Home



Werkkamp


Monument




Contact


Links
Uit De Twentsche Courant Tubantia van 3 oktober 2003:


'Het is mooi dat er een herinnering komt'

Ruim op tijd voor de officiele onthulling zitten vier oudere Nijverdallers op een bankje bij de plaats waar straks het monument wordt onthuld ter herinnering aan voormalige kamp Twilhaar.

Bron: /www.tctubantia.nl

Een van hen, G. Beltman van de Almeloseweg, was 12 jaar aan het eind van de oorlog en speelde veel in het gebied. 'Je mocht er niet dichtbij komen', weet hij zich te herinneren. 'Van mijn vader wist ik wat hier gebeurde. Eerst was het een werkkamp, later zaten er joden. Hetis mooi dat er een herinnering komt, ook voor de jongere generatie.'

Op 10 juli 1942 arriveerden 83 joden, wiens achternamen begonnen met een A, B, of C, uit Groningen. Later aangevuld met 20 joden uit Amsterdam en Tilburg. Drie maanden daarna, gisteren precies 61 jaar later, werden de mannen overgebracht naar kamp Westerbork en van daar naar de vernietigingskampen van de nazi's. Nijverdallers Alex Alferink en Jan Fikken, leden van de Historische kring Hellendoorn-Nijverdal, stuitten twee jaar geleden op het bestaan van het kamp en plozen de geschiedenis na. Een grote groep genodigden verplaatst zich van hotel Dalzicht, waar geluisterd werd naar indrukwekkende toespraken en muziek, naar de plaats waar ooit het kamp was. Ze zetten zich op rijen stoelen die keurig in het gelid op de bosgrond staan. Het monument, ontworpen door Reggesteynleerlinge Marjolein Rensen wordt nog door lakens aan het oog onttrokken. Burgemeester J.J. van Overbeeke onthult het met mevrouw E. Abram-Berkelo. Het zijn twee vergrote foto's in enorme lijsten van de, toen nog lachende, mannen in het kamp. De ene foto is scherp, de ander vaag.

Mevrouw Abrams vader, Nathan Berkelo, was samen met twee broers gevangene in kamp Twilhaar. Zij kwamen niet terug. Mevrouw Abram was destijds 19 jaar. 'Ik heb mijn vader en ooms dus goed gekend. Het is geweldig dat dit monument hier nu is op deze plek. Ik wilde er wel aan meewerken, want dit komt heel dicht bij me', zegt ze geÔmotioneerd.

Volgens Van Overbeeke komt men zintuigen tekort om te beseffen wat hier is gebeurd en anno 2003 nog steeds gebeurt. Met anderen onderkent hij het belang de jeugd erbij te betrekken. Leerlingen van Reggesteyn leggen witte bloemen, er worden gedichten gelezen en gebeden gezegd.

Rabijn B. Jacobs beschrijft het monument als: 'Een grafzerk voor hen die zelfs geen graf was gegund.'

Als de rabijn het kaddisj zegt, het gebed dat joodse kinderen uitspreken voor hun overleden ouders, gaat iedereen staan en volgt een minuut stilte. Alleen krassende kauwtjes, hoog in de bomen, verstoren het plechtige moment.

'Van de 83 Groningers kennen we op dit moment dertig namen', zegt Fikken na afloop van de plechtigheid. 'Het is de bedoeling de totale geschiedenis te achterhalen. Misschien is er nog iemand in leven, maar die kans wordt steeds kleiner.' Fikken is blij met de herinnering aan kamp Twilhaar. 'Dit geeft veel voldoening, geweldig die grote opkomst. En fijn dat de school erbij betrokken is. Ons onderzoek staat nu door deze gebeurtenis even op een laag pitje, maar het gaat wel door.'

Het gezelschap begeeft zich weer naar Dalzicht om een door Fikken en Alferink geschreven brochure over kamp Twilhaar in ontvangst te nemen. De vier ouderen zitten nog rustig op hun bescheiden plekje en kijken hen na.

(Foto Frank Uilenbroek)

meer



-----------------------------575873964119684 Content-Disposition: form-data; name="userfile"; filename=""