joyce met haar dikke buik en nog wat andere medeleerlingen. Later op de avond komt het echtpaar Heidelberg.
Er komen brieven uit Londen. Meneer Curzon verwacht haar eind augustus. Met andere prijswinnaars wordt ze geacht een trio te vormen. Ze zet haar handtekening onder het contract.
Joyce is bevallen van een gezonde dochter.
Dan vertrekt ze. Ze pakt haar koffers en geeft Bouw een zoen.
In Londen oefent ze met de cellist uit Zwitserland. De andere winnaar is een Spaanse violist. Dan komt Bouw. Ze verblijven in een hotel omdat haar kamer te klein is.
Terwijl ze sliep was de reumatiek weer teruggekomen. Al haar botten deden haar pijn. Toen 's morgens de postbode kwam vond ze een briefje met een vaag bekend handschrift:
In verband met mijn werk ben ik de komende week in de Pyreneeen. Als je het een goed idee vindt zou ik je graag ontmoeten. Denk er eens over, ik neem nog contact met je op.
Als hij 's avonds thuiskomt heeft hij een verassing. Ze gaan hun huwelijksreis inhalen. In Italie. Na haar concerten.
Ze staan op het grote plein van Siena. Een Engels-sprekende Italiaanse leid hun door een paleis.
Wanda is niet uitgerust van de Italiaanse reis. Haar armen doen soms pijn. Vitaminegebrek, zegt Bouw. Na een maand weet ze het: ze is zwanger. Daarom slaapt ze de hele dag. Bouw vraagt zich af of ze nu wel haar tour door Amerika heeft afgezegd. Nog niet, zegt ze.
De volgende dag gaat Bouw zijn moeder opzoeken. Zij blijft thuis. Tijdens het spelen krijgt ze pijn in haar buik. Op de WC ziet ze een bloedvlekje in haar broek. Even naar bed. Een kruik tegen de buik leggen. Ver onder de dekens.
Als ze wakker wordt is het al donker. Bouw komt net thuis. Hij gaat naast haar op het bed zitten en wijst naar haar tourschema, dat door de bus is gevallen. Je had die tournee toch afgezegd?, vraagt hij haar. Wanda zegt dat ze het vergeten is. Bouw is pisnijdig. Ze staat op en loopt naar de deur. Langs de binnenkant van haar dij kruipt iets warms. Ze kijkt naar beneden, bloed. Het pets tegen de grond in ronde vlekken met uitlopers als kleine haartjes. Ze hoort de stoelpoten van Bouw over de vloer krassen. Hij roept iets. Wanda valt.
Bouw rijdt een parkeerplaats op. Als hij de deur open doet voelt hij de drukkende hitte. Hij liep een hotel binnen en bestelde een kamer aan de achterkant. Hij had dit niet moeten doen. Hoe met het nu verder? Hij ging op zijn bed liggen en viel in slaap. Hij liep naar beneden, waar mensen nog zaten na te tafelen. Hij liep naar zijn auto. Toen ging hij onder de douche staan en schoof daarna weer onder de dekens.
Bouw masseert haar. Ze kreunt. Ze voelt hoe het uit haar glijdt. Ze schreeuwt van schrik en pijn. De vrucht past in Bouw's handpalm.
De volgende dag komt de dokter. Hij vindt het erg sneu voor ze. Bouw en dokter Van Beek zitten aan het bureau. Het was een mongool. De dokter constateert dat Wanda de draagster is: onheil in haar cellen.
Bouw zegt dat hij het opnieuw wil proberen, maar daar wil Wanda niets van weten.
Joyce komt en ze praten urenlang. Als zij vertrokken is gaat Wanda studeren.
Vanaf de zijkant komt Samuel Silberman het podium op. Hij zegt wat ze te doen staat en ze beginnen te oefenen. Als het pauze is loopt hij naar Wanda toe en zegt dat zij hem ontroerd heeft.
's Nachts ligt ze wakker: ik ga weg, zegt ze tegen zichzelf.
Wanda keek naar buiten: misschien liep hij daar. Ze hoorde een brommer voor haar huis stoppen en de bel ging. De pianostemmer. Terwijl de stemmer bezig was sloop ze naar de keuken. Op tafel lag nog steeds de brief.
Silberman had haar uitgenodigd voor het festival van zijn kamerorkest in Tel Aviv.
Door het tijdsverschil kon ze niet slapen. Emma kwam de trap aflopen. Ze hadden het over Bouw. Moest ze naar hem terug?
Het huis waar ze met Bouw woonde werd verkocht. Dokter Van Beek keek nog een keer in haar binnenste en verklaarde dat alles goed was. Wanda krijgt een brief van Bouw als hij met Johanna trouwt.
Lucas is in Amerika een grote ster. Hij staat voor een groot symfonie-orkest en geeft met Wanda een aantal concerten. 's Avonds slapen ze samen. Na het laatste concert vindt ze op haar hotelkamer een telegram van Guido: Emma ernstig ziek. Graag contact.
Wanda kijkt naar buiten. Zee, zee en nog eens zee. Guido haalt haar op. Hij vertelde dat ze naar de film waren geweest en daarna oesters hadden gegeten. Waarschijnlijk heeft ze een verkeerde oester gegeten, dat denkt de dokter. Emma klinkt blij als ze Wanda ziet. Emma is erg in de war. Ze noemt haar dochter 'klootzak, ik heb niks aan je', en op het volgende moment is ze super-aardig. Het heet ontremming, zegt de dokter.
De volgende dag is Emma knaloranje. Ze gaat erg achteruit. Wanda blijft niet lang. Die dag daarna gaat het iets beter; ze wil zelfs praten. Emma heeft het over Frank, dat die zo goed met Egbert kon opschieten. Wanda zegt dat Egbert haar niet kon uitstaan. Onzin, vindt Emma. Wanda schreeuwt dat zelfs, toen hij doodging, zijn eigen dochter niet wilde zien. Emma kijkt haar dochter met open mond aan, z'n dochter?, zegt ze? Wanda snapt niet wat ze bedoeld. Een zuster komt binnenlopen en haalt Wanda weg. Emma braakt. Max de Leon, haar vader? Waarom is Emma niet met Egbert gescheiden? De volgende morgen vertrekt ze weer naar het ziekenhuis. Daar hoort ze dat Emma in coma is geraakt. Na drie dagen sterft ze.
Wanda keek naar het kerkhof. Ze at haar boterham op en prikte in de sla. Ze stond op en liep naar de vleugel. En nu tussen ons, zei ze.
Guido is er, tante Ida, haar dochter Suze. Toespraken. Wanda kijkt naar de kist die straks verbrand zal worden. Als iedereen haar de laatste eer heeft bewezen zakt de kist.
U hebt absolute rust nodig, zei de dokter, reumatoide artritis. Absolute rust. Het kon niet, het mocht niet, maar ze wist dat hij gelijk had.
Bouw vertrok en reed weg. Alleen even kijken waar ze woont, zei hij tegen zichzelf. Françoise, de beheerder van het huis van Wanda, wees hem de weg. Langzaam liep hij langs het kerkhof naar het huis. Een ijzeren sierketting sloeg tegen zijn schenen en hij viel.
Een zilverachtig licht valt over het kerkhof en balkon. Doof en stralend hangt de maan boven de scherpe bergen en het donkere dak
Hoofdpersonen:
Wanda Wiericke:
Wanda is de hoofdfiguur van het boek. Zij beschikt over een groot talent om piano te spelen. Haar hele leven draait ook om piano spelen. Ze heeft geen goed contact met andere mensen, ze begrijpt ze niet en zij begrijpen haar niet.
Af en toe heeft ze een relatie met een musicus maar deze zijn eigenlijk alleen maar een verlenging van het musiceren. Ze trouwt met Bouw, de arts van Frank, maar na haar miskraam scheiden ze. Wanda is haar leven lang op zoek naar iets, maar weet niet wat. Het leven is voor haar een groot geheim. Wanda is een rond karakter. Ze krijgt reuma en moet stoppen met spelen.
Emma Wiericke:
Emma is de moeder van Wanda. Ze is een zangeres. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen: Frank en Wanda. Tijdens haar huwelijk heeft ze een relatie gehad met haar leraar, de waarschijnlijke vader van Wanda: Max de Leon. Wanda vermoedt dat hij ook de vader is van Frank. Ze is een vlak karakter.
Egbert Wiericke:
Egbert is getrouwd met Emma. Hij toont geen liefde voor zijn dochter, omdat zij waarschijnlijk niet van hem is. Hij schenkt wel veel aandacht aan Frank. Hij is een vlak karakter.
Frank Wiericke:
Frank is een mongooltje, die ook nog eens een hersenbeschadiging heeft opgelopen tijdens de geboorte. Hij bonkt vaak met zijn hoofd tegen de muur en heeft met niemand contact. Hij wortd alleen rustig als hij muziek hoort, vooral als Wanda piano voor hem speelt. Hij is een vlak karakter.
Max de Leon:
De Leon is de leraar en minnaar van Emma. Zij krijgt een kind van hem. De Leon is Joods, waardoor hij in de oorlog werd opgepakt en waarschijnlijk wordt omgebracht. Hij is zeer muzikaal begaafd en geeft ook Wanda les op de piano. Hij laat al zijn muziekstukken aan haar na. Hij is een vlak karakter.
Bouw Kranenburgh:
Bouw is een arts in het zwakzinnigeninstituut waar Frank verblijft. Hij trouwt met Wanda, maar na haar miskraam scheiden ze. Hij hertrouwt, maar Wanda blijft altijd in zijn gedachten. Hij wil haar opzoeken in de Pyreneen, maar als hij bij haar raam staat en de pianomuziek hoort, gaat hij toch niet naar binnen. Hij is een vlak karakter.
Guido:
Guido is de laatste man van Emma.
Stina:
Stina is de meid van de familie Wiericke. Zij zorgt voor Wanda als haar moeder er niet is. Stiekem heeft ze een vriendje, Koos, die af en toe op bezoek komt. Zij is een vlak karakter.
Ondrelinge relaties:
Emma is de moeder van Wanda en Frank. Waarschijnlijk zijn beide kinderen niet van haar man Egbert. Wanda is waarschijnlijk de dochter van Max de Leon. Bouw Kranenburgh is de ex-man van Wanda.