Melk goed voor elk..... of toch niet?
Onderzoek TROS RADAR
Artikel:De mythes rond melk
Datum plaatsing:25-04-2005
Bron:www.trosradar.nl
Aanverwante artikelen
Interview:Compleet interview met prof. Colin Campbell,
biochemicus Cornell University.
Interview:Compleet interview met prof. Walter Willet, voedselwetenschapper Harvard University.
   
Onderzoek van NIBURU
Artikel:Melk niet langer aanbevolen noch nodig
Datum plaatsing:20-11-2003
Bron:www.niburu.nl
   
 
De mythes rond melk

Melk is goed voor elk, we zijn er allemaal mee grootgebracht en drinken dan ook gemiddeld twee glazen melk per dag. Hiermee behoren we tot een van de grootste zuivelconsumenten van de wereld. In Nederland krijgen we bijna nooit iets te horen over de kanttekeningen die geplaatst worden bij het drinken van koemelk.

Kalk
De mens heeft calcium nodig om de botten te versterken om zo botontkalking ofwel osteoporose tegen te gaan. In Nederland wordt al vanaf de jaren '60 reclame gemaakt om veel melk te drinken voor sterkere botten.

Prof. Walter Willett, voedselwetenschapper aan de Harvard University, onderzoekt al sinds1976 de relatie tussen zuivel en osteoporose. Hij zegt dat uit onderzoek blijkt dat er helemaal geen verband is tussen het drinken van veel melk en het voorkomen van botbreuken. Dat druist toch in tegen alles wat wij altijd gehoord hebben. En Willett staat hier niet alleen in. Prof. Colin Campbell, biochemicus Cornell University, deelt deze mening. Hij is zelfs van mening dat door de eiwitten in de melk, een zuur wordt aan gemaakt die juist voor een afbraak van het bot zorgt.

En dat blijkt ook wel uit het volgende: 12 op de 10.000 Nederlanders heeft een heupbreuk gehad. Ook in Zweden, waar veel zuivel wordt gedronken, breken veel mensen een heup. Namelijk wel 20 op de 10.000. In landen waar veel minder zuivel wordt geconsumeerd, zoals China en Japan, ligt het getal veel lager. In China namelijk 10 op de 10.000 en in Japan zelfs 9 op de 10.000.

Het staat vast dat het menselijk lichaam calcium nodig heeft voor zijn botten. Volgens Willet krijgen we al genoeg binnen via ons normale dieet. Het is in ieder geval belangrijk veel buiten te zijn om vitamine D binnen te krijgen. En veel groene groenten te eten. Een koe komt ook aan het calcium door het eten van groen gras.

Lactose intolerantie
Het overgrote deel van de wereld wordt trouwens ziek van het drinken van melk, ze zijn lactose-intolerant. Dit betekent dat zij de melksuikers, de lactose, niet goed kunnen verteren. Alhoewel moedermelk ook lactose bevat, kunnen baby's dat wel verteren. Dit stopt over het algemeen wanneer er gestopt wordt met borstvoeding. Behalve bij de Europeanen en Noord Amerikanen, zij zijn zo geëvolueerd dat ze melk kunnen blijven drinken. Maar was dat wel de bedoeling van Moeder Natuur?

Negentig procent van de Aziaten, zeventig procent van de Afrikanen en vijftig procent van de Zuid Amerikanen zijn lactose intolerant. Terwijl maar vijftien procent van de blanken niet tegen het drinken van melk kan. Maar liefst zeventig procent van de wereldbevolking kan helemaal niet tegen melk. En het is opvallend dat als je stopt met melk drinken, je lichaam vanzelf lactose-intolerant wordt.

Beide wetenschappers zijn ervan overtuigd dat het menselijk lichaam niet gebouwd is om koemelk te drinken.Volgens hen is koemelk bedoeld voor het kalf, net zoals moedermelk is bedoeld voor de baby.

Langdurige effecten
De samenstelling van koemelk is wezenlijk anders dan die van onze eigen moedermelk. Zo zit er veel meer groeihormonen in. En dat is ook niet raar, een kalf moet natuurlijk veel meer botdichtheid ontwikkelen dan de mens.

Dat is nog niet alles. We komen steeds meer te weten over de langdurige effecten van het drinken van melk. Zo zijn de vetten en eiwitten in de melkproducten desastreus voor ons cholesterol met alle gevaren van dien. Een glas volle melk bestaat maar liefst uit 23 procent van de benodigde dagelijkse hoeveelheid dierlijke vetten, ook wel bekend als verzadigd vet. Algemeen bekend is dat deze vetten de cholesterol verhogen en daarmee de kans op hart en vaatziekten aanzienlijk vergroten.

Professor Campbell verrichtte de zogeheten China Study, waarin hij zegt dat mensen die dierlijk en eiwitrijk dieet volgen, zoals zuivel, tot 17 keer meer kans hebben op hartziektes dan mensen die hun voedingsstoffen halen uit onder meer fruit en groenten, zoals de Chinezen. Prof. Katan, hoogleraar voedingsleer Wageningen Centre of Food Sciences, zet wel kanttekeningen bij dit onderzoek. Er zijn eventueel nog andere verbanden te leggen. Chinezen bewegen misschien meer, roken minder, zijn slanker, eten minder ongezond. Volgens Katan is de uitkomst dus niet zomaar aan eiwit toe te schrijven.

Toch vindt Katan wel dat het vet in melk beter te vermijden is. Melk is heel rijk aan verzadigde vetzuren. Die verhogen je cholesterol en dat leidt tot aderverkalking en tot hartinfarcten. Magere melk, magere yoghurt en karnemelk zijn daarom mooie producten. De Amerikaan Campbell is juist van mening dat niet alleen het vet het risico op hart- en vaatziektes verhoogd, maar dat de eiwitten die in zuivel zitten nog meer risico vormen en dan heeft het drinken van magere producten volgens hem geen enkele zin.

Zuivel en kanker
Er worden ook steeds meer verbanden gelegd tussen het consumeren van zuivel en kanker. Deze onderzoeksresultaten zijn nog maar net boven water gekomen en moeten nog verder onderzocht worden. De meningen verschillen hierover nog enorm.

Volgens Campbell zijn de kankercijfers, net zoals de Hart- en Vaatziektecijfers, in Amerika vele malen hoger dan in Azië. We hebben in ons lichaam het zogeheten eiwit IGF-1, de Insuline-like Growth Factor. Deze hebben wij nodig om ons lichaam te laten groeien en te versterken. Wanneer we volgroeid zijn en daarna nog steeds een overdadige inname van dierlijke eiwitten, zoals bijvoorbeeld melk, binnenkrijgen dan kan het IGF-1 nergens meer heen, want we zijn al volgroeid. Het gevaar is dat zij zich dan vestigen aan kankercellen, waardoor de kans op kanker vele malen groter wordt. Dat melk niet alleen slecht is voor de gezondheid blijkt uit onderzoeken dat calcium juist helpt tegen het risico op darmkanker.

In Nederland wordt niet veel ruchtbaarheid gegeven aan deze kant van het verhaal over melk. Melk is namelijk een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. De organisatie die in Nederland verantwoordelijk is om melk aan de man te brengen is de Nederlandse Zuivel Organisatie. Zij voelen zich niet geroepen om deze kanttekeningen in de openbaarheid te brengen. Ook al hebben de reclames van de NZO een voorlichtend karakter, het is goed om in gedachte te houden dat het een commerciële organisatie is. Op de website van de NZO en Zuivelonline.nl kunnen vragen over melk worden gesteld.

Ook het Voedingscentrum blijft zich achter de wetenschap verschuilen en houdt vast aan de 2 tot 3 glazen melk per dag. De onderzoeken van bijvoorbeeld Campbell en Willett vindt het Voedingscentrum niet voldoende om haar informatie te veranderen.

Top

 
Compleet interview met prof. Colin Campbell, biochemicus Cornell University.

Wij zijn opgegroeid met het idee dat we melk moeten drinken om gezond te blijven, wat denkt u hiervan?
Wij moeten onze gedachten hierover ietwat bijstellen. Ik ben natuurlijk ook opgegroeid met dit idee, vooral omdat ik van een melkveehouderij kom waar de koeien gemolken werden. Wij hebben altijd gedacht dat zuivel, zuivelproducten of koeienmelk, de beste natuurlijke voeding gaf. Lange tijd zijn wij zo voorgelicht. En op dit moment, nu dat ik al zo lang een wetenschapper ben, vinden we uit dat er hierbij toch vele vraagtekens gezet kunnen worden. Ik geloof nu niet meer dat het zo goed is als wat wij ooit dachten. Ik ben in ieder geval opgehouden melk te drinken.

Op welk moment bent u van opinie veranderd?
Mij opinie is door de jaren heen geleidelijk bijgesteld. Ik heb in de Filippijnen gewerkt aan een wereldwijd programma dat tot doel had om ondervoede kinderen te voeden en ons werk bestond eruit ervoor te zorgen dat deze ondervoede kinderen meer proteïne binnen zouden krijgen, net zoals bij ons in het westen. Terwijl ik daar was, kwam ik tot de ontdekking dat een kleine groep van kinderen genoeg proteïne binnen kreeg en dat zij net zoals wij aten, maar dat waren nu juist degenen die de meeste kans liepen op het krijgen van een specifieke vorm van kanker. Dit werd de start van mijn lange research carrière waarin ik heb geprobeerd te begrijpen wat de relatie is tussen het consumeren van dierlijke proteïne diëten (zoals wat men binnen krijgt via melk) en het ontstaan van kanker. Gedurende vele jaren van onderzoek bleek dat, vooral omdat wij specifiek in China een zeer uitgebreid onderzoek hebben gedaan en ook uit ons laboratoriumwerk, er van diverse kanten veel bewijsmateriaal is dat het idee ondersteunt dat zuivelproducten niet zo goed zijn als we ooit dachten.

Hoe komt het dat de meeste mensen niet weten dat melk niet goed is?
In Amerika zijn we in ieder geval sinds kleins af aan opgegroeid met het idee dat je van koeienmelk sterke botten en tanden krijgt. Dat hebben we eindeloos kunnen horen en de meeste informatie hierover werd via het schoolsysteem gecommuniceerd én let wel, veel van deze voedingsinformatie, misschien zelfs 80 of 90 procent kwam van de Zuivelindustrie zelf. Natuurlijk hebben zij zorgvuldig uitgelegd dat zuivelproducten ons belangrijkste voedsel was en dus zijn wij zo opgegroeid. Dat duurt al nu 3 tot 4 generaties en daarom is iedereen geneigd te denken dat melkproducten zo vreselijk gezond zijn.

Denkt u dat wij verkeerd zijn voorgelicht?
Ja, misschien in het begin. Ik wil er niet te hard over zijn want ik geloof dat veel mensen die hier in de beginfase bij betrokken waren inderdaad het verhaal zeker geloofden en dachten dat het goed voedsel was. Ik groeide zelf op een melkveehouderij op en voor mijn artsenscriptie onderzocht ik hoe we efficiënter koeien konden fokken zodat we meer melk konden drinken en meer dieren konden eten. Ik geloofde er zeker in en iedereen om me heen, geloofde dit. Dit is dan ook de reden dat ik niet te kritisch wil zijn op degenen die betrokken waren bij het communiceren van de toenmalige gedachte. Maar in de laatste 30 tot 40 jaar is er veel informatie naar voren gekomen waardoor er ernstige vraagtekens gezet kunnen worden. Veel van deze informatie wordt niet gecommuniceerd en dat is een probleem.

Is men huiverig om dit geluid te laten horen?
Jazeker men is er huiverig voor om dit naar buiten te brengen en wanneer dit soort informatie in een wetenschappelijk blad verschijnt, wordt het meestal niet doorgegeven aan landelijke bladen of voedingswijzers. Het wordt gewoonweg niet gecommuniceerd omdat de melkindustrie zo machtig is geworden. Het expliciet uitspreken van deze vragen kan zelfs gevaarlijk zijn voor iemands carrière, kan de mogelijkheid tot het doen van onderzoek of het publiceren van onderzoeksresultaten beperken en iemands reputatie kan besmet worden.

7 op de 10 mensen in de wereld zijn lactose intolerant nietwaar?
Nou dat sterkt mij in mijn mening dat het niet de bedoeling is dat we in de meeste situaties melk drinken. Mensen die niet gewend zijn om koeienmelk te consumeren neigen naar lactose intolerantie. Het is echter niet zo dat lactose intolerantie een fatale ziekte is, zeker niet, maar het is een oncomfortabel symptoom. Het is een indicatie dat er iets niet helemaal goed is maar mensen die bijvoorbeeld gewend zijn om veel melk te consumeren raken er meer aan gewend. Het lichaam kan dan de lactose afbreken, ons lichaam kan zich meestal aanpassen. Maar als we dan een tijdje geen zuivelproducten meer hebben gebruikt, wordt ons lichaam weer opnieuw intolerant. In de VS zijn vooral kleurlingen, mensen van Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse komaf, lactose intolerant. Zij zijn niet zo gewend melk te drinken als blanken. In principe zegt dit ons dat er iets mis is met melk. Het is een symptoom, een waarschuwing.

Maar er is toch ook heel veel ander voedsel dat we eten dat niet natuurlijk is…?
Wat ik hierop moet antwoorden is dat we allemaal gevangenen zijn van onze eigen smaak. Uit wetenschappelijke informatie blijkt dit ook. Dit betekent dat we het voedsel lekker vinden dat we gewend zijn te eten. Aan dit voedsel geven we dan ook de voorkeur. Dus, als we van dieet veranderen vinden we dat in het begin niet echt lekker. Maar we weten wel, dat wanneer we bijvoorbeeld overstappen op een minder vet dieet met veel minder zout we na 3 of 4 maanden aan deze nieuwe smaak gewend zijn. Het is zelfs zo, dat we achteraf niet meer begrijpen waarom we vroeger dat andere eten lekker vonden. Dat een erg interessant feit dat veel mensen niet kennen. Veel mensen zijn bijvoorbeeld gewend melk (hoog vet gehalte, vooral proteïne) te drinken. Ik vond het zelf lange tijd lekker. Als men een tijdje, misschien een aantal maanden, geen melk drinkt en vervolgens weer melk probeert te drinken, vindt men het niet lekker. Ik kan nu absoluut geen glas melk meer drinken terwijl ik veel melk dronk toen ik jong was. Ik haat nu de smaak van melk waaruit blijkt dat wij ons aan een nieuwe smaak kunnen aanpassen. Helaas zitten we in Europa en de Verenigde Staten op het verkeerde spoor. Wij zijn gewend aan het nuttigen van voedsel dat veel proteïnen en vet bevat maar weinig vezels, dus niet veel plantaardig voedsel.

Mensen zijn er niet voor gemaakt om melk te drinken. Koeienmelk is bedoeld voor de ontwikkeling van een kalf. Wat doet dit met het menselijk lichaam?
Er gebeuren in feite veel dingen. Ik heb het altijd vreemd gevonden dat van alle diersoorten op onze planeet er maar één soort bestaat dat besloten heeft melk te drinken na de zoogperiode. Natuurlijk is menselijke moedermelk perfect voedsel, maar wij zijn als soort geneigd na de borstvoeding nog steeds melk te drinken en, om het nog erger te maken, we drinken melk die van een andere diersoort komt, heel vreemd. Als je er goed over nadenkt is hier iets heel onnatuurlijks aan.

Het komt ook nog van een diersoort dat zoveel groter is…Is dat de reden dat wij zo lang worden?
Wanneer jonge mensen een dieet consumeren met een hoog gehalte aan zuivelproducten, vlees en andere dierlijke producten (melkproducten, vlees en eieren vallen binnen dezelfde categorie) in verhouding tot de hoeveelheid plantaardige producten die worden geconsumeerd, wordt de groei gestimuleerd. We groeien als kinderen sneller en sneller. Groeien, hebben we altijd gedacht, is toch erg goed. Dat is niet zo. Ik zal u één voorbeeld geven wat betreft vrouwen. Wanneer een vrouw zo snel als mogelijk groeit, wordt zij vroeg volwassen en bereikt zij eerder de vruchtbare leeftijd. We hebben dat in China gezien. We hebben hier aangetoond dat op het Chinese platteland de vruchtbare leeftijd bereikt wordt bij 17 jaar. Hiertegenover staat het westen waar de leeftijd ligt op 11 of 12 jaar. Ten tweede, op het platteland van China bereikt de vrouw het einde van haar vruchtbare periode, de overgang, 3 of 4 jaar eerder. Dus komt bij vrouwen op het platteland in China bijvoorbeeld borstkanker veel minder voor, de vruchtbaarheidsperiode is korter en het percentage oestrogeen in het bloed is slechts 50 tot 60 procent van wat het bij westerse vrouwen is.

Je vraagt je dus af waarom vrouwen in het westen eerder beginnen? Dat is omdat we ze heel veel melk en dierlijke producten geven. Hiermee stimuleren we in werkelijkheid de groei. Dus belanden zij eerder in die periode van hun leven, de hoeveelheid oestrogeen is hoger en dit vertaalt zich weer naar een hoger risico op het krijgen van kanker.

Ik denk dat hetzelfde geldt voor het risico op prostaatkanker bij mannen. Jongens worden snel lichamelijk volwassen en lopen vergelijkbare risico's op latere leeftijd. We hebben dus veel aanwijzingen en nu hebben we nog meer rechtstreeks bewijs dat borstkanker, prostaatkanker en een aantal andere soorten kanker hiermee te maken hebben mits we er op de juiste manier naar kijken.

Nadat de moeder stopt met het geven van borstvoeding, blijven moeders hun baby's melk geven, is dat goed? Neen, terwijl vrouwen aangespoord dienen te worden hun baby borstvoeding te geven -dit is de beste voeding gedurende deze tijd- dienen kinderen na deze periode (ongeveer 1 jaar tot 1,5 jaar? Ik weet het niet precies want ik ben geen arts) geleidelijk aan andere voeding te krijgen.

Wij zijn opgevoed met het idee dat onze botten aangesterkt dienen te worden, wat vindt u hiervan?
Alhoewel de inname van een hoger calcium niveau, zoals we binnenkrijgen via zuivelproducten vaak geassocieerd wordt met een hogere botdichtheid en een hogere botdichtheid wordt weer geassocieerd met een verlaagd risico op osteoporose, klopt dat niet. Maar daarom zijn we wel gaan geloven dat het meten van de botdichtheid een belangrijke indicatie is of we aanleg hebben voor osteoporose. Momenteel is deze meting bijna een routine geworden, vooral bij vrouwen in de overgang. En, een hogere botdichtheid geeft in vele gevallen inderdaad een goede prognose aan. Maar dit is niet het volledige verhaal. Er steekt nog meer achter dit verhaal. Als we het hebben over dat zuivel sterkere botten creëert, hebben we het over een grotere botdichtheid, meer calcium. Maar het is ook zo dat de zuivel die geconsumeerd wordt veel proteïnen bevat. En de proteïnen zorgen er aan de andere kant weer voor dat calcium wordt afgebroken dus wat je aan de ene kant wint, verlies je weer aan de andere kant. Dus is volgens mij de botdichtheid niet de enige en zelfs niet de belangrijkste indicatie voor osteoporose. Hier ligt veel en veel te veel de nadruk op.

Dierlijke proteïnen veroorzaken een stofwisselingsconditie asidose genaamd waardoor zuren in ons lichaam en in onze weefsels worden aangemaakt. Alle proteïnen hebben de neiging steeds een kleine hoeveelheid nieuwe zuren in onze weefsels aan te maken. Ons lichaam houdt hier niet van en probeert die zuren te neutraliseren en de beste manier om dat te doen is door het calcium uit de botten te verwijderen en te neutraliseren. Dan wordt het calcium grotendeels afgevoerd via de urine en dat is een van de manieren waarop calcium uit de botten onttrokken wordt wanneer we dierlijk voedsel, inclusief natuurlijke zuivel, consumeren.
Dus kort gezegd, wanneer iemand veel melk drinkt, zitten hier veel proteïnen in die het calcium in de botten zal doen afnemen?

Inderdaad, maar tegelijkertijd gebeuren er ook veel andere dingen in ons lichaam wanneer we melk drinken. Ons lichaam heeft bij vrouwen de neiging het oestrogeenniveau te verhogen, misschien bij mannen de mannelijke hormonen. Deze verhoogde hormoonniveaus zijn niet goed voor ons en kunnen, zoals ik al zei, borstkanker en mogelijk prostaatkanker veroorzaken. Ook verhoogt dit het risico op osteoporose doordat die hoge niveaus waaraan we gewend zijn plotseling bij de overgang naar beneden gaan. Ons lichaam is niet gewend aan dergelijke veranderingen.

Is in andere landen het risico op botfracturen lager?
Wij weten uit vele onderzoeken dat bijvoorbeeld de hogere inname van dierlijke proteïnen de kans op botfracturen vergroot. Wij weten ook dat hoe hoger de inname van calcium hoe hoger het risico op botfracturen. En, in vele landen krijgen wij onze extra calcium en dierlijke proteïnen via de natuurlijke weg binnen door de consumptie van zuivelproducten. Dus hoe hoger de consumptie van zuivelproducten in de verschillende landen, hoe hoger het risico op osteoporose en botbreuken. Hier hebben we veel gegevens over die, volgens mij, bijna niet betwist worden. Alle andere informatie waarover de wetenschap nu en dan graag spreekt is vaak met een beperkte visie, zonder rekening te houden met het grotere geheel. Maar er zijn nog steeds mensen die verkondigen dat men door zuivel sterke botten krijgt of osteoporose vermindert. Er is hier eenvoudigweg geen bewijs voor, alleen als je er met een zeer beperkte visie naar kijkt en dat is niet dé goede manier om de gegevens te interpreteren. Wanneer je het in een groter verband bekijkt dan is het zo dat, hoe hoger de inname van zuivel hoe groter de kans op osteoporose.

Kunt u vergelijkingen maken met andere landen?
Ja, wanneer ik het heb over 'hoe hoger het niveau' dan heb ik het over de vergelijking tussen verschillende landen. Dat gaat van landen waar geen zuivel geconsumeerd wordt tot landen waar veel zuivel geconsumeerd wordt. In die landen waar de minste zuivel wordt geconsumeerd, komen de minste botfracturen voor.

Dus is osteoporose een westerse ziekte?
Ja inderdaad. Ik moet hierbij wel benadrukken dat er ook andere factoren een rol spelen bij osteoporose zoals bijvoorbeeld een hoge inname van zout, mogelijk ook te weinig blootstelling aan zon en het wordt zeker beïnvloed door fysieke inspanning en fysieke belastingsoefeningen zoals we dat tegenwoordig noemen. Osteoporose kan niet geheel opgehangen worden aan zuivelproducten, maar het effect van zuivel op osteoporose is dat dit het risico altijd verhoogt.

U heeft een onderzoek in China gedaan, hier in het westen is de kans op hart- en vaatziekten ziekten 17 keer hoger, kunt u daarover verder iets vertellen?
Wij weten van hartziekten dat de relatie tot voeding redelijk vergelijkbaar is met de relatie tussen voeding en kanker. Men kan zeggen dat hart- en vaatziekten eigenlijk een westerse ziekte is. Als we kijken naar landen die weinig dierlijk voedsel consumeren of veel minder dan hier, komen hart- en vaatziekten ook minder voor. Ook hebben ze veel lagere cholesterolwaarden, waarden die een goede indicatie geven van het risico op hart- en vaatziekten. Dat is niet helemaal correct, maar wel een goede aanname. Bijvoorbeeld in China waren de gemiddelde cholesterolwaarden veel lager dan in het westen, zelfs verbazingwekkend laag. En ze bleken hoger te zijn in die regio's waar meer dierlijk voedsel geconsumeerd wordt. En wanneer cholesterolwaarden hoger worden, steken hart- en vaatziekten de kop op. Ik bedoel dat hart- en vaatziekten bijna niet voorkomen in bepaalde delen van China, zoals u al zegt gemiddeld soms 17 keer minder, maar in sommige gebieden zelfs helemaal niet. En we weten ook van Westerse onderzoeken dat wanneer de cholesterolwaarde onder de 150 milligram per deciliter (mmol/l3.87) komt dat hart- en vaatziekten zelden voorkomen en één manier om die waarden naar beneden te brengen is door het eten van plantaardige voeding.

In Afrika worden weinig zuivelproducten gegeten maar men rookt veel. Hoe zit dat?
Roken vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Cijfers laten zien dat er meer mensen sterven als gevolg van hart- en vaatziekten als gevolg van roken dan van longkanker. Dit is ook onderzocht. Wanneer je rokers die verschillende hoeveelheden groenten eten vergelijkt, zijn de rokers die de minste kans lopen op het krijgen van longkanker de rokers die de meeste groenten eten. Het is heel interessant: het effect van een dieet. Het effect van onze voeding is namelijk erg krachtig en kan in vele gevallen de gelopen risico's, zelfs van zoiets slechts als sigaretten, verminderen.

Wordt het risico op hart- en vaatziekten verlaagd door het drinken van melk met een laag vetgehalte?
Dat is een goede vraag. Afgeroomde, magere melk bevat natuurlijk geen of heel weinig vet. Het bevat veel proteïnen en zelfs een hogere concentratie proteïnen als percentage calorieën. We hebben altijd gedacht dat magere melk goed was omdat we dan geen vet consumeren. Maar in werkelijkheid bevat magere melk nog steeds dezelfde proteïnen en, concluderend uit de informatie die ik ken, zijn het eerder de dierlijke proteïnen die de cholesterolwaarden bepalen dan het vet. Dus winnen we niets met het overstappen van het gebruik van volle melk naar het gebruik van magere melk.

Het zijn de proteïnen in de melk die naar alle waarschijnlijkheid gerelateerd kunnen worden aan de groei van het aantal gevallen van kanker. In ons laboratorium, dat gefinancierd wordt door de 'National Institute of Health', hebben we in de afgelopen 27 jaar ontdekt dat caseïne, de primaire proteïne in koeienmelk, bij proefdieren het risico op bepaalde soorten kanker dramatisch verhoogt. Het stimuleert de groei van kanker. En uit alles dat ik weet moet ik zeggen dat caseïne, tenminste in onze proeven, de meest relevante en meest prominente factor was bij het oplopen van het aantal gevallen van kanker. Ook bij mensen hebben wij nu bewijzen gevonden dat dit waarschijnlijk klopt. Maar het punt dat ik wil maken, en dat is erg belangrijk, dat, alhoewel we specifiek met caseïne werken en we deze effecten waarnemen (en dit geldt niet voor proteïnen uit planten) we ook denken dat het een universeel effect is van dierlijke proteïnen in het algemeen. Dus, dierlijke proteïnen zijn carcinogeen en bevorderen kanker en doen dit op vele manieren. Één manier waarop dit gebeurt is door de productie van bepaalde groeihormonen te stimuleren, een ervan heet IGF1 (Insulin like growth factor 1) de insulineachtige groeifactor 1. Dit hebben we in onze proeven ook kunnen meten. Dus caseïne veroorzaakt de toename van deze groeihormonen en dat stimuleert de groei van kanker.

Een beetje erg simpel gesteld: maar het hormoon gaat naar de cel en creëert binnen de cel een soort nieuwe set van factoren om de groei te stimuleren. En dat gebeurt op een nogal complexe wijze maar het belangrijke, zelfs het meest belangrijke, hiervan is dat het gebeurt, dus de IGF1 stimuleert celdeling oftewel de vermenigvuldiging van de cel.

Welk soort kanker kan hier het gevolg van zijn?
Het is zo dat deze bewijzen uit onderzoek bij mensen nu pas geleverd worden, dus dat hogere waarden IGF samenhangen met bijvoorbeeld prostaatkanker en, bij sommige onderzoeken, met borstkanker. En, aangezien alle kankersoorten verband houden met een versnelde celdeling oftewel celgroei, hebben alle kankersoorten deze eigenschap. Concluderend, het groeihormoon die de celgroei stimuleert zal hetzelfde effect hebben op verschillende kankersoorten. Het feit dat we nog geen empirische gegevens hebben voor al deze kankersoorten betekent niet dat het niet bestaat. Alleen al op basis van de fundamentele biologie denk ik te kunnen stellen dat wij dit uiteindelijk in verschillende mate zullen kunnen concluderen voor iedere soort kanker.

In landen waar melk gedronken wordt komt kanker meer voor. Kunt u dat met cijfers aantonen?
Ja, bijvoorbeeld bij borstkanker. Natuurlijk komt borstkanker in verschillende landen in verschillende mate voor. Er zijn landen waar borstkanker bijna niet voorkomt zoals op het platteland van China en in andere landen komt het weer veel voor zoals, zoals u weet, in Europa. Zoals ook in Nederland, dat, geloof ik, vlak boven aan de lijst staat. We zien dus grote verschillen tussen het ene en het andere land en deze verschillen kunnen verklaard worden door de consumptie van dierlijke producten, waarvan de belangrijkste in veel landen zuivelproducten zijn. Overigens is er in principe geen substantieel verschil tussen zuivel en andere dierlijke producten. Zuivel is misschien in sommige situaties zelfs belangrijker. Maar we hebben echt goede onderzoeksgegevens die aantonen dat naarmate de inname van dierlijk voedsel of andere indicatoren van dierlijke voeding en dus ook de consumptie van zuivel hoger is, hoe meer kanker voorkomt. Hier hebben we heel veel informatie over.

Critici zeggen dat melk goed is voor colorectale kanker?
Hier zijn enkele bewijzen voor wanneer je er op een heel eenzijdige manier naar kijkt. Hiermee bedoel ik dat men heeft gekeken naar de inname van calcium, misschien van zuivel, en het vermogen hiervan om in een vroeg stadium van colorectale kanker symptomen te voorkomen. We hebben hier enige informatie over waar bij mensen die meer calcium innemen, deze poliepen gereduceerd worden. Dat is natuurlijk goed.

Maar gaat dit over calcium uit groenten of..?
Bij de experimentele onderzoeken worden voornamelijk calciumvoedingssupplementen gebruikt. In deze situatie lijkt het erop dat hierdoor de poliepen wordt gereduceerd. En, dat klinkt goed. Het was daarom een redelijke aanname om te veronderstellen dat voeding met een hoger calciumgehalte in verband gebracht zou kunnen worden met het minder voorkomen van colorectale kanker. En, ik geloof ook dat er een aantal studies is geweest waarin gesuggereerd wordt dat verhoogde inname van zuivelproducten in verband kan worden gebracht met het minder voorkomen van colorectale kanker. Maar wanneer we naar het grotere geheel kijken over vele bevolkingsgroepen, van groepen die geen zuivelproducten eten tot groepen die veel zuivel consumeren is de conclusie hoe hoger de consumptie van zuivel hoe hoger de colorectale kanker statistiek. Dus wat voor informatie we ook hebben ontleend uit deze beperkte onderzoeken wat betreft in de eerste plaats calcium of zelfs koeienmelk, dit waren zeer beperkte studies en het is evident dat deze onjuist zijn want binnen het groter geheel is de uitkomst heel anders.

Dus, wat is uw advies ten aanzien van het drinken of eten van zuivel?
Ik zou zeggen consumeer geen zuivelproducten. Ik weet dat het hard klinkt en het is hard voor mijn vrienden die nog in de zuivelindustrie werken en daar ben ik mij bewust van, maar ik voel toch meer mee met de mensen die getroffen worden. Er zijn twee groepen, aan de ene kant zitten de zuivelproducenten, hele fijne mensen. Ik kom uit die omgeving. Maar de andere kant staat een veel grotere groep van mensen die door de consumptie van deze producten negatief beïnvloed zijn. Alhoewel het niet zo leuk is voor de producenten om dit verhaal te horen, is het zo dat het toch over een veel grotere groep gaat inclusief zijzelf en natuurlijk hun gezondheid. Ik neem geen beslissingen gebaseerd op voorkeuren voor de een of de ander, ik neem beslissingen gebaseerd op wat ik zie en op bewijzen. Dit gezegd hebbende moeten we erover nadenken welk gevolgen dit heeft voor de zuivelindustrie maar op de mensen die de gevolgen van het gebruik van zuivelproducten ondervinden kan het een heel positief effect hebben.

Drinkt u melk?
Nee, dat heb ik lang niet gedaan.

Drinkt u yoghurt?
Nee……….

Top

 
Compleet interview met prof. Walter Willet, voedselwetenschapper Harvard University

Bij het onderzoek dat u gedurende een aantal jaren heeft uitgevoerd onder verplegend personeel, heeft u uitgevonden dat de consumptie van calcium door middel van het drinken van melk het risico op het krijgen van osteoporose niet reduceert?
Bij een groot onderzoek van meer dan 100.000 vrouwen die in de verpleging zaten, hebben we gekeken naar de consumptie van melk en naar een verband met een toekomstig risico op botbreuken. We hebben bij de vrouwen die we jarenlang hebben gevolgd geen bewijs gevonden dat botbreuken minder voorkwamen bij een hogere zuivelconsumptie. Dit komt overeen met vele andere studies die dit vraagstuk ook hebben bekeken. Vrouwen die meerdere glazen per dag dronken liepen niet een lager risico op een botbreuk dan vrouwen die bijna helemaal geen melk dronken.

Wat zegt u dat?
Onze bevindingen zijn consistent met vele andere onderzoeken die het verband tussen melk consumptie en het risico op botbreuken hebben onderzocht. Er werd consequent geen verband aangetoond. Natuurlijk is calcium een belangrijke voedingsstof die we nodig hebben. Maar het lijkt erop dat we genoeg binnen krijgen middels ons normale dieet, uit kleine hoeveelheden zuivelproducten. We hebben geen grote hoeveelheden zuivel nodig om het risico op botfracturen laag te houden. Wat we wel vonden is dat regelmatige fysieke inspanning heel belangrijk is om het risico op botfracturen te verkleinen. Wanneer je het risico op een botbreuk wil verlagen is mijn advies drink geen melk, maar neem de koe uit wandelen.

Heeft het ook te maken met de proteïne in de melk?
Ik geloof dat de belangrijkste reden dat we geen verband konden vinden tussen het risico op botbreuken en melkconsumptie was dat de meeste mensen genoeg calcium binnen krijgen uit andere onderdelen in hun dieet. Wij zijn er wel achter gekomen dat een hogere inname van vitamine d goed is, maar dat kunnen we ook van de zon of natuurlijk van supplementen krijgen.

Wij zijn opgegroeid met de melkdoctrine dat we melk moeten drinken om je botten sterk te maken, wat is uw mening?
Alhoewel we opgegroeid zijn met het idee dat we grote hoeveelheden melk moeten drinken om sterke botten te krijgen, wordt dat eenvoudigweg niet bevestigd door lange termijn onderzoeken die wij en anderen hebben uitgevoerd. Tenminste, als volwassene is een hoge consumptie van zuivelproducten niet de manier om het risico op botbreuken te verkleinen.

Denkt u dat er een verband bestaat tussen het drinken van melk en kanker, bijvoorbeeld borstkanker of prostaatkanker?
We hebben sterke aanwijzingen dat een hoge consumptie van zuivelproducten verband houdt met een verhoogd risico op het krijgen van prostaatkanker. Inderdaad hebben veel onderzoeken geconcludeerd dat mensen die een hoge zuivelconsumptie hebben een hoger risico lopen op het krijgen van prostaatkanker. We zijn niet zeker waarom, maar we weten wel dat melk de dosis van een hormoon in het bloed vermeerdert, het IGF, waardoor cellen zich sneller vermenigvuldigen. Hoge doses hiervan worden in verband gebracht met prostaatkanker en darmkanker en ook met borstkanker. Het is dus een realistische mogelijkheid dat het risico op het krijgen van prostaatkanker bij een hoge consumptie van zuivel toeneemt.

Heeft dit iets met het vet te maken?
Een tijdje lang heeft men gedacht dat het vet in de melk de oorzaak zou kunnen zijn van het verhoogde risico op het krijgen van prostaatkanker, maar wij en ook anderen, hebben hiernaar gekeken en wij zien niet dat de oorzaak bij het vet op zich zit. Zelfs mensen die magere melk drinken tendeerden ook een hoger risico te lopen op prostaatkanker.

Als je magere melk drinkt, loop je dan dezelfde risico's als bij het drinken van volle melk?
Het verband tussen melkconsumptie en kanker is niet onomstotelijk bewezen, het is niet absoluut zeker en we begrijpen niet helemaal wat de redenen zijn waarom er een verhoogd risico op prostaatkanker en mogelijk andere soorten kanker bestaat. Bij prostaatkanker kan het heel goed zijn dat niet het vet in de melk de veroorzaker is en als dat inderdaad waar is dan heeft het drinken van magere melk naar alle waarschijnlijkheid dezelfde negatieve consequenties. Het feit dat halfvolle of magere melk de insuline groeifactor hormoon in het bloed vermeerdert, suggereert dat het vetgehalte niet werkelijk relevant is.
Bij borstkanker hebben we gezien dat een hogere consumptie van volle melk door jonge volwassenen het risico op borstkanker in de jaren voor de menopauze, verhoogde. In dit geval zou het kunnen zijn dat een aantal van de hormonen die in de vetcomponent van de melk zit de veroorzaker kunnen zijn. Maar we zijn er eigenlijk niet zeker van dat wanneer mensen magere melk drinken er een ander verband gelegd zou kunnen worden met borstkanker.
Een ander verband tussen melkconsumptie en borstkanker is dat melk vele hormonen bevat die onze groei accelereren (en het zou kunnen zijn dat dat de reden is dat Nederlandse vrouwen de langste in de wereld zijn). Maar die snelle groei gedurende adolescentie lijkt een duidelijk verband te hebben met latere risico's op borstkanker. Er is bijvoorbeeld een groot onderzoeksproject gedaan in Denemarken waarbij aangetoond werd dat er een sterk verband ligt tussen de snelheid waarop kinderen tussen de 10 en de 14 jaar groeien en het risico dat zij op een latere leeftijd borstkanker krijgen. Het kan dus inderdaad waar zijn dat die groeihormonen in de melk meehelpen het risico op borstkanker te vergroten.

Denkt u dat het menselijk lichaam voor het drinken van melk gemaakt is?
Het is duidelijk dat melk een belangrijke biologische functie vervult. Het is bedoeld voor een hele snelle groei van jonge zoogdieren en zit daarom vol met essentiële voedingsmiddelen en groeihormonen. En, het is belangrijk snel te groeien op de leeftijd tussen de 1,2 en misschien 3 jaar maar daarna wordt over het algemeen snel groeien in verband gebracht met een verhoogd risico op kanker, vele soorten kanker. Het is daarom niet natuurlijk dat mensen in grote hoeveelheden melk drinken gedurende de tienerjaren en daarna. Dit zou wel eens heel goed negatieve consequenties kunnen hebben. Ik geloof dat de aanname dat melk in grote hoeveelheden veilig is, een hele gevaarlijke assumptie is.

Hoe komt het dat we daar niets vanaf weten?
Het is pas heel recent dat we de beschikking hebben over gegevens over melkconsumptie en een lange termijn follow-up om te zien wat de verbanden zijn met kanker en hart- en vaatziekten en nog andere ziekten. Dus we krijgen nu deze informatie pas.

Dat is de reden dat we voor dit onderwerp naar de V.S. zijn gekomen.
Momenteel is er in dit land en mogelijk ook in Nederland grote schroom om mogelijke nadelige gevolgen van melk te bespreken. Inderdaad zijn net onze nationale voedingsrichtlijnen (National Dietary Guidelines) aangepast en hierin worden de aanbevolen hoeveelheden melk verhoogd. In dit rapport staat helemaal niets over enige nadelige gevolgen.

Het feit dat 90% van de wereldbevolking lactose intolerant is, wat zegt u dat?
Het feit dat de meerderheid van de mensen in de wereld geen melk kan drinken als volwassene, zou ons moeten zeggen dat melk werkelijk geen essentieel onderdeel van ons dieet uit zou moeten maken. Dit is een onnatuurlijk onderdeel van een menselijk dieet en voornamelijk beperkt tot de Noord Europese landen waar de melkproductie bijna essentieel was om de lange koude winters te overleven. Dat was toen een goede overlevingstechnologie maar alleen overleven om te kunnen reproduceren is iets anders dan een lang en met je 80ste gezond leven te leiden wat tegenwoordig wel ons streven is. En, een hoge consumptie van zuivelproducten gedurende deze periode kan wel eens niet de beste manier zijn om een lang leven te leiden.

Maar we hebben nu toch een langere levensverwachting in het westen?
Tot heel recent waren de belangrijkste doodsoorzaken besmettelijke ziekten, sterfte bij geboorte. Het is pas in de laatste decennia dat de meeste mensen over het algemeen een langer leven leiden en nu rijst dus de vraag hoe leven we het gezondst en het langst. Het is dan ook pas recent dat we ons realiseren dat we dit soort zaken als, wat zijn de lange termijn consequenties van een hoge zuivelconsumptie, moeten bestuderen omdat we er niet eerder mee geconfronteerd werden.
Ik zou hier waarschijnlijk aan toe moeten voegen dat ik niet denk dat we zuivelproducten volledig moeten verbannen uit ons dieet, het gaat echt om de hoeveelheid die waarschijnlijk het meest belangrijke is. Als we bijvoorbeeld kijken naar een aantal bevolkingsgroepen die het langste en het gezondste geleefd heeft waren dat de mensen in de landen aan de Middellandse zee toen men nog leefde op de meer traditionele keuken zo'n 40 of 50 jaar geleden. Men consumeerde in die periode wel zuivelproducten maar in kleine hoeveelheden. Een klein beetje kaas en yoghurt maar zij dronken geen 3 of 4 glazen melk per dag wat ze wel verteld werd als volwassene te consumeren.

Drinkt u melk?
Ik gebruik een beetje melk in mijn cornflakes maar een glas melk drinken klinkt echt misselijkmakend. Een glas melk drinken spreekt mij dus niet erg aan maar ik moet zeggen dat een goed stukje kaas heerlijk is.

Kunt u ook iets zeggen over colorectale kanker?
Er is feitelijk bewezen dat een hogere melkconsumptie kan helpen het risico op colorectale kanker in geringe, niet in grote mate te verminderen. Maar het blijkt duidelijk uit andere onderzoeken dat het de calcium in de melk is die een belangrijke factor vormt en het is net zo effectief om die calcium als een supplement te nemen wat ook het voordeel heeft dat je niet de calorieën binnen krijgt, ook niet het vet en het kost minder als het drinken van een glas melk.

Is de calcium in de melk de verkeerde soort calcium?
De calcium in de melk zal ook het risico op colorectale kanker helpen te verkleinen maar we krijgen een hoop andere dingen bij die calcium die colorectale kanker geen goed doen en dan zijn er nog zaken zoals calorieën en vet die niet helpen en kunnen bijdragen aan overgewicht en hart- en vaatziekten.

Top

 
Melk niet langer aanbevolen noch nodig

Naar aanleiding van aanbiedingen en stunts die de supermarkten momenteel met zuivel uithalen vonden wij het nuttg om zuivel eens van de andere kant te bekijken. Uit onderstaand artikel blijkt dat veel melk drinken echt niet voor extra sterkte botten zorgt, sterker nog, het vergroot de kans op een aantal ziekten.

SOPN

Een aanzienlijke hoeveelheid wetenschappelijk bewijs doet zorgen rijzen over gezondheidsrisico's verbonden aan produkten van koemelk. Deze problemen hebben te maken met de proteïnen, het suiker, het vet en de contaminanten in zuivelprodukten, en met de ontoereikendheid van koemelk voor de voeding van de peuters.

Gezondheidsrisico's van de consumptie van koemelk zijn het grootst voor peuters jonger dan één jaar oud, bij wie volle koemelk kan bijdragen tot tekorten aan verschillende nutriënten, waaronder ijzer, essentiële vetzuren en vitamine E. De American Academy of Pediatrics1 beveelt aan dat aan kinderen jonger dan een jaar geen volle koemelk zou gegeven worden.

Koemelkprodukten zijn erg laag in ijzer2, ze bevaten slechts ongeveer een tiende van een milligram (mg) per acht-ounce portie. Om de U.S. Recommended Daily Allowance van 15 mg ijzer te halen, zou een peuter meer dan 31 quarts melk per dag moeten drinken. Melk kan ook bloedverlies van het darmkanaal veroorzaken, dat, na verloop van tijd, de ijzerreserves van het lichaam kan verlagen. Onderzoekers speculeren dat het bloedverlies een reactie kan zijn op proteïnes aanwezig in melk.3. Pasteurizatie doet het probleem niet verdwijnen. Onderzoekers aan de University of Iowa schreven onlangs in de Journal of Pediatrics dat "bij een groot deel van de peuters, voeding met koemelk kan leiden tot een substantiële toename van het hemoglobineverlies. Sommige peuters zijn uiterst gevoelig aan koemelk en kunnen grote hoevelheden bloed verliezen."3

Al is de bezorgheid het hoogst voor kinderen gedurende hun eerste levensjaar, er zijn ook gezondheidszorgen verbonden aan het melkgebruik onder oudere kinderen en er zijn ook een aantal problemen geassocieerd met de samenstelling van koemelk.

Melk proteïnes en diabetes

Verschillende rapporten maken een verband tussen insuline-afhankelijke diabetes en een bepaalde proteïne in zuivelprodukten. Deze vorm van diabetes begint gewoonlijk in de kindertijd. Het is een van de belangrijkste oorzaken van blindheid en draagt bij tot hartziekte, nierbeschadiging, en amputaties als gevolg van zwakke circulatie.

Studies in verschillende landen hebben een sterke correlatie aangetoond tussen het gebruik van zuivelprodukten en de incidentie van diabetes.4. Een recent rapport in de New England Journal of Medicine5 voegt belangrijke steun toe aan de oude theorie dat proteïnen van koemelk de productie van antilichamen stimuleren6 die op hun beurt de insuline-producerende cellen van de pancreas vernietigen.7 In een nieuw rapport, vonden onderzoekers van Canada en Finland hoge niveau's van antilichamen tegen een specifiek deel van de proteïne van koemelk, met name tegen bovine serum alnumin, in 100% van de 142 diabetische kinderen die zij onderzochten op het moment dat hun ziekte gediagnosticeerd werd. Niet-diabetische kinderen kunnen zulke antilichamenen hebben, maar alleen in veel lagere niveau's. Bewijs suggereert dat de combinatie van genetische voorbestemdheid met blootstelling aan koemelk de hoofdoorzaak is van de juveniele vorm van diabetes, al bestaat er geen manier om te bepalen welke kinderen genetisch voorbestemd zijn. Antilichamen kunnen zich blijkbaar vormen in antwoord op zelfs kleine hoeveelheden melkprodukten, met inbegrip van melkformules voor zuigelingen.

Vernietiging van de cellen van de pancreas gebeurt geleidelijk, vooral na infecties. Dit leidt ertoe dat cellulaire proteines blootgesteld worden aan de schade van antilichamen. Diabetes wordt duideljk wanneer 80 tot 90% van de insuline producerende betacellen vernietigd zijn.

Melkproteïnen behoren ook tot de meest voorkomende oorzaken van voedselallergieën. Vaak, wordt gedurende lange tijd de oorzaak van de symptomen niet herkend.

Melksuiker en gezondheidsproblemen

Veel mensen, in het bijzonder mensen van Aziatische en Afrikaanse afkomst, zijn niet in staat om melksuiker, lactose, te verteren. Het resultaat daarvan is diaree en lucht. Voor diegenen die lactose kunnen verteren, zijn de resulterende producten twee eenvoudige suikers: glucose en galactose. Galactose is in verband gebracht met eierstokkanker8 en cataracts9,10. Zuigelingen hebben actieve enzymes die de galactose afbreken. Naarmate we ouder worden, verliezen we veel van deze capaciteit.

Vetgehalte

Volle melk, kaas, room, boter, ijsroom, zure room, en alle andere zuivelprodukten behalve afgeroomde en vetvrije produkten bevatten beduidende hoeveelheden verzadigd vet en cholesterol, die bijdragen tot cardiovasculaire ziekten en bepaalde vormen van kanker. De vroege veranderingen van hartziekte zijn gedocumenteerd bij Amerikaanse tieners. Al hebben kinderen een zekere hoeveelheid vet nodig in hun voeding, toch is er geen nutritionele behoefte aan het vet van de koemelk. In tegendeel, koemelk is rijk aan verzadigde vetten, maar arm aan het essentiële vetzuur linoleic zuur.

Contaminanten

Melk bevat vaak contaminanten, van pesticides tot medicamenten. Er werd aangetoond dat ongeveer twee derden van de melkprodukten besmet zijn met sporen van antibiotica. Het vitamine D gehalte van melk is slecht geregeld. Bij recente testen van 42 melkstalen, waren slechts 12% binnen de marge van vitamine D inhoud. Testen van tien stalen van zuigelingen formules toonde aan dat zeven ervan meer dan twee maal de vitamine D inhoud bevatten die op het etiket aangeduid stond, waarvan één staal meer dan vier keer de hoeveelheid aangeduid op het etiket bevatte.11. Vitamine D is toxisch bij overdosis.12

Osteoporose

Zuivelprodukten bieden een vals gevoel van veiligheid aan diegenen die bezorgd zijn over osteoporose. In landen waar zuivelprodukten over het algemeen niet gebruikt worden, is er zelfs minder osteoporose dan in de Verenigde Staten. Studies hebben aangetoond dat zuivelprodukten weinig effect hebben op osteoporose.13 De Harvard Nurses' Health Study volgde 78.000 vrouwen gedurende 12 jaar en stelde vast dat melk niet beschermt tegen beenderbreuken. Het is zelfs zo dat diegenen die drie glazen melk per dag dronken méér breuken hadden dan diegenen die zelden melk dronken.14

Er zijn veel goede bronnen van calcium. Boerenkool, broccoli en andere groenten met groene bladeren bevatten calcium dat gemakkelijk door het lichaam opgenomen wordt. Een recent rapport in de American Journal of Clinical Nutrution stelde vast dat calcium absorbeerbaarheid zelfs hoger was voor boerenkool dan voor melk, en besloot dat "groene groenten zoals boerenkool beschouwd kunnen worden als ten minste zo goed als melk in termen van hun calcium absorbeerbaarheid."15. Bonen zijn ook rijk aan calcium. Verrijkt sinaasappelsap levert ook grote hoeveelheden calcium op een smakelijke manier.16

Caclium is slechts een van de vele factoren die het bot beïnvloeden. Andere factoren zijn onder meer hormonen, fosfor, boor, oefening, roken, alcohol, en medicijnen.17,20. Eiwit is ook belangrijk in de calcium balans. Dieëten die rijk zijn aan proteïne, voornamelijk aan dierlijke proteïne, moedigen het verlies van calcium aan.21-23.

Aanbevelingen

Er is geen nutritionele behoefte aan zuivelprodukten, en er zijn ernstige problemen die het gevolg kunnen zijn van de proteïnen, het suiker, het vet en de contaminanten in melkprodukten. Daarom, worden de volgende aanbevelingen gedaan:

1. Borstvoeding is de verkieslijke methode voor voeding van zuigelingen. Zoals aanbevolen door de Amerikaanse Academie van Pediaters, zou volle koemelk niet mogen gegeven worden aan peuters onder de leeftijd van een jaar.
2. Ouders zouden moeten gewezen worden op de potentiële risico's voor hun kinderen van het gebruik van koemelk.
3. Koemelk zou niet vereist noch aanbevolen mogen worden in overheidsrichtlijnen.
4. Overheidsprogamma's, zoals school lunch progamma's en het WIC progamma, zouden consistent moeten zijn met deze bevindingen.

Referenties
1. American Academy of Pediatrics, Committee on Nutrition. The use of whole cow’s milk in infancy. Pediatrics 1992;89:1105-9.
2. Pennington JAT, Church HN. Food values of portions commonly used. New York, Harper and Row, 1989.
3. Ziegler EE, Fomon SJ, Nelson SE, et al. Cow milk feeding in infancy: further observations on blood loss from the gastrointestinal tract. J Pediatr 1990;116:11-8.
4. Scott FW. Cow milk and insulin-dependent diabetes mellitus: is there a relationship? Am J CLin Nutr 1990;51:489-91.
5. Karjalainen J, Martin JM, Knip M, et al. A bovine albumin peptide as a possible trigger of insulin-dependent diabetes mellitus. N Engl J Med 1992;327:302-7.
6. Roberton DM, Paganelli R, Dinwiddie R, Levinsky RJ. Milk antigen absorption in the preterm and term neonate. Arch Dis Child 1982;57:369-72.
7. Bruining GJ, Molenaar J, Tuk CW, Lindeman J, Bruining HA, Marner B. Clinical time-course and characteristics of islet cell cytoplasmatic antibodies in childhood diabetes. Diabetologia 1984;26:24-29.
8. Cramer DW, Willett WC, Bell DA, et al. Galactose consumption and metabolism in relation to the risk of ovarian cancer. Lancet 1989;2:66-71.
9. Simoons FJ. A geographic approach to senile cataracts: possible links with milk consumption, lactase activity, and galactose metabolism. Digestive Diseases and Sciences 1982;27:257-64.
10. Couet C, Jan P, Debry G. Lactose and cataract in humans: a review. J Am Coll Nutr 1991;10:79-86.
11. Holick MF, Shao Q, Liu WW, Chen TC. The vitamin D content of fortified milk and infant formula. New Engl J Med 1992;326:1178-81.
12. Jacobus CH, Holick MF, Shao Q, et al. Hypervitaminosis D associated with drinking milk. New Engl J Med 1992;326:1173-7.
13. Riggs BL, Wahner HW, Melton J, Richelson LS, Judd HL, O’Fallon M. Dietary calcium intake and rates on bone loss in women. J Clin Invest 1987;80:979-82.
14. Feskanich D, Willett WC, Stampfer MJ, Colditz GA. Milk, dietary calcium, and bone fractures in women: a 12-year prospective study. Am J Publ Health 1997;87:992-7.
15. Heaney RP, Weaver CM. Calcium absorption from kale. Am J Clin Nutr 1990;51:656-7.
16. Nicar MJ, Pak CYC. Calcium bioavailability from calcium carbonate and calcium citrate. J Clin Endocrinol Metab 1985;61:391-3.
17. Dawson-Hughes B. Calcium supplementation and bone loss: a review of controlled clinical trials. Am J Clin Nutr 1991;54:274S-80S.
18. Mazess RB, Barden HS. Bone density in premenopausal women: effects of age, dietary intake, physical activity, smoking, and birth control pills. Am J Clin Nutr 1991;53:132-42.
19. Nelson ME, Fisher EC, Dilmanian FA, Dallal GE, Evans WJ. A 1-y walking program and increased dietary calcium in postmenopausal women: efect on bone. Am J Clin Nutr 1991;53:1304-11.
20. Nielsen FH, Hunt CD, Mullen LM, Hunt JR. Effect of dietary boron on mineral, estrogen, and testosterone metabolism in postmenopausal women. FASEB J 1987;1:394-7.
21. Zemel MB. Role of the sulfur-containing amino acids in protein-induced hypercalciuria in men. J Nutr 1981;111:545.
22. Hegsted M. Urinary calcium and calcium balance in young men as affected by level of protein and phosphorus intake. J Nutr 1981;111:553.
23. Marsh AG, Sanchez TV, Mickelsen O, Keiser J, Mayor G. Cortical bone density of adult lacto-ovo-vegetarian and omnivorous women. J Am Dietetic Asso 1980;76:148-51.

Auteurs:Physicians Committee for Responsible Medicine, U.S.A.
bron & meer informatie

Top