HOME,
woordenlijst
hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
hoofdstuk 3
hoofdstuk
4
hoofdstuk 5
hoofdstuk 8-9
De site is verplaatst naar www.lineone.nl/bedrijfseconomie
en wordt daar bijgewerkt
Neem voor deze eerste opgave rustig de tijd. Eerst goed dan snel.
opgave hoofdstuk 3 nr 4 van het werkboek
gegeven is de begrote openingsbalansbalans
ACTIVA PASSIVA
vaste activa 2700 eigen vermogen 2700
voorraden 500 vreemd vermogen lang 600
debiteuren 300 crediteuren 50
liquide midd. 200 vreemd vermogen kort 150
winstsaldo 200
-------------+ -------------+
3700 3700
De aanpak
Gegeven zijn, al dan niet in verhaalvorm, ook een groot aantal financiele feiten.
Het is zaak om die eerst netjes op een rij te zetten en te overdenken. In het vorige is
veel aandacht geschonken aan en hopelijk geoefend met het ondescheid tussen ontvangsten
en uitgaven enerzijds en opbrengsten en kosten anderzijds.
Dit onderscheid is nodig om de liquiditeitsbegroting en de exploitatiebegroting te maken.
Heb je niet voldoende geoefend, dan zul je dat nu als een probleem ervaren.
Blijf dan niet in de put zitten maar ga even terug naar AF en herstel je verzuim.
Op de liquiditeitsbegroting komen uitsluitend ontvangsten en uitgaven.
op de exploitatiebegroting komen uitsluitend opbrengsten en kosten.
Financiele feiten zoals in het onderhavige geval impliciet het restant van de jaarwinst
beinvloeden balansposten.
Klassificeer dus eerst eens alle finananciele feiten naar hun geaardheid. Ook dat oefent je
in het snel herkennen van de aard van de feiten. Met oefening kom je lekker op tentamensnelheid.
Voor de financiele planning over het komende jaar zijn de volgende begrote gegevens verzameld:
Alle in- en verkopen geschieden op rekening
(dus kosten vallen niet samen met uitgaven en opbrengsten vallen niet samem met ontvangsten)
investeringen in vaste activa 600 (uitgave, nog niet kosten)
afschrijvingen vaste activa 100 (kosten, geen uitgave)
Inkopen van voorraden 800 (uitgaven, maar nog geen kosten)
omzet 1600 (opbrengsten, maar nog geen ontvangsten)
inkoopkosten omzet =75% 1200 (toegerekende kosten, maar geen uitgaven)
afname afnemerskrediet 100 = afname debiteuren (= extra boven de omzet ontvangen)
toename leverancierskrediet 80 = toename crediteuren (= minder dan de inkopen betaald)
betaling van lonen en overige kosten 150 ( in dit geval kosten die zijn toegerekend/genomen)
inbreng nieuw eigen vermogen 360 (ontvangsten, maar vloeien niet voort uit opbrengsten))
aflossing lang vreemd vermogen 31/12 100 (uitgaven, maar leiden niet tot kosten)
betaling rente over vreemd vermogen 60 (uitgaven en in dit geval tevens genomen kosten)
Geen verandering in kort vreemd vermogen 0 (geen aflossing en geen opname)
Uitkering van deel winst vorige jaar 140 (de rest -60- gaat naar het eigen vermogen (zie eindbalans)
gevraagd
a. maak een liquiditeitsbegroting
b. maak een exploitatiebegroting
c. maak de eindbalans voor dit jaar
a. Liquiditeitsbegroting
ontvangsten
omzet 1600 toelichting: De omzet is wel opbrengst, maar geen ontvangsten
afname debiteuren 100 correctie met de toe/afname van debiteuren levert wel de ontvangsten
inbreng eigen vermogen 360 De inbreng is waarschijnlijk in de vorm van een extra banktegoed.
die daarna besteed wordt aan investeringen
------------+ Let op: Het krediet is afgenomen dus er is meer ontvangen dan de omzet
2060
uitgaven =======
inkoop van voorraden 800 toelichting: De inkoopkosten zijn wel kosten,
maar geen uitgaven
toename leverancierskrediet -80 correctie met de toe/afname van crediteuren levert
wel de uitgaven
Let op: het krediet neemt toe dus er is MINDER betaald
dan de kosten
investeringen in vaste aktiva 600 Kon gefinancierd worden met liq middelen van
beginbalans, plus de extra inbreng eigen vermogen en
tussentijdse ontvangsten)
lonen en overige kosten 150 als gegeven
aflossing lang vreemd vermogen 100 als gegeven
rente 60
winstuitkering 140
------------+
1770
toe/afname liquide middelen 290 Dit is het saldo van de ontvangsten minus de betalingen
exploitatiebegroting
KOSTEN OPBRENGSTEN
inkoopwaarde van de verkopen 1200 totale opbrengst/omzet 1600
afschrijvingen 100
lonen en overige kosten 150
rente 60+/+
1510
winstsaldo als sluitpost 90
---------------+ ---------------+
1600 1600
eindbalans
DEBET CREDIT
vaste activa: begin+invest-afschr 3200 eigen vermogen 3120 begin+inbreng+restant winst
2700+600-100 2700+360+60
voorraden: begin+ink-inkkverkoop 100 vreemd verm.lang 500 begin -aflossing
500+800-1200 600-100
debiteuren: begin-afname 200 crerditeuren 130 begin+toename
300-100 80+50
liq.mid.: begin+sluitpost liq.begr.490 vreemd verm.kort 150 geen verandering (mutatie)
200+290 150+0
winst 90 als sluitpost exploitatiebegr.
-------------+ -------------+
3990 3990
De winst die hier bepaald wordt als sluitpost moret even hoog zijn als de winst
op de exploitatiebegroting. Dit is een controle die je altijd moet uitvoeren.
Als je de winst hebt overgenomen uit de exploitatiebegroting is je controle dat links en rechts
opgeteld de totalen van de begrote eindbalans gelijk zijn.