De Bijbel als Schepping

De Bijbel als Schepping is een boek dat eenvoudig weergeeft wat de joodse bijbelverklaarders in de oudheid reeds al hebben gevonden. Prof. Weinreb neemt u mee en gunt u met dit boek een blik in die totaal andere wereld, een wereld die hij als orthodox Jood als waar heeft ervaren. Al lezende krijgt men een indruk waarom de Bijbel zo'n bijzondere plaats inneemt in de gehele boekenrij van de wereld.

Eigenlijk behandelt het boek van Weinreb alleen maar de eerste vijf boeken van de joodse Bijbel, de Torah. En het steunt in hoge mate op de Talmoed en de Midrasjim, dat zijn de uiteindelijk opgeschreven mondelinge overleveringen, niet jonger dan 1000 jaar oud.  Hij laat in zeer vele voorbeelden zien dat achter de oppervlakkig eenvoudige verhalen er nog een geheel andere wereld  daarbij aanwezig is. Dat daarachter als het ware een blauwdruk beschreven is, een bouwplan van de schepping zelf. Hij toont aan dat het gezegde 'God keek in de Bijbel en schiep de wereld', letterlijk waar kan zijn.
En omdat de christelijke traditie de geschriften van het Oude Testament van de aanvang af als heilige schrift heeft erkend, is het voor zeer velen een lezenswaardig boek. Dit boek kan na herlezing en meedenken zelfs fascinerend genoemd worden.

Als men meer wil weten over de Bijbel, dan kan dit boek hiertoe een opening geven. Dit geldt zowel voor goede bijbelkenners als voor mensen die nog niet zo veel kennis hebben van de verhalen daar uit. Maar niet alleen dat, het geeft tevens een schat van toelichtingen op het joodse geloofsleven en de joodse vroomheid. En zijn vele op het heden gerichte filosofische aanduidingen verhogen nog de waarde van dit toch wel omvangrijke boek.
 
Het boek is voorzien van een uitvoerig bronnen- noten- en trefwoordenregister

Inhoud:

DEEL I :  HEELAL VAN HET WOORD
 

1. Het tellen tot vier
2. Het geheim van het woord
3. In den beginne
4. Wonder van de naam
5. Het mannelijke en het vrouwelijke
6. De grenzen van deze wereld
7. De komende wereld valt buiten onze grenzen
8. De tijdrekening van de Bijbel

 
 

1. Het verhaal van de twee bomen
2. Kaïns dood
3. De zonen der goden
4. Het woord draagt het leven door de tijd
5. Hoe de tijd wordt gemeten
6. Het oog en het oor van de knecht
7. De ondergang in veelheid

DEEL III :  HEELAL VAN HET WOORD

1. Het staan tegenover de anderen
2. Het ongelooflijke
3. Het offer en het paradijs
4. De tweelingen
5. Het blinde en het ziende
6. Het leven uit zich als list tegenover list
7. De omkering
8. De kleuren van de tijd
9. Het verdwijnen van het leven
10. Deze wereld als middelpunt van het heelal
11. Het spel

DEEL IV :  HEELAL VAN HET WOORD

1. De drempel voor de achtste
2. Ontwikkelingsweeën
3. De wetten van de terugkeer
4. Hoe de wereld wordt verlaten
5. Het principe van de helft
6. Het overschrijden van de grens
7. Voorwaarde: het scheppen van orde
8. De structuur van de mens
9. De cirkel en de scherven
10. De methode van rekenen
11. Het geheim van de omkering van de natuurwetten
12. De vierde dimensie
13. Economische problemen
14. Het zien in de toekomst
15. Aan het eind staan de reuzen
16. Een realistisch en serieus slot

NAWOORD

De schrijver besluit zijn nawoord met :

Het is de bedoeling van dit boek dat de lezer zich bewust wordt van de mogelijkheden en de bereikbaarheid van dit geloof dat baseert op een beleefd hebben van het wonder en dat daardoor zekerheden kreeg omtrent de zin van het leven. Er is heel veel in dit boek verteld, maar er is onnoemelijk veel meer dat noodzakelijkerwijs onbesproken moest blijven. Men beschouwe dit boek als een dagtocht door een nieuw land. Om dit land te leren kennen zou men er jaren moeten wonen. Op zulk een dagtocht kon ik maar alleen op de meest frappante dingen wijzen die op onze weg lagen. Heel veel meer, nog veel indrukwekkender, nog overweldigender, lag te ver terzijde van onze weg en met spijt moest ik besluiten er maar niet over te reppen om het gezelschap maar niet het gevoel te bezorgen dat er zoveel groots was dat ik hen wel noemde maar niet toonde. Wat men niet kent beseft men niet te missen. Verder ontstaat er op zo'n korte tocht onvermijdelijk de indruk dat men allerlei punten wat te haastig voorbij trekt, waardoor het lanschap daar onduidelijk blijft. Dit moge dan tot aanmoediging dienen om tijdens een rustiger bezoek meer aandacht te besteden aan deze punten.
    Daarom hoop ik dat deze korte oriënterende dagtocht aanleiding kan worden tot een wat langduriger verblijf in de toekomst, tot zelfs een zich willen vestigen in dit land. Dan zal men er nog vele wonderen ervaren, iedereen op zijn weg in dit leven. Deze wonderen kunnen individueel en massaal de grote ommekeer brengen. Men beseffe dat zij voor mensen met de juiste instelling praktisch voor het grijpen liggen. Men moet slechts de ogen hebben om ze te zien.