KAREL'S CHEESE HOUSE


131. Naar de zon
De Belgen gaan hun eerste raket lanceren. "En," vraagt een verslaggever, "waar gaat de reis naar toe?" "Awel," zegt de Belg, "wij gaan naar de zon." "Naar de zon?" vraagt de reporter, "maar daar is het toch veel te heet. Bent u niet bang dat de raket zal smelten?" "Awel," zegt de Belg, "wij zijn niet gek, hoor. We gaan natuurlijk 's nachts!"
132. De WC
Een Belgisch soldaat komt uit dienst met zijn hele uitrusting naar huis. Thuis pakt hij zijn spullen uit en laat aan zijn moeder zien wat hij allemaal heeft meegekregen: een helm, schoenen, een mitrailleur... "Een mitrailleur," roept zijn moeder uit, "jongen, dat is toch levensgevaarlijk!" Maar de jongen gaat verder met uitpakken: een uniform, handgranaten... "Handgranaten", roept zijn moeder uit, "och jongen, boemdingen, levensgevaarlijk! Zijn dat echte?" "Ja hoor, moeder," zegt de jongen, "kom maar mee naar buiten, dan zal ik het u tonen." Ze gaan de tuin in, waar zo'n toiletje staat met zo'n hartje in de deur. De jongen werpt de handgranaten en schiet met zijn mitrailleur. Bwam, boem, rakketakketakketakke... Het hele WC- tje aan flarden. "Amay, moeder," zegt de soldaat, "wat 'nen schoon schouwspel he? Ik zal dat vanavond ook vader 's tonen." Zegt de moeder: "Dat hoeft niet meer, jongen, die zat op 't huiske."
133. De Antwerpse Zoo
In de Antwerpse Zoo zitten twee gorilla's in een hok: een mannetje en een vrouwtje. Maar dat mannetje kijkt niet om naar dat vrouwtje. Sjefke, de oppasser, kan goed opschieten met het vrouwtje. Op een dag wordt Sjefke bij de directeur geroepen. "Sjefke," zegt de directeur, "het begint tijd te worden dat we een klein gorillaatje krijgen, maar dat mannetje is duidelijk niet geinteresseerd. Nou kan jij goed met dat vrouwtje opschieten. Kan jij niet een beetje scharrelen met haar, misschien een klein wipje maken? Dan krijgt dat mannetje wellicht ook zin. Als je het wil doen: 10.000 Frank." "Awel," zegt Sjefke, "daar wil ik efkes over nadenken. Ik zal u morgen het antwoord geven." De volgende morgen komt Sjefke bij de directeur en zegt: "Ik doe het, maar onder drie voorwaarden. Ten eerste: mijn vrouw Marie mag het niet weten." "Vanzelf," zegt de directeur. "Ten tweede: de boel wordt daarna meteen helemaal gekuist." "Akkoord," zegt de directeur. "En ten derde: die 10.000 Frank, mag ik die in drie termijnen betalen?"
134. Straatlantaarns
Een man heeft een bedrijf voor het plaatsen van straatlantaarns. Hij heeft twee mensen in dienst, maar ze hebben zoveel werk, dat er een derde man moet worden aangenomen. Uiteindelijk wordt er een Belg aangenomen. Op maandagochtend vertrekken alle drie de mannen met twintig straatlantaarns. 's Middags als ze terugkomen, zijn de Nederlanders door de lantaarns heen, maar de Belg heeft er nog tien op zijn wagen liggen. "Wat gaan we nou krijgen?" zegt de baas tegen de Belg: "Zij hebben alle lantaarns geplaatst en jij hebt er nog tien over!" "Kunst," zegt de Belg; "zij plaatsen die lantaarns ook zo hoog."
135. Fietstocht
Twee Belgen hebben fietsen gehuurd en zijn een ritje aan het maken. Opeens stapt een van de Belgen af, en hij laat uit beide banden lucht lopen. "Wat doe je nou?" vraagt de ene Belg. Zegt de ander: "Ja, mijn zadel zit een beetje te hoog."
136. Zing het maar
Er zitten honderd Belgen in een vliegtuig. Op een gegeven ogenblik roept de piloot de stewardess bij zich in de cockpit. "Wat is er aan de hand?" vraagt de stewardess. "Nou," zegt de piloot, "het is niet zo mooi. We gaan straks neerstorten, want er is een vleugel afgebroken en een andere motor doet het niet. Vertel jij het aan de passagiers?" "O nee," zegt de stewardess, "dat kan ik niet. O, dat durf ik niet. Dat heb ik niet gehad in mijn opleiding." "Weet je wat?" zegt de piloot, "als je het niet durft te zeggen, zing het dan maar. Dat is altijd ietsje makkelijker." De stewardess loopt naar de Belgen toe en vraagt om aandacht. De Belgen worden stil. Dan zingt de stewardess (op de wijs `En Adam sloeg Eva...'): "De vleugel is los en de motor kapot." En de Belgen vallen in: "Holladij'' Holladij ."
137. Op een boorplatform
Een Nederlander, een Duitser en een Belg werken op een boorplatform. Als ze gaan schaften, kijkt de Nederlander wat er op z'n brood zit en zegt: "Bah, alweer kaas. Elke dag weer kaas. Als ik nou morgen weer kaas op m'n brood krijg, dan spring ik in het water." De Duitser kijkt op z'n brood, en zegt: "Bah, alweer worst. Elke dag weer worst. Als ik nou morgen weer worst op m'n brood krijg, dan spring ik in het water." De Belg wil niet achterblijven, en ook hij kijkt op zijn brood: "Bah, alweer hagelslag. Als ik nou morgen weer hagelslag op mijn brood krijg, dan spring ik in het water." De volgende dag zit er weer kaas op het brood van de Nederlander, en hij springt overboord. Op het brood van de Duitser zit weer worst, en ook hij springt overboord. De Belg kijkt op zijn brood, ziet hagelslag en springt overboord. Op de begrafenis staan de drie weduwen te huilen. De Nederlandse vrouw zegt: "Had ik het maar geweten! Dan had ik er wat aan kunnen doen! Dan had ik hem niet elke dag kaas op zijn brood gegeven!" De Duitse vrouw roept: "Had ik het maar geweten! Dan had ik er wat aan kunnen doen! Dan had ik hem niet elke dag worst op zijn brood gegeven!" De Belgische vrouw roept: "Had ik het maar geweten! Dan had ik er wat aan kunnen doen! Maar hij stond erop om iedere morgen zelf zijn brood klaar te maken!"
138. F-16
De Belgen hebben laatst ook een F-16 aangeschaft. Ze dachten dat F-16 het prijsje was.
139. De Eskimo
Er loopt een Belg in Noord-Holland, ziet hij een Eskimo voorbij komen. Hij gaat naar die Eskimo en vraagt: "Wat kom jij hier nou doen?" "Ik ga hier altijd vissen in Friesland," zegt de Eskimo. "Wat een goed idee," zegt de Belg, "dat ga ik ook eens doen." Dus de Belg gaat naar Friesland en komt aan bij een grote ijsvlakte. Hij pakt zijn zaag en begint in het ijs te zagen. Dan hoort hij een stem: "Hier zit geen vis, hier zit geen vis..." De Belg kijkt om zich heen, maar ziet niemand. Hij haalt zijn schouders op en begint weer in het ijs te zagen. Weer klinkt de stem: "Hier zit geen vis, hier zit geen vis..." "Allez, meneer," roept de Belg terug, "zijt gij den IJskoning?" "Nee," roept de stem: "Ik ben de omroeper van het Thialfstadion."
140. De eerste Belgische raket
De Belgen lanceren hun eerste raket vanaf Cape Ukkel. Aan boord zijn twee varkens en Sjefke. De raket geraakt buiten de dampkring en stoot de eerste rakettrap af. Het station op aarde neemt contact op met de raket: "Hier de aarde, hier Cape Ukkel. Varken een, varken een, come in please." "Knor knor, hier varken een, hier varken een, ik kan u luid en duidelijk verstaan." "Hallo varken een, kent u uw instructies nog?" "Jawel," zegt varken een: "Als we bij de maan aankomen, druk ik op de rode knop en dan gaan we landen." "Uitstekend. Over and out." De raket vliegt verder door de ruimte en stoot de tweede rakettrap af. Het station op aarde neemt weer contact op met de raket: "Hier de aarde, hier Cape Ukkel. Varken twee, varken twee, come in please." "Knor knor, hier varken twee, hier varken twee, ik kan u luid en duidelijk verstaan." "Hallo varken twee, kent u uw instructies nog?" "Jawel," zegt varken twee: "Als we op de maan zijn, en we willen vertrekken, dan druk ik op de groene knop en dan stijgen we op." "Uitstekend. Over and out." De raket vliegt almaar verder en stoot de derde rakettrap af. Het station op aarde neemt nogmaals contact op: "Hier de aarde, hier Cape Ukkel. Sjefke, Sjefke, come in please." "Hier Sjefke, ik kan u luid en duidelijk verstaan." "Hallo Sjefke, kent je je instructies nog?" "Zeker," zegt Sjefke: "Ik geef de varkens te vreten en blijf van alle knoppen af."

[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands