Met kinderen de bergen in.
Medische adviezen en richtlijnen.
Tekst: Sjoerd Hofma, lid medische commissie NKBV en UIAA
Welke gezondheidsrisico's lopen kinderen in de bergen en waar moet je als ouder op letten wanneer je met je kinderen de bergen in gaat? Regelmatig stellen NKBV-leden over dit onderwerp vragen aan de medische commissie. Voor Hoogtelijn zet Sjoerd Hofma daarom de beschikbare gegevens op een rij en geeft hij adviezen om problemen te voorkomen.
Wandelen in de bergen is heerlijk en als ouder wil je deze ervaring graag delen met je kinderen. Veel ouders, die jarenlang naar de bergen trokken voor een bergsportvakantie, willen dan ook zo snel mogelijk na het krijgen van een kind weer naar de bergen. De vraag is: op welke leeftijd is dit veilig, en waar moet je dan rekening mee houden?
Er is jammergenoeg nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de risico's voor kinderen van het verblijf op (grote) hoogte. Het onderzoek dat wel gedaan is, kent verschillende beperkingen: bijvoorbeeld dat het een erg kleine onderzoeksgroep betrof of dat het een onderzoek was, gedaan bij kinderen die al van nature op hoogte leven, kinderen van Nepalezen of andere hooggebergte volkeren. Deze mensen zitten genetisch anders in elkaar omdat ze van generatie op generatie gewend zijn aan de hoogte. Hieruit kun je dus geen conclusies trekken of adviezen geven voor Nederlanders die met hun kinderen de bergen in willen.
De medische commissie van de UIAA is bezig om algemene adviezen te formuleren voor mensen die met kleine kinderen de bergen in willen gaan. Er is inmiddels een voorlopige versie van dit rapport opgesteld. Ik zal aan de hand van het UIAA rapport en de zeer schaars beschikbare literatuur proberen enkele algemene adviezen te formuleren. Ik heb bij deze adviezen op basis van de geringe onderzoeksgegevens in geval van twijfel een ruime veiligheidsmarge ingebouwd. Als het officiële UIAA rapport volgend jaar alsnog belangrijke wijzigingen heeft ondergaan zal ik te zijner tijd in Hoogtelijn de aanvullingen beschrijven.
Welke gezondheidsproblemen kunnen kinderen ondervinden?
Hoogteziekte
Waarschijnlijk krijgen kinderen niet sneller hoogteziekte dan volwassenen. Het probleem is echter dat kleine kinderen de symptomen niet goed kunnen uiten. De symptomen van beginnende hoogteziekte zijn: hoofdpijn, verlies van eetlust, misselijkheid (in ernstiger gevallen braken), moeheid, duizeligheid, slaapstoornissen. In ernstige gevallen kan longoedeem ontstaan en zelfs hersenoedeem (zwelling door vochtophoping). Dit zijn zeer ernstige ziektebeelden. Aan hersenoedeem kun je binnen enkele uren overlijden. Gelukkig treedt dit slechts zeer sporadisch op beneden de 4000 meter. Longoedeem kan echter al op 3000 meter optreden en kan, onbehandeld, ook tot de dood leiden (zie voor meer informatie over hoogteziekte: Berggids 1997, 3 en Hoogtelijn 1999, 4).
Bij kinderen ouder dan 5 jaar presenteert hoogteziekte zich met ongeveer dezelfde symptomen als bij volwassenen. Bij jongere kinderen zijn de klachten echter veel minder specifiek en dat maakt het moeilijk om beginnende hoogteziekte te herkennen. Een jong kind kan bijvoorbeeld ander gedrag gaan vertonen en wordt hangerig, vervelend en speelt veel minder dan gewoonlijk. Maar deze symptomen hoeven niet direct verband te houden met hoogteziekte en kunnen ook andere oorzaken hebben zoals de verandering van voedsel, diarree, hitte en verveling.
Onderkoeling
Kleine kinderen zijn veel vatbaarder voor onderkoeling dan volwassenen. Dit komt door minder onderhuids vet, kleinere energiereserves en een relatief groter lichaamsoppervlak in verhouding tot het lichaamsvolume. Hierdoor verliest een kind sneller warmte via de huid dan een volwassene. Bovendien wordt een klein kind vaak gedragen en genereert het dus geen eigen warmte door spieractiviteit. Het gebruik van een kinderdrager kan daarom gevaarlijk zijn onder koude weersomstandigheden door de belemmering van de bloedsomloop. Een ernstig gevolg kan de onderkoeling en bevriezing van de beentjes zijn (zie voor meer informatie over onderkoeling: Hoogtelijn 1999, 5).
Oververhitting
Door datzelfde grote lichaamsoppervlak is een kind bij warm weer veel gevoeliger voor hitte en verbranding. Door de reflectie van de zon door de sneeuw en door de ijlere lucht op hoogte wordt dit effect nog eens versterkt. Vooral warmtestuwing is erg gevaarlijk en kan zonder medisch ingrijpen tot de dood leiden.
Een ander gevaar naast verbranding en warmtestuwing is sneeuwblindheid. Een kind moet altijd een goede zonnebril dragen.
Uitdroging
Kinderen drogen bij inspanning veel sneller uit dan volwassenen. De reden hiervoor is ook weer gelegen in het grotere lichaamsoppervlak dat een groter vochtverlies tot gevolg heeft. Daarnaast is het erg moeilijk een klein kind te dwingen om veel te drinken, zoals je dat zelf wel preventief kunt doen. Bovendien zijn kleine kinderen gevoeliger voor klimaatsveranderingen en kan de veranderde voeding snel diarree geven met het gevaar van uitdroging. Uitdroging verhoogt daarenboven de kans op bevriezing, onderkoeling, warmtestuwing en hoogteziekte.
Adviezen per leeftijdscategorie
Allereerst moet je je afvragen waarom je een klein kind mee wilt nemen naar het hooggebergte. Zeker voor kinderen jonger dan 4 jaar geldt dat ze er zelf geen extra plezier aan zullen beleven en zij zullen op een hoogte onder de 1000 meter eenzelfde beleving hebben dan hoger in de bergen. Kortom voor een klein kind hoef je niet hoog te gaan. Moet je voor je werk langere tijd naar grotere hoogte en heb je geen keus, dan is het verstandig om voor specifieker advies contact op te nemen met de medische commissie.
Wil je toch graag met kleine kinderen naar grotere hoogte dan volgen hier enkele algemene adviezen, maar de wetenschappelijke onderbouwing ervan is hier en daar zeer mager (zie inleiding).
Kinderen jonger dan 2 jaar
Over het algemeen wordt aangenomen dat een hoogte tot 2000 meter veilig is voor kinderen van deze leeftijd. Daarboven neemt de kans op hoogteziekte toe en in elk geval wordt het afgeraden om kinderen jonger dan 2 boven de 2000 meter te laten overnachten. Tijdens of kort na een virale luchtweginfectie (verkoudheid) wordt reizen naar hoogte absoluut afgeraden. Ook dien je geen kabelbaan te nemen met zieke kinderen vanwege de snelle luchtdrukveranderingen. Ook bij gezonde kleine kinderen kun je hen het beste ergens op laten sabbelen tijdens luchtdrukveranderingen om het effect van de 'dichtklappende oren' te voorkomen . Dit geldt ook voor een autoritje over een bergpas. Daarnaast is ook het zo nu en dan even stoppen op een parkeerplaats raadzaam om het kind beter te laten wennen aan de ijlere lucht.
Uit onderzoek blijkt verder dat er hoog in de bergen mogelijk een iets verhoogd risico is op wiegedood bij erg kleine kinderen. Bovendien is er een ernstig ziektebeeld met hartproblemen beschreven bij kinderen tot 1 jaar. Dit onderzoek betrof baby's die meer dan enkele weken boven de 3000 meter verbleven (bijvoorbeeld vanwege het werk van de ouders). Dit laatste wordt dan ook afgeraden.
Kinderen van 2 tot 5 jaar
Men vermoedt dat de kans op hoogteziekte bij deze kinderen gering is tot een hoogte van 2500 tot 3000 meter, mits de acclimatisatieregels gerespecteerd worden (zie verder). Ook hier geldt het advies de trip uit te stellen tijdens of vlak na een luchtweginfectie. Een kind tot 5 jaar mag een eigen rugzak dragen van maximaal 1 kg.
Voor de bredere leeftijdscategorie van kinderen van 2 tot 10 jaar wordt in elk geval geadviseerd niet boven de 3000 meter te overnachten.
Kinderen van 5 tot 10 jaar
Over het algemeen worden weinig problemen verwacht tot 3000 meter. Het advies is om beneden de 3000 meter te blijven om risico's zo klein mogelijk te houden. Daarboven moet men het kind erg goed in de gaten houden en 'vluchtafdaalroutes' plannen voor een snelle afdaling bij problemen.
Het gewicht van de eigen rugzak mag niet zwaarder zijn dan 3 kg tot 8 jaar en maximaal 5 kg tot 12 jaar.
Kinderen ouder dan 10 jaar
Er is geen duidelijke reden voor restricties in deze leeftijdscategorie. De kinderen kunnen prima zelf hun klachten verwoorden en er kan gehandeld worden zoals bij volwassenen.
Algemene adviezen
* Pas op voor onderkoeling: neem altijd extra warme kleding, muts en handschoenen mee bij koud weer.
* Pas op voor oververhitting en verbranding: gebruik een hoge beschermingsfactor zonnebrand of sunblock crême. Geef een kind een hoedje ter bescherming en een goede zonnebril. Loop en rust zoveel mogelijk in de schaduw bij warm weer.
* Pas op voor uitdroging: laat een kind voldoende drinken. Pas op bij diarree. Eet daarnaast regelmatig tijdens een tocht vanwege de beperkte energiereserve van een kind.
* Ga niet met een kind naar hoogte tijdens of vlak na een luchtweginfectie. Voorkom plotselinge hoogteverschillen (kabelbaan, pasweg).
* Frequent rusten: zelflopende kinderen worden sneller moe, maar herstellen ook snel.
Acclimatisatie-adviezen
* Neem de tijd. Blijf de eerste dagen beneden de 2500 meter en bouw langzaam de wandelhoogte en slaaphoogte op. Richtlijn: slaap boven de 2500 meter niet meer dan 300 meter hoger per nacht.
* De slaaphoogte moet lager zijn dan de wandelhoogte.
* Maak de eerste dagen korte tochten met een niet te zware inspanning.
* Behandeling van hoogteziekte: er is voor kinderen absoluut geen reden om medicijnen te nemen om hoogteziekte te voorkomen. Bij hoogteziekte of zelfs maar een geringe verdenking hiervan bij kinderen: direct afdalen. Dit is de enige goede behandeling. Medicijnen ter behandeling van hoogteziekte van kinderen mogen en kunnen alleen door deskundigen worden gebruikt. Zij worden ten zeerste afgeraden en zijn er alleen voor absolute noodgevallen!
Tot slot wil ik adviseren: vraag u als ouder steeds af wat de toegevoegde waarde is om met jonge kinderen onder de 2 jaar boven de 2000 meter te gaan en met oudere kinderen onder de tien jaar naar hoogten boven de 3000 meter. Dit kan gezondheidsrisico's opleveren. Ook op een lagere hoogte zal uw kind veel plezier beleven aan de bergsport en na het tiende levensjaar blijft er nog genoeg tijd over om ook grotere hoogten te verkennen.