St. Joris Kamerkoor
Recensie uit de Amersfoortse Courant van 16-6-2003
St. Joris Kamerkoor toont kwaliteit in fraai zomeravondconcert
De koormuziek kende in de negentiende eeuw een opleving. In de kerkmuziek werden miscomposities en psalmbewerkingen ook buiten de liturgische traditie interessant en daarmee werden het heuse concertwerken. In deze ontwikkeling paste de keuze van het St. Joris Kamerkoor voor drie grote componisten uit deze hoogbloei van deze hernieuwde koormuziektraditie. De Mass in G minor van Ralph Vaughn Williams is een duidelijk voorbeeld van een modern twintigste-eeuws koorwerk. De dubbelkorigheid onderstreept de kracht van het werk uitgevoerd door een sterk en vrij zingend koor, niet gehinderd door onzekere noten. De klankrijkdom is groots en overtuigend. In het vocaal veeleisende werk blijft het koor de spanning goed vasthouden door een uiterst beheerste dynamiek en expansieve expressie. In de Messe en Es-dur, Cantus Missae opus 109 laat Josef Rheinberger zich vooral leiden door een diep religieus besef. In het Kyrie maakt het koor de melodieuze lijnen mooi hoorbaar. Het St. Joris Kamerkoor toont ook in het dubbelkorige motet Warum is das Licht gegeven dem Mühseligen van Brahms een grote vocale kracht gepaard aan rijken expressie en een gevoelvolle voordracht. Kwaliteit en stijlgevoel kenmerkte de prestatie van het koor, geïnspireerd door zanger/dirigent Bas Ramselaar.
Peter Bruinsma
Concert St. Joris Kamerkoor o.l.v. Bas Ramselaar m.m.v. Kees de Vreugd, Orgel
St. Martinuskerk, Hoogland, Vrijdag 13 juni.
Terug