2. Man en macht

 

Marie staat voor de tent.

“ Robbie, kom nou. We moeten om 12 uur weg zijn en het is 11.45!!”                     

“ Jaja, ik kom eraan!!”

Robbie komt de tent uitlopen. Hij heeft een plastic tas in zijn hand.

“ Wat zit er in die tas??”

“ Eten, dat heb jij toch ook gekocht??”

“ Ja, wat dacht je!”

“ Okι, waar gaan we heen?”

Marie pakt een landkaart uit haar tas.

“ We zitten nu in Chateau de Olonne en dan heb je daar……….ja daar les Sables de Olonne….. en daaronder………ah daar, daar ligt La Rochellle. Zullen we daar heengaan?”

“ Mij best, als we nu maar weggaan, want het is bijna 12 uur en anders moeten we boete betalen. Daar heb ik geen in.”

“ Nou kom op dan!”

 

Als ze even later buiten de camping staan, zegt Robbie:

“ Hou jij je duim omhoog, dan ga ik de tassen bij elkaar binden.”

Marie houd haar duim omhoog. 5 minuten later stopt er een taxi.

“ Waar gaat deze taxi naartoe?” vraagt Robbie in het Frans.

“ Waarheen u maar wilt.” antwoord  de chauffeur terug.

Robbie stapt in en Marie gooit de bagage achterin.

Marie gaat naast Robbie zitten en fluistert:

“ Gaan we gelijk naar het station of gaan we eerst nog wat eten?”

“ Gelijk naar het station.”

Dan zegt Marie in het Frans:

“ Naar het station a.u.b.”

 

Als ze een kwartier later bij het station aankomen, betaalt Marie en haalt de bagage uit de achterbak.

Robbie stapt ook uit en loopt achter Marie aan.

Robbie kijkt op een bord dat in de winkelgang hangt.

“ Opschieten!! De trein waar wij in moeten, vertrekt over een kwartier.”

“ Ach, met treinen weet je al dat het minstens vijf minuten later wordt.” zegt Marie met een grijns.

“ Nou okι, ik ga kaartjes halen, dan haal jij wat eten en te drinken.”

“ Waar spreken we af?”

“ Nou doe maar bij die, ja daar, die boekenwinkel.”

“Okι, tot zo!”

 

Als ze even later bij de boekwinkel staan, vraagt Robbie:

“ Wat heb je allemaal gekocht??”

“ Nou, een paar belegde broodjes, 4 flesjes Spa, een zak chips en nog wat los snoep. Is dat genoeg, denk je??”

“ In ieder geval genoeg voor de reis naar La Rochelle.”

“ Okι. Kom, de trein is er al bijna denk ik.”

 

Als ze de trein instappen zegt Marie :

“ Robbie, Ik hou van je.”

En ze geeft hem een korte zoen.

Dan zegt Robbie:

“ Ik hou ook van jou.”

Dan stappen ze de trein in.

 

Als ze een uur later op het perron van La Rochelle uitstappen zegt haalt Robbie de bagage uit het bagageruim.

Samen lopen ze naar een klein cafeetje en stappen naar binnen.

Terwijl Robbie een tafeltje zoekt, bestelt Marie wat te drinken.

Dan loopt ze terug naar het tafeltje wat Robbie heeft gevonden.

Terwijl ze aan de koffie zitten luistert Marie naar de zachte muziek op de achtergrond.

“ I can’t hide, I can’t appear……..Pieppiep”

Marie kijkt op. Wat is dat nu?

“ Dit nummer wordt onderbroken door een dringend nieuwsbericht.” Hoort Marie in het Frans.

“ Er zijn namelijk 2 kinderen/ pubers vermist. Waarschijnlijk zijn ze in de buurt van Les Sables de Olonne, waar de kinderen op een camping overnachten. De een heeft……………”

De rest hoort Marie niet meer.

“ Heb je dat gehoord??” stottert Marie.

“ Wat??”

“ We worden door de politie gezocht. We moeten weg!!!”

Marie springt op.

“ Meen je dat?” vraagt Robbie benauwd.

“ Ja, denk je soms dat ik gek, stom en doof ben?!” snauwt Marie.

“ Nou kom dan. Dan gaan we weg!”

Ze rennen de winkel uit, hun bagage achter hen aanslepend.

 

Als ze zich even later in een verlaten bos neer laten vallen, begint Marie te huilen. Robbie heeft ook moeite zijn tranen binnen te houden.

Hij begint langzaam zijn tas uit te pakken.

Marie kijkt op.

“ Wat doe je nou??”

“ Het is beter dat we deze nacht hier blijven slapen.”

“ Okι dan.”

Marie doet hetzelfde. Dan zegt ze:

“ Shit, we hebben alleen nog maar een zak chips!”

“ O, nou ja. Dan zal ik wel naar de stad terug gaan om iets te halen.”

“ O Robbie, kijk wel uit hoor!”

Marie pakt een dikke tak op en zegt:

“ Hier, doe deze tak onder je trui, dan kun je van je afslaan als ze je herkennen.”

“ Thanks”

En Robbie loopt weg.

 

Als hij later in de stad aankomt gaat hij op zoek naar een bakker.

Ah daar. Robbie kijkt op het reclamebord dat buiten hangt.

5 worstenbroodjes voor 1 euro.

Robbie loopt naar binnen. Het is niet druk in de winkel.

Dan is Robbie aan de beurt. Hij bestelt 20 worstenbroodjes en 4 appelflappen. Dat is 8 euro.

Robbie betaald en loopt de winkel uit.

Ietsjes verderop is een klein winkeltje. Robbie loopt er naartoe.

Als hij binnen staat koopt hij een grote fles spa en 6 blikjes met cola.

Hij betaalt en loopt terug naar het bos.

Als hij aan de overkant van de straat is, hoort hij een man.

“ He jij daar, wat is jouw naam?” vraagt de man in het Frans.

 Snel verzint hij een naam.

“ Jean Pierre le’Rouge.”

“Ah van adel zeker!”

“ Eh ja, mijn vader is baron in Tonnay-Charente.”

“ Okι, dan is het goed.”

“ Nou dag.”

Robbie loopt snel verder. Dan komt hij langs een kruideniers winkeltje en ziet allemaal kranten uit verschillende landen.

Italiaans, Engels, Duits, Hongaars, Pools en daar de Nederlandse.

Robbie pakt hem en begint te lezen.

Als hij een pagina omslaat schrikt hij.

“ Man pleegt zelfmoord na de vlucht van 19-jarige zoon”- staat er op een krantenkop.

Arnhem -van onze verslaggever.

In Arnhem heeft een 45-jarige man zelfmoord gepleegd omdat zijn zoon weggelopen is. De zoon is 19 jaar.

Hij……………………

De rest ziet Robbie niet meer.

De letters dansen voor zijn ogen.

Dat moet toeval zijn. Dat doet zijn vader niet.
Robbie  legt de krant terug en rent terug naar het bos.

Geschrokken van de snelle aankomst van Robbie vraagt Marie:

“ Wat is er, komt er iemand achter je aan?”

“ Nee! M’n vader…………………..”

Dan barst hij in huilen uit.

“”Wat is er nu?” vraagt Marie ongerust.

“ Mijn vader, hij …. Hij ….. moet je maar in de Nederlandse krant lezen.” Zegt Robbie.

“ Waar ligt die krant dan??”

“ Bij een kruidenierszaakje.”

“ O. Ga maar even in je slaapzak liggen en eet wat.”

“ Ja.”

Robbie kruipt in zijn slaapzak

Als hij uitgehuild is vertelt hij het verhaal van zijn vader.

“ O, wat erg.” Is het enige wat Marie zegt.

“ Ach, hij wilde je toch in een internaat stoppen, of niet soms?”

“ Je hebt gelijk.” En Robbie veegt zijn tranen af.

Eigenlijk houdt hij helemaal niet van zijn vader.

Hij heeft altijd zijn kleine zusje voorgetrokken en vond haar altijd geweldig en de beste.

Marie begint te lachen en Robbie lacht mee.

Als ze klaar zijn met lachen, pakt Robbie een blikje cola en neemt er een slok uit.

Marie pakt er ook een blikje en pakt zelf een appelflap. Ze werpt Robbie er ook een toe.

“ Dank je wel.”

“Weet je, ik weet nog niet zo veel van je, vertel eens wat!” zegt Marie.
“ Nou okee. Ik heet Robbie en ik ben 19 jaar. Ik woonde in Arnhem. Ik heb een klein zusje van 8 jaar. Ik heb al twee jaar mijn diploma aan het atheneum. Ik wil graag een computerbedrijf runnen, later. Ik heet met mijn achternaam van Gastel. Mijn zusje wil later kapster worden en nu knipt ze al haar barbies kaal.” grinnikt Robbie.

“ Hahaha, waar slaat dat op?” vraagt Marie.

“ Het is echt waar hoor!” beweert Robbie.

“ Okι. Genoeg gelachen. Wat gaan we morgen doen?” vraagt Marie.

“ Als we nu een treinreisje nemen naar Dax. Dan gaan we door naar Spanje, San Sebastian. Daar blijven we drie dagen en dan gaan we naar Baracaldo.” zegt Robbie.

“ Jezus, ken jij de topografie van Frankrijk en Spanje helemaal uit je hoofd?” vraagt Marie verbaasd.

“ Nee joh, kijk maar!” lacht Robbie en hij vist een verfrommelde landkaart uit zijn tas.  “Weet je nog?”

“ O ja, nu je het zegt!” zegt Marie uitgelaten. “Nou ja, laten we jouw wijs idee maar opvolgen.”

Robbie geeft Marie een zacht duwtje.

“Ik heb misschien wel een diploma op de Atheneum, maar ik ben NIET wijs hoor. Dat vind ik eigenlijk een grote belediging voor de echte wijsheden.” zegt Robbie grinnikend.

“ Sorry hoor!” zegt Marie geschrokken.

“Het was maar een grapje hoor.” zegt Robbie lachend.

“ Okee, maar………” Marie stopt plotseling.

“ Wat?”

“ Ik..eh…Ik weet niet of dit gaat lukken hoor.”

“ Marie, we moet vechten, voor man en macht.” fluistert Robbie zacht

 

 © Joy