Informatie
Informatie over de operatie
Home
Informatie
Aanleiding voor een kaakoperatie
Een afwijking in de stand van de tanden en kiezen wordt doorgaans behandeld door een orthodontist.
Soms is een behandeling door een orthodontist alleen onvoldoende. Bijvoorbeeld wanneer er grote verschillen zijn tussen de stand, de vorm of de afmeting van boven- en onderkaak. Dan kan een operatie door een kaakchirurg nodig zijn om de kaken in de goede stand te zetten.
Soms is een gecombineerde behandeling door een orthodontist en een kaakchirurg nodig om tot een goed resultaat te komen. Afwijkingen in het gebit kunnen namelijk samengaan met afwijkingen in de kaken. De orthodontist en de kaakchirurg overleggen welke behandeling in uw geval het gewenste resultaat zal geven.

Voorbereiding
De kaakchirurg en de orthodontist stellen het behandelplan op. Hierbij maken ze gebruik van röntgenfoto's en een afdruk van het gebit.
Vaak zal het noodzakelijk zijn dat de orthodontist de tanden en de kiezen voor de operatie recht zet. U moet in dat geval voor een periode van een paar maanden tot een jaar een vaste beugel dragen om de tanden en kiezen in de juiste stand te krijgen voor de operatie.
Het definitieve plan voor de chirurgische ingreep wordt vastgesteld nadat alle bijzonderheden over de operatie, het verblijf in het ziekenhuis en de herstelperiode met u zijn besproken. U heeft dan wederom de gelegenheid vragen te stellen om een goed begrip te krijgen van de gehele behandeling.

Opname in het ziekenhuis
U wordt ongeveer vijf dagen in het ziekenhuis opgenomen.
De eigenlijke operatie vindt plaats onder narcose in de operatiekamer van het ziekenhuis.
Van tevoren is bloedonderzoek verricht en bent u lichamelijk onderzocht om zekerheid te verkrijgen dat er geen medische bezwaren zijn tegen de operatie of tegen de narcose.
Na middernacht mag u niets meer eten of drinken, omdat uw maag leeg moet zijn als u naar de operatiekamer gaat.

De operatie
Ter voorbereiding op de narcose krijgt u eerst injecties met een kalmerende uitwerking. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht.
In de operatiekamer brengt de anesthesist een infuusnaald aan in een ader van uw hand of uw arm. Door de infuusnaald wordt een slaapmiddel ingebracht. Hierdoor valt u in slaap.
Tijdens de anesthesie ademt u door een ademhalingsbuisje dat door de neus in de luchtpijp is aangebracht.
Na de operatie zal het ademhalingsbuisje zo spoedig mogelijk worden verwijderd. Het infuus om medicijnen in de bloedbaan te brengen zal meestal tot de volgende morgen op zijn plaats blijven.

Na de operatie
Mensen die onder narcose een operatie ondergaan maken zich vaak zorgen over de pijn na afloop.
In de meeste gevallen is men verbaasd hoe weinig pijn men heeft. Meestal is er eerder sprake van "ongemak" dan van pijn.
Soms is het nodig dat de kaakchirurg de onder- en bovenkaak aan elkaar vastzet, om de genezing te bevorderen.
Omdat de operatie binnen de mond wordt verricht, kan uw gezicht na de ingreep dik worden. De zwelling bereikt gewoonlijk haar hoogtepunt 24 uur na de operatie. Na een week zal de zwelling snel afnemen.
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis zal alles worden gedaan om het zwellen van het gezicht tot een minimum te beperken. Aangeraden wordt in de eerste dagen na de operatie het hoofd zoveel mogelijk rechtop te houden, uit bed te gaan en zo veel mogelijk te bewegen. Hierdoor gaat u het zwellen tegen. Hoewel u direct na de operatie weer kunt spreken, zal dit toch wat moeilijker gaan dan normaal, vooral als de boven- en onderkaak aan elkaar zijn vastgezet. Dit is vooral te merken bij telefoongesprekken. Dit herstelt zich echter spoedig.

Bezoek
Aangeraden wordt het bezoek in het ziekenhuis te beperken tot de naaste familieleden. Dit is niet alleen in uw eigen belang, maar ook in dat van de bezoekers. De ervaring heeft uitgewezen dat in de dagen direct na de operatie, de mate van de eventuele zwelling na de operatie, de bezoekers emotioneel kan aangrijpen.

Eten en drinken
U moet voldoende vloeistof innemen na de operatie. Een volwassene heeft per 24 uur ongeveer 2½ liter nodig. Neemt u bijvoorbeeld vaak kleine slokjes. Gedurende de tijd dat de kaken eventueel aan elkaar zijn verbonden, heeft u een vloeibaar dieet, rijk aan calorieën en eiwitten. Toch kunt u gewicht verliezen. In de eerste twee weken na de operatie kan men soms 2 tot 5 kilo afvallen.
Bij ontslag uit het ziekenhuis ontvangt u een dieetvoorschrift. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis en bij eventuele problemen thuis kunt u een diëtist raadplegen.

Tanden poetsen
Het is noodzakelijk na elke maaltijd zo goed mogelijk de tanden te poetsen. Hiervoor kunt u een zachte tandenborstel gebruiken. Let u er op dat u de borstel in direkt contact brengt met de tanden. Daarna moet u de mond goed spoelen met een speciale spoelvloeistof. De mondhygiëniste vertelt u hoe u dit kunt doen.

Het herstel
U wellicht nog gauw moe zijn, toch is de verwachting dat u zo spoedig mogelijk uw normale bezigheden kunt hervatten.
De arts zal u tijdens de periode dat de kaken eventueel aan elkaar zijn vastgezet, regelmatig onderzoeken om de genezing en de stabiliteit van de kaken te controleren. Speciale röntgenfoto's zullen worden gemaakt om veranderingen in de positie van de kaken te kunnen signaleren.
Na ongeveer 6 weken worden de kaken weer losgemaakt. U kunt dan weer redelijk normaal eten, al blijven de kaken nog wat stijf. Zonodig krijgt u oefeningen om de kaakbeweging zo snel mogelijk te verbeteren.
Het moment van de operatie tot de controles na de operatie neemt gewoonlijk drie tot twaalf maanden in beslag.
De genezing is voltooid en de stabiliteit van de kaken is verzekerd na ongeveer 2 tot 4 maanden, afhankelijk van de omvang van de ingreep.
De orthodontist corrigeert zo nodig de laatste stand van de tanden en de kiezen. U kunt nu weer goed eten, omdat de positie van de kaken is verbeterd.

Risico's
Bij een operatie die de stand van de onderkaak corrigeert bestaat het risico dat een zenuw wordt beschadigd, met als gevolg een doof gevoel in één helft van de onderlip. U kunt dit het beste vergelijken met een verdoving van uw tandarts. Meestal is dit van voorbijgaande aard. De onderlip gaat dan niet hangen omdat deze functie niet gestoord is. Een probleem dat na langere tijd kan optreden is "de relaps". Een relaps betekent dat de onder- en of bovenkaak na de operatie langzamerhand weer terugzakt in de stand voor de operatie. Ondanks het tijdstip van de operatie, nadat de groei gestopt is, circa rond het 18e levensjaar, is de relaps niet altijd te voorkomen. Vooral bij grote verplaatsingen van onder- en of bovenkaak bestaat er een kans op relaps. Mocht u zich zorgen maken over de te verwachten risico's bespreekt u dat dan voor de operatie met uw kaakchirurg.
Dagboek
Foto's
Links
Gastenboek
Contact