Maretak, Viscum album, uit de Vogellijmfamilie, de Loranthaceae.
Maretak heeft een traditionele rol als versiering tijdens
de kerstdagen, hij moet het lot gunstig stemmen tijdens het komende jaar.
Mijn eerste huismaretak dateert van 2 jaar geleden, meegebracht van een wandeling
met Maurice in de buurt van Dinant. Maurice heeft toen voor alle deelnemers
uit een perenboom maretakken gesneden.
Vorige winter heb ik in de Gaumestreek prachtige maretakken gezien. Ik kon ze
echter niet mee naar huis nemen omdat ze te groot waren om te vervoeren met
de trein.
Deze winter heb ik me terug kunnen voorzien van maretakken die mijn huis sieren.
Ik heb ze meegebracht uit de Franse Vogezen, waar menig appelboom met maretak
tiert.
De maretak is een semi-parasiet, hij profiteert van de kracht van de boom en
gebruikt het water en de mineralen die de boom via zijn wortels naar boven zuigt,
maar hij doet zelf aan fotosynthese.
Maretak woekert op wel honderd verschillende boomsoorten.
Hij is voornamelijk te vinden in fruitbomen en in populieren, op kalkhoudende
grond.
In zeldzame gevallen vinden we de plant ook wel in eik, beuk, olm of hazelaar.
De eik en de beuk hebben een waslaag op de schors wat kiemen moeilijk maakt.
Maretak komt nooit voor op de plataan omdat de schors afschilfert.
De blaadjes zijn korter of langer naar gelang de boom waarop hij groeit.
In de 16de eeuw ontdekten botanici dat de maretak werd
verspreid door vogels. Het eerste geschreven bericht hierover verschijnt in
1532 in Engeland van de hand van een zekere Turner.
Het zijn voornamelijk lijsters en merels die de vruchten eten en hun uitwerpselen
met de onverteerde zaden achterlaten op de takken. Het zaad kiemt en maakt een
zuigwortel, die door de bast heendringt en zich vastzet in het weefsel.
Bij ontkieming is de maretak nog geen semi-parsiet maar een epifyt die zelf
voor water zorgt. Er moet dus voldoende vocht in de vorm van regen of mist in
de lucht aanwezig zijn.
Sommige leden van de familie zijn niet parasitair en
groeien als struik of boom.
De plant heeft pas later in zijn ontwikkeling een parasitair karakter verkregen,
iets dat nu erfelijk geworden is.
Het geslacht Viscum heeft meer dan 30 soorten.
De Amerikaanse maretak, Phoradendron flavescens, groeit op verschillende soorten
loofbomen o.a. de rode esdoorn en de olm.
De bladerloze dwergmaretak, Arceuthobium pusillum, parasiteert op coniferen
zoals pijnbomen en sparren. Ze bevatten chemicaliën die bijzonder giftig
kunnen zijn.
Er zijn verschillende soorten in Zuid Afrika. Eentje heeft bladeren die heel
kort leven, eigen aan het droge klimaat.Een Australische variant is erg wollig.
De Nieuw-Zeelandse maretakken, Peraxilla tetrapetula en Peraxilla colensoi hebben
vijf centimeter lange, vingervormige bloemknoppen die door honingvogels worden
bezocht. De klokvogel en de halskraagvogel hebben een truc bedacht om hun concurrentie
voor te zijn. Ze pakken de ongeopende bloemknoppen vast en geven er een ferme
draai aan. De knop knalt dan open, waarbij de vogel aan de nectar kan en het
stuifmeel op zijn kop krijgt om op andere bloemen over te brengen. Vogels zien
zo ogenblikkelijk of de bloem al bezoek heeft gehad.
De maretak heeft zich in de loop van de evolutie aan de vogels aangepast; de
bloemen gaan niet meer vanzelf open! Wanneer ze niet door vogels worden geopend,
scheuren de bloemblaadjes uiteindelijk onderaan los en de bloem poogt dan aan
zelfbestuiving te doen.
Het grote probleem is dat het vogelbestand in Nieuw-Zeeland is uitgedund door
zoogdieren die via de blanken het land bereikten. Er blijven nog weinig maretakken
over in Nieuw-Zeeland. Het is zelfs zover dat de klokvogels nog zelden maretakken
te zien krijgen en het openen van de bloemknoppen hebben verleerd.
Naamgeving.
Latijn; Viscum album of Lignum crucis
Viscum komt van viscidus of viscosus wat kleverig betekent.
Dit viscus vinden we ook terug in Turdus viscivorus, de naam voor de grote lijster
die zich tijdens de wintermaanden voedt met de vruchten van de maretak. Door
zijn tussenkomst komen de zaden onbeschadigd aan de boombast vast te zitten,
vandaar ook de naam vogellijm.
Nederlands; Maretak, mistel, vogellijm, duivelsgras,
duivelsnest, heksenbezem, magische twijg van Prosperina.
De naam maretak laat vermoeden dat de plant te maken heeft met de bezwering
van het kwade of de mare.
De aartsengel Lucifer werd na zijn opstand tegen God samen met zijn aanhangers
uit de hemel verdreven en in de hel geworpen. Een deel van de vervloekten bleef
hangen tijdens de val, o.a. in maretakken. De Zuid Limburgse volksnaam 'Duivelsnest'
verwijst hiernaar. Van verre lijkt de maretak op een groot duister nest.
De maretak is de magische twijg van Prosperina waarmee de Trojaanse held Aeneas
de deuren van het duistere onderaardse rijk kon openen.
De maretak verjoeg slangen en werd daarom ook wel eens slangewortel genoemd.
Heksenbezem, voor de ene is de maretak het rijpaard van heksen voor de andere
is de maretak anti-magisch en kan men er heksen mee wegvegen of verjagen.
Frans : Gui, gui de chène, buchon de sorcière,
balai de sorcière.
Ook wel herbe de la croix, genoemd, omdat het hout van het kruis van maretak
was gemaakt, daardoor is maretak gedegradeerd tot een parasiet.
De maretak opent niet alleen de poort van de hel maar ook andere deuren zoals
men kan lezen bij Albertus Magnus; 'La dixième herbe est apellée
par les Chaldéens Luperax, par les Grecs Elisena, et par les Français
Guy de Chène. Elle croit dans les arbres qui sont percez et ouvre toute
sorte de serrure'.
Een andere naam is ni d'jenatche of heksennest omdat heksen maretakken voortbrengen
en er in wonen.
Engels : Mistletoe - de 'missel thrush' is een soort lijster
Volgens Professor Skeat stamt mistletoe af van het Anglosaksisch woord Misteltan.
Tan betekent twijg en Mistel is vogellijm.
Mistel kan ook worden vertaald als uitwerpsel. In de oude tijden dacht men dat
er spontaan leven kon ontstaan uit uitwerpselen. Door observatie hadden ze vastgesteld
dat maretak ontstond waar vogels hun uitwerpsels hadden geponeerd.
Volgens Dr. Prior betekent mistl 'anders' omdat de plant er steeds anders uit
ziet naargelang de boom waarop hij groeit.
In de 14de eeuw werd het Mystyldene genoemd.
Shakespeare noemt de plant 'the baleful Mistletoe' naar de Scandinavische legende
van Baldur.
Geneeskundige aspecten.
In de Griekse mythologie kent men de godin Hygieia, als symbool voor de genezing,
die met slangensymboliek was verbonden en de maretak als alles genezende kruid
gebruikte. Hygieia werd in de patriarchale periode de dochter van Asklepios,
wiens naam etymologisch verwant is met maretak. De slang kronkelt rond zijn
staf, dit bleef symbool.
De maretak wordt als giftig beschouwd en moet onder deskundige
leiding worden gebruikt. Het grootste gevaar komt van de mycotoxines die hartstoornissen
kunnen veroorzaken.
De plant werkt samentrekkend en kan braken veroorzaken
Maretak brengt in het bloed een zelfreiniging teweeg die soms met koorts gepaard
gaat.
De gehele plant, zonder de bessen, kan worden gebruikt.
Het oogsten van maretak volgens Dodoens; 'in't afgaen van de Maene ghepluckt
wordt oft in de Hondts daghen voor den opgangh van de Sonne.'
Thee van maretak maak je door hem een nacht te laten trekken op koud water en
dan op te warmen. Nooit met kokend water overgieten.
Er zijn tabletten, tinctuur en homeopathische verdunningen, Viscum album D6,
in de handel te verkrijgen.
De Belangrijkste inhoudsstoffen zijn;
Flavonoïden
Polypeptiden: met viscotoxine voor een ondersteunende werking op het hart.
Aminen: choline, acetylcholine, beta fenylthylamine.
Aminozuren: gamma-aminoboterzuur met anti tumorale werking.
Glycoproteïnen: lectine voor anti tumorale werking.
Triperteenderivaten.
De Eigenschappen van deze inhoudstoffen zijn;
Verwijden en ontspannen van de aders en de perifere bloedvaten.
Inwerking op het parasympathisch zenuwstelsel.
Anti-tumorale activiteit, betere celstofwisseling.
Indicaties.
Zorgt voor daling van de bloeddruk en versterking van de hartspier. Maretak
wordt gebruikt bij arteriosclerose, poliartritis, hoofdpijn, koude voeten en
duizeligheid.
De plant onderdrukt vaatspasmen en kan worden gebruikt tijdens de menopauze,
bij baarmoederbloedingen, overmatige menstruatie, migraine, hartkloppingen met
vaatkrampen, ademnood en nachtelijke astmatische aanvallen.
Volgens Holzner kunnen naar wetenschappelijk inzicht de werkzame stoffen die
bloeddrukverlagend werken alleen werkzaam zijn bij intraveneuze injecties, omdat
ze bij oraal gebruik niet worden afgebroken en opgenomen in het maagdarmkanaal.
Volgens Becker gebeurt de werking via een beïnvloeding van het vegetatieve
zenuwstelsel.
Door de anti tumorale werking kan de plant worden aangewend bij long- en eierstokkanker.
Het is een woekerplant die volgens de signatuurleer gebruikt kan worden tegen
kanker. Sommigen beschouwen de maretak als een last voor de boom die zijn gastheer
is, anderen menen dat de maretak speciaal op zieke bomen groeit en hun vergif
afzuigt. Volgens deze opvatting kent men het antroposofische preparaat tegen
kanker Iscador.
Er zijn nog een paar bizarre indicaties:
Een bevroren neus kan je genezen met enkele geplette bessen.
Het kan ook worden gebruikt bij slingerende gang van patiënten met pleinvrees,
en bij formicatio, het gevoel alsof er mieren over de huid kruipen.
Geschiedenis en mythologie.
Bij Plinius vindt men dat het kruid een middel is tegen epilepsie en duizelingen.
Tijdens de Middeleeuwen werd van de plant een zalf gemaakt tegen zweren en etterende
wonden.
Maretak werd ook gebruikt om het zenuwstelsel te bedaren bij de ziekte sint-vitusdans.
In oudere boeken wordt maretak aangeraden bij onvruchtbaarheid.
Een in een eik groeiende maretak was voor de Druïden
een heilige plant. Zijn altijd groene voorkomen vertoont nog meer weerstand
tegenover de dood dan de majestueuze eik. Zes dagen na volle maan in de laatste
wintermaand begaven ze zich naar het woud om de maretak als heilig geneesmiddel,
met een gouden sikkel van de eik te snijden en op te vangen in een linnen doek.
De opperpriesteres leidde de heilige handeling in door een hamerslag op de offersteen
waarbij zij uitriep: O ghei an heu wat dat het graan kieme betekent.
De op eiken groeiende soort werd vanouds aangewend als geneesmiddel tegen de
morbus sacer, de heilige ziekte, epilepsie. Gedurende de epileptische aanval
dringt zich aan de patiënt een andere vorm van bewustzijn op. Wie zich
naderhand herinnert wat hij aanschouwd heeft, verkondigt zijn visioenen soms
als een bovennatuurlijke openbaring.
We vinden overal toepassingen voor epilepsie bijvoorbeeld
in een Frans kruidenboek uit 1682 en in The Treatment of Epilepsie by Mistletoe
uit 1720 van Sir John Colbatch. Hij verkreeg maretak uit de citroenbomen op
Hampton court. Hij adviseerde om iedere morgen poeder van de bladeren in te
nemen met zwarte kersensap.
Epilepsie kan leiden tot grote creativiteit. Bij Van Gogh werd de temporaalkwab
aangetast door epilepsie. Daar gebeurt de sensorische integratie, de verwerking
van wat we zien en horen. Bij een verstoring in dat gebied wordt de waarneming
anders ervaren. Ervaringen met temporaalkwab-themas zijn vibraties, bewegingen,
uit het lichaam treden, bewegen door tunnels, vormen, gaten, helder licht zien
etc
.
Uitspraken van epileptische patiënten:
'Er bestaat een uiteindelijke waarheid die volstrekt
buiten het bereik ligt van normale mensen die te veel opgaan in de drukte van
het dagelijks leven om de schoonheid en grootsheid ervan op te merken'.
Of: 'dokter, opeens was het allemaal kristalhelder. Er was geen spoor van twijfel
meer'.
Andere patiënten met epilepsie vertellen dat kleuren veel helderder worden,
schaduwen zijn niet grijs maar duidelijk waarneembaar. De wereld wordt levendiger
en aparter. Aanvallen die de temporaalkwab teisteren kunnen de gedachten, de
emoties en de gedragingen van de epilepticus voor goed veranderen. Stoornissen
in dit hersengebied leiden tot de meest intense spirituele ervaringen. Van Gogh
kreeg allerlei obsessies, zijn religieus besef werd nog sterker. Religie palmde
heel zijn leven in. Hij schreef zelfs 'ik ben de heilige geest'.
In de Edda wordt verhaald over de zonnegod Baldur en
zijn blinde broer Hodur. Alle schepselen hadden beloofd Baldur niet te schaden
maar de boze god Loki gaf Hodur een maretak en liet deze naar Baldur werpen
waarop deze stierf. De maretak verdrijft de mensenziel uit het zonneparadijs,
waarin de epilepticus nog af en toe even terugkeert.
In Scandinavië was maretak echter ook een vredesplant. Een bussel marteak
aan de voorgevel stond voor een warm welkom. Als vijanden elkaar troffen onder
een boom met maretakken moesten zij voor minstens één dag de wapens
neerleggen.
Vandaar het vrede-aspect dat de plant nu nog in zich heeft en zijn traditionele
rol als versiering tijdens de kerstdagen.
Maretak is een donderplant. In huis geeft hij bescherming
tegen blikseminslag en brengt genezing geluk en vruchtbaarheid.
De ouden geloofden dat men met maretak een brand kon blussen, aangezien maretak
was ontstaan uit een bliksemflits.
Met een maretak kon men schatten vinden.
Als een maretak op een hazelaar groeide, een zeldzaam verschijnsel, dan duidde
hij aan dat er een schat onder de struik verborgen lag.
De hazelworm woont onder een hazelaar waar een maretak op groeit. Het is een
soort witte slang van één of meer meters lengte die een kroon
draagt op feestdagen. Die slang eet de bladeren van de hazelaar, in ieder blad
bijt hij een rond gat. Hij bezit een zeer grote kracht, hij kan zich onzichtbaar
maken, is onverwondbaar en kent de kracht van ieder kruid.
Wie een hazelworm in zijn macht krijgt mag zich overgelukkig achten want alle
boze geesten blijven ver van hem weg.
Om een hazelworm meester te worden gaat men naar een hazelaar met maretak en
zegt: 'Ik groet u, edele vrucht hazelstruik'. Men graaft de hele heester uit
en bezweert de worm die er onder woont. Deze blijft eerst rustig liggen. Om
te voorkomen dat de slang kan vluchten bestrooit men hem met bijvoet.
Niemand kan hem echter gevangen houden, want met behulp van de hazelworm komt
men door alle gesloten deuren.
Als einde nog dit; in de Middeleeuwen werd maretak gebruikt
om er paternosters van te maken. De plant is heilig omdat de blaadjes in de
vorm van een kruis staan, 'gaffelvormig' in het jargon.