KAREL'S CHEESE HOUSE


1. Sterk verhaal

Op het eerste eiland staat een man, op het tweede een ezel en op het derde eiland een palmboom met een kokosnoot. Wat moet de man doen om de kokosnoot op te kunnen eten? -->De man maakt een plan, maat dat valt in duigen. Van de duigen maakt hij een ton. Hij laat de ton te water en gaat erin zitten. Maar de ton zinkt; dat staat als een paal boven water. De man klimt in de paal, wacht tot hij een ons weegt en laat zich dan naar het tweede eiland waaien. Daar pakt hij de ezel bij de staart, die metteen begint te balken. Van de balken maakt de man een vlot en vaart naar het derde eiland waar hij bij de pakken neer gaat zitten. Hij stapelt deze pakken onder de palmboom op en plukt de kokosnoot. Hij krijgt de noot echter niet open. Hij legt het bijltje erbij neer, pakt dit weer op en slaat de kokosnoot kapot!


2. Aantrekkelijk

Een man vraagt aan God: "God, waarom heeft u vrouwen toch zo mooi gemaakt?", waarop God antwoord: "Zodat je ze aantrekkelijk vindt". Dan vraagt hij: "Maar God, waarom heeft u ze dan zo dom gemaakt?", waarop God antwoord: "Zodat ze jou ook aantrekkelijk vinden!".


3. Een brief van mam:

Lieve zoon,

Ik schrijf deze brief langzaam omdat ik weet dat je niet snel kunt lezen. We wonen niet meer in ons oude huis. Je vader heeft in de krant gelezen dat de meeste ongelukken gebeuren binnen 10 km van huis, dus hebben we besloten om te verhuizen. Ik kan je niet het adres geven omdat de vorige bewoners de nummers op het huis hebben meegenomen om niet hun adres te hoeven wijzigen. Dit huis heeft een wasmachine. De eerste dag heb ik er vier shirts in gedaan en aan het touwtje getrokken. Ik heb geen van ze nog ooit terug gezien. Het heeft hier twee keer geregend deze week; drie dagen de eerste keer en vier dagen de tweede keer. Die jas waar je om had gevraagd; je tante Mien zei dat hij te zwaar zou worden om te versturen, dus hebben we de knopen er vanaf gehaald en ze in de zakken gedaan. Je zuster heeft vanmorgen een kind gekregen. Ik weet nog niet of het een jongen of een meisje is geworden, dus ik weet niet of je oom of tante geworden bent.

Niet veel nieuws meer, schrijf snel terug.
Liefs, mam.

P.S. Ik zou je wat geld sturen, maar de envelop zat al dicht.


4. Tot leven

Een wetenschapper had een smeersel uitgevonden dat levenloze voorwerpen tot leven kon brengen. Hij besloot het uit te proberen op het standbeeld van een beroemde generaal. En ja hoor, het beeld trilde en een ogenblik later klom de generaal, met nog ietwat krakende gewrichten, van zijn voetstuk. "En, generaal, wat wordt uw eerste daad?" riep de wetenschapper opgewonden uit.
"Dat ligt voor de hand," baste de generaal en hij trok zijn pistool uit de holster. "Ik ga zo'n twee miljoen duiven doodschieten!"


5. Bodemloze put

Twee jongens liepen in de heuvels en passeerden een oude mijnschacht. "Hoe diep zou die wel niet zijn?" vroeg de een. "Geen idee," antwoordde de ander. "Laten we er een steen in gooien en wachten tot we hem op de bodem horen vallen." Zo gezegd zo gedaan. Ze wachtten, maar hoorden niets, en dus gooiden ze een grotere kei naar beneden. Nog steeds niets. Een eindje verder vonden ze een oude spoorbiels. Die pakten ze elk bij een uiteinde, en met veel moeite lieten ze het ding naar beneden vallen. Nog altijd geen geluid! Plotseling zagen ze een bok in het gat springen.
Terwijl ze zich nog op het hoofd stonden te krabben van verbazing kwam er een man langs. Qquot;Hebben jullie soms een bok gezien?"
"Ja," zei een van de jongens, "hij rende net pijlsnel langs ons heen en sprong in dat gat!"
"Nee, dat kan mijn bok niet zijn geweest," zei de man. "Die was vastgebonden aan een oude spoorbiels."


6. Kale man

Een kale man nam plaats in een schoonheidsalon. "Wat kan ik voor uw doen?" vroeg een kapster. "Ik wilde een haartransplantatie laten doen," legde de cliënt uit, "maar ik kon de pijn niet verdragen. Als u mij, zonder hinderlijke bijverschijnselen, haar kunt bezorgen dat er zo uitziet als het uwe, krijgt u 5.000 gulden van me." "Geen enkel probleem," zei de kapster en schoor snel haar eigen hoofd kaal.


7. De brief

"Ik zit verschrikkelijk in de problemen," zegt Marcel tegen Gerard. "Ik heb een brief gekregen van een man die dreigt mijn benen te breken als ik niet van zijn vrouw afblijf."
"Dan blijf je toch bij haar uit de buurt," adviseert Gerard.
"Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan."
"Ben je dan zo gek op haar?" vraagt Gerard.
"Dat is het niet," zegt Marcel. "De brief was niet ondertekend."


8. Splinternieuwe wagen

Een Schot zag een vriend en landgenoot in een splinternieuwe slee van een wagen rondrijden en vroeg hem hoe hij aan dat voertuig kwam. En de vriend vertelde: "Dat is zo gegaan. Ik stond bij de snelweg te liften, toen er een meisje langs kwam, in deze auto, en die nam me mee. Toen we een poosje hadden gereden, draaide ze ineens een landweggetje op. Ze trok al haar kleren uit en vroeg me smekend: 'Neem wat je wilt!' Nou, toen heb ik haar wagen genomen."
De andere Schot wierp een lange blik op de auto en zei toen: "Je hebt groot gelijk. Wat had jij nou met dameskleren moeten beginnnen!"


9. Prijsonderhandelingen

Een vriend van me erfde 40 hectare landbouwgrond met verscheide nogal bouwvallige opstallen. Hij had gehoord dat stadsmensen die buiten wilden wonen zulke stallen en schuren wel opkochten om ze te laten verbouwen in landelijke stijl. Hij bood er een te koop aan.
Al gauw kwam een gegadigde langs om te kijken en zei: "Ik ben wel geïnteresseerd. Valt er aan de prijs nog wat te doen?"
"Jawel," zei mijn spraakzame vriend. "Hij kan omhoog."


10. Twee vampiers

Twee vampiers worden midden in de nacht dorstig wakker.
De ene zegt: "Laten we de grot uit vliegen en ergens wat bloed gaan halen."
"We zijn hier nieuw," zegt de andere vampier. "Het is donker buiten en we weten niet waar we moeten zoeken. Laten we maar wachten tot de andere vleermuizen ook uitvliegen."
De eerste vampier zegt: "Die hebben we toch niet nodig? Ik vind wel ergens bloed."
Hij vliegt naar buiten. Als hij terugkeert zit hij onder het bloed.
"Hoe kom je aan dat bloed?" vraagt de andere vleermuis.
De vleermuis neemt zijn maat mee naar de ingang van de grot. Hij wijst in het donker en vraagt: "Zie je dat zwarte gebouw daar?"
"Ja," zegt de andere vleermuis.
"Nou," legt de eerste uit,"Ik niet."


[Terug naar index001] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands