Schoorsteenvegerstraatje.
Loopt van Lange Voorhout naar Hoge Nieuwstraat.

Index

 

 


Deze straat heette oorspronkelijk "Schroot zijn straatje" en wel naar Jhr.
Jacob Schroot, heer van Werm, die in 1568 aan de zuidzijde van het Voorhout
een huis kocht dat aan de oostkant grensde aan een steeg. Het is
begrijpelijk, dat de genoemde naam verliep naar Schrootsenstraatje.
Ver-moedelijk door slordige uitspraak of verkeerd verstaan is hieruit het
Schoor-steenstraatje voortgekomen om te eindigen in Schoorsteenvegertraatje.
Maar omstreeks 1580 was de benaming van deze straat een geheel andere
namelijk: van "Bankenstraat". Genoemd naar de toen zeer beruchte Mr.Johan
van Banchem, president van de Hoge Raad,. De magistraat bewoonde het
hoekhuis, op de plaats waar nu Pulchri Studio is. In eerste instantie woonde
hij hier aan de Zuidwal, op de plaats waar later het Gemeente Ziekenhuis zou
worden gebouwd.

Wegens fraude en afpersing van eenvoudige burgers  belandde hij tenslotte in
de gevangenpoort waar hij stierf alvorens berecht te kunnen worden. Hoewel
het  ambt hem voldoende geldmiddelen verschafte voor een zeer goed bestaan,
trachtte hij die toch aan te vullen met allerlei sommen, die niet gering
waren, en hem toevloeiden door afpersingen en andere oneerlijke praktijken.
Met de opkomst van de handel komt ook de prostitutie tot bloei. Omwonenden,
in bepaalde wijken, beklaagde zich in de 17de eeuw in een brief aan het Hof
van Holland over de vele bordelen en duistere cafés.

Deze van Banchem verantwoordelijk voor de rechtshandhaving, vat zijn taak iets te ruim op. Hij volgt hooggeplaatste personen tot in de bordelen en chanteert ze.

De Rotterdamse postmeester Johan van Berckel betaalt, tot twee keer toe 2000
gulden zwijggeld en ook de burgemeesters en regenten worden afgeperst. Deze
meneer was in 1672 tot het hoge ambt van Baljuw benoemd. Machtsmisbruik om
het eigen inkomen te verhogen was niets bijzonders. Zo sloot hij, zonder toestemming van de schepenen, mensen op in het tuchthuis en liet ze pas weer
vrij nadat ze een flink bedrag hadden betaald.

Enkele vrouwen van lichte zeden waarschuwden van Banchem zodra ze een rijke klant hadden. Hij "betrapte" vervolgens de heren en slechts het betalen van een forse geldboete kon een verdere strafvervolging voorkomen. Mr. Nico-laas Kan een hoog in aanzien staand lid van Brabant, moest op die manier duur betalen
voor zijn amoureuze avontuur.

Hij maakte namelijk een ontstellend misbruik van zijn positie en liet zijn slachtoffers, die bevreesd waren voor verlies van goede reputatie, rijkelijk betalen, ingeval zij door zijn toedoen en opzet, in een val waren gelopen en in niet nader aan te duiden verhoudingen werden betrapt. Hij achtte zich onaantastbaar. Zijn familie had al vele generaties lang bestuursfuncties bekleed en bovendien wist hij zich beschermd door stadhouder Willem III, op wiens aandrang hij ook zijn functie had gekregen. Toch moet de baljuw vermoed hebben dat zijn positie wankelde.

Hij probeerde althans de schutterij over te halen om hem in geval van arrestatie door het Hof van Holland de rechtbank van de provincie te beschermen. En dat ging wel erg ver. Helaas bleek hij van hogerhand te worden beschermd. Eerst in 1676 is hij wegens zijn knevelarijen geschorst. In Januari 1677 werd hij in de
gevangenenpoort opgesloten en in 1680 ter dood veroordeeld. Uiteindelijk is
hij in de gevangenis gestorven zonder enig genoegen te hebben beleefd van
zijn tuinhuisje. Maar nog vele jaren later werd die plek op de Zuidwal, nog
de hoek van Banchem genoemd. Iemand die zich aan hetzelfde soort vergrijpen
schuldig maakte, noemde men" eentje van banchem"

De reden van van Banchem's benoeming was nu niet bepaald verheffend. Het had
te maken met de controverse tussen Willem III en Johan de Witt. Zolang de
Witt Frankrijk en Engeland tegen elkaar had kunnen uitspelen, hield hij zelf
de vrijheid van beweging, maar een verbond tussen beide rijken moest zijn
ondergang bezegelen. Dat er ook nog een geheim verdrag (1670) te Dover
tussen Lodewijk XIV en Karel II gesloten was, wist hij niet.

Dan de benoeming van de prins tot Kapitein-generaal voor een veldtocht; de
verheffing van Willem III tot stadhouder, de gedwongen herroeping van het
Eeuwig Edict te Dordt. de Arrestatie van zijn broer Cornelis het ontslag nemen van Johan het bezoek van deze aan zijn broer. De roep om meer macht voor Oranje werd nu steeds luider. Oranje fanaten begonnen met Engelse steun een lastercampagne tegen Johan de Witt, hem ervan beschuldigend het land aan
Frankrijk te hebben overgeleverd. In die sfeer van opgefokte agressie werd
op 21 Juli 1672 door vier jongemannen een moordaanslag gepleegd.

Drie van de vier wisten te ontvluchten, naar men verhaalde, naar het leger van de Prins, de vierde werd gedood. Opgesloten in de Gevangenpoort verwerkte deze het vernederende vonnis: verlies van alle ambten en; levenslange verbanning.

Zijn broer Johan bezocht hem 20 Augustus, de dag waarop het vonnis werd
uitgesproken. Aangevuurd door een stel gezeten burgers, werden de Witten 's
avonds door leden van de schutterij naar buiten gesleurd en vermoord. De
bloedige verminking van de lijken wees op de haat die de regentenpartij bij
de kleine burgerij in die dagen van haar vrijheid gewekt had. Doch ook de
standen, die men tot de beschaafde pleegt te rekenen, toonden zich door deze
slachtpartij niet verzoend. Van Maarten Harpertsz.Tromp, fluisterde men, dat
hij met welgevallen naar de plaats der verschrikking was komen kijken.
Dominee Simonides noemde de volgende dag van de kansel, de moord een wrake Gods."

Anderen hebben er een wraak van Willem III in gezien. En het is zeker niet alleen, dat het misdrijf ongestraft bleef, maar ook, dat de jonge stadhouder door zijn begunstiging van de moordenaars. Tichelaar kreeg een jaargeld, en van Banchem werd schout in Den Haag. Of Willem III, het voormalige kind van de staat, iets met de moorden te maken heeft gehad, is niet bekend. Zeker is wel, dat hij vervolging van de daders heeft tegengehouden en hen zelfs gunsten heeft verleend.
Uit het voorgaande mag blijken dat er niets nieuws onder de zon is. De
meeste sterven nog gewoon in bed. Dat was de gebroeders de Witt niet gegund,
daarvan is bekend dat er tijdens die slachtpartij kannibalisme is
opgetreden.