Pencak Silat Cimandé

De nationale Verdedigingskunst van Indonesie is Pencak Silat.
Pencak Silat wordt in Indonesie niet alleen gezien als een wijze van zelfverdediging maar vooral als een levenswijze waarbij het karakter van de beoefenaar gevormd wordt.

Het is vooral belangrijk dat men discipline en respect voor trainingspartner en de mens in het algemeen aanwendt. Hierbij speelt de harmonie tussen lichaam en geest een grote rol, het is een harmonie waarbij geestelijk evenwicht de grondlegger is.

Pencak Silat wordt beschouwd als een Pusaka dat wil zeggen een heilige voorouderlijke erfenis. Een modern Indonesisch woordenboek definieert Pencak als, een systeem van zelfverdediging en Silat als, afweren. Bij de experts van de Pencak Silat kan men een toepasselijker en juistere defenitie vinden.

Pencak: Gereguleerde bewegingen in bepaalde variaties en combinaties op een vloeiende, bijna sierlijke wijze uitgevoerd.

Silat: Het gevecht met de toepassing van Pencak.

De mening dat Pencak Silat een dans vorm is en dat beide woorden het zelfde betekenen is volkomen onjuist. Deze gedachte wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat beide onderdelen apart beoefend kunnen worden.

Pencak wordt beoefend als een zorgvuldig gecontroleerde oefening, het kan alleen of met partner gedaan worden. Het is net zo min een dans als een correct Japans uitgevoerde Kata. En het feit dat Pencak op muziek, bij festivals en bruiloft ceremonieen er sierlijk uitziet maakt de verwarring nog groter.

Silat uitgevoerd tegen een tegenstander laat er echter geen twijfel over mogenlijk dat we hier met een gevechtskunst te maken hebben. Het verschil is dat Silat vele malen sneller word uitgevoerd met een complete vrijheid van actie.

Bij verschillende Pencak Silat stijlen wordt een uitgebreid arsenaal van wapens gebruikt. Een aantal van deze vele wapens die gebruikt worden zijn: Arit, Pisau, Golok, Trisula, Cabong, Galang, Toya en Tongkat.

Vaardigheid met deze wapens wordt gemakkelijk verworven, door de langdurige correcte beoefening van deze ongewapende technieken zijn alle bewegingen met een kleine inspanning ook geschikt te maken voor wapens. Deze overgang van het ongewapend naar gewapend stelt de leeerling in staat om als hij zijn wapen verliest toch kan doorvechten.

Het trainen verschilt per stijl maar komt ongeveer hier op neer:

De Jurus: Zij vormen de basis van de Pencak Silat. Het zijn de anatomische wapens en technieken die bij de aanval en verdediging worden gebruikt.

De Langkah: zij zijn de houdingen en het voetenwerk nodig voor het toepassen van de Jurus. Er is een grote verscheidenheid en het kan in alle richtingen uitgevoerd worden.

De Sambut: Zij zijn de sparrings oefeningen tegen een of meer tegenstanders.

De Bunga: Zij zijn de gedrags codes tegenover de trainings partner en het algemeen de medemens. De houding tegenover iemand en de mentale waakzaamheid.

De Rahasia: Zij vormt de leer van de kwetsbare plekken van de tegenstander en de bescherming van de zwakke plekken van de student zelf.

De Senjata: Hier leert de student omgaan met wapens waaronder Pisau, Golok, verschillende maten stokken, Trisula en allerlei andere voorwerpen die in nood dienst kunnen doen als wapen.

Vergevorderde studenten kunnen het ongewapend ook opnemen tegen gewapende tegenstanders. Hoe een persoon uit een gevecht met een gewapende tegenstander te voorschijn komt is volledig afhankelijk van zijn bekwaamheid in het ongewapende gevecht.

Eigenlijk wordt de student erop getraint om op ieder moment gereed te zijn om een aanval af te slaan. Zijn lichaam moet flexibel genoeg zijn voor een ogenblikkelijk antwoord. Kruipende houdingen en bewegingen van en tot lage standen eisen van de student zowel kracht als flexibiliteit in benen en heupen.

Deze kwaliteiten zijn eigenlijk alleen te verkrijgen door Pencak Silat als levenswijze te aanvaarden. De nadruk ligt bij het Pencak Silat zoals reeds eerder vermeld meer op het geestelijke dan op het lichamelijke. Dat betekent dat de ziel en geest van uiterst belang zijn. De zuiverheid of het ontbreken daarvan, van de student, zal zich weerspiegelen in zijn technieken.

Experts kunnen de aard en instelling van de student bepalen door naar zijn manier van trainen te kijken.

Toch is het Pencak Silat ondanks haar spiritualiteit duidelijk gegrondvest op het dodelijk persoonlijk gevecht. Javaanse Pencak Silat systemen maken over het algemeen een evenwichtig gebruik van het lichaam, al geven de meeste gevechtshoudingen de indruk dat de vechters liever hand- en armtechnieken gebruiken, omdat zij die houdingen kiezen waaruit deze technieken direct kunnen worden toegepast.

De houdingen van de stijlen variëren van rechtopstaand tot laagkruipend. Javaanse vechters maken met evenveel gemak gebruik van de open hand als van de vuist. Naast de gebruikelijke sla en steek technieken zijn ze ook in staat tot grepen die op zeer korte afstand worden gebruikt. Javaans Pencak Silat beoefenaars zijn uiterst soepel en plooibaar. Dit is nodig voor een optimaal gebruik van alle gevechtstechnieken.

CIMANDE

Ibuki Ontwikkeld in de vochtige laagvlakten wordt deze vorm slechts gebruikt door het Sundanese volk op West-Java. De Cimande houdingen zijn minder rechtop dan van de andere Javaanse stijlen en de bewegingen worden behoedzaam uitgevoerd alsof de vechter op een gladde ondergrond staat. De flexibiliteit van deze stijl is ideaal om een vijand tegemoet te treden die hard komt aanstormen. Door een overdacht gebruik van hand- en armtechnieken weerstaat de vechter de eerste aanval, neutraliseert deze en lanceert bijna gelijktijdig de tegenaanval.