Standpunten, perspectief en ruimte.
Wat zijn standpunten en welke zijn er?
Een standpunt is een plek waarvan je iets bekijkt. Je kunt het bijvoorbeeld van boven bekijken, vanaf ooghoogte of vanaf beneden. Meestal wordt het hele schilderij dan ook geschilderd alsof je het van een bepaald standpunt bekijkt. Als je dan een gebouw bijvoorbeeld van boven ziet, zie je de mensen die er op staan ook allemaal van boven. Sommige schilders doen dit echter niet. Een voorbeeld is Escher, 1 van de schilderijen waarin hij dit niet doet is Andere Wereld 2. Hij gebruikt veel verschillende standpunten in dit schilderij.
Er zijn veel verschillende standpunten, dit zijn er een paar van:
- Het Vogelvluchtperspectief , dit is een standpunt waarin je alles van boven af ziet. Hierdoor lijkt alles heel klein.
- Het Kikvorsperspectief, dit is een standpunt waarin je alles van heel laag ziet, het gevolg is dat het lijkt of alles heel groot is.
- Ooghoogte, dit is een standpunt, waarin je normaal tegen alles aan kijkt, zoals je het normaal ook zal zien, hierdoor lijkt het een normaal beeld.
Wat is perspectief en welke verschillende perspectieven zijn er?
Een perspectief wordt gebruikt om te zorgen dat een tekening klopt. Het punt/ de punten waar de lijnen heen lopen ligt/ liggen op de horizon van het schilderij. Je kunt het perspectief vinden door de lijnen door te trekken, ze zullen op een bepaald punt bij elkaar komen.
Er zijn meerdere perspectieven, dit zijn er een paar van:
- Het verdwijnpunt , dit is 1 punt wat op de horizon ligt. Hier komen alle lijnen samen. Dit perspectief gebruik je als je bijvoorbeeld in een straat kijkt. De straat wordt steeds smaller en op een bepaald punt houdt de straat op, dit is het verdwijnpunt.
- Het tweepuntsperspectief , hier wordt gebruik gemaakt van 2 punten, waar alle lijnen heen lopen. Deze 2 verdwijnpunten liggen beide op de horizon. Je gebruikt deze manier als je bijvoorbeeld een kubus wil tekenen, op ooghoogte waar je tegen de hoek aan kijkt. De zijkanten gaan naar 2 kanten, per zijkant gaan de lijnen naar 1 punt toe. Je hebt 2 zijkanten waar je tegenaan kijkt, dus heb je 2 verdwijnpunten.
- Het driepuntsperspectief, er zijn hier 3 verdwijnpunten. Het lijkt veel op het tweepuntsperspectief. Het verschil is dat je hier niet vanaf ooghoogte kijkt, maar van uit het vogelstandpunt of het kikvorsstandpunt. Hierdoor krijg je een extra punt wat of beneden of boven de horizon ligt. Bij het vogelstandpunt ligt het punt onder de horizon, bij een kikvorsstandpunt lig het punt boven de tekening.
Dit laatste perspectief is er een waarvan Escher als een van de weinigen veel gebruik van maakt.
Wat is ruimte en hoe krijg je dat?
Als je ruimte in je tekening gebruikt lijkt het alsof iets driedimensionaal is. Het lijkt alsof het bol is en het van meerdere kanten zou kunnen bekijken. Het tegenovergestelde is plat, dit kun je maar van 1 kant bekijken.
Je krijgt ruimte in een voorwerp onder andere door:
- Het gebruiken van schaduw, als je schaduw gebruikt moet iets bol zijn. Anders heeft het geen schaduw. Dit heet plasticiteit.
Je krijgt ruimte in een tekening onder andere door:
- Door iets voor of op een ander ding te plaatsen, dit heet overlapping.