PERS-BERICHT

NISSO-onderzoek naar travestie bij mannen:

TWEEDELING IN MANNEN EN VROUWEN TE SIMPEL.

 

Mensen zijn niet eenvoudigweg onder te verdelen in uitsluitend mannen en vrouwen. Veel travestieten hebben het gevoel zowel man als vrouw te zijn. Zij hebben - zonder dat er overigens sprake is van schizofrenie - een mannelijke én een vrouwelijke identiteit. Omdat onze maatschappij niet is ingericht op mensen met zowel een mannelijke als vrouwelijke identiteit, komen psychische problemen bij deze groep veel vaker voor dan modaal. Dit is een van de conclusies die dr. Paul Vennix, als psycholoog verbonden aan het NISSO, trekt tijdens het feest ter gelegenheid van de verjaardag van de werkgroep T & T (Travestie & Transseksualiteit) Amsterdam. Paul Vennix baseert zich daarbij op zijn onderzoeksrapport 'Travestie in Nederland en Vlaanderen'.

In dit rapport staan de resultaten beschreven van een onderzoek onder bijna vijfhonderd travestieten uit Nederland en Vlaanderen. Duidelijk is dat de beelden over travestie die men doorgaans in de media krijgt voorgeschoteld weinig representatief zijn voor travestie.

'Mannelijke' en 'vrouwelijke' travestie

Uit dit onderzoek van het NISSO blijkt dat de betekenis van travestie sterk afhangt van de ervaren identiteit. Indien men uitsluitend een mannelijke identiteit heeft, heeft travestie meestal vooral een seksuele betekenis. Indien men daarnaast ook over een vrouwelijke identiteit beschikt, heeft travestie meestal als functie die vrouwelijke identiteit te bevestigen. Indien men dan vrouwenkleding aantrekt heeft men het gevoel tot zichzelf en tot rust te komen.

Meestal geen seksprobleem, maar sekseprobleem

Tot nu toe werd aangenomen dat travestie meestal een seksueel probleem is. Uit het NISSO-onderzoek blijkt echter dat bij travestieten die seksueel opgewonden worden door bepaalde vrouwenkleding te dragen er zich meestal weinig problemen voordoen. 'Met hen is niet meer aan de hand dan met andere mannen die bepaalde vrouwenkleding seksueel aantrekkelijk vinden', aldus Vennix. 'Het verschil is slechts dat deze travestieten datgene wat ze aantrekkelijk vinden ook werkelijk aantrekken.'

Verreweg de meeste problemen doen zich echter voor onder travestieten, die zowel een mannelijke als vrouwelijke identiteit hebben en niet passen in het hokje 'man' of 'vrouw'. Deze groep is in de praktijk geneigd de vrouwelijke kant te onderdrukken. Vrouwenkleding wordt meestal alleen thuis achter gesloten gordijnen gedragen.

Uit de kast komen noodzakelijk

Indien travestie vooral een seksuele betekenis heeft, is het niet nodig iedereen daarvan op de hoogte te stellen. Wanneer er echter sprake is van een vrouwelijke identiteit naast een mannelijke is het beter uit te komen voor de behoefte aan travestie en zich aan de omgeving in vrouwenkleding te laten zien. Het voortdurend blijven verstoppen van de vrouwelijke identiteit leidt tot stress en een obsessieve preoccupatie met het 'vrouw-zijn', zo blijkt uit het onderzoek. Alleen door ook voldoende ruimte te creëren voor de vrouwelijke kant, is het volgens Vennix mogelijk op den duur de mannelijk en vrouwelijke identiteit te integreren.

Gevoelens over eigen lichaam tweeslachtig

Wanneer men zowel een vrouwelijke als mannelijke identiteit heeft, is er meestal een sterke onvrede over mannelijke lichaamskenmerken zoals baardgroei, te harige armen en benen en een mannenstem. Ook zou men dan meestal graag borsten willen. Deze veranderingswensen hangen echter niet op de eerste plaats samen met een duidelijke aversie tegen het mannenlichaam, zoals bij transseksualiteit het geval is. Men wil vooral borsten, een vrouwenstem enz. om overtuigend als vrouw over te kunnen komen. De behoefte aan een vagina is dan ook meestal minder sterk. Een penis vormt op straat immers geen beletsel om overtuigend als vrouw over te komen. Bovengenoemde veranderingswensen zijn echter meestal ambivalent en niet permanent. Zij zijn evenals de identiteit in wezen tweeslachtig: vanuit de vrouwelijke identiteit gezien wil men wel, vanuit de mannelijke identiteit weer niet. Het is vaak zoals een travestiet het uitdrukte: 'je zou in en uitklapbare borsten moeten hebben'.

Transgenderisme tussen travestie en transseksualiteit

Het NISSO-onderzoek rekent ook af met de gangbare tweedeling travestie-transseksualiteit, die in de diagnostiek wordt gebruikt. Vanuit deze tweedeling is er (indien we van biologische mannen uitgaan) bij travestie sprake van een mannelijke identiteit en bij transseksualiteit van een vrouwelijke identiteit. Vennix pleit er voor om naast travestie en transseksualiteit het begrip transgenderisme in te voeren voor die groep die zowel over een mannelijke als vrouwelijke identiteit beschikt. Invoering van dit begrip voor deze groep is noodzakelijk, omdat het belangrijk is dat de mannelijke en vrouwelijke identiteit kunnen integreren tot een identiteit als transgenderist. Zonder invoering van dit begrip hoort men in feite nergens thuis. Soms is men dan geneigd zich toch te conformeren met de tweedeling man-vrouw. Ment kiest dan voor man (vrouwenkleren weggooien) of vrouw (zich aanmelden voor volledige geslachtsaanpassende behandeling). Daarom blijft een zorgvuldige diagnose bij mensen die zich voor een geslachtsaanpassende behandeling aanmelden noodzakelijk. In geval van transgenderisme verliest men volgens Vennix door voor man of vrouw te kiezen echter altijd een deel van zichzelf.

Aanpassing lichamelijke kenmerken soms heilzaam

Indien bij transgenderisten de onvrede over bepaalde lichamelijke kenmerken duurzaam is, kan bijvoorbeeld elektrische epilatie van de baardgroei en/of spraaklessen de levenskwaliteit verbeteren. Daarom pleit Vennix er voor deze behandelingen ook in geval van transgenderisme onder te brengen bij de ziektekostenverzekeringen. Ook hormoongebruik en een gedeeltelijke geslachtsaanpassende behandeling (bijv. siliconenborsten) moet dan volgens Vennix in principe mogelijk zijn. Omdat de gevoelens over dergelijke aanpassingen vaak ambivalent zijn is daarbij echter de nodige terughoudendheid noodzakelijk.

Vaak relatieproblemen

Na identiteitsproblemen komen met name bij heteroseksuele travestieten relatieproblemen het meest voor. Dit geldt vooral indien de partner pas in de loop van de relatie met travestie wordt geconfronteerd. Zij ervaart het dan vaak als huwelijkszwendel dat hij haar niet aan het begin van de relatie heeft ingelicht. Daarnaast komen vooral relatieproblemen voor indien er sprake is van transgenderisme. In heteroseksuele relaties voelt de partner zich meestal vooral aangetrokken tot de mannelijke kant van de transgenderist, waardoor er te weinig ontplooiingsmogelijkheden zijn voor de vrouwelijke identiteit. Veel voorkomende problemen waar partners van travestieten mee kampen zijn verder: (1) niemand hebben met wie zij over travestie kunnen praten; (2) een aversie tegen het vrouwbeeld dat de travestiet neerzet; (3) jaloezie ten aanzien van de 'vrouw' in de travestiet, die men als een 'concurrente' ziet; (4) het voortdurend geheim houden van travestie, ook voor de kinderen; (5) achterlopen in het acceptatieproces, wanneer hij al langer met travestie bezig is dan zij; (6) angst voor homoseksualiteit of transseksualiteit.

Nadere informatie bij dr. Paul Vennix, tel 030-2304010 (NISSO) of 030-2518237 (privé)

 

Het boek is te bestellen bij uitgeverij Eburon bv
529 pagina's ingenaaid ISBN 90 5166 590 3
formaat 160 x 240 mm Hfl 69,50
tel 015-213 14 84
fax 015-214 68 88

 

Terug naar Home Page index TransVestiging