Vele taalinformatie op pagina's Oostenrijks 'Institut fur Nederlandistik'
Nederlands is in Wenen een universitaire studie
Door ANDRE HORLINGS
Toen de Romeinen rond het begin van de jaartelling het Nederlandse grondgebied bezetten
troffen ze hier Germaanse stammen aan. Welke taal die spraken is onbekend, maar het was in
elk geval geen Nederlands. Het begin van het Nederlands taalgebruik wordt door de
wetenschap rond 700 na Christus gesitueerd. Wel heeft onze taal zijn oorsprong in de
Germaanse taalfamilie.
De oorsprong van het Nederlands.
Een overvloed aan wetenswaardigheden over onze taal is te vinden in een omvangrijke
'Reisgids door het labyrint van de geschiedenis van het Nederlands' op een site in...
Oostenrijk. Verrassend is niet alleen dat de Universiteit van Wenen een 'Institut fur Nederlandistik'
blijkt te bezitten, met ruim 130 studenten Nederlands, maar vooral ook dat de Duits- en
Nederlandstalige Internet-pagina's een enorme hoeveelheid links bevatten naar alle mogelijke
bronnen die wereldwijd over het Nederlands op het Web te vinden zijn. En over verwante
talen als Fries en Afrikaans.
,,Hebban alla vogala nestas hagunnan'' is de oudst bekende Nederlandse tekst, rond 1100 geschreven door een West-Vlaamse monnik in een klooster in het Engelse Rochester. De betekenis: ,,Alle vogels zijn met hun nesten begonnen, behalve jij en ik. Waar wachten we nog op?
Oostenrijk
De vakgroep Nederlands in Wenen bestaat vier jaar. ,,De universiteit had bedacht dat ze dat
maar eens moesten proberen, onder andere omdat Oostenrijk toen lid werd van de Europese
Unie'', laat medewerker Matthias Huening desgevraagd per e-mail weten. ,,Sinds juli zijn we
geen 'Studienversuch', geen experiment meer, maar een echte 'Studienrichtung'. Officieel
(nog?) onderdeel van de germanistiek, dat wel, maar toch betrekkelijk zelfstandig. We hebben
een volledige opleiding tot neerlandicus, met lectoren voor de taalverwerving en de
'Landeskunde'.''
Huening zelf is Duitser. Hij studeerde Duits en Nederlands in Bonn, Keulen en Leiden en
werkte vier jaar aan de Leidse universiteit, voordat hij in 1995 naar Oostenrijk vertrok. In
Wenen doceert hij taalkunde.
Het Internet ziet hij als een mogelijkheid om 'in den vreemde' op de hoogte te blijven van zijn
vakgebied. ,,Grenzen vervagen, de wereld wordt een dorp. En dat is heel mooi voor ons, want
geografisch zijn we natuurlijk ver weg van Nederland en Vlaanderen. We proberen via
Internet informatie te verstrekken over deze landen, over de Nederlandse en Vlaamse
literatuur en over de Nederlandse taal. In eerste instantie voor mensen buiten Nederland, voor
mensen die Nederlands willen leren en voor mensen die om wat voor reden ook
belangstelling hebben voor Nederland en Belgie.''
Geschiedenis
Het Nederlands grondgebied na de Vrede van Munster in 1648.
Het project 'Geschiedenis
van het Nederlands' is een uitvloeisel van een werkcollege dat in de winter 1996/'97
gehouden werd. Via colleges werden de studenten vertrouwd gemaakt met de belangrijkste
aspecten van de geschiedenis van de Nederlandse taal. Daarnaast moesten zij de verworven
kennis presenteren via Internet. Voor elk deelonderwerp werden korte samenvattingen
verzorgd en aangevuld met links naar nadere informatie. ,,Deze 'Geschiedenis' heeft geen
inhoudelijke pretenties. U zult hier niets vinden dat niet ook (en vaak beter) in de bekende
standaardwerken staat'', wordt relativerend toegevoegd. Dat neemt niet weg dat het een
gedegen werkstuk is geworden, waar taalkundigen ongetwijfeld veel informatie kunnen
vinden, maar waar het ook voor gewone belangstellenden interessant surfen is, al zal de
materie hen af en toe boven de pet gaan.
In grote lijnen komen zeven onderwerpen aan de orde: de voorgeschiedenis van het
Nederlands, Gotisch, Oudnederlands, Middelnederlands, de 16e t/m 18e eeuw en de 19e en
20e eeuw. Overal zijn doorverwijzingen te vinden, zoals naar de karakterisering van de
Germaanse taalfamilie, de kenmerken van het Oud-Nederlands, de meest waarschijnlijke
uitspraak van Middelnederlandse woorden, de eerste grammatica die werd vastgelegd en de
invloed van het Frans op het Brussels Nederlands. Er worden achtergronden gegeven van de
Statenvertaling van de Bijbel, waartoe opdracht werd gegeven op de Synode van Dordrecht
(1618-'19).
Het Nederlands was toen nog nauwelijks aan regels gebonden; de vele
verschillende dialecten moesten op een lijn worden gebracht.
Twee Friezen, twee
Oost-Vlamingen, een Zeeuw en een Hollander verhuisden naar Leiden, sloten compromissen
over spelling, grammatica en woordgebruik en stelden het resultaat ter beschikking van
'oversieners'; uit elk gewest een deskundige. ,,Behalve uit Drenthe en Overijssel, die zich
lieten excuseren, omdat ze geen mensen met de nodige theologische en letterkundige
opleiding konden vinden. Op deze manier kwamen de oostelijke dialecten nauwelijks in de
vertaling terecht.'' Met het project werd een gemeenschappelijke basis voor een eenheidstaal
gelegd.
Verwijzingen
Uiteraard zijn op de site ook bijzonderheden te vinden over het dagelijks werk van het Institut
fur Nederlandistik. De pagina's met links zijn zeker een bookmark waard, omdat bij de vele
verwijzingen vrijwel geen aspect van het Nederlands wordt overgeslagen. Een ruwe greep:
'De Nederlandse Letteren' over literatuur,schrijvers en dichters; de rubriek 'Letteren' van de
Vlaamse krant De Standaard, met veel recensies; een interview met Willem Frederik
Hermans door de Poolse Neerlandicus A. Dabrowka; de site van het Genootschap 'Onze Taal';
een Engelstalige cursus Nederlands, het ABC van de nieuwe spelling, adressen van
vakgroepen Neerlandistiek; bibliotheken overal ter wereld en ga zo maar door.
Veel toevallige bezoekers blijken verrast, zo wordt duidelijk in het gastenboek: ,,Ik voel me
zeer vereerd dat er in Oostenrijk mensen Nederlands willen studeren''; ,,Vooral ook doorgaan
met Fries!''; ,,Diese Einrichtung ist echt toll, da sieht man wieder einmal wievele Menschen
an uns Nederlandisten interessiert sind''; ,,First class contribution to Dutch Studies''; ,,Ek
woon naby Kaapstad en my moedertaal is Afrikaans. Ek is baie geinteresseerd om te weet
waar daar orals projekte oor Afrikaans aan die gang is''. En de vraag: ,,Gibt es in Nijmegen ein
Afrika-Museum?''.