9/7
Met vlag en wimpel gaat de door de FZ-conventie jaarlijks uitgereikte Poedelprijs naar de Nederlandse filmer Frank Scheffer. Of hij ook een zoen van de juffrouw krijgt is niet bekend.

Na deze stroom complimenten een korte nabespreking. Wij geven het woord aan een lid van het dagelijks bestuur van de FZ-conventie: Ik keek in een roes en meteen na afloop kwam de kater. Vijftig minuten is veel te kort. Toch zag ik beelden waarvan ik niet wist dat ze bestonden. FZ als gitarist bij The Black-Outs, daar viel ik bijna flauw van. Roy Estrada met een Sombrero de tres picos in de Royal Festival Hall, mono-paus muziek met guacomole-stem, en dan de rellen in Berlijn, het film-archief lijkt net zo omvangrijk als het sound-museum. Van de twintig seconden rondleiding in de kelder werd ik geheel wee in het middenrif. Joe Travers is de merkwaardigste mijnwerker ter wereld. Het rek met de ‘two-track tapes’ zou ik graag uitgediept zien. Daar liggen de beroemde ‘souvenirs’. Jaargangen met ongekende bezettingen, zoals de Hot Rats band, het Petit Wazoo orkest, de Flo & Eddie band zonder Flo & Eddie maar met Ray Collins, verzin zelf ook wat.

Leuk om Ian Underwood weer eens te zien. Jammer dat zijn vrouw er niet bij was. George Duke was erg sympathiek. Frank Scheffer legde het accent op Money, Gravy en Civilization, terwijl de geïnterviewde muzikanten bijna allemaal in de Roxy zaten. Jammer dat Napoleon Murphy Brock er niet bij was. En Bunk Gardner, en Jeff Simmons, en Mark Volman, en Ray White, en Terry Bozzio, en Norma Bell, en Ike Willis, en Don Vliet.
FZ niet te vergeten.

terug naar index

terug