<BGSOUND src="//www.oocities.org/martie_everaerdt/clas11.mid" LOOP=INFINITE>
Leven,

leven is 't oneindige bewegen
van dag in nacht, van eeuw in eeuw
pijn is vreugd, zon is regen
appelbloesem ... sneeuw

Leven,

mijn leven is oneindig groot
de hele wereld woont er in
als het alléén mijn leven was
dan had het hoegenaamd geen zin

Leven

zij hebben al die dagen
niet voor niets geleden
zij hebben 't leed gedragen
en wisten wat ze deden

want uit de lege aarde groeit
opnieuw het volle koren
en uit het donker van de nacht
wordt weer het licht geboren

Leven,

leven dat is zien met je ogen open
leven is zien dat je voeten lopen
leven dat is zien, leven is horen
weten dat je niet voor spek en bonen bent geboren

Oude mensen

in deze ogen staat het allemaal geschreven
het stralend blije en het hulpeloos geschrei
het zijn de achteruitkijkspiegels van een leven
dat altijd schommelde tussen droevig zijn en blij

Gedroomd leven

vergeef me als ik droom
vergeef me als ik zweef
als ik wat her en der gebeurt
maar vagelijk beleef
vergeef me als ik vlucht
van oorlog en geweld
en blij ben met de lucht
in het open vrije veld




Regenboog

ik droomde dat er een regenboog stond
maar 't onderste boven, als een lachende mond
en het lag voor de hand dat ik dadelijk dacht
nu zie ik voor het eerst een hemel die lacht

Small-talk

hoe kan een mens zijn leven vullen
met altijd over 'niets' te lullen

Wijze boeken

als ik die dikke boeken zie van de geleerden
vol wijze dingen die zij allemaal beweerden
en ik zie de wereld om mij heen, dan moet ik vrezen
dat niemand ooit die wijze boeken heeft gelezen

Lieve kracht

wie was het die de zon verzon
toen de allereerste dag begon
die sterren aanstak voor de nacht
het eerste vlokje sneeuw bedacht
wie blies de wind zijn adem in
gaf mens en dier hun wezen
wie schreef de teksten, welke pen
voor merels en voor mezen

je voelt als iemand huilt of lacht
of als de regens zingen
dat zich één grote lieve kracht
verbergt in alle dingen

Ego

het ego spettert uit de pan
en ieder doet zich gelden
ik ben de vrouw, ik ben de man
wij zijn de grote helden
wij zetten gouden hoeden op
en levensgrote smoelen
maar hoe dichter we bij 't einde staan
hoe kleiner wij ons voelen


bron : "Fluiten naar de overkant" van Toon Hermans