|
De spreekbeurt
Richell zit in het derde leerjaar, ze is 8(Nederland groep 5) . Ze hebben als opdracht een werkstuk maken en hier een spreekbeurt over houden. Alle kinderen mogen drie onderwerpen kiezen en op een blaadje schrijven. Richell heeft pech want alle onderwerpen die zij heeft zijn al bezet. Honden katten paarden, tja iedereen heeft het wel over zijn of haar eigen huisdier. Aan tafel wordt het enorme probleem besproken, want….wat nu???. Wij proberen haar te sturen met dingen op te laten noemen die ze leuk vind maar we komen nergens. Dan kom ik met het grandioze idee om het over varkens te doen, of over de dierenarts. JAA de dierenarts gaat het worden. Meester Johan probeert het nog een wat makkelijker richting op te sturen dan dierenarts, maar nee… wat Richell in haar hoofd heeft moet dit keer gebeuren.
In de bibliotheek vinden we twee zwaar verouderde boekjes over de dierenarts, we nemen ze toch maar mee. Op internet vinden we nog een site op haar niveau over dierenartsen en Richell kan zich in gaan lezen. Ze leert makkelijk en vlot, maar iets lezen en dan het intressantste eruit pikken is nog heel moeilijk voor haar. Richell heeft nooit hulp nodig gehad met haar dagelijkse huiswerk, maar dit is even andere koek, ze kan wel een beetje hulp gebruiken. Elke dag proberen we dus een stukje te doen. Ze verzint titels voor hoofdstukken, schrijft een teks en ik probeer het in een wat logischer volgorde te sturen. Het begint na een week of twee een beetje vorm te krijgen en op school beginnen de andere kinderen hun spreekbeurt al voor te dragen. Richell heeft gezien het moeilijke onderwerp wat langer tijd als de andere, zij moet met nog twee kinderen als laatste. In paniek komt ze na de eerste week thuis:”Mam, t gaat niet goedkomen, iedereen heeft posters en dingen om door te geven, en ik heb niks, helemaal niks. Iedereen begint zijn spreekbeurt met :”hallo Meester en klasgenootjes en dat staat niet in mijn werkstuk, mag ik dat dan wel zeggen,” TIME OUT, en THEE !!! Ik vertel haar dat we nog twee lege hoofdstukken hebben staan en dat we daarvoor naar de dierenarts gaan, met de pup die een enting moet en met Nicky die voor een afspraak even nagekeken moet worden. Posters van honden katten en paarden zijn er voldoende, maar van dierenartsen niet.We gaan dus met fototoestel en honden richting dierenarts. Die posters maken we zelf wel!! We stappen uit, ik neem Baboesj onder de arm, Nicky aan de riem en Richell aan haar arm en steken die verrekte drukke weg over. Aan de overkant roept Richell al blij:” Daar moeten we zijn want ik zie het teken.” Ik wijs haar erop dat dat leuk is te vermelden dat de dierenarts herkenbaar is aan zijn eigen teken. In de wachtkamer vraag ik haar wat ze ziet en waar het voor dient. De stoelen voor de baasjes die wachten, de medicijnen die je kan bekijken en kopen. Waarom er een rol keukenpapier staat en meer van die dingen die door kinderen intressant worden gevonden. De dierenarts roept ons binnen en ik zeg Richell dat ze goed op moet letten zodat ze veel kan vertellen. Marc is geweldig als dierenarts en een prettig mens in de omgang dus die vraagt Richell aan wie ze moet gaan vertellen wat ze ziet. Richell vertelt over de spreekbeurt en zegt dat ze later ook dierenarts wil worden. |
|