KAREL'S CHEESE HOUSE


11. Nachtrust
Saar en Moos liggen in bed. Moos ligt maar te woelen. "Ken je niet slapen?" vraagt Saar aan Moos. "Nee," zegt Moos, "het wil maar niet lukken." "Hoe komt dat?" vraagt Saar. "Morgen moet ik Isaac van beneden 2000 gulden betalen. Maar die heb ik niet," zegt Moos. "Ach joh," zegt Saar, "maak je niet druk. Daar weet ik wel wat op." Saar stapt uit bed en stampt op de grond. Dan roept ze hard naar beneden: "Isaak, die 2000 gulden morgen ken je vergeten!" Dan stapt Saar weer in bed en zegt: "Zo, ken jij lekker slapen, ken hij niet meer slapen."
12. In de trein
Moos zit in de trein. Tegenover hem zit een man voortdurend met zijn vingers te tikken. Het begint Moos op zijn zenuwen te werken, en hij vraagt de man: "Kan u daar niet mee ophouden?" "Sorry," zegt de man, "dat kan ik niet. Ik heb dat uit de oorlog overgehouden." Moos staat op en verhuist naar een andere coup'. Daar zit een man voortdurend met zijn duim over zijn wijsvinger te wrijven. Vraagt Moos: "Dat heeft u zeker uit de oorlog overgehouden?" "Nee," zegt de man, "uit m'n neus."
13. Het Rode Kruis
Moos is met wintersport en raakt bedolven onder een lawine. Meteen gaat een reddingsploeg op pad om hem te redden, maar Moos is moeilijk te vinden. Er wordt een helikopter ingezet, en eindelijk zien ze Moos liggen. De reddingsploeg gaat naar hem toe, maar het laatste stuk is slecht begaanbaar. Vanuit de verte roepen ze Moos toe: "Meneer Cohen, meneer Cohen, hier is het Rode Kruis, we komen eraan." Roept Moos terug: "Ik heb vorige week al gegeven."
14. De maitresse
Sam en Saar lopen door de Kalverstraat. Komt er een lekker blond stuk voorbij en die zegt: "Dag Sam." Saar vraagt bits: "Wie is dat?" "Ik zal het maar bekennen," zegt Sam, "dat is mijn maitresse." Meteen hebben Saar en Sam een knallende ruzie. Even later komt er een donker stuk voorbij lopen, en ze zegt: "Dag, meneer Cohen." "Is dat weer een maitresse van je?" vraagt Saar. "Nee, die niet," zegt Sam, "dat is de maitresse van Moos." Zegt Saar: "Dan vind ik die van ons een stuk mooier."
15. Werken
Sam komt Moos tegen. Zegt Sam tegen Moos: "He Moos, wat zie jij er slecht uit." Zegt Moos: "Ja vind je het gek. Werk in de haven, sjouwen, om vijf uur beginnen, om drie uur weer thuis..." Vraagt Sam: "Goh Moos, hoe lang doe je dat al?" Zegt Moos: "Ik moet maandag beginnen."
16. Kipeten
Moos en Saar zijn vijftien jaar getrouwd. Zegt Moos: "Zullen we een kip slachten?" Zegt Saar: "Wat kan die kip d'r nou an doen?"
17. Walnoten
Saar en Moos zijn pas getrouwd en gaan naar Parijs. Ze besluiten ook naar zo'n nachtkit te gaan. Een van de acts is van een neger in een grote zwarte cape. Hij zwaait zijn cape open: naakt! Daarna slaat hij met zijn pik een walnoot in tweeen. Als Saar en Moos 50 jaar getrouwd zijn, gaan ze weer naar Parijs, en naar dezelfde nachtclub. "Zou die neger er nog zijn?" vraagt Saar. En inderdaad, dezelfde neger komt weer op in zijn zwarte cape. Hij zwaait de cape open: naakt! Daarna slaat hij met zijn penis een kokosnoot in tweeen. Na afloop gaat Moos naar de neger toe en zegt: "Ik was hier 50 jaar geleden ook. Toen sloeg je een walnoot in tweeen. Ben je nu zoveel sterker geworden?" "Nee," zegt de neger, "ik zie 't niet meer zo goed."
18. Op wereldreis
Moos gaat een wereldreis maken met de boot, en Saar brengt hem naar IJmuiden. Moos loopt de loopplank over, gaat de boot op, kijkt door een patrijspoort en gaat naar Saar staan zwaaien. Roept Saar: "Moos, doe niet zo gek, doe die boot van je nek."
19. In de krant
Sam ligt op het dakterras lekker in zijn blootje te zonnen en een krantje te lezen. Hij wordt een beetje doezelig en valt in slaap. Hij droomt even later kennelijk van een lekker ding, want hij krijgt een enorme erectie. Moos komt langslopen, en vindt het geen gezicht. Hij pakt het krantje, draait er een toetertje van en zet die over Sams erectie heen. Beneden komt Moos Saar tegen. Zegt 'ie: "Je moet even bij Sam komen, want d'r staat wat in de krant voor je."
20. Handel
Sam komt Moos tegen. "En?" vraagt Sam, "hoe staan de zaken?" "Uitstekend," zegt Moos, "ik heb net een wagonlading met blikken rundvlees op de kop getikt. Prima handel. Spotgoedkoop. Ben je misschien geinteresseerd in een partijtje." "Tja," zegt Sam, "als ik nou duizend blikken van je koop, wat kost me dat dan?" "Voor jou een vriendenprijsje," zegt Moos, "Tweeduizend gulden." En Sam koopt duizend blikken rundvlees van Moos. Sam neemt gelijk een blik mee naar huis om 's avonds te eten. Als hij 's avonds het blik wil openmaken, vertrouwt hij het al niet: dat blik staat helemaal bol. Sam maakt het blik open: het vlees stinkt als de hel, helemaal bedorven. De volgende dag komt Sam Moos weer tegen. "Wat heb je me nou geflikt?" vraagt Sam: "verkoop je me 1000 blikken rundvlees, niet te vreten!" "Tja," zegt Moos: "die blikken rundvlees zijn niet voor consumptie, die zijn voor de handel!"

[vorige pagina] [Index van de lach] [volgende pagina]
© Karel Homepage, The Netherlands