Het woord Kabouter is afgeleid van Kobold, dat weer komt van het
woord Kuba-Walda, wat "huisbestuurder" of "huisgeest" betekent
in het oud-germaans.
Vroeger was de kabouter een geaccepteerd lid van de maatschappij,
van hoog tot laag zag iedereen hem regelmatig, werd door hem
beloond, bestraft, geholpen of geplaagd en vond dat normaal.
Nu is de kabouter teruggedreven naar schuilhoeken boven en
onder de grond, waar hij zich aan onze waarneming onttrekt.
Rond 1200 na Chr. vond de zweed Frederik Ugarph in het toenmalige
Nidaros ( thans Trondheim, noorwegen) in een primitieve
visserswoning een houten beeldje van 15 cm hoog, gemeten zonder sokkel.
In het voetstukje stond gegraveerd:
In het jaar 470 na Chr. schreef de Romeinse sergeant Publis Ocatvus, die in de buurt van Leiden woonde het volgende:
Deze informatie heb ik uit het boek: " Het leven en werken van de kabouters". van RIEN POORTVLIET. Een aanrader voor iedereen die meer wil weten over het leven en gewoontes van de kabouters.
De dwergen lijken veel op kabouters maar zijn meestal langer en hebben geen baard. Ze zijn vooral bekent uit sprookjes.
Hoewel dwergen overal op aarde in vele vormen voorkomen, stammen de rijkste dwergenverhalen uit de oude Germaanse Teutoonse sagen. Volgens deze legende kwamen de dwergen uit het lichaam van de gevallen reus Ymir tevoorschijn. De goden hadden ze een onovertroffen kennis van mineralen en edelstenen geschonken en een buitengewoon talent, via magie, om metaal te bewerken. Deze gunst beloonden ze door wapens voor de goden te maken, zoals de hamer van Thor en de juwelen van de godinnen. Dwergen zijn de natuurlijke eigenaren van de edelmetalen en -stenen in de aarde. De dwerg Alberich was de bewaker van de beroemde schat die door held Siegfred werd gewonnen.
In de schachten en tunnels die in de bergwanden werden gegraven, liepen menselijke mijnwerkers de eerste dwergen tegen het lijf. Sommigen waren de mensen goedgezind en leiden hen via geklop van hun houwelen naar de rijkste ertslagen, ook waarschuwden zij de mijnwekers voor instortingen en explosies. In sommige delen van Europa gelooft men nog steeds in "kloppers". In de Engelse tinmijnen in Cornwall gelooft men dat het ongeluk brengt om een kruisteken te maken, zelfs al gebeurt dat per ongeluk door een stuk gereedschap tegen een ander te zetten
De fjorden, bergen en ongerepte bossen in Noorwegen zijn volgens
de noorse traditie de woongebieden van de TROLL.
Ze komen alleen s'nachts uit hun schuilplaatsen te voorschijn
en verdwijnen weer voor de zon opkomt. Een Troll kan nl. niet
tegen het daglicht en mochten ze niet op tijd terug zijn in hun
schuilplaats dan veranderen ze in stenen.
Ze lijken veel op mensen maar hebben 4 vingers, 4 tenen en een
grote neus. De meeste hebben bovendien een staart. Een TROLL kan
heel groot zijn, terwijl andere juist heel klein zijn. Er zijn er gezien met
twee en zelfs drie hoofden, sommige met slechts 1 oog in het midden
van hun hoofd.
Ook zijn er die zo oud zijn ( een Troll kan enkele honderden jaren
oud worden) dat er struiken en bomen uit hun hoofd groeien.
Omdat ze maar zo zelden gezien worden, is er weinig bekent over
hun manier van leven, hun gewoontes of hun herkomst.
Stromkarl is Zweeds voor "rivierman". Deze geest houdt van snelstromend water en woont daarom bij watervallen, keerdammen of watermolens, waar hij prachtige muziek maakt. Hij heeft een snaarinstrument dat lijkt op een viool of fiedel en speelt daarop prachtige, vloeiende en onweerstaanbare melodieën, die doen denken aan het geluid van snelstromend water. Zijn melodie heeft elf variaties. Tien speelt hij regelmatig en iedereen mag de vrolijke wijsjes horen en erop dansen. De elfde variant speelt hij alleen 's nachts. Die melodie is zo aangrijpend dat iedereen die het hoort erdoor wordt gegrepen. Iedereen binnen gehoorsafstand, jong, oud, kreupel en zelfs zuigelingen, voelen de muziek door het lichaam stromen als een ontembare rivier en de muziek dwingt hen tot een uitzinnige dans. Ook alle losstaande objecten, tot aan tafels aan toe, kunnen niet anders dan dansen.
Van sommige mucisi beweert men dat ze hun ziel aan de duivel hebben verkocht in ruil voor hun talent. Ook Stromkarl kan de mens muzikale virtuositeit schenken. Hij vraagt er weliswaar veel minder voor, maar het zijn wel hele specifieke eisen. Een musicus moet op een donderdagavond naar een naar het noorden stromende waterval gaan. Daar moet hij of zij een zwart lam of een wit geitebokje aan Stromkarl offeren. Terwijl men het gezicht afwendt, moet men het offerdier met de rechterhand in de waterval smijten. Stromkarl zal het offer grijpen en de hand van de musicus schudden tot het bloed uit de vingertoppen stroomt. Als het hele ritueel juist is verlopen, kan de musicus de bomen laten dansen en de waterval tot stilstand brengen.
Hier kent men de bosgeest Lesjy. Hij is de heerser van de bossen en vriend van alle dieren, maar voor mensen is hij een nachtmerrie. Slechts enkelen kunnen een gedetailleerde
beschrijving van hem geven, omdat Lesji berucht is om zijn moedwillig laten verdwalen van wandelaars. Hij stuurt ze de verkeerde kant op, dieper het bos in, vaak met fatale afloop.
Talloze vermissingen werden aan hem toegeschreven. Zijn luide lach veroorzaakte koude rillingen en het geluid van deze lach gold als een slechte voorbode. Gelukkig weten we door
mondelinge overleveringen hoe deze kwaadaardige bosgeest er uit ziet, Hij draagt zijn linkerschoen aan zijn rechtervoet, draagt zijn hoed onderste boven, wikkelt zich in een
dierenhuid en heeft soms horens en hoeven. kortom een opvallende en wat komische verschijning die je niet snel vergeet. Lesjy zou behalve in deze monsterlijke verschijning ook
veranderen in een boom of zelfs een grassprietje. Hij kent ieder geluid van het bos en kan deze ook imiteren om wandelaars voor de gek te houden. Een bepaals soort leslji ,
Zoeibotsnik, vind het ook leuk om een babygeluid te maken, zodat voorbijgangers het idee hebben dat er een baby hoog in een boom hangt en in paniek raken.
Lesjy, ook bekent onder de namen Lesovik of Lesjak, is een eersteklas dronkaard. In de ochtenduren slaapt Lesjy zijn roes uit, maar niemand kan hem dan verrassen, want de
bosgeest heeft dteun van wolven die hem, als hij in diepe slaap is, beschermen tegen alle mogelijke bedreigingen. Om een ontmoeting met hem te voorkomen lieten jagers doorgaans
een glaasje wotka, tabak en wat eten in het bos achter.
.
Domovoj en zijn vrouw Domovikha zijn huisgeesten. Het fijnste van het wonen bij mensen vinden ze de warmte van het haardvuur, want net zoals de meeste elfen kunnen ze geen vuur maken. In oude Russische huizen delen haard en oven dezelfde schoorsteen. Deze huisgeest, die een flink bebaard gezicht heeft, zorgt voor het welzijn van de eigenaars en het vee. Niet zelden gelooft men dat de Domovoy in verbinding staat met overleden familieleden en hierdoor wordt de huisgeest door veel mensen vereerd. Toch valt er met hem niet te spotten Als de huiseigenaar nooit iets lekkers voor de geest achterlaat of een besluit neemt zonder de domovoj te raadplegen, zoals de aankoop van een nieuw paard, dan kan dat serieuze consequenties hebben. Een boze huisgeest knoopt de staarten van de paarden aan elkaar, laat ze schrikken of nog erger, verspreidt ziektes onder het vee. Volgens de overlevering bindt de huisgeest zich aan de eerste persoon die een nieuw huis betreedt. Om het eigen lot niet te verbinden aan de grillen van de Domovoj lieten mensen doorgaans eerst een kat of een haan naar binnen gaan. Deze dieren hebben genoeg weerstand tegen de huisgeest. Ook nu nog komt het op het Russische platteland een enkele keer voor dat de mensen voor de zekerheid hun kat als eerste naar binnen laten, al is dat lang niet wijdverbreid en minder serieus dan voorheen.
Uldra heet het kleine volkje uit Lapland en ze wonen in grote familie's of stammen.
Ze leven onder de grond en lijken op kabouters, maar missen iedere kleur. Ze hebben
lange spitse tanden en haren Ãn het gezicht, overdag zijn ze stekeblind.
In wezen zijn ze vriendelijk maar als ze tegengewerkt worden kunnen
ze rampen veroorzaken. Hun lelijkste middel is het uitstrooien
van poeder over het rendiermos, waardoor de rendieren bij tientallen
sterven.
NAGAS kunnen vele gedaantes aannemen, maar vaak worden ze afgebeeld
met een slangenstaart. Ze zijn beroemd om hun magie en, zoals
alle elfen, om hun onzichtbaarheid.
Zij wonen in magische steden onder de grond, de grootste stad is
Bhogavati, in de Himalaya, er wordt gefluisterd dat deze stad met
juwelen is gebouwd.
De meeste Nagas zijn behulpzaam, bv. bij het terugvinden van
verloren voorwerpen. Hoewel.... de Naga Samiya zijn minder
vriendelijk en veroorzalen nachtmerrie's.
Noord-Amerikaanse Indianen kennen vele mythe's over natuurgeesten.
De Bokwus leeft diep in de bossen, soms wordt een glimp van zijn
gezicht in oorlogskleuren gezien als hij om een boom gluurt.
Hij is vaak in de buurt van wild water, waar hij de zielen van
drenkelingen steelt en meeneemt in het bos
Deze vriendelijke huiself is de favoriete geest van de Ayamara-indianen
in het Andesgebergte in Peru.
Zijn populatiteit heeft zich uitgebreid
naar andere delen van Peru en onder de mestiesbevolking van het naburige Bolivia.
Deze brenger van voorspoed en vruchtbaarheid heeft een eigen feestdag
op 24 januari.
Ekeko neemt meestal de gedaante aan van een dik, klein mannetje wiens kleding is versierd met gereedschap en kookgerei. Met deze attributen knapt hij allerlei huishoudelijke klusjes op zoals schoonmaken, graan malen, dingen repareren. Hij heeft geen last van lichtgeraaktheid zoals zijn Europese equivalenten. Zolang men hem met respect behandelt en rekening met hem houd, brengt Ekeko een gezin geluk en voorspoed. Ook is Ekeko een vruchtbaarheidsgeest die de vriendschappelijke en amoureuze band tussen echtlieden kan verbeteren en een gezin kan zegenen met gezonde kinderen.
De Kauaianen vertellen dat het kleine volkje afkomstig is van een verre planeet
die is vernietigd. De bewoners van die planeet vluchtten op vallende sterren
en landden op verschillende plaatsen op onze aarde, waar ze verschillende namen kregen.
Toen de menehunen op Kauai landden, plantten zij er prachtige bomen en
bloemen en veranderden het eilend van een dorre, vulkanische woesternij
in een paradijs. Toen de eerste mensen op het eiland arriveerden waren ze ziek, uitgeput
en stervende. De menehunen zorgden voor hen, lieten hun het hele eilend zien en
leerden hun veel wonderbaarlijke zaken.
Hoewel de menehunen tegenwoordeig zelden worden gezien, erkent de
bevolking hun aanwezigheid nog steeds. Men houdt ze verantwoordelijk
voor onverklaarbare gebeurtenissen, zoals een krakkemikkig bouwwerk dat
nog steeds overeind staat. Men zegt dat ze de eilenden beschermen tegen vloedgolven
en haaien. Hiervoor patrouilleren de menehunen op zeemeeuwen langs de kustlijn
op zoe
k naar haaien. Zodra ze een haai zien, roepen ze om hulp, waarna grote
aantallen menehunen in kleine bootjes uitvaren en op de golven slaan
om de haaien te verjagen.
Menehunen hebben een aimabel uiterlijk met puntoren en gaan gekleed in de inheemse dracht. Om hun nek dragen ze een kleine hoorn. Ze zijn niet gediend van openlijk vertoon maar voor kleine geschenken zijn ze dankbaar en veel eilanders laten nog steeds voedsel voor hun achter.
De Dama Dagenda is een junglegeest. Ze vallen reizigers aan die door de jungle trekken. De enigste manier om dit te voorkomen is door in een vreemde taal te zingen. Doordat de Dama dagenda tijd verliezen om te proberen te verstaan, kun je als je snel bent aan ze ontkomen.