IMAM HUSSEYIN EN KERBELA
De betekenis
van het drama van kerbala waarbij de derde imam Husseyin om het leven kwam is
voor de Shieten van grote betekenis Jaarlijks worden in sommige shitische
gemeenschappen spectaculaire passiespelen opgevoerd waarin deze tragedie wordt
uitgebeeld.
Het drama van
Kerbala is te vergelijken met de
kruisiging van Jezus bij Cristenen- Alvorens haar betekenis te bespreken,
zullen we eerst de gebeurtenissen bij Kerbala zelf behandelen.
De ramp begon
in 680 toen Husseyin vanuit Medina naar Mekka vertrok. De gouverneur van Medina
oefende druk op hem uit om een eed van trouw af te legen tegenover Yazid die
dat jaar aan de macht kwam, na de dood van zijn vader Muawiye. Imam Husseyin probeerde aan die druk te ontkomen
door naar Mekka te gaan. Hij bleef daar vier maanden wonen. In Mekka trad hij
in het huwelijk met een Pezische vrouw.
In tussen
waren in Kufa aanhangers Van Ęmam Ali
bezig met het organiseren van het protesten tegen de nieuwe machthebber. Ze
drongen bij Imam Husseyin erop aan om naar Kufa te komen en de leiding van de rebbellie tegen Yezid op zich te
nemen.
Vanuit Mekka
stuurde Imam Husseyin zijn neef Muslim ibn Aqil naar Kufa om de situatie in te
schatten. Deze rapporteerde over grote bijeenkomsten die gehouden werden,
waarbij duizenden Kufanen hun steun
betuigden aan Husseyin.
De tijd van de
hadj in Mekka kwam snel dichterbij Vanuit alle streken zouden moslims naar
Mekka komen om hun heiligeplicht te vervullen door offers te brengen en
zevenmaal om de Kaaba te lopen. Imam Husseyin ontving berichten waaruit bleek
dat er plannen van Yezid waren om hem tijdens de hajj te vermoorden. Om te voorkomen dat Mekka ontheiligd werd door een
moord, ook al zou hij het slachtoffer in plaats van de dader zijn, besloot hij
naar Kufa te gaan.
Op 10
september 680 vertrekt Imam Husseyin met 72 volgelingen, waaronder ook achttien
leden van Ali`s familie, naar Kufa. Daar had de gouverneur van Yazid de
opdracht gekregen om de beginnende opstand hardhandig neer te slaan. Moslims
werden massaal gevangen genomen en geexecuteerd. Muslim ibn aqil werd onthoofd. Alle toegangswegen naar
Kufa werden afgezet. De terreurcampagne van de gouverneur had effect. De
opstand werd in de keim gesmoord.
Onderweg
ontving Imam Husseyin berichten over de nieuwe situatie in Kufa. Hij werd door
verschillende raadgevers gewaarschuwd voor een bloedbad, maar hij zette toch
door.
In de woetijn
tussen Mekka en Kufa werden Imam Husseyin en zijn volgelingen aangehouden door
een legereenheid van duizend soldaten onder leiding van de jonge commandant
al-Hurr At-Tamimi. De Commandant legde uit dat zijn opdracht was te voorkomen
dat Imam Husseyin een dorp of stad in Irak zou bereiken. Imam Husseyin
antwoordde door hem zakken vol met brieven te laten zien van mensen uit Kufa
waarin stond dat hij door hen was
uitgenodigd.
Husseyin zag
dat al-Hurrs mannen dorst hadden, maar dat er geen water was. Hij bood hen
geheel onbaatzuchtig water aan uit zijn eigen voorraad. Later leidde Imam
Husseyin de soldaten in het gebet.
De verhouding
tussen Al-Hurr en Imam Husseyin was op dat moment vriendschappelijk. De
commandant had respect voor de kleinzoon van de Profeet. Maar Imam Husseyin was
toch vastbesloten om naar Kufa te gaan. Al-Hurr drufde hem niet aan te vallen.
Aan de andere kant had hij duidelijke instructies om de groep nietdoor te
laten.HijprobeerdeHusseyin te overtuigen om onder zijn begeleiding een andere
weg te kiezen, terwijl hij de gouverneur van Kufa om nadere instructies vroeg.
Imam Husseyin besloot akkoord te gaan met zijn voorstel. De groep ging onder
Al-Hurr`s begeleiding in de richting van de vlakte van Kerbela, waar ze op 2
oktober 680 (2 Muharram 61) aankwam.
De volgende
dag arriveerde een eenheid van vierduizend soldaten onder leiding van Ommar ibn
Sad met de instructie dat Husseyin niet
mocht vertrekken, voordat hij een schriftelijke eed van trouw had afgelegd
tegenover Yezid. Imam Husseyins
volgelingen werden in de woestijn geisoleerd. Ze konden niet naar een
aangrenzend meer om water te halen. En Ommar was niet van plan om concessies te
doen. Het gouverneurschap van Rayy was hem in het vooruitzicht gesteld als hij
zijn opdracht succesvol zou afsluiten.
Opnieuw
weigerde Imam Husseyin om toe te geven, hoewel de situatie in zijn eigen kamp
dramatisch verslechterde wegens een tekort aan water. Ubeydullah, de gouverneur van kufa, zond Ommar Per brief zijn
laatste orders: of hij moest tot de aanval overgaan of hij moest de leiding
overdragen aan Shimr, de brenger van de brief. Op de avond van 9 muharrem rukt
Ommars leger op naar Husseyins kamp. Imam Husseyin bedong dat de strijd pas de
volgende morgen kon beginnen. Die nacht stelde hij zijn volgelingen voor de
keuze om te blijven en met hem te sterven of om te vluchten. Op een paar mensen
na besloot de hele groep te blijven. Gedurende de nacht bleven de toekomstige
martelaren in gebed bijeen. Daarbij sprak Imam Husseyin de troepen nog eens aan
op hun religieuze verantwoordelijkheid. Dat maakte zo een diepte indruk op
sommige soldaten, dat een dertigtal zich
bij Imam Husseyin voegde. Onder hen bevond zich Al-Hurr, de commandant
die Imam Husseyin aanvankelijk had aangehouden. Hij zou een van de eersten zijn
die zou omkomen in de strijd.
De volgende
ochtend op 10 muharrem begon de strijd. 10 muharrem staat bekend als Ashura, de
dag van boetedoening en vasten. Voor Kerbela was het al een heilige dag.
Mohammed had deze dag uitgeroepen tot een dag van boetedoening en vasten.
De gevechten
waren niet masaal. Sporadisch vonden er schermutselingen plaats en af en toe
waren er hevige confrontaties. Imam Husseyins broer, een vaandeldrager,
probeerde nog door de linie te bereken om water voor de vrouwen en kinderen te
halen, maar hij werd bij deze poging gedood. De soldaten sloten vervolgens Imam
Husseyin in, die zijn baby in de armen droeg. Imam Husseyin verzocht hen om
water voor zijn kind, maar de soldaten reageerden met het afschieten van een
giftige pijl die de hals van zijn baby en Husseyin arm doorboorde. Het kind
stierf vrijwel onmiddellijk. Imam Husseyin vocht nog een tijdje door. Op een
gegeven moment werd hij tegen de de
grond geslagen. De soldaten aarzelden om de genadeslag te geven ondanks beleven
van Shmir. Deze nam uiteindelijk zelf het initiatief en onthoofdde de derde
imam met zijn zwaard.
De tenten van
Imam Husseyin en zijn volgelingen
werden vervolgens beroofd en de meeste mannen werden onthoofd. De vrouwen en
kinderen en een zieke zoon van Husseyin werden gespaard en gevangen genomen.
Met de afgesneden hoofden op hun speren ging het leger in een processie terug
naar kufa.
In Kufa keeft
de gouverneur in tussen een grote menigte op de been gebracht om de processie
te aanschouwen. Hij liet het hoofd van Imam Husseyin op een schaal brengen en
begon met een stok in zijn neus en mond te roeren. Die barbaarse handeling
ontlokte protesten van omstanders, die riepen dat dat hoofd door de lippen van
de Profeet waren aangeraakt en dat het een schande was dat de gouverneur zich
zo gedroeg.
De gouverneur
maakte bekend dat Ali,(Imam Zeynel Abidin) de zoon van Imam Husseyin, nu ter
dood zou worden gebracht. Maar protesten van Zeynep, de zuster van Imam
Husseyin, die verklaarde met Ali te zullen sterven, leidden ertoe dat
UbeyduŽllah besloot om Ali met het hoofd van zijn vader naar Damascus te
sturen. In Damascus besluit Yezid om
Ali naar Medina te laten gaan uit vrees voor een opstand naar aanleiding van de
slachting bij Kerbela.
Het drama van
Kerbela heeft een ongelooflijk diepe indruk achtergelaten in de geesten van de
ShiŽieten. De herdenking van Kerbela
van 1 tot met 12 Muharrem behoort samen
met de Viereng van Ghadir tot de belangrikste ShiŽitische religieuze feesten.
De gebeurtenissen bij Kerbela zijn in talloze passiespelen uitgebeeld. In
sommige shiŽitische gemeenschappen gaat het naspelen van het drama van Kerbela
zover dat mannen en jongens zichzelf bloedige verwondingen toebrengen met korte
zwepen, mensen en scheermessen.
Ook in dit
opzicht is Kebela te vergelijken met de kruisiging van Jezus. Het verhaal vande
Kruisiging is ook onderwerp van vele christelijke passiespelen. In sommige landen, zoals op de Filipijnen, gaan deze
spelen zover dat de kruisiging ook echt word nagespeeld. Een vrijwilliger die
de rol van Jezus speelt word ook echt met zijn handen aan een kruis
vastgespijkerd.
De verklaring van shiŽitische historici van het
drama van Kerbela vertoont overeenkomsten met het verhaal van de kruisiging van
Jezus. Imam Husseyin had volgens deze historici de keuze tussen sterven en niet sterven. Deze keuze om niet te sterven zou een
politieke keuze zijn geweest. Imam Husseyin zou ervoor gekozen kunnen hebben om
de politieke steun die hij had te mobiliseren en te organiseren op een zodanige
manier dat hij vroeg of laat met militaire
middelen de confrontatie met de
machthebbers kon aangegaan.
De keuze om te sterven is een bewuste keuze geweest.Imam Husseyin had op verschillende momenten de
weg van het martelaarschap kunnen vermijden. Hij had de adviezen om niet naar
Kufa te gaan kunnen opvolgen. In de onderhandelingen met Al-Hurr had hij de
mogelijkheid om naar een andere plaats te gaan zonder dat hij een hoefde af te
leggen. Maar Imam Husseyin koos bewust
de weg van de confrontatie. Waarom?
ShiŽ itische historici wijzen op de volgende verklaringsgrond. Imam
Husseyin, net als zijn vader Imam Ali, een vrome die zijn religieuze principes
koesterde, had gezien hoe de islam in korte tijd veranderde van een godsdienst
van onderdruken in een godsdienst van onderdrukkers. Hij moest lijdzaam
aanschouwen hoe leiders van de islam de oorspronkelijke waarden en normen van de
nieuwe religie feitelijk overboord zetten en nog slechts in naam moslim waren.
Het licht van de islam driegde uitgedoofd te worden. Tegenover brute
onderdrukking en barbarisme kon slecht een daad gesteld worden, namelijk die
van de geestelijke bevrijding. De zuiverheid van de islam kon niet meer met
niet-geestelijke middelen worden verdedigd. Het verzet tegen barbarisme en de
ontaarding van de islam[YG1] moest in de geesten van de mensen
successen boeken.
In de Kerbela liet Imam Husseyin zien dat zijn lichaam vermoord kon worden,
maar dat zijn geest zou overwinnen. Zijn strijd was de strijd tussen goed en
kwaad, tussen God en de duivel. Zijn offer in die strijd was zijn lichaam en
die van zijn dierbaren. Zijn resultaat was die van de geestelijke overwinning van
de islam op barbarisme en goddeloosheid. Net als Jezus strief hij opdat de
mensen bevrijd konden worden van zonde en ellende. Maar bij Jezus was de
kruisiging een daad waarbij hij de schuld van de mensheid op zich nam. Bij Imam Husseyin was Kerbela het signaal dat
er nog hoop was voor de islam. Zijn dood was niet het einde, maar het begin van
een geestelijk ontwaken.