2000

Chengdu
Vieze gewoonten
Weer terug in Bangkok hebben we het vliegtuig genomen naar China. China valt al met al reuze mee. De barbaren verhalen die ik altijd gehoord heb over China komen helemaal niet overeen met wat wij hier zien. Een redelijk aantal Chinezen spreekt behoorlijk goed Engels en als je er ergens met iemand niet uitkomt loopt er altijd wel een Engels sprekende Chinees in de buurt die ons helpt. Ze zijn allemaal bijzonder vriendelijk en behulpzaam. Alleen is het nog een beetje jammer, dat je van verre de wc's al ruikt. Het lijkt me toch niet zo'n zware taak om die wc's een beetje schoon te houden, aangezien het alleen een gat in de grond is. Het gehurkt ontlasten levert altijd weer een enorme opluchting op wanneer je relatief schoon het toilethok hebt verlaten. Als je geluk hebt, zat er zelfs nog een deur op de toilet. Nadeel daarvan is wel dat de stank zich in de loop der dagen nogal geconcentreerd heeft. Ben je schoon van het toilet gekomen, dan moet je alleen nog uitkijken voor al die groene fletsen die je her en der tegenkomt. Met luid geroggel, spugen ze alles overal neer. Maakt niet uit of je binnen of buiten bent. Zelf hier voor de computer moet je nog even op de grond kijken voordat je je tas neerzet.

Mr. Chen
In Chengdu (China) moesten we volgens de lonely planet bij Sam of Mr.Chen zijn voor alle inlichtingen over reizen. Zowel Sam als Mr.Chen waren niet op de door de gids aangegeven plekken. Dus zijn we naar andere reisbureautjes gaan zoeken. Geen probleem want er zitten er acht rond ons hotel. Helaas geen van allen konden ons een ticket voor Chamdo bieden. Wel naar Lhasa (hoofdstad van Tibet). Zo lang je met een aantal mensen gaat, doen ze net alsof je als een tour group gaat. Dat deze zich vervolgens bij aankomst weer opsplitst is verder geen probleem. Helaas niemand gaat naar Chamdo en Lhasa ligt nogal ver uit de route. Dus we hadden ons helemaal op een terugreis door China ingesteld, toen we opeens op een terrasje iemand spraken, die ons wel kon helpen. Toeval wilde dat dit Mr.Chen bleek te zijn. We moesten drie permits hebben om langs de Mekong river terug naar China te komen. Er is geen openbaar vervoer, dus we moesten absoluut een gids met 4-wheel drive huren. Dan wordt het toch een kostbaar plaatje. Op het punt om afscheid te nemen van Mr.Chen, bleek er opeens wel openbaar vervoer te zijn langs onze route. Nu hoefden we alleen drie permits en een vliegticket te hebben. Normaal gesproken kan dat niet als individuele reiziger, maar als je zoals Mr.Chen goede contacten hebt, dan gaan een hoop deuren open. We konden maandag (9/10) vliegen.

LeShan
Chinese gastvrijheid
In de tussentijd zijn we naar LeShan gegaan. Ligt wat zuidelijker en daar zit de grootste budha ter wereld. Als je toch een paar dagen moet wachten, ga je dit soort dingen bekijken. LeShan bleek best een aardig plaatsje te zijn. We kwamen aan op het busstation waar we ergens wat gingen drinken. Met een chinees woordenboekje op schoot kregen om de ene na de andere sigaret aangeboden en op een gegeven moment zelfs allebei een paraplu (nadat iemand erachter kwam dat we uit Holland kwamen). Uiteindelijk hoefden we niets te betalen. Het schijnt overigens helemaal goedkoop te zijn als je met Chinezen gaat eten. Je moet tenminste twee keer aanbieden om de rekening te betalen, maar ze zullen zelf altijd met de grootst mogelijke moeite proberen om de rekening te krijgen. Dit kan zelfs bijna tot slaande ruzies leiden. Helaas hebben we dit tot nu toe niet mee mogen maken. Hans, daarentegen, was 's avonds zo vriendelijk om in een karaoke bar een meisje een biertje aan te bieden, wilde ze er meteen ook eentje voor d'r vriend en vriendinnen hebben, die vanuit het niets opeens om ons heen stonden (deed Hans uiteraard niet). Even later probeerde ze ook een maaltijdje van ons los te krijgen. Het eten is overigens tot op heden alleen maar op teleurstellingen uitgelopen. Nou ben ik al niet zo'n liefhebber van de Chinese keuken, maar wat we ook bestellen, het is bijna nooit te eten. De stukjes vlees hebben ook nog geen enkele keer een herkenbare smaak gehad. De budha was overigens niet echt boeiend, maar daar hadden we ons van te voren ook al niet echt illusies over gemaakt.

Chengdu
China sound
Terug in Chengdu zijn we 's avonds naar een discotheek geweest, die er wonderbaarlijk goed uit zag. Na enkele ogenschijnlijke house-nummers kwam het onvermijdelijke venga-boys genre weer bovendrijven. Alleen wordt alles hier een aantal toeren te snel afgedraaid om een ware China-sound te verwezenlijken. Dit had uiteraard ook tot gevolg dat iedereen er vrij veel moeite mee had om het juiste ritme vast te houden op de dansvloer. Nu kan ik natuurlijk niet te veel kritiek leveren op de danskwaliteiten van de Chinezen aangezien ik zelf eerder als laatste op de dansvloer te vinden ben, dan als eerste. Maar het is toch echt een vreemd gezicht wanneer je die chinezen met de handen leunend op een speaker overdreven "nee" ziet schudden. Een groot aantal die geen plaats voor een van de boxen wist te bemachtigen kon de nee-schud-dans ook met losse handen midden op de dansvloer ten tonele brengen. En dan die vreemde kleding die iedereen aan heeft. Dat varieert van heel tuttig tot zeer vreemde combinaties, waardoor sommigen er per ongeluk zelfs hip uitzagen. Een absolute afrader bleek om met iemand in gesprek te raken. Door de luide muziek moesten ze alle zeilen bijtrekken om iets verstaanbaars in je oren te schreeuwen, waardoor een grondige schoonmaakbeurt van je oren na afloop een absolute must is. Bij toeval liepen we ook tijdens een rondje door de disco tegen een tv aan, waar zowaar Cyprus-Nederland werd uitgezonden. Uiteindelijk besloten we bij een versnelde versie van Vader Jacob, dat het tijd werd om op te stappen. Helaas onder overdreven afkeurend nee-geschud van de dansende chinezen. Die nacht heeft Hans geen oog dicht gedaan vanwege het aangrenzende busstation. Ik had het nog niet zo in de gaten, maar toen ik er 's ochtends even aandacht aan besteedde, bleek er onophoudelijke symphonie van toeters vandaan te komen.

Plan B
's Middags zijn we weer langs Mr.Chen gegaan en daar werd ons slecht nieuws medegedeeld. We konden dan welliswaar naar Chamdo en een heel stuk door Tibet, maar het laatste stukje van 200 kilometer was verboden gebied. Daar ligt een militaire nucleaire basis. Het zou ons zeker vijf dagen kosten om met een omweg opnieuw onze koers te hervatten. Op zich nog wel een overweging waard, ware het niet dat er gezien de omstandigheden nog niets geregeld was. Alsnog naar Chamdo vliegen zou nog eens vier dagen Chengdu betekenen. Dus helaas hebben we plan B in stelling gebracht, dat ons langs Tibet naar de Mekong moet brengen.

Kanding
Strategisch inzicht
De eerste stop is Kanding. De weg was nieuw aangelegd, dus we hadden er vrij snel kunnen zijn, ware het niet dat we een kilometers lange militaire colonne moesten passeren. Op een anderhalfbaansweg is dat geen feest. Toch redelijk op tijd in Kanding aangekomen op 2500 meter. Normaal gesproken heb je dan nog geen last van hoogteziekte, maar wij vreemd genoeg wel. We hadden allebei een beetje zeurderige hoofdpijn. Vervelende bijkomstigheid was, dat alle auto's hier continu toeteren. Eerst dachten we dat het was om aan te geven dat ze ergens langs wilden, maar ze toeteren net zo makkelijk als er niets in de buurt is. Met die hoofdpijn wordt je echt helemaal gek van het getoeter. Verder was ik al niet zo te spreken over de toilletten, maar het zou nu alleen maar erger worden. Bijvoorbeeld, een ruimte van 20 halfopen hokjes met ertussen door een geul. Eenmaal per minuut (schatting) wordt er water doorheen gespoeld, waardoor degene die vooraan zijn behoefte doet alles onder zich voorbij ziet komen, wat er achter hem is aangericht. Het kan nog smeriger, zoals de plekken waar er niet gespoeld wordt (meestal koeienstal look-a-like bij busstation), waar je bij nadere inspectie gewoon wormen over de drollen ziet kruipen. Of waar continu gespoeld wordt met een straal die van bovenaf die geul in spuit. Dat gaat dus spetteren. Deze variant hadden we in het hotel in Kanding. Maar gelukkig had je vanuit de wc wel een riant uitzicht door het anderhalve meter hoge raam op kniehoogte. Sorry, voor weer een wc-verhaal, maar wat in Nederland een routineklus van een minuut of vijf is, vergt hier nogal wat strategisch inzicht.

Litang
Op grote hoogte
Vanuit Kanding zijn we verder gegaan naar Litang dat op 4200 meter hoogte ligt. Vreemd genoeg hadden we hier geen last van de hoogte. Ook niet bij het nemen van een 4720 meter hoge bergpas. Onderweg zag je overigens overal Tibetanen en Tibetaanse huisjes. Bij nader onderzoek, bleek dit gebied oorspronkelijk tot Tibet te behoren. Nu is Tibet door de Chinezen helaas gedegradeert van land tot provincie, maar bovendien is zo'n 500 kilometer grens gebied aan twee chineze provincies (Sichuan en Yunnan) toebedeeld. Aangezien we er toch al nooit mee eens zijn geweest dat de Chinezen Tibet hebben geconfisqueerd, zitten we dus gewoon in Tibet. Een naar bijverschijnsel van weinig zuurstof op grote hoogte is, dat je beter gaat ruiken. En dat is nou net iets wat je niet wilt in China en zeker niet in een bus vol Chinezen.

Xiangcheng
En nu naar beneden
De weg voerde daarna naar het zuiden richting Xiangcheng. Het is hier een grote rotsachtige kale hoogvlakte. Alles lijkt van steen. Vreemdgenoeg was onze weg van zand. Onderweg hebben we nog wat Tibetaanse nomaden afgezet bij hun tentjes. Waar ze hier van leven is mij een raadsel. Na, bij elkaar, een dag op de hoogvlakten, zetten we weer de daling in. De nog steeds onverharde weg ging langs supersteile rotswanden. Je kon bijna 1500 meter recht naar beneden kijken als je aan de goede kant van de bus zat. Voor Hans is dit overigens de slechte kant. De weg was nauwelijks breder dan de bus, dus we hadden geluk dat er geen tegenligger aangekomen is. Hoe dat dan moest gaan, weet ik echt niet. In ieder geval veilig aangekomen in Xiangcheng, waar we voor de grap een heel luxe uitziend hotel binnen liepen, dat uiteindelijk de goedkoopste slaapplaats tot nu toe bleek te zijn. Het eten was er echter geen feest. De noodle soup van Hans bevatte behalve noodles alleen nog heet water en de Chili Kip van mij bestond uit een grote berg gebakken chilipeper, waar je met goed zoeken nog net wat stukjes gehakte kip tussen zag zitten. Gehakte kip bestaat hier uiteraard voornamelijk uit botjes, waar slechts sporadisch een stukje vlees van af te halen viel. Dat de 'chili kip' scherp was, is een overbodige opmerking en dat mijn darmen 's avonds luidruchtig in protest kwamen, zal ook niemand verbazen.

Zhongdian
Yakmest
Vanuit Xiangcheng wilden we naar Deqin, maar dat lukte alleen via een stop in Zhongdian. Nu we weer wat lager zaten, is het reukorgaan ook weer tot een acceptabel niveau gedaald. Helaas hadden we hier nog weinig profijt van, aangezien ik op weg naar het busstation in een plas mest wegzakte. De bustocht was verder evenals alle voorgaanden weer fantastisch (niet cynisch bedoeld), maar Zhongdian was een grote stoffige bende. Dus direct een ticket gekocht naar Deqin voor de volgende dag. Het slapen is in dit berggebied trouwens overal een feest. Buiten en vaak ook binnen is het behoorlijk koud 's nachts en dan is het dekbedje wat er altijd weer ligt, ontzettend lekker.

Deqin
Live to tell
En nu naar Deqin. Helaas betekent dit een retourtje van 7 uur per rit. Maar we moesten en zouden de Mekong river zo vroeg mogelijk zien. Dus wij naar Deqin, wat grenst aan de provincie Tibet. Je zou verwachten dat je nu echt een authentiek stukje Tibet zou zien, maar alles behalve dat. In het in een mooie valei geleden dorpje hebben ze alles wat enigszins aan Tibet doet denken met de grond gelijk gemaakt en zie je alleen maar betonnen pandjes. Soms betegelt waardoor het net een alpenplaatsje lijkt. Het enige Tibetaanse wat niet met de grond gelijk is gemaakt, zijn de Tibetanen zelf. Hoewel we hier een dag wilden blijven, zagen we daar vrij snel van af. Dus even de Mekong river zien en wegwezen. Nu was dat ook een probleempje, aangezien Deqin helemaal niet zo heel dicht bij de Mekong ligt. Na veel wikken en wegen hebben we een taxi gecharterd om ons naar de rivier te brengen. Dat duurde een uur. Nu ligt Deqin vrij hoog en de Mekong erg laag, dus je moet een beetje omrijden om er te komen. Gelukkig voor het donker aan de Mekong aangekomen. Toen weer terug naar Deqin. Als een speer schoot de taxi weer in het donker over de smalle bergweggetjes omhoog. We waren echt blij dat we boven waren. Ten eerste omdat ik elk moment verwachte dat de motor opgeblazen zou worden (maakte echt een enorm kabaal in zijn twee). En ten tweede, omdat onze chauffeur in zijn enthousiasme iets te hard over het grint door een bocht scheurde, waardoor de voorwielen weggleden en wij op enkele centimeters na bijna weer beneden lagen. Helaas kunnen naar schatting 50 kiezelstenen het gebeuren niet meer navertellen, evenals de yak die beneden aan de berg stond na te genieten van de zonsondergang van zojuist. 's Avonds om negen uur wilden we wat gaan eten, maar alles was dicht behalve een aantal kleine barretjes. Uiteindelijk nog een eetplekje gevonden, die ons nog een noodle-soepje kon serveren. Daarna nog een barretje ingelopen. Zowaar geen karaoke, maar een soort disco. Op de dansvloer allemaal tieners die volledig synchroom hun dansjes ten uitvoering brachten. Een stapje naar rechts, een halve draai, stapje naar voren, etc.. Het leek wel of we naar een Michael Jackson videoclip keken uit de jaren '80.

Lijiang
Fear and loathing in Lijiang
De terugtocht naar het zuiden kan eindelijk beginnen. Eerst terug naar Zhongdian om vandaar naar Lijiang te gaan. Wat een van de kortste ritjes zou moeten zijn duurde een eeuwigheid.De voorgaande chauffeurs hadden er allemaal behoorlijk de vaart ingezet, maar deze wist zijn bus niet boven de 40km/uur te krijgen. Uiteindelijk in Lijiang aangekomen voor enkele dagen rust, waren we aangenaam verrast door het plaatsje. In het oude deel van de stad kunnen geen auto's rijden en stromen allemaal watertjes door de smalle straatjes. Eindelijk geen stof, geen getoeter en alleen orginele huisjes. Uiteraard zag het er daarom erg idealistisch uit, dus een hoop toeristen. Voornamelijk chinees overigens in grote groepen met allemaal identieke baseball-petjes aangevoerd door een groepsleider met een vlaggetje dat van verre te zien is. Gelukkig blijven ze een beetje hangen in de drukke straatjes. Opmerkelijk is verder dat hier her en der marijuana plantjes groeien. Zelfs in het busstation. Bij navraag weet geen enkele Chinees waarvoor ze kunnen dienen en lopen een aantal reizigers vrolijk met hun verst geplukte oogst rond. Het zal dan ook wel geen toeval zijn, dat juist de busrit hierheen zo verdomde traag verliep. Het zou me niet verbazen als de chauffeur 's ochtends zijn kopje thee trekt van de wheetblaadjes.

Wie komt voor wie
Die groepjes Chineze toeristen komen blijkbaar niet alleen voor de Naxi-cultuur hierheen, maar ook om westerlingen inlevende lijven te aanschouwen en om te zien we eten. Ik kan me nu een beetje voorstellen hoe die beesten zich in het Krugerpark in Zuid-Africa voelen. Als je eenmaal gespot bent, komt er een hele groep Chinezen aansnellen. Hangen allemaal over je bord om te kijken hoe je met een mes en vork je pizza loopt te eten (iets wat met stokjes een lastig karwei is). En je moet een zonnebril dragen tegen het verblindingsgevaar van alle flitslampjes als je toevallig even iets opkijkt. En dan voel ik me bezwaard als ik van een afstand achter een muurtje met maximale zoom een Chinees probeer te fotograferen.

Dali
Dutch tour groups
Van Lijiang naar Dali ging behoorlijk snel. We zijn duidelijk weg uit de bergen en inmiddels zie je overal rijstvelden, waar iedereen druk in de weer is om het land te bewerken. Dali heeft gelukkig ook een groot deel van het centrum afgezet voor auto's, dus ook hier hoef je geen stof te happen en kun je gezellig bij restaurantje op het terrasje zitten. Inmiddels is er ook overal westers voedsel te krijgen, dat ook nog eens westers smaakt. Buiten een noodle-soupje op zijn tijd, heb ik het ook helemaal gehad met de Chinese keuken. Er zijn ook opvallend veel Nederlanders in het land. Zeker de helft van de toeristen komen uit Nederland. Het zijn vooral de groepsreizen en als je de opmerkingen om je heen hoort, zijn ze bepaald niet populair. Een typische opmerking; "Our hotel is really clean and good. A perfect place weren't it that the place is filled with -again- a Dutch tour group".

Verzuring
In Dali zijn we wat gaan fietsen in de omgeving. We hebben inmiddels behoorlijke zadelpijn. In de directe omgeving is het nog asfalt, maar dat worden al snel kleine keien en na verloop van tijd wordt elke kei een aanslag op de bilpartij. Helaas moesten we op de terugweg nog een klim maken over zo'n keiweg. Hans blijkt op de fiets toch meer een berggeit te zijn dan ik, want halverwege sloeg bij mij al de verzuring toe in de benen. Toch een mentale overwinning dat ik op de terugweg geen bus aangehouden heb.

Xiaguan-Jinghong
Tweede keer in 2000 kilometer
Naar Jinghong is het een kleine 500 kilometer, dus je mag kiezen tussen een sleeperbus (30 uur) of een vliegtuig (1 uur). Nu zijn we best avontuurlijk ingesteld, maar 30 uur in een sleeperbus op een -weer eens- onverharde is geen pretje. Een sleeperbus bestaat uit alleen maar stapelbedden. Op zich lekker als je wilt slapen, maar zitten gaat moeilijk omdat het dak daarvoor te laag zit. Uit medische overwegingen hebben we dus maar afgezien om 30 uur op ons rug voort te hobbelen. Dus vanuit Xiaguan bij Dali het vliegtuig genomen. Jinghong is overigens weer een nieuwe mijlpaal in onze reis. Het ligt namelijk aan de Mekong river. Dit houdt in dat we op zeer succesvolle wijze ons doel aan het nastreven zijn. De Mekong river volgen van begin tot het eind. OK, het begin hebben we niet gered. Maar het is na ruim 2000 kilometer reizen toch al twee keer gelukt de Mekong river in levende lijve te zien stromen.

Mengla
Strijd in de bus
Op 24-10 de laatste rit in vanuit Mengla in China naar de grens met Laos. Op zich had ik een goede plek. Een losse stoel aan het raam, maar veel beenruimte heb je niet. Bijkomend probleem is, dat sommige stoelen ook nog eens een stukje naar achteren kunnen. Dit houdt dus een strijd in met de persoon voor je. De truc is om je knie tegen de leuning van je voorganger te zetten. Als je dat lukt, zit ie echt op slot. Ze proberen de stoel dan wel naar achteren te krijgen, wat met geen mogelijkheid lukt. Ze bestuderen de hele stoel en kijken achterom. Als je maar volledig onschuldig en niets wetend uit het raam zit te staren, stellen ze uiteindelijk vast dat de stoel waarschijnlijk defect is. Als je geluk hebt kun je na een minuut of tien wat relaxter gaan zitten. Helaas niet deze keer. In een onoplettend moment waarbij ik ligt in slaap dommelde sloeg mijn tegenstander toe. Gelukkig had ik nog een troef in handen. Mijn nog immer naar yakmest stinkende schoenen. Dus een been over de ander, waarbij mijn schoen toch vrij dicht bij de neus van mijn opponent kwam te liggen. Normaal toch goed voor een direct sprong voorwaarst. Maar dit keer helaas zonder resultaat. Sterker nog, hij viel in slaap. Bedwelming of nostalgie aan het ouderlijk huis. Gelukkig was het een kort ritje.


1991

Hong Kong
Hong Kong viel in 1991 nog onder Engels bewind en buiten het mooie uitzicht vanaf de berg is de stad niet echt boeiend als reisdoel. Alles is duur, behalve de McDonald's en het guesthouse complex 'Chunking Mansions'. Dat laatste is een groot flatgebouw met op iedere verdieping een serie guesthouses. Wat inmiddels ook verleden tijd is, is het vliegveld in de stad. Ik ben er op een gegeven moment naar op zoek gegaan. Plattegrondje erbij. Toen ik er ongeveer dacht te zijn, was er nog geen teken van enig vliegtuig. Totdat ik enkele seconden na deze conclusie een enorm kabaal boven mijn hoofd hoorde. Het kwam werkelijk uit het niets en het aantal decibel was niet normaal. Ik keek omhoog en daar vloog een vliegtuig nog geen 20 meter boven het pand achter me voorbij. Met het verplaatsen van het vliegveld kunnen een hoop mensen een stuk lekkerder slapen.