De volgende dag gaan we na schooltijd terug naar de kermis. Het eerst wat ze zien is de botsautootjes waar ze in willen. Er zijn er nog twee bezet met even kleine kinderen dus van mij mogen ze. Sam en Boyd gaan in 1 auto en Richell neemt een eigen bolide. Het gaat prachtig en ze genieten van een aantal ritjes. Daarna komen de vliegtuigjes weer aan bod, Richell en Boyd gaan er met een glimlach in maar Sam mag nog niet, ik vind hem er te klein voor. De attractie ernaast is de draaimolen en ik vraag of ik een kaartje voor hem mag kopen. Natuurlijk niet! Hij is vastbesloten er niet in te gaan, dus ik ga met hem terug naar de vliegtuigen waar broer en zus in zitten. Enthousiast zwaait hij ze toe en bleeeert dat hij de lampjes zo mooi vind. Tot zover nog goedkoop vermaak.
Dan ziet hij pony’s om een ritje op te maken en wil er naartoe. We kuieren erheen en hij kijkt en vraagt om geld. Mamma is geen voorstander van dit soort attracties, maar mamma begreep het verkeerd. Hij hoeft niet op zo een knol te zitten, hij wil een kaartje kopen bij de man van de paarden. Ik geef hem 2 euro en hij koopt zijn kaartje en stopt het in zijn zak. Als de paardjes weer voorzien worden van een nieuw ruitertje komt de man naar Sam toe om hem op een paardje te zetten. Ik zie aan de kopjes van Richell en Boyd dat ze zich al verheugen op de scène die zeker gaat volgen en ik heb stiekem een binnenpretje. De man bukt, pakt Sam onder zijn oksels en tilt hem op. En ja hoor, daar begint het:” NEE NEE AUW Blijf van SAM af.” De man weet niet hoe snel hij hem neer moet zetten en kijkt mij vragend aan. Met een glimlach kan ik kort zijn:” Hij wil niet.”
De man wijst naar mn andere kinderen en ik zeg:” Nee, hij wil het kaartje houden.” De man graait in zijn geldtas en ik krijg mn twee euro terug met de woorden:” Wat een kapoen.” (wat een boefje)

Boyd en Richell hebben een herinnering aan spannende dingen doen op de kermis, en Sam heeft……… een kaartje.