Ik vroeg hem: "Kun
je me alsjeblieft zeggen waar ik een heel piepklein broeibakje kan vinden?"
Maar hij lachte alleen naar mij.
Toen hoorde ik stemmetjes, hele fijne geluidjes;
alsof er honderd kleine belletjes rinkelden.
Het was alsof ze zeiden: Kijk om de hoek. Kom, kom!