Economie
Veeteelt
Grondstoffen
Visvangst
Industrie
Landbouw
Verkeersnet
Toerisme
Grondstoffen
Egypte is rijk aan grondstoffen, en dan vooral aan aardolie. Aardolie komt vooral voor aan de Golf van Suez.
De Libische woestijn schijnt ook olierijk te zijn, maar er is nog maar weinig ontgonnen. In het grootste gedeelte woont ook niemand en velen willen er ook niet gaan wonen. Het is er immers 1 grote zand - en rotsvlakte, en er liggen nog bommen vanuit WOII begraven. Onderzoek en ontginning van aardolie zou dus zeer duur worden doordat allereerst al die bommen moeten ontruimd worden.

In de oase van Bahariya vind je ijzererts, in de oase van El - Kharga fosfaten. Deze fosfaten zijn belangrijk voor de industrie, er wordt immers kunstmest van gemaakt. Fosfaat wordt ook wel gewonnen in Safaga en Quasir. Egypte heeft ook enkele zoutmeren, in Fayoum en de delta. In de Arabische woestijn zijn enkele goudmijnen, en in de Sinai vind je marmer, steenkool en mangaan.
TOP
Industrie
De industrie wordt meer en meer geprivatiseerd; buitenlandse ondernemingen, zoals bvb, Naf-Naf, in de textielindustrie, gebruiken Egypte's langvezelig katoen om er hun kledij mee te maken. Ook de buitenlandse auto-industrie doet het goed. In Cairo vind je fabrieken van Opel, Fiat , Citroën, ... De staalindustrie zorgt voor de onderdelen, de auto-industrie steekt ze in elkaar.

Maar het belangrijkste zijn wel de olieraffinaderijen aan de Golf van Suez. Bijna alle olie rond de Golf van Suez is gevonden, en wordt verwerkt in de raffinaderijen. Het Suezkanaal is belangrijk voor de uitvoer van aardolie. Het kanaal stelt de Rode Zee ( en dus de Golf van Suez ) , rechtstreeks in verbinding met de Middellandse Zee. Olietankers kunnen aanmeren in Suez en daar de olie opladen. Voor op het Suezkanaal te mogen varen moeten ze tol betalen. Olie wordt ook vervoerd via pijpleidingen. De belangrijkste oliepijpleiding is die van Suez naar Alexandrië.

Egypte heeft ook aardgasreserves, oa in de delta en de Sinai. Aardgas wordt grotendeels zelf verbruikt, oa om elektriciteit op te wekken.
De fosfaatmijnen zorgen voor fosfaten, die in de chemische industrie ( oa in Aswan ) worden gebruikt om kunstmest van te maken. Verder heb je nog conservenindustrie, cementindustrie en steenkoolmijnen.
TOP
Landbouw
De Nijl voorziet de Egyptenaren van voedsel. Dankzij het Nijlwater kan er in Egypte aan landbouw gedaan worden. Dit verklaart meteen waarom alle landbouwbedrijven rond de Nijl liggen.

Vroeger overstroomde de Nijl slechts 1 keer per jaar en liet een vruchtbaar slib achter waarin de boeren, fellahs, konden zaaien. Tegenwoordig blijft dit slib achter de Aswandam zitten. Door de bouw van stuwdammen, de verbetering van irrigatie- en drainagetechnieken en het gebruik van kunstmest wordt dit kostbare slib vervangen. De landbouw is een van de belangrijkste economische sectoren van Egypte, zowel wat betreft werkgelegenheid als uitvoer.

In heel het Nijldal teelt men granen, katoen en groenten.
Het Egyptische, langvezelige katoen, dat bekend staat om zijn uitmuntende kwaliteit, wordt voor een groot deel geëxporteerd. Egypte is de 6e katoenproducent ter wereld. In de delta teelt men ook nog citrusvruchten, rijst, bersim (een soort klaver), en dadels. Voor de productie van rijst heerst in de delta een ideaal klimaat, het is er immers nat en warm. Verderop in Egypte wordt het te droog om rijst te verbouwen. Toch heeft Egypte de grootste rijstproductie van Afrika. Bersim, een soort klaver, wordt vooral gebruikt als groenbemesting en als veevoeder. De citrusvruchten worden grotendeels uitgevoerd.
Suikerriet wordt ook enorm veel geteeld. Toch is de regering van plan om het riet te vervangen door bieten. Tussen de immense plantages verbergen zich soms terroristen. Met bieten is dat probleem ook weer opgelost.
Dadelpalmen zijn in heel Egypte te vinden, maar dan vooral in de oasen. Een dadelpalm kan een jaarlijkse oogst van 60 - 100 kg dadels opleveren. De palmbladeren worden gebruikt als dak voor de veestallen en het hout voor de muren van de veestallen. Voor meubels te maken is het echter ongeschikt, daarvoor worden andere houtsoorten geïmporteerd.

Ondanks de grote voedselproductie en de vergroting van de gecultiveerde grond en de verbetering van de landbouwtechnieken, slaagt Egypte er niet in, door de snelle bevolkingsaangroei, zelf in de voedselvoorziening te voorzien. Tweederde van het voedsel moet worden geïmporteerd.
TOP
Veeteelt
De veeteelt in Egypte is gemengd, men houdt waterbuffels, geiten ,schapen, ezels, runderen, ... allemaal door elkaar. In alle landbouwgebieden wordt aan veeteelt gedaan , dwz in het Nijldal en de delta.
De dieren worden voornamelijk gebruikt als last - en trekdier. Het zijn kleine kuddes, meestal gehouden door de boeren zelf. Soms wordt er voor de godsdienst ( de Islam) al eens een dier geslacht. Echte grote kuddes komen er in Egypte niet voor, daarvoor is er te weinig grasland.

De bedoeïenen houden grotere kuddes dan de boeren. Ze trekken met hun dieren van de kustgebieden ( en de grasvlaktes ) aan de Middellandse Zee of van het Nijldal naar de oasen en terug, naar gelang de seizoenen. Ze drijven handel met de plaatselijke bevolking. In de Arabische woestijn volgen ze de wadi's. Doordat deze periodiek vol water stromen, hebben hun kuddes drinken. Er is trouwens ook woestijnsteppe, en dus eten voor hun dieren.
TOP
Visvangst
Door de bouw van de Aswandam is de visvangst op sardienen in de Middellandse Zee verloren gegaan. Alleen in Port Said is nog een industriële visserij.
80% van de totale visvangst gebeurt in de Nijl ,door kleine, plaatselijke bedrijfjes. Ook de gewone boeren vissen graag mee.
In de Rode Zee wordt naar koraal gevist en in de Middellandse Zee naar sponzen. Beiden worden grotendeels uitgevoerd.
TOP
Verkeersnet
De meeste verharde wegen situeren zich in de delta en het Nijldal.
Er loopt één verharde weg langs de oasen en de kusten. Ook in de Sinai zijn de meeste wegen verhard. Zo zijn de belangrijkste steden in verbinding met elkaar gebracht. Verder vind je ook nog onverharde (soms niet te onderscheiden van de rest van het landschap) wegen die door de woestijn lopen.
Langs de Nijl loopt een spoorlijn, van Aswan tot Cairo. In de Cairo wordt deze spoorlijn opgesplitst in verschillen de lijnen. Eén ervan loopt langs de westkust van de Middellandse Zee, en stelt zo Matruh en Es-Salum in verbinding met de rest van Egypte.

Belangrijke havens zijn die van Alexandrië, Damietta, Port Said en Suez. Hierlangs worden afgewerkte producten / grondstoffen uit - en ingevoerd. Internationale luchthavens zijn die van Alexandrië, Cairo, Hurghada en Luxor.
TOP
Toerisme
Het toerisme vormt al jaren een belangrijke inkomstenbron voor Egypte.
Egypte staat vol van indrukwekkende tempels, graven en piramiden die massa's toeristen lokken. Ook de cruises op de Nijl zijn zeer populair.

De tempels van Karnak, Luxor, Philae  en Abu Simbel zijn de bekendste. Abu Simbel ligt ver in het zuiden en van de andere tempels, maar is beroemd geworden tijdens de bouw van de Aswan dam. Hij zou nl helemaal onder water komen te staan, en is door UNESCO helemaal afgebroken en hogerop terug opgebouwd. Philae heeft iets dergelijks meegemaakt.

In Cairo vind je het 'Nationaal Egyptisch Museum' en de moskee van Salah Al - Din, in Gizeh de 3 wereldberoemde piramiden en de sfinx.
Bijna elke grote stad heeft zo zijn historische monumenten. In Hurghada gaat men uitrusten op de enorme stranden.


Vele Egyptenaren vinden werk in de toeristische sector. Ze verkopen beeldjes, tapijten, papyrussen ( nep en echte ), potten parfums, amuletten, ... aan de toeristen. Meestal maken ze er enorm veel winst aan.
Al de tempels liggen trouwens dicht genoeg bij elkaar om ze te bezoeken en ondertussen een cruise te maken op de Nijl. Ook zo'n cruiseschip heeft veel personeel nodig. Gidsen is ook populair.

Toch is het toerisme een zeer onstabiele inkomstenbron. Na een fundamentalistische aanslag blijven de toeristen massaal weg uit Egypte. Voor de bevolking is dit rampzalig: werkloosheid en armoede.
TOP