Poipet
Warzone
Het stukje van 250 kilometer vanaf Nakhon tot aan de Cambodjaanse grens ging supersnel. We vertrokken om half negen en kwamen om elf uur aan. Vanaf Poipet het Cambodjaanse grensplaatsje is het nog 150 kilometer naar Siem Reap in Cambodja. Een klein stukje, maar we kwamen pas om twaalf uur 's nachts aan. Even een opsomming van de feiten. Eerst wat gegeeten uiteraard, dus rond twaalf uur stonden we daadwerkelijk aan de grens. Al in Thailand stonden ze ons op te wachten om ons voor 20$ naar Siem Reap te brengen. Veel te veel geld voor zo'n klein stukje, dus we liepen door. De jongen hield echter stug vol door eerst te vertellen dat er aan de Cambodjaanse kant geen vervoer te vinden zal zijn en later dat ze je naar een achteraf straatje zouden meenemen om je te overvallen. Nu er in de Lonely Planet niets over deze dingen staat, namen we het natuurlijk met een korreltjes zout. Eenmaal over de grens waan je je echt in een oorlogsgebied. Wat een puinhoop. Alles opengebroken, geen stukje asvalt te bekennen, geen huis in redelijk staat, en geen mens die geen vuile verscheurde kleren aan had. Op een van de bergen puinhoop stond een parasolletje met twee agenten eronder. Wij vragen waar we een bus naar Siem Reap konden krijgen. Ik ben er nu nog niet zeker van of die agenten ons hebben zien staan. Laat staan horen. Ok, dan maar verder lopen. Opeens van alle kanten pick-up trucks die je mee willen nemen. De prijs was inmiddels gezakt naar 15$. Nog steeds te veel. Dus wij onderhandelen. Maar zelfs als je met iemand onderhandelt, houden de andere pick-up chauffeurs niet op. Naar elkaar schietgebaren maken om de andere chauffeurs te duidelijk te maken dat wij hun klanten waren. Op een gegeven moment wil je bijna voorstellen: "I'll give you 40$, just get me the hell out of here." Uiteindelijk bleven we koel en hebben afgedongen tot 7$ in de cabine. Het was inmiddels half een en over tien minuten zouden we vertrekken. Om drie uur stonden we er nog. Ik was al redelijk uitgevallen tegen die jongens vanwege het wachten. We wisten inmiddels dat de rit wel eens tien uur zou kunnen gaan duren. Toen we op het punt stonden om weg te gaan, kregen we te horen dat er vier mensen op de achterbank zouden moeten zitten. Dat kon eenvoudig weg niet met onze westerse afmetingen. Volledig over de rooie vroeg ik mijn geld terug, wat ik verbazingwekkend genoeg kreeg. Omdat Hans wel zichtbaar mee wilde en ik onzichtbaar uiteraard ook, deden ze nog een poging om ons over te halen. 5$ op onze rugzak in de achterbak is het uiteindelijk geworden. Onder voorbehoud dat er buiten de drie andere buitenlander niemand meer in de achterbak plaats zou nemen. Dus eindelijk op weg. Nou weg... deze weg sloeg echt alles. Ik zit er niet ver naast als ik zeg dat de Noordzee er bijna windkracht 10 vlakker bij ligt. Na drie uur kwamen we aan in Sisophon, waar we wat konden eten. Toen kregen we te horen dat de weg verderop geblokkeerd was door een vrachtwagen. We zouden moeten blijven slapen of meer betalen om verder te gaan. Nu hadden de anderen 15$ betaald en pikten ze dit niet, dus uiteindelijk toch verder gegaan. We vroegen ons al af waarom we door extra te betalen geen last zouden hebben van die vrachtwagen. Na weer drie uur bleek de vrachtwagensmoes waarheid te zijn. Het was er alleen niet 1 maar zeker 50, waarvan enkele waren weggezakt in de modder. De weg was inmiddels vlakker maar nog wel een modderpad tussen de moerasachtige weilanden door. Als je er maar vaak genoeg over heen rijdt, wordt de weg ook een moeras. Dus om tien uur 's avonds zaten we vast. Teruggaan, overnachten... of kijken aan de andere kant van de rij vrachtwagens of daar ook auto's vast staan. Dan konden de passagiers van die wagens met onze wagen terug en wij met die van hun. Gelukkig was onze chauffeur slimmer dan die van de pick-up voor ons met eveneens buitenlanders aan boord. Er stond 1 wagen aan de andere kant, dus wij naar de andere auto gelopen. Tot je knieen wegzakkend in de blubber. Na een half uur waren wij weer 'on the road', maar hoe de andere buitenlanders er in de pick-up voor ons vanaf zijn gekomen is nog steeds een raadsel. Om twaalf uur 's nachts kwamen we in Siem Reap aan.

Siem Reap
Genoeg gezien
In Siem Reap hadden we zowaar een erg aardig guesthouse met een veranda uitkijkend over de rijstvelden. Beetje weg van het stoffige centrum. In de buurt van Siem Reap ligt het beroemde tempelcomplex van Ankor Wat. Hoewel ik al jaren templed-down ben, zijn we toch maar even gaan kijken. Entree kostte 20$, wat zeker achteraf een beetje teveel van het goede is. Het complex is echt wel heel groot, maar als je alles verspreid over 40 vierkante kilometer bos, dan kan ik het ook groot doen lijken. Ankor Wat zelf is niet zo heel groot, maar wel mooi. Na twee andere tempels te hebben gezien, vonden we het wel goed zo. Snap niet dat de meeste mensen daar van zonsopgang tot na zonsondergang rond hangen. Dan heb je misschien nog niet alles gezien, maar het moet in ieder geval meer zijn dan je lief is. Op de terugweg naar een 'seeing hands'-massage huis geweest om de boel weer een beetje recht te krijgen na de rit van gisteren. Seeing hands houdt in feite in dat de masseuse blind is. Of het nou echt beter was dan normaal, vraag ik me af. Weet wel dat ik flink lek gestoken ben door de muggen daar. Dat is een beetje de narigheid...als je blind bent, kan je die muggen natuurlijk niet doodslaan.

Phnom Penh
Fast boat zit vast
Voor 25$ kun je vanaf Siem Reap de boot nemen naar Phnom Penh. Die doet er 4,5 uur over. Of je kunt de bus nemen. Het maakt me niet uit hoe lang de bus erover doet, iedere minuut is er een teveel. Dus we namen de boot. Helaas werden we om 6.00 uur 's ochtends toch opgehaald met een pick-up, maar al snel waren we bij het haventje. Daar lagen twee raketten in het water. Er zaten raampjes in en mensen op, dus dat moesten de boten zijn. Om 7.00 uur vertrokken we, maar uiteraard was de verwachte aankomstijd van 11.30 uur voor onze boot geen haalbare kaart. Halverwege begaf de motor het, hetgeen ons niet meer verbaasde. Verbazingwekkend was wel dat twee visservlotjes ons na drie uur voort gingen trekken. Nou ben je na drie uur stil liggen in de brandende zon allang blij dat er weer beweging in het schip zit, maar dit tempo was feitelijk alleen waar te nemen als je je voet in het water stak. Gelukkig kwam de redding een uur later, toen een reserveboot vanuit Phnom Penh ons op kwam halen. Om 16.00 uur stapten we in Phnom Penh aan wal.

Ongerustheid
In Phnom Penh ingechecked bij een guesthouse aan het meer. Over de guesthouses valt niet te klagen, hoewel je niet moet opkijken als je hier en daar een rat van 30 centimer ziet. Je wordt hier wel gek van de motortaxies. Vooral degenen die voor het guesthouse staan. Nu moet je altijd even naar buiten als je vanuit het terras naar je kamer loopt en iedere keer beginnen ze je al halverwege de gang lastig te vallen met waar je naar toe wilt. En als je dan uiteindelijk ergens heen wilt, zetten ze je simpelweg ergens in de stad af, omdat ze niet weten waar ze heen moeten. Zo moesten we 's avonds geld wisselen bij het Capitol Hotel. Na een minuut was ik Hans al kwijt en mijn chauffeur wist totaal niet waar hij naar toe moest. Dus ben weer ergens in de stad afgezet. Omdat het met bakken uit de lucht kwam, had ik geen zin in nog zo'n geintje. Een motortaxi vinden die wist waar het Capitol was, bleek knap lastig. 20 minuten later dan Hans kwam ik aan. Hans helemaal ongerust. We hadden al veel te weinig geld geboden, dus hij was bang dat ik een woordenwisseling had gekregen met mijn chauffeur. Op zich geen ramp, maar net voor hem op straat hadden ook twee Cambodjanen een woordenwisseling. Eentje begon een beetje te duwen, waarop de ander zijn pistool trok en die tegen het hoofd van zijn ongewenste gezelschap zette.

Killing Fields
Uiteraard moet je ook iets mee pikken van de geschiedenis van een land en de Killing Fields zijn daar een zeer recent voorbeeld van. Midden in de stad staat S-21, de gevangenis waar ten tijde van Pol Pot, iedereen werd opgesloten en gemarteld, waarvan ook maar enigszins werd verwacht dat ie iets tegen het Rode Khmer bewind zouden kunnen hebben. Een heel lugubere plek nog steeds. Als je het in S-21 overleefde en de Pol Pot jongens geen zinnig woord meer uit je konden krijgen dan werd je naar Choeung Ek (Killing Fields) gebracht, waar je executie onvermijdelijk zou volgen. In feite is iedereen geexecuteerd die nergens wat van afwist. Een kijkje bij de Killing Fields is echter nauwelijks de moeite. Buiten een tombe met honderden schedels, zie je alleen nog een paar kuilen. Je kunt beter de film eens bekijken. Scheelt een hoop reiskosten.

Vermaak
Ten slotte zijn we een paar dagen in Phnom Phen gebleven, dus even een korte beschrijving van een mogelijke dagindeling. Je kunt lekker ontbijten aan het meer bij het guesthouse. Als je bijvoorbeeld kip bestelt, dan krijg je die keurig gefileerd. Elders snijden ze gewoon een stuk kip af en vind je ook alle ingewanden op je bord, die bij het afsnijden zijn meegekomen. Dan een korte wandeling door de stad, waarbij je bij de Foreign Correspondent's Club (FCC) uitkomt. Daar neem je een lunch of een drankje (meestal het laatste want de prijzen liegen er niet om). FCC is een heel mooi koloniaal cafe/restaurant, waarbij je vanaf de ballustrade een mooi uitzicht over de Mekong hebt. Van daaruit kun je naar de shooting range om voor weer een hoop dollars een M-16 of een AK-47 leeg te schieten. Voor wat meer geld zetten ze zelfs een koe in het veld als mikpunt. 's Avonds kun je naar het cafe "Heart of Darkness", waar wij ondanks de beweerde populariteit maar weinig gasten zagen. Waar je in ieder geval niet alleen zit, is in de Martini Disco. Bij binnenkomst hangen gegarandeerd drie vrouwen om je nek. Dat selecteert zichzelf een beetje uit naarmate je verblijf vordert. Als je het slim speelt, kun je na een uur wel even naar wat adem happen.

Back to Bangkok
Na de laatste tripjes had ik weinig zin meer om nog meer bussen of boten uit te proberen. Ik wilde eigenlijk via de kust met de boot naar Thailand, maar ik de boodschap ontvangen. Reizen in Cambodia gaat niet over rozen. Dus terug met het vliegtuig naar Bangkok om mijn liefje op te halen. Hans gaat nog door naar Vietnam om de Mekong de zee in te zien stromen. Dat heb ik ooit al een keer gezien, dus die extra moeite is het mij niet waard.