In het grijze verleden ging op
het schoolplein een boekje van hand tot hand: ‘Wat is pornografie’. Het was gewijd aan de kwalijke kanten van de zedenverwildering en
bevatte een aantal schandalige voorbeelden. De jeugdige lezers bladerden zich pijlsnel door het moreel hoogstaande gedeelte heen, op
zoek naar de meest aanstootgevende passages. Dat lot zou ook de ‘Internetgids voor christen-ouders’ kunnen wachten, want het boek
geeft feilloos aan waar de gevaren dreigen. De schrijvers claimen ‘fatsoen’ op internet echter als christelijke eigenschap en gaan
voorbij aan al die anderen die zich oprecht bezorgd maken.
Opvoedkundig boek waarschuwt tegen
gevaren van het wereldwijde web
Christenen claimen fatsoen op internet
Door ANDRÉ HORLINGS
(2 oktober 1999) De poel des verderfs die internet kan zijn wordt in de ‘Internetgids
voor christen-ouders’ overtuigend beschreven. De gids bevat, aldus de omslag, ,,alle trucjes die je kinderen al lang kennen’’ en veiligheidsmaatregelen tegen de gevaren van het Net. De ouders kunnen vermoedelijk geen oog meer dichtdoen, want ,,er bestaat een heel grote kans
dat je kinderen er al heel wat meer van weten dan jijzelf''. Tegelijk ,,is er geen sprake van dat wij ooit de kinderen weg zullen houden
van de wijde elektronische wereld''.
Bij alle oprechte bezorgdheid gaan de Amerikaanse schrijvers uit van het
misverstand dat het om een ‘christelijk’ probleem gaat. Zij monopoliseren het ‘fatsoen’ op internet, alsof dat verder niemand iets kan
schelen. ,,Op dit moment is het als in de tijd die beschreven wordt in het Boek der Richteren: een ieder doet wat goed is in zijn ogen. Ieder laat zijn haan koning kraaien, ook als de Meester op datzelfde moment verloochend wordt''.
Genesis I
Het verhaal speelt zich af in ‘een heel gewoon (Amerikaans) gezin dat een computer thuis heeft en het internet heeft
geaccepteerd. Zij en hun buren en de kennissen die ze in de hun geloofsgemeenschap hebben lopen tegen bepaalde feiten aan’. Als
vader Ton inlogt in de computer van zijn werk tikt hij zijn wachtwoord in: ‘GenesisI’. Echtgenote Karin surft graag via gospelcom.net; een lijst van ruim 110 christelijke organisaties. Maar zoon en dochter kunnen de verleidingen soms niet weerstaan: Walter downloadt stiekem ‘warez’; illegaal gekopieerde spelletjes, en als Iris documentatie voor haar werkstuk verzamelt pleegt ze plagiaat in plaats van origineel te zijn, door het ‘kopiëren, knippen en plakken’ van bruikbare onderdelen. De boze wereld zijn ‘de anderen’. Zoals vriend Ralf,
die ‘voortdurend achter gesloten deuren zit te internetten’, en inderdaad dreigt op het slechte pad te raken. Toch pleit het boek niet voor de aanstelling van een Big Brother; een centrale controlerende instantie. ,,Dat is juist levensgevaarlijk! Een spin in dit web is een
potentiële werelddictator, die zijn eigen gezag kan afdwingen op de manier zoals het hem goeddunkt.'' Want: ,,Wij zouden gokken,
occultisme en pornografie aan banden willen leggen. Maar zouden we nog net zo enthousiast zijn als de belijdenis van het christelijk
geloof en de verkondiging van het evangelie worden verboden?''
Trucs en tips
Een hele reeks trucs en tips passeert de
revue. Walter wist de sporen van zijn speurwerk naar illegale software van de gezinscomputer uit door de programma’s naar een los te
koppelen zip-drive te kopiëren en vervolgens de originelen van de harde schijf te verwijderen. ,,'Dit is iets anders dan het verzamelen van
pornografie door sommige van mijn internetvrienden', dacht hij bij zichzelf.''
Wie naar porno surft strandt op het internet meestal gauw op
een toegangspoort waar voor ‘het hele erge’ een wachtwoord, legitimatie en/of een creditcard vereist is, al laat de route er naar toe
vaak al weinig aan de verbeelding over. Maar het echte gevaar dreigt volgens het boek in de ,,meer dan 20.000 nieuwsgroepen, waar
letterlijk alles besproken wordt, van hobby’s tot politieke zaken, wetenschappelijk onderzoek, economische onderwerpen, haat, harde
porno. Om de groep te vinden die je wilt gebruiken moet je een wandeling maken door de hele stad, door goede en slechte buurten. Zo
kom je langs ‘alt’, met alternatieve lifestyle en alt.sex.teens. Wie zijn kind de weg wijst naar de nieuwsgroepen, riskeert daarmee een
hele serie van verzoekingen op te roepen''. Maar desondanks: ,,Uw kind zal Usenet vinden, zelf of door vrienden. Alleen al wanneer je
kinderen hoort spreken over Usenet, nieuwsgroepen of discussiegroepen, moeten de alarmbellen gaan rinkelen.''
‘Chatten’, het babbelen
met ‘vrienden’ over de hele wereld, is volgens de gids een andere riskante activiteit. ,,Het is niet ongewoon dat deelnemers doen
voorkomen andere interesses te hebben of zich als andere persoonlijkheden voorstellen.'' Met als afschrikwekkend voorbeeld een
afspraak in een chatroom met fatale gevolgen. ‘De eerste regels van online chatten zijn dan ook: ga er niet van uit dat waar is wat
gezegd wordt. Geef nooit je adres of telefoonnummer aan vreemden''.
Controle
Ook wordt gewaarschuwd tegen
gratis email-mogelijkheden van servers buiten het eigen computerprogramma als Hotmail en Freemail, want ‘ouders kunnen daar geen
toezicht op uitoefenen’. Dat kan kennelijk beter met email op de eigen computer, ,,al moeten ouders er nooit van uitgaan dat hun
kinderen slechts over één email-adres beschikken''. En effectief door via het ‘geschiedenis’ (of ’history’)-venster een overzicht van
recent bezochte internetadressen op te roepen; daarom maakt snode Ralf de cache leeg. Bovendien wordt geadviseerd een
filterprogramma te installeren, dat de toegang verspert aan sites met een ongewenste inhoud; het boek bevat een cd van
internetprovider Solcon, die het internet al filtert vóórdat de signalen aan de abonnees worden doorgegeven. Maar helemaal afdoende is
dat niet, waarschuwen de schrijvers: filters zijn geen babysitters, bij vrienden kan kwalijke informatie wél toegankelijk zijn en scholen en
bibliotheken mogen (in de VS) geen censuur uitoefenen.
Regels
Volgens de internetgids kunnen ouders veel
problemen te voorkomen door kennis van de mogelijkheden van het internet; ‘de online-buurt waar hun kinderen
heengaan’, de computer neer te zetten op een algemeen toegankelijke plaats en online-gedragsregels op te stellen, zodat elk gezinslid
weet hoe ermee moet worden omgegaan. Het boek adviseert ‘bijbelse grenzen’ te stellen, en die te illustreren door het ophangen van de
bijbelteksten van de Tien Geboden (Exodus 20:1-17), tegen ongehoorzaamheid aan het Woord van God (Deuteronomium 27:15-26),
tegen de verleidingen des vlezes (Galaten 5:16-25, Efeziërs 5:1-21) en over gehoorzaamheid aan ouders, opvoeding van kinderen en
geestelijke weerstand (Efeziers 6:1-20). Een ‘test voor een gezinsvriendelijk gebruik van internet’ kan bepalen of het gezin er rijp voor is
online te gaan.
Uiteraard bevat het boek enkele pagina’s met vooral christelijke websites, zodat eventuele problemen kunnen worden
besproken met geloofsgenoten. Zoals de Amerikaanse Mary deed in een christelijke chatroom. ,,Ze informeerde naar het advies van
een man die zelf een gezin had. Het bleek dat ze problemen had met haar 18-jarige vriend, een zeeman. Hij bleek steeds meer
geïnteresseerd in een intiemere verhouding. Ze kreeg het advies dat haar vriend haar wensen moest respecteren en dat ze intimiteiten
moest bewaren tot de huwelijksnacht. Dat was precies wat ze zelf ook vond, maar geen van haar vriendinnen op school vond het
belangrijk om maagd te blijven. Nu vond ze iemand online waarin ze vertrouwen kon stellen.''
Brian
Lang &Bill Wilson: Internetgids voor christen-ouders. Uitgeverij Medema, prijs f. 24,95.