|
Vòòr negentien twintig, voordat deze weg
werd aangelegd, was de weg naar het
regeringscentrum letterlijk versperd door een wirwar van huizen en krotten.Het Buitenhof was in de 17de eeuw nog een afgesloten voorhof, van het
Binnenhof; er was geen directe doorgang naar het Spui. De enige manier om
daar te komen was via het smalle Achterom. Op de plek waar nu
de zogenoemde
derde arm van de Passage uitkomt. Daar lag toen de doodlopende
Praktizijnshoek. Het steegje ontleende zijn naam aan de notarissen die hier
praktijk hielden. Deze hoek verdween definitief na de grote doorbraak, in
1912.
De smalle steegjes waren volgens de Gemeente een ontoelaatbare
vernauwing van de weg, dwars door het centrum van Den Haag, naar Scheveningen.
In 1914 besloot de gemeenteraad tot een doorbraak. Het besluit
maakte deel uit van een totaal plan van enkele grote stadsdoorbraken zoals de Grote
Marktstraat en de Torenstraat. Ir. Lindo had hiertoe al eerder de aanzet gegeven, maar
Berlage was de man die de grote doorbraken uitvoerde. Dwars door de oude jodenbuurt werd
nu tussen de Kalvermarkt en de Prinsegracht, de Grote Marktstraat aangelegd.
Een langdurige discussie was vooraf gegaan aan de doorbraak tussen Buitenhof en Spui. Er
moest aan de kant van het Buitenhof ook het een en ander gebeuren. Het gehele gebied was
door de bebouwing van de Hofstraat, Hofsingel en het Achterom afgesloten. Aan de zijde van
het Spui, waar een Kapel stond en een brug lag, die liep van de Lange Poten naar de
Spuistraat, die Kapelsbrug werd genoemd. Bij de demping van het eerste gedeelte van het
Spui, het Hofspui geheten, werd die brug afgebroken maar dat geschiedde al in 1860 (dus
ver voor de doorbraak). Die naam Kapelsbrug, is gebleven zolang
zeg maar, aan de kopse kant van het Spui huizen stonden. Deze huizen zijn in de dertiger
jaren van de 20e eeuw afgebroken. Na afbraak ontstond er uiteindelijk een groot plein met
een verkeersweg waar het door Berlage ontworpen kledingmagazijn werd gebouwd. Het werd op
20 Juli 1914 opgeleverd. Al met al duurde het tot 1923 voordat deze weg kon worden
geopend. Het uiteindelijke plan was om hier het nieuwe gebouw van de tweede kamer neer te
zetten.
Maar ambtelijke molen malen langzaam, en vooruitlopende op dat plan, werden er hier
"tijdelijk" noodgebouwen neergezet die hier tot 1939 hebben gestaan. Toen werd
de verkeersdruk zo groot, dat deze gebouwen weg moesten, voor de verbreding van de
verkeersweg
Aan de andere zijde, op de hoek van het Buitenhof, stond toen het inmiddels verdwenen
Hotel De Twee Steden, of ook wel deftig
Des Deux Villes genoemd.
Om deze naam te begrijpen moeten we diep in de geschiedenis duiken. Daar ligt ook de
betekenis van de naam verborgen. Die verwees naar Alkmaar en Enkhuizen. Deze twee steden,
vroeger veel machtiger dan nu, hadden het recht afgevaardigden te zenden naar de staten
Generaal. Net zoals andere steden, zoals Amsterdam en Rotterdam, richtten Enkhuizen
en Alkmaar hier een logement in voor hen hoogedele heren. Dat gebeurde in 1665 aan de
hofweg die toen nog Hofsingel heette.
De andere Noord Hollandse steden, Hoorn, Edam, Monnikendam,
Medemblik en Purmerend brachten hun deputaties onder in een pand op de Kneuterdijk. In de
loop van de 19de eeuw veranderde het logement De Twee Steden in een Hotel. Het
etablissement moet goed hebben gedraaid, want in 1890 kwam er grootschalige nieuwbouw met
een mooie gevel in neo renaissance stijl en werd het hotel voorzien van de modernste
gemakken.
In de folders, uit die tijd, lezen we dat het Hotel voorzien was van electrisch licht,
centrale verwarming en liften. In die tijd logeerden er veel diplomaten maar ministers en
staatshoofden kozen toch voor Des Indes of het Kurhaus. In die tijd moet het hotel als een
trein hebben gelopen. Steeds meer aangrenzende panden werden bij het complex getrokken. In
1904 ontwierp architect Mutters een hyper modieuze uitbreiding in Weense Art nouveau-styl
aan het Buitenhof. Het
gebouw staat er nog altijd, maar is al tientallen jaren in gebruik als Bioscoop. Al met de
grote crisis van de jaren dertig kreeg De Twee Steden een flinke deuk. De vleugel aan het
Buitenhof werd afgestoten en werd verbouwd voor bovengenoemde bioscoop. In 1951 was het
helemaal afgelopen met De Twee Steden. Het werd aangekocht door de Hollandsche Bank Unie
en die besloot tot nieuwbouw en er een kantoor bouwde.
In een ingezonden mededeling in de kranten stond dat op 15 Juni 1956
de HBU een kantoor geopend had op de plaats van Hotel de Twee steden. Veel geluk heeft ze
er blijkbaar niet bij gehad. Want het heeft jaren leeg gestaan. Haaks op de bebouwing van
het Binnenhof stond het huis van Albemarle met zijn ommuurde voorhof, dit uit de 17de eeuw
daterend pand werd ook in 1912 ten behoeve van de verkeersweg afgebroken.
In 1929 werd de eerdergenoemde "derde arm" van de
passage gebouwd, en die kwam op deze weg uit. In de zestiger jaren werd, ten behoeve van
de tweede kamer, op die plaats kantoren bijgebouwd in de bestaande architectuur. En nu
staat er sinds 1994 een geheel nieuw tweede kamer gebouw op de hoek van de Lange Poten en
deze weg.
|
|

Hofweg 1 anno 1950
Hotel de 2 Steden.
|